Jurisprudentie
BG2715
Datum uitspraak2008-06-06
Datum gepubliceerd2008-11-13
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers144811 / KG ZA 08-191
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-11-13
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers144811 / KG ZA 08-191
Statusgepubliceerd
Indicatie
Deventer lokale omroep. Ontbinding van overeenkomst voorshands gerechtvaardigd geacht.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 144811 / KG ZA 08-191
Vonnis in kort geding van 6 juni 2008
in de zaak van
de stichting
STICHTING LOKALE OMROEP DEVENTER FM,
gevestigd te Deventer,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
procureur mr. R.K.E. Buysrogge,
advocaat mr. M.C.S. de Boer te Amsterdam,
tegen
de stichting
STICHTING LOKALE OMROEP DEVENTER,
gevestigd te Deventer,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
procureur mr. C. Borstlap,
advocaat mr. drs. Y.M. Nijhuis te Enschede.
Partijen zullen hierna DFM en SLOD genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord tevens inhoudende de eis in reconventie
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van DFM
- de pleitnota van SLOD.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. SLOD is een (lokale) publieke omroeporganisatie en als zodanig onderworpen aan al hetgeen bij of krachtens de Mediawet is bepaald. Zij is verantwoording verschuldigd aan het Commissariaat voor de Media (hierna: CvdM). SLOD heeft in januari 2004 een (nieuwe) zendmachtiging van het CvdM verkregen. Zij heeft het verzorgen van de programmaonderdelen, het verzorgen van reclameboodschappen en de verwerving van reclame-inkomsten uitbesteed aan DFM.
2.2. DFM is een commerciële organisatie die meer dan vijftien jaar de programmatische invulling en de exploitatie heeft verzorgd van de publieke lokale radio in de gemeente Deventer.
2.3. Partijen hebben op 4 mei 2005 een “Overeenkomst van opdracht tot programmaproductie- en uitzending alsmede reclame- en sponsorexploitatie” ondertekend. Deze overeenkomst is een neerslag van hetgeen bij of krachtens de Mediawet is bepaald aangaande publieke omroepen en publiek–private samenwerking. De overeenkomst is verplicht ter goedkeuring voorgelegd aan het CvdM en deze heeft zijn goedkeuring daaraan verleend.
2.4. In de overeenkomst zijn onder andere de volgende bepalingen opgenomen:
“Artikel 4 Uitzending van programma’s
4.1 Op grond van artikel 48 van de Mediawet bepaalt SLOD de vorm en de inhoud van haar programma’s en is zij verantwoordelijk voor hetgeen in haar zendtijd wordt uitgezonden. Programma’s moeten dan ook, met inachtneming van artikel 48 van de Mediawet, voldoen aan nader tussen partijen overeen te komen vereisten. (…)
4.2 SLOD is gerechtigd tot toetsing van alle door haar uit te zenden en uitgezonden programma’s van DFM aan haar uitzendcriteria zoals genoemd in artikel 9 van deze overeenkomst en aan de door haar aan het aangeboden materiaal gestelde technische eisen.
4.3 SLOD heeft het recht te allen tijde een uitzending te weigeren en/of te staken, indien SLOD van mening is dat het betrokken programma niet aan de uitzendcriteria, de bij of krachtens de Mediawet gestelde voorwaarden en/of vereisten zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, voldoet.
4.4 DFM verplicht zich banden van de door haar aangeboden en namens SLOD uitgezonden radioprogramma’s gedurende ten minste 14 dagen te bewaren. (…)
Artikel 5 Reclame en sponsoring
5.1 DFM is gerechtigd tot het acquireren en exploiteren van reclame(-boodschappen) en sponsorcontracten. De opbrengsten uit de reclame en sponsoring komen toe aan DFM, zulks ter financiering van de werkzaamheden in het kader van deze overeenkomst.(…)
5.4 DFM dient een afzonderlijke administratie te voeren van de reclame- en sponsorexploitatie, waaruit eenduidig blijkt van welk bedrijf/tussenpersoon de reclame- c.q. sponsorinkomsten afkomstig zijn, tegen welke prijs de reclameboodschap is uitgezonden en in welke mate de inkomsten ten goede zijn gekomen aan de productie en uitzending van de namens de SLOD uitgezonden radioprogramma’s. Van alle met adverteerders en sponsoren gesloten reclame- c.q. sponsorovereenkomsten dient, op eerste verzoek, een afschrift te worden verstrekt aan de SLOD.
5.5 Het is bestuursleden alsmede werknemers van DFM – zonder schriftelijke toestemming van SLOD – niet toegestaan om direct of indirect – enig belang (van welke aard dan ook) te hebben bij een adverteerder dan wel een sponsor, waarmee een reclame- c.q. sponsorovereenkomst wordt gesloten.
Artikel 6 Financiële verantwoording en subsidies
6.1 Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk op 1 april na afloop van het boekjaar, dient SLOD de beschikking te krijgen over de winst- en verliesrekening van DFM, waarin is opgenomen een overzicht van alle kosten en opbrengsten (inclusief eventueel door SLOD verstrekte subsidies, alsmede de opbrengsten uit verworven reclame- en sponsorinkomsten die betrekking hebben op de door DFM ten behoeve van SLOD verrichte activiteiten, één en ander voorzien van een verklaring van een registeraccountant c.q. gecertificeerd accountant-administratieconsulent. De ontwikkeling van de kosten en opbrengsten als hier bedoeld, mag niet zodanig zijn dat DFM een meer dan normale winstopslag ontvangt. In dat geval maakt SLOD zich dienstbaar aan het maken van winst door derden in de zin van artikel 55, eerste lid, van de Mediawet en zal de vergoeding die is overeengekomen moeten worden aangepast.
De hiervoor genoemde winst- en verliesrekening is onderdeel van de jaarrekening zoals deze door SLOD voor 1 juni aan het CvdM wordt toegezonden.
6.2 Op eerste verzoek van SLOD dient DFM de SLOD inzage te geven in haar afzonderlijke administratie van de reclame- en sponsorexploitatie, zoals bedoeld in artikel 5.4 lid 1 van dit artikel.(…)
6.4 Niet naleving door DFM van deze financiële verantwoordingsplicht alsmede niet-naleving van aan door SLOD toegekende subsidie gestelde voorwaarden, geeft SLOD het recht zendtijd in te trekken, de overeenkomst eenzijdig te ontbinden en betaalde subsidie terug te vorderen, vermeerderd met de wettelijke rente.
Artikel 7 Beluistering
7.1 DFM verplicht zich de banden waarop de uitgezonden programma’s staan op eerste verzoek aan SLOD ter beschikking te stellen. (…)
Artikel 9 Uitzendcriteria programma's
9.1 De navolgende uitzendcriteria zijn van toepassing op alle namens SLOD uit te zenden programma's:
- de programma’s mogen niet in strijd zijn met wettelijke regelingen en/of bepalingen;
- de programma’s dienen een herkenbare relatie te hebben met het Deventer publiek en dienen een lokaal karakter te hebben; (…).
Artikel 13 Aansprakelijkheid
13.1 DFM garandeert SLOD dat de inhoud en/of uitzending van de aangeboden programma’s alsmede de aangeboden reclame-uitingen geen inbreuk maken op hetgeen bij of krachtens de Mediawet is gesteld (…) en vrijwaart SLOD volledig voor alle aanspraken van derden terzake. (…)
Artikel 14 Aanwending ter beschikking gestelde zendtijd voor programma's (…)
14.3 DFM verbindt zich om haar programma-planning voorafgaand aan ieder kwartaal ter goedkeuring aan SLOD voor te leggen. (…)
Artikel 16 Einde overeenkomst
16.1 Onverminderd het bepaalde in artikel 3.2 van deze overeenkomst neemt deze overeenkomst zonder nadere opzegging met onmiddellijke ingang een einde indien en zodra een der partijen: (…)
- wegens tekortkoming in de nakoming van de in deze overeenkomst aangegane verplichtingen, conform het bepaalde in artikel 6:265 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede door ontbinding op grond van wettige redenen.(…)”
2.5. SLOD heeft bij brief van 21 september 2007 DFM ten aanzien van verschillende contractuele verplichtingen in gebreke gesteld.
2.6. Bij brief van 14 december 2007 heeft SLOD de tussen partijen bestaande overeenkomst met ingang van 1 april 2008 ontbonden.
2.7. In haar brief van 3 januari 2008 vermeldt DFM dat SLOD de overeenkomst niet kan opzeggen op basis van de artikelen 6.4 en/of 16.1. Verder gaat zij inhoudelijk in op de brieven van SLOD van 21 september en 14 december 2007.
2.8. Per 1 februari 2008 heeft SLOD de heer [A] aangesteld als kwartiermaker. [B] is in opdracht van SLOD belast met het herstructureren van de Deventer lokale omroep.
2.9. De (nieuwe) voorzitter van SLOD stelt in zijn brief van 19 maart 2008 dat DFM ook na de ingebrekestellingen van 21 september en 14 december 2007 niet aan haar verplichtingen uit de overeenkomst heeft voldaan. Hij kondigt aan “dat de beëindiging van de overeenkomst tot productie en uitzenden van radioprogramma’s, evenals het exploiteren van reclameboodschappen en sponsorovereenkomsten tussen uw stichting [DFM] en de SLOD per 1 april a.s. een feit zal zijn.”
2.10. Per 15 april 2008 heeft SLOD de uitzending van DFM gestaakt.
3. Het geschil in conventie
3.1. DFM vordert – uitvoerbaar bij voorraad – SLOD te veroordelen:
- tot nakoming van de gesloten overeenkomst en daartoe onmiddellijk na betekening van dit vonnis de doorgifte van het signaal van het door DFM verzorgde radioprogramma Deventer FM op de gebruikelijke wijze te hervatten en dit radioprogramma voor de overeengekomen duur te blijven doorgeven, op straffe van een dwangsom van EUR 2.500,= per dag dat SLOD in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;
- aan DFM te voldoen een door de voorzieningenrechter te bepalen bedrag als voorschot op de door SLOD aan DFM te betalen subsidie en als voorschot op de door DFM geleden schade;
- binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis op eigen kosten een rectificatie advertentie te doen plaatsen, ter grootte van een kwartpagina op de voorpagina, in duidelijk leesbare letters, in De Stentor (editie Deventer) en in de huis-aan-huis bladen De Weekkrant, Typisch Deventer, Stedendriehoek en Weekendkrant, met de volgende tekst:
“Rectificatie
Op 15 april 2008 heeft de SLOD besloten om het radioprogramma van Deventer FM uit de lucht te halen. De Voorzieningenrechter van de Rechtbank Zwolle heeft bij vonnis d.d. […] geoordeeld dat wij dat ten onrechte hebben gedaan en heeft ons veroordeeld om Deventer FM haar uitzendingen te laten hervatten. Wij bieden hierbij onze welgemeende verontschuldigingen aan de luisteraars, adverteerders en programmamakers van Deventer FM aan.
Bestuur SLOD”.
- in de volledige kosten van deze procedure.
3.2. SLOD voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. Het geschil in reconventie
4.1. SLOD vordert – uitvoerbaar bij voorraad – DFM te veroordelen tot afgifte van de etherzender (Elenos ETG 300 FM mosfet exciter mono, freq. 107.30 MHz, mpx input) aan SLOD in goede en bruikbare staat, en wel binnen 24 uur na dit vonnis, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 1.000,= per dag voor elke dag dat DFM hiermee in gebreke is c.q. blijft, met veroordeling van DFM in de kosten van de reconventie.
4.2. DFM voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
5. De beoordeling
5.1. Van een spoedeisend belang is in voldoende mate gebleken.
In conventie
5.2. Allereerst maakt de voorzieningenrechter uit alle overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht op dat de samenwerking tussen DFM en SLOD verre van soepel is verlopen; partijen verwijten elkaar over en weer dat geen sprake is van transparantie en openheid van zaken. Deze situatie bestond in ieder geval vanaf de brief van SLOD van 3 mei 2007, waarin zij DFM in gebreke stelt ten aanzien van de contractuele verplichtingen van DFM de jaarstukken 2006 en alle andere stukken dat jaar betreffend, tijdig aan SLOD toe te sturen.
5.3. De te beantwoorden vraag in dit kort geding is of SLOD de tussen partijen bestaande overeenkomst rechtsgeldig mocht en kon ontbinden, zoals zij dat bij brief van 14 december 2007 heeft gedaan. De voorzieningenrechter zal bij de beantwoording van deze vraag de tekortkomingen die SLOD heeft vermeld in haar brief van 21 september 2007 en die door beide partijen als uitgangspunt voor hun eis dan wel verweer in deze procedure zijn genomen, aanhouden.
Het niet voldoen aan de financiële verantwoordingsplicht (art. 6 van de overeenkomst)
5.4. Op grond van de onderhavige overeenkomst is DFM verplicht uiterlijk op 1 april na afloop van het boekjaar de jaarrekening aan SLOD ter beschikking te stellen. Uit de brief van SLOD van 21 september 2007 blijkt dat DFM de jaarrekening over 2006 te laat, namelijk op 29 mei 2007, heeft verzonden. Dit is ook door DFM erkend. Verder is gebleken dat DFM deze jaarrekening rechtstreeks heeft toegezonden aan de (wethouder van de) gemeente Deventer en het CvdM met een kopie aan SLOD. Uit artikel 6.1 van de overeenkomst volgt echter dat SLOD degene is aan wie het origineel dient te worden toegezonden, zodat zij deze (desgewenst na toetsing) kan toesturen aan het CvdM. SLOD heeft ook belang bij (de uitvoering van) deze bepaling aangezien zij ten opzichte van het CvdM verantwoordelijk is voor de inhoud en de juistheid van de jaarrekening. Nu DFM zich niet aan deze voorwaarde uit de overeenkomst heeft gehouden is er aan haar zijde sprake van een tekortkoming in de nakoming van een op haar rustende verplichting. Dit gaf SLOD op grond van artikel 6.4 het recht de tussen partijen geldende overeenkomst eenzijdig te ontbinden.
Niet verstrekken van opnamebanden (art. 4 en 7 van de overeenkomst)
5.5. SLOD heeft gesteld dat zij bij e-mail van 16 mei 2007 DFM heeft verzocht haar de opnamebanden van de weekprogrammering van DFM, zoals uitgezonden van 7 tot en met 13 mei 2007, ter beschikking te stellen, aangezien het CvdM wilde controleren of de uitzendingen aan de vereisten van de Mediawet voldeden. DFM heeft hierop bij brief van 26 mei 2007 aangegeven niet aan het verzoek te kunnen voldoen. “De banden, opgenomen op verouderd apparatuur, hebben de kwaliteit die in uw brief als ongewenst betiteld,” aldus DFM. SLOD heeft vervolgens in haar brief van 21 september 2007 geconstateerd dat DFM niet aan haar verplichting tot het verstrekken van de opnamebanden heeft voldaan.
De verplichting in de overeenkomst om opnamebanden te bewaren heeft als achtergrond dat SLOD en/of het CvdM kunnen toetsen of de door DFM uitgezonden programma’s voldoen aan onder meer de uitzendcriteria. Het is vanzelfsprekend dat de banden zodanig van kwaliteit dienen te zijn dat deze toets mogelijk is. Vaststaat dat de kwaliteit van de banden van 7 tot en met 13 mei 2007 beneden de maat was, zodat in redelijkheid moet worden geconcludeerd dat DFM niet heeft voldaan aan de op haar rustende verplichting uit hoofde van de overeenkomst. Dat de voorzitter van SLOD bij zijn bezoek aan DFM de banden niet heeft willen meenemen verandert daar niets aan.
Niet voldoen aan de programmeringsvereisten, eenzijdig wijzigen van de programmering (art. 4.1, 9, 13 en 14 van de overeenkomst)
5.6. SLOD verwijt DFM dat zij niet voldeed aan de programma-eisen. DFM werd geacht te berichten over de Deventer samenleving, nieuws te brengen, een platform te vervullen en stemmen uit de samenleving aan het woord te laten. Daarvan was in onvoldoende mate sprake. Er was summiere nieuwsberichtgeving en aandacht voor sport en veel non-stop muziek, aldus SLOD. SLOD heeft in haar brief van 21 september 2007 DFM een termijn van één maand gegeven de programmering volledig in overeenstemming te brengen met de wettelijke en contractuele eisen.
Niet in geschil is dat na het verstrijken van genoemde termijn de programmering niet voldeed. DFM heeft als reden hiervoor gegeven dat een goed functionerend Programmabeleid Bepalend Orgaan (PBO) niet aanwezig is. Dit verweer kan niet slagen. Ook al is er geen (goed functionerend) PBO, dan neemt dat niet weg dat het DFM duidelijk is hoe de programmering dient te zijn en blijft dat haar contractuele verantwoordelijkheid.
Het verweer dat de noodzakelijke bezuinigingen op de programmering het rechtstreekse gevolg waren van het uitblijven van subsidie door SLOD kan evenmin slagen. Immers, in haar brief van 3 januari 2008 en ter zitting heeft DFM aangegeven (ook al) niet te kunnen voldoen aan de programmering vanwege het vertrek van een werknemer en van vrijwilligers. Dat DFM niet steeds (voldoende) vrijwilligers beschikbaar heeft om aan de vereiste programmering te voldoen is een omstandigheid die voor haar rekening moet blijven. Ten tijde van de ontbinding van de overeenkomst was er derhalve ook op dit punt sprake van een tekortkoming.
Geen afzonderlijke administratie bijhouden van reclame- en sponsorinkomsten, en deze niet overhandigen aan SLOD (art. 5 en 6.2 van de overeenkomst)
5.7. Op grond van de artikelen 5.4 en 6.2 is DFM verplicht een afzonderlijke administratie te voeren van de reclame- en sponsorexploitatie. In haar brief van 21 september 2007 heeft SLOD gesteld dat DFM haar geen inzage heeft gegeven van de afzonderlijke reclame- en sponsorexploitatie en verzoekt zij DFM uiterlijk binnen tien dagen alsnog deze inzage te verstrekken. Vaststaat dat DFM hieraan niet heeft voldaan, zodat – wederom – sprake is van een tekortkoming van DFM.
De mededeling van DFM dat SLOD de administratie, voor zover deze betrekking heeft op de exploitatie van de programmering van DFM, mag inzien, is te vrijblijvend. Van alle met adverteerders en sponsoren gesloten reclame- c.q. sponsorovereenkomsten dient, op eerste verzoek, een afschrift te worden verstrekt aan SLOD, zo blijkt uit de overeenkomst. Het enkel overleggen van de grootboekkaarten van de omzet, zoals DFM bij brief van 3 januari 2008 heeft gedaan, is, daargelaten dat dit is gebeurd nadat SLOD de overeenkomst had ontbonden, niet voldoende.
5.8. Partijen hebben nog uitgebreid gedebatteerd in hoeverre – kort gezegd – sprake zou zijn geweest van verstrengeling van publieke en commerciële belangen. Omdat dit punt welbeschouwd geen onderdeel uitmaakt van de gronden voor ontbinding behoeft dit geen verdere bespreking.
Ontbinding gerechtvaardigd?
5.9. Vervolgens dient te worden beoordeeld of de geconstateerde tekortkomingen de ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigen. Daarbij is van belang dat partijen bij het aangaan van de overeenkomst zich tot 2011 hebben willen vastleggen, zodat de tekortkomingen wel van enig gewicht behoren te zijn om tot die conclusie te komen.
De voorzieningenrechter acht van wezenlijk belang dat SLOD met handen en voeten gebonden is aan hetgeen bij of krachtens de Mediawet is bepaald. De sancties die het CvdM kan opleggen, in het bijzonder intrekking van de zendmachtiging van SLOD, brengen mee dat zij een groot belang heeft bij correcte naleving door haar opdrachtnemers van de contractuele bepalingen. De programmering is voor SLOD ten opzichte van het CvdM een belangrijk onderdeel voor het behoud van haar zendmachtiging. Ook wanneer de invulling van de programmering is uitbesteed, zoals SLOD dat aan DFM heeft gedaan, blijft SLOD als zendgemachtigde ten opzichte van het CvdM verantwoordelijk voor de naleving van de verplichtingen op grond van de Mediawet.
Het verweer van DFM dat het CvdM zou hebben aangegeven dat er geen sprake is van een overtreding van de Mediawet is niet relevant, aangezien SLOD gelet op haar meergenoemde verantwoordelijkheid een eigen belang heeft op nakoming van de tussen partijen geldende overeenkomst.
De voorzieningenrechter acht met name het feit dat DFM niet structureel heeft voldaan aan de programmeringsvereisten alsmede het feit dat ondanks verzoeken daartoe geen inzicht is gegeven in de reclame- en sponsorinkomsten van zodanig gewicht dat, met de overige geconstateerde tekortkomingen, SLOD mocht overgaan tot ontbinding van de overeenkomst. Daarbij is voorts relevant dat, zoals reeds overwogen, de relatie tussen partijen allerminst soepel verliep, waarbij ook meespeelt dat DFM na de brief van 21 september 2007 geen aanleiding heeft gezien inhoudelijk in te gaan op de tekortkomingen die SLOD onder de aandacht had gebracht. De brief van DFM van 3 januari 2008 is geschreven na de ontbinding van de overeenkomst op 14 december 2007. Ook bij brief van SLOD van 19 maart 2008 is aangegeven dat DFM in de verstreken tijd nog immer niet aan de contractuele vereisten voldoet zodat SLOD geen reden heeft van standpunt te wijzigen.
Weliswaar heeft de ontbinding grote gevolgen voor DFM, doch dit is in het licht van het voorgaande onvoldoende om anders te oordelen. SLOD heeft de overeenkomst dan ook rechtsgeldig kunnen ontbinden. De vordering sub 1 zal worden afgewezen.
5.10. Het sub 2 gevorderde voorschot op schadevergoeding en het sub 3 gevorderde behoeven, nu het sub 1 gevorderde wordt afgewezen, geen bespreking meer.
Subsidie
5.11. DFM stelt dat zij recht heeft op betaling door SLOD van de door haar aan DFM toegezegde subsidie over 2006 van EUR 29.358,= en over 2007 van EUR 20.246,=. Zij vordert op grond hiervan een voorschot op de betaling van deze subsidie.
Voor toewijzing van betaling van een geldsom in kort geding is slechts dan plaats, als het bestaan en de omvang van de vordering in hoge mate aannemelijk zijn, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is en het risico van onmogelijkheid van terugbetaling bij afweging van de belangen van partijen - aan toewijzing niet in de weg staat.
DFM stelt dat SLOD subsidie heeft toegezegd voor de betaling van salaris van de acquisiteur. Hiertegenover stelt SLOD dat er voorwaarden zijn gesteld voor het verstrekken van de subsidie. Uit de als productie 18 aan de zijde van DFM overgelegde e-mails, en dan met name de e-mail van [C], penningmeester bij SLOD, van 9 augustus 2006, blijkt dat SLOD al vanaf augustus 2006 voorwaarden heeft gesteld aan de toekenning van de subsidiegelden. Immers, SLOD wenste van DFM een plan te ontvangen hoe het subsidiegeld voor de acquisiteur besteed zou gaan worden. Ook in de e-mails van 1 en 11 augustus 2007 stelde SLOD voorwaarden. Op de vraag van DFM of SLOD eventueel bereid was subsidiegelden ter beschikking te stellen voor de aanschaf van audiomateriaal antwoordde SLOD dat dit mogelijk kon zijn als daartoe een steekhoudend schriftelijk voorstel wordt ingediend. Aannemelijk is dat aan het verstrekken van subsidiegelden door SLOD voorwaarden zijn verbonden. DFM heeft niet (in hoge mate) aannemelijk gemaakt dat zij aan de gestelde voorwaarden heeft voldaan, zodat het gevorderde voorschot zal worden afgewezen.
5.12. DFM zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van SLOD worden begroot op:
- vast recht EUR 254,00
- overige kosten 0,00
- salaris procureur 3.576,00
Totaal EUR 3.830,00
In reconventie
5.13. SLOD heeft in reconventie afgifte van de etherzender gevorderd. Als bewijs voor haar eigendom van de zender heeft SLOD een aan haar gerichte factuur van Audio en Communicatie Techniek Gijtenbeek van 14 april 2003 overgelegd. DFM heeft een aan haar gerichte maar overigens identieke factuur van 18 november 2002 overgelegd. Nu beide partijen de eigendom van de zender met een zelfde factuur claimen is niet voldoende aannemelijk geworden dat SLOD de eigenaar is, te meer daar DFM op dit moment bezitter is en zij daarom wordt vermoed rechthebbende te zijn, behoudens tegenbewijs. Voor een verdere bewijsvoering over de eigendom is echter in dit kort geding geen plaats. De reconventionele vordering tot afgifte van de etherzender wordt derhalve afgewezen.
5.14. SLOD zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van DFM worden begroot op:
- salaris procureur EUR 816,00
- overige kosten 0,00
Totaal EUR 816,00
6. De beslissing
De voorzieningenrechter
in conventie
6.1. wijst de vorderingen af,
6.2. veroordeelt DFM in de proceskosten, aan de zijde van SLOD tot op heden begroot op EUR 3.830,00,
6.3. verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
6.4. wijst de vorderingen af,
6.5. veroordeelt SLOD in de proceskosten, aan de zijde van DFM tot op heden begroot op EUR 816,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.B.E.M. Rikaart-Gerard en in het openbaar uitgesproken op 6 juni 2008.