Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG9123

Datum uitspraak2008-12-29
Datum gepubliceerd2009-01-08
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers01/825235-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

Promis-vonnis Veroordeling voor bedreiging meermalen gepleegd en beschadiging. Verdachte was niet toerekeningsvatbaar te achten, wordt ontslagen van alle rechtsvervolging en geplaatst in een psychiatrisch ziekenhuis. Hij moet schade aan een van de slachtoffers betalen.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector Strafrecht Parketnummer: 01/825235-08 Datum uitspraak: 29 december 2008 Vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971, wonende te [woonplaats], [adres] Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 18 juli 2008, 30 september 2008 en 15 december 2008. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht. De tenlastelegging. De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 5 juni 2008. Aan verdachte is tenlastegelegd dat: 1. hij op of omstreeks 12 april 2008 te Eindhoven [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers is/heeft, hij, verdachte toen daar opzettelijk dreigend met een mes, althans een scherp voorwerp naar de woning van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gegaan en/of zich bij die woning opgehouden en/of (vervolgens) aangebeld bij de woning van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of met een mes, althans een scherp voorwerp in de deur, waarachter [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] zich bevond(en), gestoken en/of gekrast (artikel 285 Wetboek van Strafrecht) 2. hij op of omstreeks 12 april 2008 te Eindhoven opzettelijk en wederrechtelijk een deur van een woning gelegen aan de [adres 1] in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt (artikel 350 Wetboek van Strafrecht. De formele voorvragen. Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging. De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan. Aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben verklaard dat zij die nacht hoorden dat de deurbel ging en dat vanuit de gang een vrouwenstem hoorden roepen "niet open doen, hij staat hier met een groot mes". Aangevers hebben gehoord dat er met een voorwerp op de voordeur werd gekrast. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij inderdaad een mes heeft gepakt, naar de deur van zijn benedenbuurman is gelopen, met het mes op de deur heeft gebonkt en dat hij, toen de buurman niet open deed, met het mes in de deur heeft gekrast. Verdachte heeft verklaard dat een vriendin genaamd [vriendin] die avond bij hem was. Volgens het proces-verbaal van [verbalisant 1] en [verbalisant 2] heeft [vriendin van verdachte] jegens hun verklaard dat verdachte, voordat hij zijn woning verliet, tegen haar had gezegd dat hij naar beneden ging om het kind van de buurman en de buurman neer te steken. Op grond van de verklaringen van [slachtoffer 1]1, [slachtoffer 2]2, het relaas van [verbalisant 1] en [verbalisant 2]3 en de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 15 december 2008 acht de rechtbank, met de officier van justitie, verdachte en de raadsvrouwe van verdachte, de feiten zoals die hierna onder "de bewezenverklaring" zijn omschreven wettig en overtuigend bewezen. De bewezenverklaring. Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte 1. op 12 april 2008 te Eindhoven [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers is hij, verdachte toen daar opzettelijk dreigend met een mes, naar de woning van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gegaan en heeft zich bij die woning opgehouden en vervolgens aangebeld bij de woning van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en met een mes in de deur, waarachter [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zich bevonden, gestoken en/of gekrast; 2. op 12 april 2008 te Eindhoven opzettelijk en wederrechtelijk een deur van een woning gelegen aan de [adres 1] toebehorende aan [slachtoffer 3], heeft beschadig. Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken. De kwalificatie. Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten. De strafbaarheid. De strafbaarheid van het bewezen verklaarde Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De strafbaarheid van verdachte Op 2 december 2008 heeft de klinisch psycholoog drs. J.F.G.M. van Nunen een rapport over verdachte uitgebracht. Dit rapport houdt onder meer, zakelijk weergegeven, in. Bij betrokkene is sprake van een ziekelijke stoornis / gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van een psychotische stoornis bij een onderliggende [lichte] persoonlijkheidsstoornis. Hiervan was sprake toen de bewezen verklaarde feiten werden gepleegd en daardoor werd het handelen van verdachte zodanig beïnvloed dat dit daaruit mede kan worden verklaard. Onder toenemende emotionele stuwing en spanning na een frustrerend cafébezoek is verdachte psychotisch geworden en is hij in conflict met zijn onderbuurman gekomen. Verdachte voelde zich door die buurman agressief bejegend. Uiteindelijk heeft dat tot een vechtpartij tussen hen geleid. Daarna heeft verdachte de voordeur van die buurman met een mes bekrast. Verdachte kan hiervoor als ontoerekeningsvatbaar worden beschouwd. Op 4 december 2008 is door psychiater dr. P.J.A. van Panhuis en psychiater i.o. S.G. Spanjaards een rapport over verdachte uitgebracht. Dit rapport houdt onder meer, zakelijk weergegeven, in. Verdachte is gediagnostiseerd met een paranoïde schizofreen ziektebeeld met afhankelijkheid van verschillende middelen, in vroege, volledige remissie. Het middelenmisbruik kan worden gezien als een vorm van zelfmedicatie wanneer de spanning te hoog oploopt wat weer een trigger kan vormen tot een [verdere] psychotische ontregeling. Cognitieve distorsie heeft tot paranoïde psychotische beleving geleid. Ten aanzien van het toerekenen van de bewezen verklaarde feiten kan gesteld worden dat verdachte op dat moment manifest psychotisch was waardoor er zodanige kritiek en oordeelsstoornissen aanwezig waren dat wordt geadviseerd het bewezen verklaarde niet aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank neemt de conclusies van de hiervoor genoemde gedragsdeskundigen, de adviezen en de gronden waarop die berusten over en maakt deze tot de hare. Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat verdachte niet strafbaar is voor de hiervoor bewezen verklaarde feiten omdat deze feiten niet aan verdachte kunnen worden toegerekend. De rechtbank zal verdachte ontslaan van alle rechtsvervolging. Toepasselijke wetsartikelen. De beslissing is gegrond op de artikelen 33, 33a, 37, 55, 285 en 350 van het Wetboek van Strafrecht. Oplegging van straf en/of maatregel. De eis van de officier van justitie. * ontslag van alle rechtsvervolging en plaatsing van verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar * verbeurdverklaring van het onder verdachte inbeslaggenomen mes * gehele toewijzing van de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 2] tot een bedrag van € 200,-- * oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot een bedrag van € 200,-- subsidiair 4 dagen hechtenis Het standpunt van de verdediging. De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de officier van justitie om verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis te plaatsen moet worden afgewezen. Verdachte wordt begeleid door de heer Rijnders van de GGz Eindhoven. Sindsdien gebruikt hij zijn medicatie. Zolang verdachte dit blijft doen is het gevaar dat hij opnieuw geweldsdelicten zal plegen gering. Onder de huidige omstandigheden kan worden volstaan met ambulante hulp via "de Grote Beek" in Eindhoven. De vordering van de benadeelde partij dient eveneens te worden afgewezen omdat verdachte zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Het oordeel van de rechtbank. Over de geestesvermogens van verdachte hebben de hiervoor genoemde gedragsdeskundigen rapporten uitgebracht. In die rapporten komen zij – zoals hiervoor is weergegeven – tot de conclusie dat de bewezen verklaarde feiten niet aan verdachte kunnen worden toegerekend. Tevens hebben de gedragsdeskundigen aangegeven dat het gevaar voor recidive nog steeds aanwezig is. Zij adviseren de plaatsing van verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis te gelasten, een en ander zoals hierna nader zal worden weergegeven. Het door de klinisch psycholoog drs. J.F.G.M. van Nunen over verdachte opgemaakte rapport van 2 december 2008 houdt dienaangaande onder meer, zakelijk weergegeven, in. Om de kans op recidive te voorkomen is intensieve, vooralsnog klinische psychiatrische behandeling van verdachte geïndiceerd. Daarna kan worden overgegaan op intensieve ambulante psychiatrische nazorg / crisisdienst. Van veel belang is dat er op alcohol – en/of drugsgebruik toezicht wordt gehouden en dat er blijvend sprake dient te zijn van het gebruik van [antipsychotische] medicatie. Dit binnen het juridische kader van een plaatsting ex artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht. Het door psychiater dr. P.J.A. van Panhuis en psychiater i.o. S.G. Spanjaards over verdachte opgemaakte rapport van 4 december 2008 houdt onder meer, zakelijk weergegeven, in. De kans op recidive van feiten als bewezen verklaard is aanwezig indien verdachte onbehandeld blijft. Verdachte is onder behandeling bij de GGz Eindhoven waar hij medicamenteus wordt behandeld ten aanzien van zijn paranoïde schizofrenie. Daarnaast heeft hij tweewekelijks een poliklinische begeleiding voor ondersteuning en controle van zijn psychische toestand. Het is aan te bevelen deze behandelingen om te zetten binnen een klinische setting om verdachte optimaal in te stellen op medicatie. Aldus wordt geadviseerd verdachte de maatregel van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis ex artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht op te leggen, tenminste gedurende één jaar. Ten aanzien van het middelenmisbruik is het aan te bevelen dat dit in de behandeling wordt opgenomen. De rechtbank neemt de conclusies van de hiervoor genoemde gedragsdeskundigen, de adviezen en de gronden waarop die berusten over en maakt deze tot de hare. Op grond van de hiervoor weergegeven adviezen van de gedragsdeskundigen is de rechtbank van oordeel dat de plaatsing van verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis geboden is omdat verdachte op dit moment een gevaar vormt voor anderen en voor de algemene veiligheid van personen en goederen. Een ambulante behandeling zoals die door de raadsvrouwe is voorgesteld acht de rechtbank niet verstrekkend genoeg om de algemene veiligheid van personen en/of goederen te waarborgen. De beslissing op het beslag De rechtbank is van oordeel dat het onder verdachte inbeslaggenomen en aan hem toebehorende mes vatbaar is voor verbeurdverklaring, omdat de bewezen verklaarde feiten met dit mes zijn begaan. De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]. Op grond van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat is komen vast te staan dat het bewezen verklaarde handelen van verdachte voor de benadeelde partij [slachtoffer 2] nadelige gevolgen heeft gehad. Het voorval heeft een zodanige indruk op mevrouw [slachtoffer 2] gemaakt dat zij daardoor slaapproblemen heeft gehad. Daarnaast heeft het enige tijd geduurd alvorens haar angstgevoelens waren verdwenen. Gelet hierop acht de rechtbank toekenning van een vergoeding voor immateriële schade op zijn plaats. Het door de benadeelde partij gevorderde bedrag van € 200,-- acht de rechtbank daarbij niet onredelijk of onbillijk. De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij in het geheel toewijzen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 april 2008 tot de dag der algehele voldoening. De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten. De rechtbank zal aan verdachte niet de door de officier van justitie gevorderde schadevergoedingsmaatregel opleggen. Artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht bepaalt dat de schadevergoedingsmaatregel alleen dan kan worden opgelegd als de verdachte wegens het schadeveroorzakende feit "wordt veroordeeld". Blijkens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad valt een ontslag van alle rechtsvervolging daar niet onder, zodat toewijzing van de gevorderde schadevergoedingsmaatregel wordt afgewezen. DE UITSPRAAK Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven. Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij. Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven: ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd [artikel 285 eerste lid van het Wetboek van Strafrecht]. ten aanzien van het onder 2 bewezen verklaarde Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen [artikel 350 eerste lid van het Wetboek van Strafecht]. De onder 1 en onder 2 bewezen verklaarde feiten zijn in eendaadse samenloop begaan. Verklaart verdachte hiervoor niet strafbaar en ontslaat verdachte voor deze feiten van alle rechtsvervolging. Legt op de volgende straf(fen) en/of maatregel(en). * Plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis * Verbeurdverklaring van een zilverkleurig mes van het merk Global. Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] Toewijzing van de civiele vordering van € 200,--. Veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 2], van een bedrag van € 200,-- (zegge tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 12 april 2008 tot de dag der algehele voldoening. Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte voorts in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten. Dit vonnis is gewezen door: mr. J.H.P.G. Wielders, voorzitter, mr. S.J.W. Hermans en mr. P.J. Neijt, leden, in tegenwoordigheid van H.A. van Neerven, griffier, en is uitgesproken op 29 december 2008. 1 proces-verbaal met dossiernummer PL2233/08-2335630 van 13 april 2008; aangifte [slachtoffer 1] [pag. 20] 2 proces-verbaal met dossiernummer PL2233/08-2335630 van 13 april 2008; aangifte [slachtoffer 2] [pag. 24] 3 proces-verbaal met dossiernummer PL2233/08-2335630 van 13 april 2008; relaas [verbalisant 1] en [verbalisant 2] [pag. 17] ?? ?? 7 Parketnummer: 01/825235-08 [verdachte]