Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG9478

Datum uitspraak2008-12-24
Datum gepubliceerd2009-01-12
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/5243 WAO
Statusgepubliceerd


Indicatie

Afwijzing verzoek om herziening WAO-uitkering. Geen sprake van enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb.


Uitspraak

07/5243 WAO Centrale Raad van Beroep Meervoudige kamer U I T S P R A A K als bedoeld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet op het verzoek om herziening van: [Verzoeker] wonende te [woonplaats] (hierna: verzoeker), van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 31 augustus 2007 (05/5023 WAO), in het geding in hoger beroep tussen: verzoeker en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv). Datum uitspraak: 24 december 2008 I. PROCESVERLOOP Namens verzoeker heeft mr. W.C. de Jonge, advocaat te Vlaardingen, verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 31 augustus 2007 (05/5023 WAO). Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 november 2008. Verzoeker is bijgestaan door mr. De Jonge. Het Uwv heeft zich, met voorafgaand bericht, niet laten vertegenwoordigen. II. OVERWEGINGEN 1. Verzoeker heeft verzocht om “herziening op grond van evidente onjuistheid, foutieve uitleg van de jurisprudentie en op grond van nieuwe feiten en omstandigheden”. Verzoeker is van mening dat zijn aanspraken bij de bestreden uitspraak niet naar behoren zijn erkend. De gronden van het verzoek zijn uiteengezet in het aanvullende verzoekschrift van 9 november 2007 en het daarbij overgelegde stuk van Instituut Psychosofia van 9 oktober 2007. Bij brief van 12 november 2007 heeft verzoeker de bijlagen behorende bij het aanvullend verzoekschrift van 9 november 2007 overgelegd. 2.1. De Raad overweegt dat de door de gemachtigde van verzoeker gewenste hernieuwde discussie over de betrokken zaak en de juistheid van de bestreden uitspraak niet kan worden gevoerd, tenzij sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). 2.2. De Raad acht echter noch in het aanvullend verzoekschrift, noch in de later toegezonden bijlagen, noch in het stuk van Instituut Psychosofia van 9 oktober 2007 enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb gelegen. Daarom dient het verzoek om herziening te worden afgewezen. 3. De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep, Recht doende: Wijst het verzoek om herziening af. Deze uitspraak is gedaan door Ch. van Voorst als voorzitter en M.S.E. Wulffraat-van Dijk en C.P.J. Goorden als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van E.M. de Bree als griffier, uitgesproken in het openbaar op 24 december 2008. (get.) Ch. van Voorst. (get.) E.M. de Bree. JL