Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG8642

Datum uitspraak2008-12-31
Datum gepubliceerd2008-12-31
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200805052/1
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij besluit van 19 september 2007, verzonden op 20 september 2007, heeft het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel (hierna: het college) aan de vereniging Vereniging van Eigenaren Ligplaatsen Jachthaven Ammerzoden (hierna: de Vereniging van Eigenaren) een aantal lasten onder dwangsom opgelegd wegens het overtreden van artikel 13 van het Besluit opslaan in ondergrondse tanks en enkele voorschriften van het Besluit jachthavens.


Uitspraak

200805052/1. Datum uitspraak: 31 december 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: de vereniging Vereniging van Eigenaren Ligplaatsen Jachthaven Ammerzoden, gevestigd te Maasdriel, appellante, en het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 19 september 2007, verzonden op 20 september 2007, heeft het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel (hierna: het college) aan de vereniging Vereniging van Eigenaren Ligplaatsen Jachthaven Ammerzoden (hierna: de Vereniging van Eigenaren) een aantal lasten onder dwangsom opgelegd wegens het overtreden van artikel 13 van het Besluit opslaan in ondergrondse tanks en enkele voorschriften van het Besluit jachthavens. Bij besluit van 17 maart 2008 heeft het college het door de Vereniging van Eigenaren hiertegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Tegen dit besluit heeft de Vereniging van Eigenaren beroep ingesteld bij de rechtbank Arnhem bij brief van 24 april 2008. Na doorzending door de rechtbank is het beroepschrift bij de Raad van State ingekomen op 1 juli 2008. Het college heeft een verweerschrift ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 28 november 2008, waar de Vereniging van Eigenaren, vertegenwoordigd door mr. H.A. Steendam, advocaat te Dordrecht, [gemachtigden], en het college, vertegenwoordigd door F. Kabbouti, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Het college heeft aan de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaarschrift ten grondslag gelegd dat eerst bij brief van 10 januari 2008, dus ruimschoots buiten de daarvoor in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht gestelde termijn, een bezwaarschrift is ingediend, en niet is gebleken van feiten of omstandigheden op grond waarvan redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de Vereniging van Eigenaren in verzuim is geweest. 2.2. De Vereniging van Eigenaren betoogt primair dat zij tijdig bezwaar heeft gemaakt tegen het besluit van 19 september 2007, nu zij niet alleen bij brief van 10 januari 2008, maar ook per fax van 17 oktober 2007, opnieuw verzonden op 30 oktober 2007, bezwaar heeft gemaakt. 2.3. Ter beantwoording staat de vraag of de fax van 17 oktober 2007 van [bestuurslid] van de Vereniging van Eigenaren, als bezwaarschrift tegen het besluit van het college van 19 september 2007 moet worden aangemerkt. Deze fax is verzonden nadat [bestuurslid] telefonisch contact met het college had gehad over de bij dat besluit opgelegde lasten onder dwangsom. In de fax wordt naar aanleiding van de last om een verkennend bodemonderzoek ter plaatse van een ondergrondse tank uit te voeren, gesteld (letterlijke weergave): "Tot mijn verbazing moet ik een onderzoek laten doen naar een tank die er niet is. (…) De Tank die u bedoeld is niet aanwezig. Volgens mij inziens zijn alle punten opgelost." Het college kan worden toegegeven dat in de fax niet bijzonder duidelijk staat dat bezwaar wordt gemaakt tegen het besluit van 19 september 2007. Mede gezien de context waarin de fax is gestuurd, kan de hiervoor weergegeven passage naar het oordeel van de Afdeling echter niet anders worden begrepen, dan dat de Vereniging van Eigenaren stelt dat bij dat besluit ten onrechte een last tot het uitvoeren van het bodemonderzoek bij een ondergrondse tank is opgelegd, omdat die tank niet aanwezig is. De fax van 17 oktober 2007 moet dan ook worden aangemerkt als een bezwaarschrift. Nu deze fax is verzonden binnen de ingevolge artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht voor het indienen van een bezwaarschrift geldende termijn, is tijdig bezwaar gemaakt. Bij het bestreden besluit is ten onrechte geconcludeerd dat tegen het besluit van 19 september 2007 geen ontvankelijk bezwaarschrift is ingediend. 2.4. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit komt voor vernietiging in aanmerking. 2.5. Het college dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: I. verklaart het beroep gegrond; II. vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel van 17 maart 2008, kenmerk 21488; III. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel tot vergoeding van bij de Vereniging van Eigenaren Ligplaatsen Jachthaven Ammerzoden in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 675,48 (zegge: zeshonderdvijfenzeventig euro en achtenveertig cent), waarvan € 644,00 (zegge: zeshonderdvierenveertig euro) is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door gemeente Maasdriel aan de Vereniging van Eigenaren Ligplaatsen Jachthaven Ammerzoden onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald; IV. gelast dat gemeente Maasdriel aan de Vereniging van Eigenaren Ligplaatsen Jachthaven Ammerzoden het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 288,00 (zegge: tweehonderdachtentachtig euro) vergoedt. Aldus vastgesteld door mr. K. Brink, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T.C. Leemans, ambtenaar van Staat. w.g. Brink w.g. Leemans lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 31 december 2008 262-584.