Jurisprudentie
BG8060
Datum uitspraak2008-11-27
Datum gepubliceerd2008-12-23
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
Zaaknummers20-000735-08
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-12-23
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
Zaaknummers20-000735-08
Statusgepubliceerd
Indicatie
Door de raadsman van verdachte is aangevoerd dat hij zich tijdig voor de terechtzitting in eerste aanleg als raadsman heeft gesteld, doch dat hij geen kennisgeving heeft ontvangen van de datum en het tijdstip van de terechtzitting in eerste aanleg. Dit levert een schending op van artikel 51 van het Wetboek van Strafvordering, hetgeen tot gevolg heeft dat het beroepen vonnis van de eerste rechter dient te worden vernietigd en de zaak dient te worden teruggewezen. Het hof overweegt dienaangaande dat de inleidende dagvaarding om op 13 december 2007 ter terechtzitting van de kantonrechter te Roermond te verschijnen, op 7 november 2007 aan verdachte in persoon is betekend. Ingevolge het bepaalde in artikel 408, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafvordering moet in dit geval het hoger beroep worden ingesteld binnen veertien dagen na de einduitspraak van de eerste rechter. Nu het hoger beroep pas na het verstrijken van die termijn, immers eerst op 22 februari 2008 is ingesteld, kan de verdachte in zijn hoger beroep niet worden ontvangen. Verdachte dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn hoger beroep. Hetgeen ter terechtzitting in hoger beroep door de raadsman van verdachte is aangevoerd, doet aan het vorenstaande niet af.
Uitspraak
Parketnummer : 20-000735-08
Uitspraak : 27 november 2008
TEGENSPRAAK
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter te Roermond van 13 december 2007, parketnummer 04/750620-07 en de van dat vonnis deeluitmakende beslissingen op de vorderingen tot tenuitvoerlegging, parketnummers 01/711448-06 en 01/712379-05, in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1981],
wonende te [woonplaats], [adres].
Hoger beroep
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ontvankelijk zal verklaren in zijn hoger beroep.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Door de raadsman van verdachte is aangevoerd dat hij zich tijdig voor de terechtzitting in eerste aanleg als raadsman heeft gesteld, doch dat hij geen kennisgeving heeft ontvangen van de datum en het tijdstip van de terechtzitting in eerste aanleg. Dit levert een schending op van artikel 51 van het Wetboek van Strafvordering, hetgeen tot gevolg heeft dat het beroepen vonnis van de eerste rechter dient te worden vernietigd en de zaak dient te worden teruggewezen.
Het hof overweegt dienaangaande het navolgende.
De inleidende dagvaarding om op 13 december 2007 ter terechtzitting van de kantonrechter te Roermond te verschijnen, is op 7 november 2007 aan verdachte in persoon betekend.
Ingevolge het bepaalde in artikel 408, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafvordering moet in dit geval het hoger beroep worden ingesteld binnen veertien dagen na de einduitspraak van de eerste rechter. Nu het hoger beroep pas na het verstrijken van die termijn, immers eerst op 22 februari 2008 is ingesteld, kan de verdachte in zijn hoger beroep niet worden ontvangen. Verdachte dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn hoger beroep.
Hetgeen ter terechtzitting in hoger beroep door de raadsman van verdachte is aangevoerd, doet aan het vorenstaande niet af.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep.
Aldus gewezen door mr. F. van Es, voorzitter, mr. H. Eijsenga en mr. M.J.H.J. de Vries - Leemans,
in tegenwoordigheid van mr. T. Tanghe, griffier,
en op 27 november 2008 ter openbare terechtzitting uitgesproken.