Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG8063

Datum uitspraak2008-12-23
Datum gepubliceerd2008-12-23
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/850160-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

De rechtbank heeft een tussenvonnis uitgesproken in een mogelijke ontuchtzaak. De ontucht zou hebben plaatsgevonden in de periode van 1986 tot 1989 met een destijds achtjarig nichtje. De rechtbank acht het noodzakelijk dat er nader onderzoek plaats zal vinden door het horen van getuigen, die toen wellicht al van de mogelijke ontucht op de hoogte waren.


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Sector Straf Meervoudige kamer Parketnummer: 06/850160-08 Uitspraak d.d.: 23 december 2008 Tegenspraak/ dip TUSSENVONNIS in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [plaats] op [1965], wonende te [adres en plaats]. Raadsvrouw: mr. Toffoletto te Apeldoorn. 1. Onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 9 december 2008. 2. De tenlastelegging Aan de verdachte is ten laste gelegd dat: hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 oktober 1986 tot en met 25 oktober 1989 te 't Harde, gemeente Elburg, (telkens) met [slachtoffer], geboren op [1978], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd en/of genoemde [slachtoffer] tot het plegen en/of dulden van (een) zodanige handeling(en) heeft verleid, bestaande die ontuchtige handeling(en) hierin dat - verdachte meermalen, althans eenmaal zijn penis in de mond van die [slachtoffer] heeft gebracht, althans die [slachtoffer] zijn penis in de mond laten nemen en/of - verdachte zich meermalen, althans eenmaal heeft laten aftrekken door die [slachtoffer] en/of - die [slachtoffer] de penis van verdachte heeft moeten vasthouden en/of - verdachte met zijn vinger(s) de vagina, althans de schaamstreek van die [slachtoffer] heeft betast en/of - verdachte de vagina, althans de schaamstreek van die [slachtoffer] heeft gekust; art 247 Wetboek van Strafrecht Motivering De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde. De verdachte heeft ter terechtzitting erkend dat hij de in de tenlastelegging genoemde handelingen, die staan omschreven onder de 4e en 5e gedachtestreepjes, met aangeefster heeft gepleegd. Verdachte ontkent hetgeen onder het 1e, 2e en 3e gedachtestreepje ten laste is gelegd. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat hetgeen wat onder het 4e en 5e gedachtestreepje is uitgeschreven op grond van de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting en diens verklaringen tegenover de politie kan leiden tot bewezenverklaring van het plegen van ontuchtige handelingen door verdachte. De verdachte dient in haar visie vrijgesproken te worden van hetgeen onder het 1e, 2e en 3e gedachtestreepje ten laste is gelegd. Tijdens de beraadslaging is de rechtbank gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest. De rechtbank stelt vast dat verdachte bekennend heeft verklaard over de onder het 4e en 5e gedachtestreepje in de tenlastelegging omschreven specifieke ontuchtige handelingen met het slachtoffer [slachtoffer], maar dat zij in haar aangifte hierover niet heeft verklaard. Daar staat tegenover dat [slachtoffer] in haar aangifte heeft verklaard over specifieke ontuchtige handelingen waarvan verdachte ontkent die met haar te hebben gepleegd. Uit de aangifte komt naar voren dat aangeefsters [broer slachtoffer] en een aantal nichtjes getuige zijn geweest van de handelingen. Hen zou hetzelfde zijn overkomen, maar zij waren er niet aan toe om daarover te praten. Uit het dossier komt verder naar voren dat meerdere personen binnen de familie destijds van de mogelijke ontucht op de hoogte waren, maar ook dat men dit binnen het verband van de familie heeft willen houden. Een tante van aangeefster, [tante slachtoffer], zou destijds hebben overwogen aangifte te doen, maar zou daar - na aandringen door familie - van afgezien hebben. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat nader onderzoek dient plaats te vinden en zal de rechtbank daartoe het onderzoek in deze zaak heropenen, het onderzoek schorsen voor onbepaalde tijd en de stukken in handen stellen van de rechter-commissaris, belast met de behandeling voor strafzaken in deze rechtbank, voor het horen van getuigen en aangeefster. Beslissing De rechtbank heropent het onderzoek, schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd en stelt de stukken in handen van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken, voor: 1. het horen van: - [broer slachtoffer], wonende te [plaats] aan [adres]; - [tante slachtoffer] (moeder van [nichtje]); - aangeefster [slachtoffer], en 2. voorts datgene te doen wat de rechter-commissaris in deze zaak verder geraden voorkomt. De rechtbank beveelt de oproeping van verdachte tegen een nader te bepalen terechtzitting en kennisgeving van die datum en dat tijdstip aan de raadsvrouw. Aldus gewezen door mrs. Roessingh-Bakels, voorzitter, Van de Wetering en Steinebach, rechters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 december 2008.