Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG8332

Datum uitspraak2008-12-23
Datum gepubliceerd2008-12-24
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Roermond
Zaaknummers217933 \ CV EXPL 08-2326
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Energiebedrijf brengt bj de eindafrekening een aanzienlijk verbruik in rekening bij de afnemer. De kantonrechter oordeelt dat het dan wel zo mag zijn dat de gebruiker ingevolge de algemene voorwaarden verplicht is de meterstanden tijdig door te geven; dit neemt echter niet weg dat ook op het energiebedrijf de verantwoordelijkheid rust om een correcte facturering na te streven. Het is niet zo zorgvuldig om van jaar tot jaar te volstaan met het aanhouden van geschatte meterstanden. De buitengerechtelijke kosten en de proceskosten blijven daarom voor rekening van het energiebedrijf.


Uitspraak

RECHTBANK ROERMOND Sector kanton Zaaknummer: 217933 CV EXPL 08-2326 Vonnis van de kantonrechter te Roermond d.d. 23 december 2008 in de zaak van: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Eneco Services B.V., h.o.d.n. Eneco, gevestigd te Rotterdam, eiseres, gemachtigde: Flanderijn & Van Eck Gerechtsdw., tegen: [gedaagde], wonende te [adres], gedaagde, procederende in persoon. 1. Het verloop van de procedure 1.1. Dit blijkt uit het navolgende: - de inleidende dagvaarding; - de conclusie van antwoord met producties; - de conclusie van repliek met producties; - de conclusie van dupliek; - het tussenvonnis van 28 oktober 2008; - de akte van eiseres van 25 november 2008. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De vaststaande feiten 2.1. Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, kan van de volgende vaststaande feiten worden uitgegaan: Gedaagde heeft in de periode van januari 2001 tot en met juni 2005 onder andere gas afgenomen van eiseres in het pand [adres]. Bij aanvang van de overeenkomst in 2001 heeft gedaagde de gasmeterstand doorgegeven door middel van het insturen van een kaartje. De eindstand is op 6 juni 2005 door gedaagde doorgegeven met een zogenaamd verhuisformulier (productie 8 bij repliek). 3. Het geschil 3.1. Eiseres heeft op gronden als omschreven in de dagvaarding en na vermindering van eis bij akte van 25 november 2008 gevorderd, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van gedaagde tot betaling aan eiseres van de bedragen en rente als in de dagvaarding en de akte van 25 november 2008 vermeld, kosten rechtens. Gedaagde heeft verweer gevoerd. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4. De beoordeling van het geschil 4.1. Eiseres vordert in hoofdsom een bedrag van EUR 3.907,08 ter zake de eindafrekening van de gasleverantie in het pand [adres]. Eiseres stelt dat slechts aan het begin van de overeenkomst in 2001 en aan het einde in 2005 de daadwerkelijke meterstanden door gedaagde zijn opgegeven. De tussentijdse jaarafrekeningen zijn telkens opgemaakt op basis van een geschat verbruik omdat gedaagde volgens eiseres geen meterstand opgaf. 4.2. Gedaagde stelt zich op het standpunt dat het onmogelijk is dat hij in de periode januari tot juni 2005 8925 m³ gas heeft verbruikt en dat terwijl het pand toen volgens hem al leeg stond. Volgens gedaagde was de gasmeter ondeugdelijk en naar zijn stellige mening zijn er wel degelijk tussentijdse meterstanden opgenomen. 4.3. Uit de bij repliek door eiseres overgelegde stukken blijkt dat eiseres een viertal jaarafrekeningen en een eindafrekening heeft opgemaakt betreffende het gasverbruik door gedaagde in de periode van januari 2001 tot 16 juni 2005 op het adres [adres]. Het verweer van gedaagde richt zich met name tegen de eindafrekening van 20 juni 2005 waarbij een gasverbruik van 8925m³ in rekening wordt gebracht. Gedaagde stelt weliswaar dat de gasmeter ondeugdelijk was en dat naar zijn stellige mening er wel degelijk tussentijdse meterstanden zijn opgenomen. Gedaagde laat het echter bij deze blote mededeling, zodat de kantonrechter bij gebreke van enige onderbouwing aan deze stelling voorbij zal gaan. 4.4. De kantonrechter dient te beoordelen of het door eiseres in rekening gebrachte gasverbruik redelijk is. De kantonrechter ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de deugdelijkheid van de gasmeter, zodat de opgenomen begin- en eindstand, welke overigens op zich niet door gedaagde worden betwist, als uitgangspunt dienen. Eiseres heeft bij de opgemaakte tussentijdse jaarnota’s respectievelijk 1282 m³, 1222 m³, 1323 m³ en 1292 m³ in rekening gebracht en bij de eindafrekening van 20 juni 2005 de resterende 8925 m³ van het totaal in de periode januari 2001 tot 16 juni 2005 door gedaagde verbruikte gas. Omgerekend komt dit neer op een gemiddeld jaarverbruik van ongeveer 3125 m³ hetgeen de kantonrechter niet als onmogelijk voorkomt. De door eiseres gevorderde hoofdsom van EUR 3.907,08 dient daarom te worden toegewezen. Dit geldt eveneens voor de vervallen rente tot 9 mei 2008 begroot op EUR 665,38. 4.5. Eiseres vordert op grond van de algemene voorwaarden een bedrag van EUR 600,00 aan buitengerechtelijke kosten. Uit de overgelegde stukken blijkt dat eiseres op 20 juni 2006 de eindfactuur heeft opgemaakt. Vervolgens zijn er enkel nog ongemotiveerde sommaties tot betaling (met de dreiging bij niet betaling over te gaan tot rechtsmaatregelen) door de gemachtigde van eiseres aan gedaagde gestuurd, terwijl het naar het oordeel van de kantonrechter op de weg van eiseres had gelegen enige nadere duidelijkheid aan gedaagde te verschaffen omtrent de samenstelling van het - toch uitzonderlijk hoog - gefactureerde bedrag. Het mag dan wel zo zijn dat gedaagde op grond van de algemene voorwaarden verplicht is de meterstanden tijdig door te geven aan eiseres. Dit neemt naar het oordeel van de kantonrechter echter niet weg dat ook op eiseres de verantwoordelijkheid rust om een correcte facturering na te streven. Het is niet zorgvuldig om van jaar tot jaar te volstaan met het aanhouden van geschatte meterstanden met het risico dat de gebruiker uiteindelijk met een enorm financieel probleem wordt opgezadeld, dat bij facturering op grond van de daadwerkelijke meterstanden voorkomen had kunnen worden. Nu gesteld noch gebleken is dat eiseres in de periode 2001 tot 2005 zich extra moeite heeft getroost om de feitelijke meterstanden te verkrijgen acht de kantonrechter het redelijk dat de buitengerechtelijke kosten voor rekening van eiseres blijven en dat de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt. De gevorderde rente over de rentepost zal worden afgewezen nu in deze rentepost ook rente van het lopende jaar is opgenomen. 4.6. De kantonrechter acht geen termen aanwezig gedaagde toe te laten tot nadere bewijslevering. 4.7. De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren. 5. De beslissing 5.1. Veroordeelt gedaagde om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te betalen een bedrag van EUR 4.572,46, vermeerderd met de wettelijke rente over EUR 3.907,08 vanaf 9 mei 2008 tot aan de voldoening. 5.2. Compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt. 5.3. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad. 5.4. Wijst het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis is gewezen door mr. M.P.F. van Dooren, kantonrechter, en ter openbare civiele terechtzitting op 23 december 2008 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.