Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG7075

Datum uitspraak2008-12-16
Datum gepubliceerd2008-12-16
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/801338-08 en 06/460184-06 (TUL)
Statusgepubliceerd


Indicatie

Deze zaak wordt aangehouden voor onbepaalde tijd, nu de diverse afgelegde verklaringen niet of nauwelijks overeenkomen. Voor een behoorlijke oordeelsvorming is het noodzakelijk dat aangever en de diverse getuigen door de rechtbank op een nader te bepalen terechtzitting (nader) worden gehoord en –indien nodig- tegenover elkaar worden gesteld, zodat de rechtbank zich zo een beeld kan vormen over de betrouwbaarheid van hun waarnemingen en verklaringen.


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Sector Straf Meervoudige kamer Parketnummers: 06/801338-08 en 06/460184-06 (TUL) Tussenvonnis dd.: 16 december 2008 tegenspraak/ dip / oip TUSSENVONNIS in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [plaats] op [1988], wonende te [adres en plaats]. Onderzoek van de zaak Dit tussenvonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 2 december 2008. De tenlastelegging Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting is gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd dat: hij in of omstreeks de periode van 07 juli 2008 tot en met 08 juli 2008 in de gemeente Utrecht, althans in het arrondissement Utrecht, in elk geval in Nederland opzettelijk mishandelend [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) in/op/tegen het hoofd/gezicht en/ of lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of geduwd, tengevolge waarvan deze is gevallen en/of zwaar lichamelijk letsel (een (blijvend) litteken in het gelaat), althans enig lichamelijk letsel, heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht art 300 lid 2 Wetboek van Strafrecht Heropening onderzoek Onder de beraadslaging is de rechtbank gebleken, dat het onderzoek niet volledig is geweest. De rechtbank acht het daarom noodzakelijk dat nader onderzoek plaatsvindt. Nu de diverse verklaringen, afgelegd bij de politie en bij de rechter-commissaris, niet of nauwelijks overeenkomen, is de rechtbank van oordeel dat het voor een behoorlijke oordeelsvorming noodzakelijk is dat aangever en de diverse getuigen, ingevolge artikel 315 van het Wetboek van Strafvordering, door de rechtbank op een nader te bepalen terechtzitting (nader) worden gehoord en –indien nodig- tegenover elkaar worden gesteld, om zich zo een beeld te kunnen vormen over de betrouwbaarheid van hun waarnemingen en verklaringen. De rechtbank zal daartoe het onderzoek heropenen en vervolgens schorsen voor onbepaalde tijd. De stukken worden in handen gesteld van de officier van justitie voor het oproepen van nader te noemen getuigen. Beslissing De rechtbank heropent het onderzoek en schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd. Zij beveelt de oproeping van de na te noemen aangever en getuigen tegen nader te bepalen terechtzitting: - [slachtoffer], [adres en plaats]; - [getuige A], [adres en plaats]; - [getuige B], [adres en plaats]; - [getuige C], [adres en plaats]; - [getuige D], [adres en plaats]; - [getuige E], [adres en plaats]; - [getuige F], [adres en plaats]. Zij beveelt tevens de oproeping van verdachte tegen nader te bepalen terechtzitting en kennisgeving van die datum en het tijdstip aan de raadsman. Zij stelt de stukken daartoe in handen van de officier van justitie. Dit tussenvonnis is gewezen door mr. Krijger, voorzitter, mrs. Weijers-van der Marck en Morsink, rechters, in tegenwoordigheid van Vriezekolk, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 16 december 2008. Mr. Morsink is buiten staat dit tussenvonnis mede te ondertekenen.