Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH0956

Datum uitspraak2009-01-06
Datum gepubliceerd2009-01-27
RechtsgebiedBijstandszaken
Soort ProcedureVerzet
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers08/1171 WWB-V
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verzet ongegrond. Griffierecht niet tijdig ontvangen.


Uitspraak

08/1171 WWB-V Centrale Raad van Beroep Enkelvoudige kamer U I T S P R A A K als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van: [appellant] (hierna: appellant), tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen van 3 januari 2008, 07/910 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellant en het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen (hierna: College) Datum uitspraak: 6 januari 2009 I. PROCESVERLOOP Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 19 augustus 2008 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard. Tegen de uitspraak van de Raad van 19 augustus 2008 heeft appellant verzet gedaan. Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 25 november 2008, waar partijen - het College met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen. II. OVERWEGINGEN De uitspraak van de Raad van 19 augustus 2008 berust op de overwegingen dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de bij brief van 30 juni 2008 - nader - gestelde termijn van vier weken is bijgeschreven op de rekening van de Raad dan wel ter griffie is gestort, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest. In hetgeen appellant in het verzetschrift naar voren heeft gebracht is in het geheel geen aanknopingspunt te vinden voor het oordeel dat de uitspraak van de Raad van 19 augustus 2008 niet in stand behoort te blijven. In de - eerdere - brief van 13 juni 2008 heeft appellant uitdrukkelijk verklaard dat hij de aangevraagde bijzondere bijstand heeft ontvangen. Dat appellant dit bedrag heeft aangewend voor een of meer andere doelen dan betaling van het verschuldigde griffierecht, moet voor zijn rekening en risico blijven. Dit betekent dat het verzet ongegrond dient te worden verklaard. Voor een veroordeling in de kosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep; Recht doende: Verklaart het verzet ongegrond. Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons. De beslissing is, in tegenwoordigheid van B.C. Rog als griffier, uitgesproken in het openbaar op 6 januari 2009. (get.) T.G.M. Simons. (get.) B.C. Rog. RB