Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG6768

Datum uitspraak2008-11-20
Datum gepubliceerd2008-12-15
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGemeensch. Hof van Justitie v.d. Ned. Antillen en Aruba
ZaaknummersH-152/2008
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte heeft in korte tijd een overval in woning en een straatroof tezamen met anderen gepleegd. Daarbij ook vrouwelijk slachtoffer verkracht. Betreft recidivist. Krijgt 9 jaar.


Uitspraak

Uitspraak: 20 november 2008 Zaaknummer: H-152/2008 Parketnummer: 10000079/08 Tegenspraak GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA S T R A F V O N N I S gewezen in het hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten, van 18 juni 2008 in de strafzaak tegen: [Verdachte], geboren op [datum] 1975 te Anguilla, wonende te Saint Martin (Frankrijk), thans gedetineerd in het Huis van Bewaring op Sint Maarten. Het onderzoek ter terechtzitting Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 28 mei 2008, zoals daarvan blijkt uit het proces-verbaal van de terechtzitting, alsmede van dat in hoger beroep van 30 oktober 2008 op Sint Maarten. Het Hof heeft kennis genomen van de vordering van de (waarnemend) procureur-generaal, mr. A.C. van der Schans, en van hetgeen door verdachte en diens raadsvrouw mr. M.M. Hofman-Ruigrok naar voren is gebracht. De procureur-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep wordt vernietigd en, opnieuw rechtdoende, aan verdachte terzake van de feiten 1, 2, 3 primair en 4 een gevangenisstraf wordt opgelegd voor de duur van 12 jaar, met aftrek van voorarrest. In eerste aanleg is verdachte, terzake van het onder 1, 2, 3 subsidiair en 4 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaar, met aftrek van voorarrest. Omvang hoger beroep Alleen verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis. Dit beroep is niet gericht tegen de vrijspraak van het tweede feit 4 (lees: feit 5). In zoverre is derhalve het vonnis waarvan beroep niet aan beoordeling in hoger beroep onderworpen. De telastelegging Aan de verdachte is, voor zover aan hoger beroep onderworpen, tenlastegelegd: 1. (zaak 17) dat verdachte, op of omstreeks 9 september 2007, op het Nederlands Antilliaans gedeelte van het eiland St. Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [vrouwelijk slachtoffer van 9 september] meerdere malen, althans eenmaal, heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit, of mede bestonden uit, het seksueel binnendringen van het lichaam van die [vrouwelijk slachtoffer van 9 september], hebbende hij verdachte en/of zijn mededaders - één of meer keren op één of meer tijdstippen (telkens) zijn/hun penis gebracht in de vagina van [vrouwelijk slachtoffer van 9 september], bestaande het geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld en/of de bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) hierin dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s), [vrouwelijk slachtoffer van 9 september] heeft/hebben gedreigd door: - [vrouwelijk slachtoffer van 9 september] in het gezicht te slaan en/of - [vrouwelijk slachtoffer van 9 september] een of meer (op) vuurwapens (gelijkende voorwerpen) en/of een of meer kapmessen te tonen en/of - [vrouwelijk slachtoffer van 9 september] vast te binden en/of haar ogen af te plakken en/of - [vrouwelijk slachtoffer van 9 september] over de schouder te gooien en naar een slaapkamer te brengen; (artikel 248 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen) 2. (zaak 17) dat hij, op of omstreeks 9 september 2007, op het Nederlands Antilliaanse gedeelte van het eiland Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, een zilveren armband en/of een halsketting en/of een geldbedrag van ongeveer USD 100 en/of een of meer credit cards en/of een zilverkleurig digitaal Canon fototoestel en/of een zwart/zilveren iPod video en/of een zwarte Blackberry Pearl mobiele telefoon en/of een zilverkleurige Nokia mobiele telefoon en/of een auto, merk Hyundai Accent met kenteken 516 ZAZ 971 en/of autosleutels, althans enig goed/geld, geheel of gedeeltelijk toebehorende aan [tweede slachtoffer van 9 september] en/of [vrouwelijk slachtoffer van 9 september] en/of Thrifty Car Rental, in ieder geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [tweede slachtoffer van 9 september] en/of [vrouwelijk slachtoffer van 9 september], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of één of meer van zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,welk geweld en/of die bedreiging met geweld heeft bestaan in/uit het - met een of meer (op) vuurwapens (gelijkende voorwerpen) en/of een kapmes binnenstormen, althans betreden, van de woning van die [tweede slachtoffer van 9 september] en/of [vrouwelijk slachtoffer van 9 september] en/of - tonen en/of het voorhouden van een of meer (op) vuurwapens (gelijkende voorwerpen) aan die [tweede slachtoffer van 9 september] en/of [vrouwelijk slachtoffer van 9 september] en/of - doen van tape op de mond en ogen van die [vrouwelijk slachtoffer van 9 september] en/of - vragen naar pincodes en/of - vragen naar schootcomputers en/of camera’s en/of geld en/of - vastbinden van die [tweede slachtoffer van 9 september] en/of [vrouwelijk slachtoffer van 9 september]; (artikel 325 jo 49 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen) 3. (zaak 19) dat hij, op of omstreeks 12 september 2007, op het Nederlands Antilliaanse gedeelte van het eiland Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van 1.700 Hong Kong dollar en/of USD 300, althans enig goed/geld, geheel of gedeeltelijk toebehorende aan [slachtoffer van 12 september] en/of (een van) zijn vriend(en), in ieder geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer van 12 september] en/of (een van) zijn vriend(en) gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of één of meer van zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of die bedreiging met geweld heeft bestaan in/uit het - dreigen met een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp), en/of - dreigen met een wielsleutel en/of - geven van een aantal stompen; (artikel 325 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen) en/of dat hij, op of omstreeks 12 september 2007, op het Antilliaanse gedeelte van het eiland Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld en/of bedreiging met geweld, [slachtoffer van 12 september] en/of (een van) zijn vriend(en) heeft gedwongen tot afgifte van een geldbedrag van 1.700 Hong Kong dollar en/of USD 300, althans enig goed en/of geld, geheel of gedeeltelijk toebehorende aan die [slachtoffer van 12 september] en/of (een van) zijn vriend(en), in ieder geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn/haar mededaders, welk geweld en/of die bedreiging met geweld heeft bestaan in/uit het - voorzien van een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) en/of - een wielsleutel benaderen van die [slachtoffer van 12 september] en/of (een van) zijn vriend(en), en/of - schreeuwen dat zij hun geld moesten geven, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking; (artikel 330 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen) Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: dat [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2], op of omstreeks 12 september 2007, op het Nederlands Antilliaanse gedeelte van het eiland Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen een geldbedrag van 1.700 Hong Kong dollar en/of USD 300, althans enig goed/geld, geheel of gedeeltelijk toebehorende aan [slachtoffer van 12 september] en/of (een van) zijn vriend(en), in ieder geval aan een ander of anderen dan aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer van 12 september] en/of (een van) zijn vriend(en) gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of één of meer van zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of die bedreiging met geweld heeft bestaan in/uit het - dreigen met een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp), althans een daarop gelijkend voorwerp, en/of - dreigen met een wielsleutel en/of - geven van een aantal stompen; tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 12 september 2007, op het Nederlands Antilliaanse gedeelte van het eiland Sint Maarten, opzettelijk gelegenheid en/of (een) middel(en) en/of (een) inlichting(en) heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door - de medeverdachte(n) met een auto naar de plaats delict te brengen en daar tijdens de beroving op zijn medeverdachte(n) te wachten; (artikel 325 jo 50 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen) en/of dat hij, op of omstreeks 12 september 2007, op het Antilliaanse gedeelte van het eiland Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld en/of bedreiging met geweld, die [slachtoffer van 12 september] en/of (een van) zijn vriend(en) heeft gedwongen tot afgifte van een geldbedrag van 1.700 Hong Kong dollar en/of USD 300, althans enig goed en/of geld, geheel of gedeeltelijk toebehorende aan die [slachtoffer van 12 september] en/of (een van) zijn vriend(en), in ieder geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn/haar mededaders, welk geweld en/of die bedreiging met geweld heeft bestaan in/uit het - voorzien van een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp en/of - een wielsleutel benaderen van die [slachtoffer van 12 september] en/of (een van) zijn vriend(en), en/of - schreeuwen dat zij hun geld moesten geven, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 12 september 2007, op het Nederlands Antilliaanse gedeelte van het eiland Sint Maarten, opzettelijk gelegenheid en/of (een) middel(en) en/of (een) inlichting(en) heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door - de medeverdachte(n) met een auto naar de plaats delict te brengen en daar tijdens de beroving op zijn medeverdachte(n) te wachten; (artikel 330 jo 50 van het Wetboek van het Strafrecht van de Nederlandse Antillen) 4. dat hij, in of omstreeks de periode van augustus 2007 tot en met 29 januari 2008, op het Nederlands Antilliaanse gedeelte van het eiland Sint Maarten, (telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, voorhanden heeft gehad een of meerdere revolver(s)/pisto(o)l(en), onbekend merk, onbekend kaliber, althans (telkens) een voor afdreiging en/of bedreiging geschikt voorwerp, in elk geval (een) vuurwapen(s) in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, zulks terwijl de uitzonderingen als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de Vuurwapenverordening 1930 in dezen niet van toepassing waren; (artikel 3 van de Vuurwapenverordening 1930 van de Nederlandse Antillen). Het vonnis waarvan beroep Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het Hof zich daarmee niet verenigt. Bewezenverklaring Wettig en overtuigend wordt bewezen geacht hetgeen de verdachte is tenlastegelegd onder 1, 2, 3 primair en 4, met dien verstande: 1. (zaak 17) dat verdachte, op 9 september 2007, op het Nederlands Antilliaans gedeelte van het eiland St. Maarten, tezamen en in vereniging met anderen, door geweld en bedreiging met geweld [vrouwelijk slachtoffer van 9 september] meerdere malen heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [vrouwelijk slachtoffer van 9 september], hebbende hij verdachte en zijn mededaders - meer keren hun penis gebracht in de vagina van [vrouwelijk slachtoffer van 9 september], bestaande het geweld en de bedreiging met geweld hierin dat hij, verdachte en zijn mededaders, [vrouwelijk slachtoffer van 9 september] hebben gedreigd door: - [vrouwelijk slachtoffer van 9 september] in het gezicht te slaan en - [vrouwelijk slachtoffer van 9 september] vuurwapens en een kapmes te tonen en - [vrouwelijk slachtoffer van 9 september] vast te binden en haar ogen af te plakken en - [vrouwelijk slachtoffer van 9 september] over de schouder te gooien en naar een slaapkamer te brengen 2. (zaak 17) dat hij, op 9 september 2007, op het Nederlands Antilliaanse gedeelte van het eiland Sint Maarten, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, een armband en een geldbedrag van ongeveer USD 100 en credit cards en een zilverkleurig digitaal Canon fototoestel en een zwart/zilveren iPod video en een zwarte Blackberry Pearl mobiele telefoon en een auto, merk Hyundai Accent met kenteken 516 ZAZ 971 en autosleutel, toebehorende aan [tweede slachtoffer van 9 september] en/of [vrouwelijk slachtoffer van 9 september] en/of Thrifty Car Rental, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [tweede slachtoffer van 9 september] en [vrouwelijk slachtoffer van 9 september], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en bedreiging met geweld hebben bestaan uit het - met vuurwapens en een kapmes betreden van de woning van die [tweede slachtoffer van 9 september] en [vrouwelijk slachtoffer van 9 september] en - tonen van vuurwapens aan die [tweede slachtoffer van 9 september] en [vrouwelijk slachtoffer van 9 september] en - doen van tape op de mond en ogen van die [vrouwelijk slachtoffer van 9 september] en - vastbinden van die [tweede slachtoffer van 9 september] en [vrouwelijk slachtoffer van 9 september]; 3. (zaak 19) dat hij, op 12 september 2007, op het Nederlands Antilliaanse gedeelte van het eiland Sint Maarten, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geld, toebehorende aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte en zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer van 12 september] en (een van) zijn vriend(en) gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld heeft bestaan in/uit het - dreigen met een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp), en - dreigen met een wielsleutel; 4. dat hij, in de periode van september 2007 tot en met 29 januari 2008, op het Nederlands Antilliaanse gedeelte van het eiland Sint Maarten, tezamen en in vereniging met anderen, voorhanden heeft gehad een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930. Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd is niet wettig en overtuigend bewezen, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd (cursief). Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging. Bewijsoverwegingen Ten aanzien van feit 1 overweegt het Hof dat het uit de bewijsmiddelen (waaronder de verklaringen van de aangeefster, waarin zij een signalement geeft van één van de daders dat specifiek bij verdachte past, en de gedetailleerde verklaringen die [medeverdachte 3] tegenover de politie heeft afgelegd) afleidt dat verdachte fysiek heeft deelgenomen aan de verkrachting. De raadsvrouw van verdachte heeft nog een brief d.d. 11 april 2008 van [medeverdachte 3] aan de officier van justitie overgelegd, waarin [medeverdachte 3], zonder nadere uitleg, stelt dat hij ten onrechte verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] heeft beschuldigd van deelname aan de verkrachtingen in de woning te Oysterpond. Voor zover de raadsvrouw daarmee de betrouwbaarheid van de eerdere verklaringen van [medeverdachte 3] wil aanvechten, overweegt het Hof dat het gelet op de gedetailleerdheid en de consistentie van die eerdere verklaringen (ook met de verklaring van de aangeefster), de ten overstaan van de politie afgelegde verklaringen wél en de in de brief van 11 april 2008 gegeven verklaring niet betrouwbaar acht. Ten aanzien van de bewezenverklaring van medeplegen van feit 3 (primair) geldt dat het Hof uit de bewijsmiddelen (de verklaringen van [medeverdachte 2] van 20 november 2007 en Lake van 21 november 2007, alsmede de eigen verklaring van verdachte ter terechtzitting in hoger beroep) afleidt dat verdachte op verzoek van [medeverdachte 2] en Lake ’s nachts met zijn auto enkele Chinese mannen in een bus heeft achtervolgd tot zij bij een casino uitstapten, waarna [medeverdachte 2] en Lake de mannen hebben overvallen, terwijl verdachte met zijn auto klaar bleef staan om hen na de overval te kunnen laten vluchten. Zoals blijkt uit de bewezenverklaring van feit 1 en 2, was verdachte enkele dagen eerder ook al betrokken bij een door [medeverdachte 2] en anderen gepleegde gewapende overval, waarbij een auto was gebruikt om bij en van de plaats van de overval te geraken. Verdachte wist dus dat [medeverdachte 2] dergelijke feiten pleegde en daarbij (bedreiging met) geweld niet schuwde. Het kort daarna bij een soortgelijk feit, ter uitvoering van een gezamenlijk plan, als chauffeur optreden, getuigt van een zo nauwe en bewuste samenwerking met zijn medeverdachten, dat sprake is van medeplegen. Het Hof acht derhalve, eenparig, het onder 3 primair tenlastegelegde bewezen. De bewijsmiddelen Het Hof grond zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring. De bewijsmiddelen zullen in geval van cassatie in een aan dit vonnis gehechte bijlage worden opgenomen. Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten Het bewezene levert op: feit 1: medeplegen van verkrachting, meermalen gepleegd, strafbaar gesteld bij artikel 248 jo. 49 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen. feit 2: medeplegen van diefstal, voorafgaande en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, strafbaar gesteld bij artikel 325 junctis 323 en 49 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen; feiten 3: medeplegen van diefstal, voorafgaande en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, strafbaar gesteld bij artikel 325 junctis 323 en 49 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen; feit 4: plegen van overtreding van het verbod, gesteld bij artikel 3 lid 1 van de Vuurwapenverordening 1930, strafbaar gesteld bij artikel 11 van die Landsverordening. Het bewezene is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten. Strafbaarheid van de verdachte De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten. De op te leggen straf of maatregel Bij de bepaling van de straf heeft het Hof gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken. Verdachte heeft in korte tijd tezamen met anderen een overval in een woning en een straatroof gepleegd. De eerste keer betrof de overval te Oysterpond, waarbij verdachtes mededaders niet alleen gedreigd hebben met geweld door het tonen van vuurwapens, doch ook daadwerkelijk geweld hebben toegepast door het knevelen van de slachtoffers. Bij die gelegenheid is het vrouwelijke slachtoffer meermalen op brute wijze verkracht. Ook verdachte heeft daaraan meegedaan. Kort daarna heeft verdachte, met twee anderen, enkele Chinese mannen achtervolgd en voor een casino beroofd. Verdachte en zijn mededaders hebben met deze misdrijven de rechtsorde ernstig geschokt en de slachtoffers zeer waarschijnlijk veel angst en leed toegebracht. Rekening is gehouden met het feit dat verdachte alleen in het verdere verleden (in 1997) eenmaal wegens een vermogensdelict is veroordeeld. Gezien de aard en de ernst van de feiten wordt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur noodzakelijk geacht. De toepasselijke wettelijke voorschriften De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 31, 59 en 96 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen. RECHTDOENDE IN NAAM DER KONINGIN Het Hof: Vernietigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten van 18 juni 2008; Verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2, 3 primair en 4 tenlastegelegde feiten, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan. Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij. Kwalificeert het bewezene als vorenomschreven. Verklaart het bewezene strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar. Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van NEGEN JAAR. Bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht. Dit vonnis is gewezen door mrs. H.L. Wattel, J. de Boer en L.J. de Kerpel-van de Poel, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, en ter openbare terechtzitting van het Hof op Curaçao uitgesproken op 20 november 2008 in tegenwoordigheid van de griffier. Mr. De Boer is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen