Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BF7631

Datum uitspraak2008-10-02
Datum gepubliceerd2008-10-10
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/820304-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

De kinderrechter verklaart het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in haar vervolging. Nu alleen verdachte wordt vervolgd en het OM op de zitting geen duidelijke verklaring kan geven waarom dit zo is, is de kinderrechter van oordeel dat het OM bij de belangenafweging in deze zaak niet in redelijkheid heeft kunnen beslissen uitsluitend de verdachte te vervolgen.


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Sector Straf Kinderrechter Parketnummer: 06/820304-08 Uitspraak d.d.: 2 oktober 2008 Tegenspraak/ dnip VONNIS in de zaak tegen: [verdachte], geboren op [plaats, 1992], wonende te [adres]. Advocaat: Mr. Hogeman (Zutphen) Onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het achter gesloten deuren gehouden onderzoek op de terechtzitting van 2 oktober 2008. De tenlastelegging Aan de verdachte is ten laste gelegd dat: hij op of omstreeks 17 februari 2008 in de gemeente Zutphen met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Beukerstraat, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer], welk geweld bestond uit - het meermalen, althans eenmaal schoppen en/of trappen tegen (een) be(e)n(en) van die [slachtoffer], en/of (nadat die [slachtoffer] op de grond is gevallen) - het meermalen, althans eenmaal schoppen en/of trappen en/of stompen en/of slaan tegen het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer]; art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht ALTHANS, dat hij op of omstreeks 17 februari 2008 in de gemeente Zutphen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal tegen (een) be(e)n(en) heeft geschopt en/of getrapt en/of (nadat die [slachtoffer] op de grond is gevallen) meermalen, althans eenmaal tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geschopt en/of getrapt en/of gestompt en/of geslagen, waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel (wondje/zwelling bij een wenkbrauw) heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht De advocaat van verdachte heeft preliminair aangevoerd dat er sprake is van “onnavolgbaar vervolgingsbeleid”, nu zijn minderjarige cliënt als enige uit een groep van vooral meerderjarige betrokkenen bij de vechtpartij wordt vervolgd. Een minderjarige vriend van verdachte die hetzelfde heeft gedaan wordt ook niet vervolgd. De kinderrechter oordeelt hierover als volgt: Het in artikel 167, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering neergelegde opportuniteitsbeginsel houdt in dat de officier van justitie bevoegd is, op gronden aan het algemeen belang ontleend, af te zien van vervolging. Beslist de officier van justitie dat hij tot vervolging overgaat, dan staat die beslissing in beginsel niet ter beoordeling van de rechter. Slechts indien de vervolging in strijd is met wettelijke of verdragsrechtelijke bepalingen of met beginselen van een behoorlijke procesorde kan sprake zijn van een verval van het recht tot strafvordering en van een door de rechter om die reden uit te spreken niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. In deze zaak zijn de volgende gebleken omstandigheden van belang: - de minderjarige verdachte is door twee meerderjarige mannen zonder aanleiding in elkaar geslagen - de verdachte is naar huis gegaan en is later met zijn moeder en een minderjarige vriend teruggegaan naar de plaats waar de mishandeling had plaatsgevonden - de moeder van verdachte heeft de mannen op hun gedrag aangesproken - vervolgens hebben zich omstanders met de zaak bemoeid en is er is er een massale vechtpartij ontstaan, waar verdachte en zijn minderjarige vriend en de betreffende mannen aan hebben meegedaan - van alle betrokkenen wordt alleen verdachte vervolgd - niet is gebleken dat verdachte een andere rol heeft gehad in de vechtpartij dan alle andere betrokkenen of dat zijn aandeel in het gehanteerde geweld ernstiger is geweest dan ander gepasseerd geweld Nu alleen verdachte wordt vervolgd en het openbaar ministerie op de zitting geen duidelijke verklaring kan geven waarom dit zo is, is de kinderrechter van oordeel dat het openbaar ministerie bij de belangenafweging in deze zaak niet in redelijkheid heeft kunnen beslissen uitsluitend de verdachte te vervolgen. Het openbaar ministerie wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard. Beslissing Verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in haar vervolging. Aldus gewezen door mr. Krijger, kinderrechter, in tegenwoordigheid van Damink, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 oktober 2008.