Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG9723

Datum uitspraak2009-01-05
Datum gepubliceerd2009-01-14
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200808917/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter


Indicatie

Bij besluit van 15 juli 2008 heeft de burgemeester van Eindhoven (hierna: de burgemeester) de door de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid C.E.L. B.V. (hierna: C.E.L) geëxploiteerde horeca-inrichting "Blue Parrot", gevestigd aan het Stratumseind 28-30 te Eindhoven, voor drie weken gesloten.


Uitspraak

200808917/2. Datum uitspraak: 5 januari 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake de opheffing of wijziging van een voorlopige voorziening (artikel 8:87 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid C.E.L. B.V., gevestigd te Eindhoven, tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 4 december 2008 in zaak nrs. 08/3732 en 08/3734 in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid C.E.L. B.V. en de burgemeester van Eindhoven. 1. Procesverloop Bij besluit van 15 juli 2008 heeft de burgemeester van Eindhoven (hierna: de burgemeester) de door de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid C.E.L. B.V. (hierna: C.E.L) geëxploiteerde horeca-inrichting "Blue Parrot", gevestigd aan het Stratumseind 28-30 te Eindhoven, voor drie weken gesloten. Bij besluit van 2 oktober 2008 heeft de burgemeester het door C.E.L. daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard wat betreft de duur ervan, het besluit van 15 juli 2008 in zoverre herroepen, de duur van de sluiting teruggebracht tot een week en het bezwaar voor het overige ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 4 december 2008, verzonden op dezelfde dag, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch, voor zover thans van belang, het door C.E.L. daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft C.E.L bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 11 december 2008, hoger beroep ingesteld. Voorts heeft zij de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Bij uitspraak van 12 december 2008 heeft de voorzitter buiten zitting bij wijze van voorlopige voorziening de besluiten van de burgemeester van 2 oktober 2008 en 15 juli 2008 geschorst. De voorzitter heeft vervolgens ter zitting op 18 december 2008 ambtshalve onderzocht of de aldus getroffen voorziening opgeheven of gewijzigd moet worden. Daar zijn C.E.L, vertegenwoordigd door mr. M.J.G. Pennings, advocaat te Veghel, en [bestuurder], en de burgemeester, vertegenwoordigd door mr. J.N.H. Kepers, ambtenaar in dienst van de gemeente Eindhoven, verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure. 2.2. Door C.E.L. is onweersproken gesteld dat het opheffen van de schorsing van de besluiten van de burgemeester van 2 oktober 2008 en 15 juli 2008 ingrijpende gevolgen voor haar zal hebben, aangezien sluiting van de inrichting in deze periode van het jaar tot grote financiële schade zal leiden. Gelet hierop en in aanmerking genomen dat niet is gebleken van zwaarwegende belangen aan de zijde van de burgemeester die zich ertegen verzetten dat de inrichting geopend blijft totdat de Afdeling op het hoger beroep van C.E.L. heeft beslist, bestaat geen aanleiding de schorsing van de besluiten op te heffen of te wijzigen. De bij uitspraak van 12 december 2008 door de voorzitter getroffen voorlopige voorziening dient daarom te worden gehandhaafd. 2.3. De burgemeester dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld. 3. Beslissing De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: I. handhaaft de schorsing van de besluiten van de burgemeester van Eindhoven van 2 oktober 2008, kenmerk BZ-08-252-001/JZ&IV 08UIT211143, en 15 juli 2008, kenmerk JZ&IV 08UIT15855; II. veroordeelt de burgemeester van Eindhoven tot vergoeding van bij de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid C.E.L. B.V. in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 361,56 (zegge: driehonderdeenenzestig euro en zesenvijftig cent), waarvan € 322,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door de gemeente Eindhoven aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid C.E.L. B.V. onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald; III. gelast dat de gemeente Eindhoven aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid C.E.L. B.V. het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 433,00 (zegge: vierhonderddrieëndertig euro) vergoedt. Aldus vastgesteld door mr. H.G. Lubberdink, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J.J. den Broeder, ambtenaar van Staat. w.g. Lubberdink w.g. Den Broeder voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 5 januari 2009 187-546.