
Jurisprudentie
BF7624
Datum uitspraak2008-10-09
Datum gepubliceerd2008-10-10
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers05/985077-06
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-10-10
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers05/985077-06
Statusgepubliceerd
Indicatie
Vrijspraak ter zake feitelijk leidinggeven en deelname aan een criminele organisatie in subsidiefraudezaak.
Uitspraak
Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Meervoudige kamer
Promis II
Parketnummer : 05/985077-06
Data zittingen : 15 februari 2007, 24 april 2008, 25 september 2008
Datum uitspraak : 9 oktober 2008
Tegenspraak
In de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen:
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats],
adres : [adres],
plaats : [woonplaats].
Raadsman : mr. D.V.A. Brouwer, advocaat te Utrecht.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na een tweetal door de rechtbank toegewezen vorderingen wijziging tenlastelegging, tenlastegelegd dat:
1.
Corera BV en/of Corera Werkplekbeveiliging BV, op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2003 tot en met 17 oktober 2005, in de gemeente Arnhem en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke-/ rechtsperso(o)n(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk een of meer certifica(a)t(en) (in totaal 85 stuks) en/of arbeidsovereenkomst(en) en/of salarisstro(o)k(en) en/of presentielijst(en) en/of weeksta(a)t(en) (zijnde urenverantwoordingslijst(en)) en/of praktijkopdracht(en) (in totaal 658 stuks) en/of factu(u)r(en) op naam van Atrias (in totaal 47 stuks) en/of factu(u)r(en) op naam van Infra Consultancy & Training en/of andere document(en) en/of administratieve bescheid(en), althans enig(e) document(en), (elk) zijnde (een) geschrift(en) dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft doen opmaken en/of heeft vervalst en/of heeft doen vervalsen, met het oogmerk om die/dat certifica(a)t(en) en/of arbeidsovereenkomst(en) en/of salarisstro(o)k(en) en/of presentielijst(en) en/of weeksta(a)t(en) en/of urenverantwoordingslijst(en) en/of praktijkopdracht(en) en/of factu(u)r(en) en/of andere document(en) en/of administratieve bescheid(en), althans enig(e) document(en), als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken, en bestaande die valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat (telkens)
* op een of meer certifica(a)t(en), te weten
- het certificaat LWBPW o.n.v. [betrokkene 1] is vermeld dat het examen op 12 juni 2003 heeft plaatsgevonden (D-013-07) en/of
- het certificaat LWBPW o.n.v. [betrokkene 2] is vermeld dat het examen op 17 september 2003 heeft plaatsgevonden (D-016-011) en/of
- het certificaat LWBPW o.n.v. [betrokkene 3] is vermeld dat het examen op 23 oktober 2003 heeft plaatsgevonden (D-018-04) en/of
- het certificaat LWBPW o.n.v. [betrokkene 4] is vermeld dat het examen op 19 december 2003 heeft plaatsgevonden (D-028-08) en/of
- het certificaat LWBPW o.n.v. [betrokkene 5] is vermeld dat het examen op 31 mei 2004 heeft plaatsgevonden (D-012-06)
en/of
* op een of meer arbeidsovereenkomst(en) en/of salarisstro(o)k(en), te weten
- de arbeidsovereenkomst o.n.v. [betrokkene 6] is vermeld dat de datum van indiensttreding 7 oktober 2003 was (D-168-03) en/of
- de arbeidsovereenkomst o.n.v. [betrokkene 7] is vermeld dat de datum van indiensttreding 11 oktober 2003 was (D-168-05) en/of
- de salarisstrook o.n.v. [betrokkene 6] is vermeld dat de datum van indiensttreding 7 oktober 2003 was (D-168-03) en/of
- de arbeidsovereenkomst o.n.v. [betrokkene 7] is vermeld dat de datum van indiensttreding 11 oktober 2003 was (D-169-05)
en/of
* op een of meer presentielijst(en), te weten
- de presentielijst o.n.v. [betrokkene 1] met nummer D-08-01 een valse handtekening is vermeld en/of
- de presentielijst o.n.v. [betrokkene 8] met nummer D-062-09, volgnr. 1 is vermeld dat de opleidingsdag(en) LWBPW op 8 oktober 2003 en/of 9 oktober 2003 hebben/heeft plaatsgevonden en/of
- de presentielijst o.n.v. [betrokkene 8] met numer D-062-09, volgnr. 2 is vermeld dat de terugkomdag LWBPW op 12 november 2003 heeft plaatsgevonden en/of
- de presentielijst TOM-training o.n.v. [betrokkene 4] een valse handtekening is vermeld (D-28-23) en/of
- de presentielijst TOM-training o.n.v. [betrokkene 9] een valse handtekening is vermeld (D-020-26)
en/of
* op een of meer weeksta(a)t(en) (zijnde urenverantwoordingslijst(en)), te weten
- de weekstaat o.n.v. [betrokkene 5] is vermeld dat die [betrokkene 5] stage heeft gevolgd te Deventer (D-012-14-14) en/of
- de weekstaat o.n.v. [betrokkene 10] (D-019-40) is vermeld dat die [betrokkene 10] op 6 en/of 7 oktober 2003 cursus heeft gevolgd (D-19-39) en/of
- de weekstaat o.n.v. [betrokkene 11] (D-016-07) is vermeld dat die [betrokkene 11] op 24 en/of 25 juni 2004 stage heeft gevolgd (D-16-13) en/of
- de urenregistratie o.n.v. [betrokkene 12] staat vermeld dat zij werkzaamheden als consultant heeft verricht, (D-030-05) en/of
- de urenregistratie o.n.v. [betrokkene 13] staat vermeld dat zij werkzaamheden als consultant heeft verricht (D-030-05)
en/of
* op een of meerdere praktijkopdracht(en), te weten
- de praktijkopdracht o.n.v. [betrokkene 5] is vermeld dat die [betrokkene 5] een of meer praktijkopdracht(en) heeft uitgevoerd (D-012-08) en/of
- de praktijkopdracht o.n.v. [betrokkene 11] is vermeld dat die [betrokkene 11] een of meer praktijkopdracht(en) heeft uitgevoerd (D-016-06) en/of
- de praktijkopdracht o.n.v. [betrokkene 9] is vermeld dat die [betrokkene 9] een of meer praktijkopdracht(en) heeft uitgevoerd (D020-09) en/of
- de praktijkopdracht o.n.v. [betrokkene 4] is vermeld dat die [betrokkene 4] een of meer praktijkopdracht(en) heeft uitgevoerd (D-028-14)
en/of
* op een of meerdere factu(u)r(en) op naam van Atrias, te weten
- de factuur o.n.v. Atrias uren is vermeld als zijnde gewerkte uren voor Corera BV (D-051-02) en/of
- de factuur o.n.v. Atrias uren is vermeld als zijnde gewerkte uren voor Corera BV (D-054-04) en/of
- de factuur o.n.v. Atrias uren is vermeld als zijnde gewerkte uren voor Corera BV (D-053-16) en/of
- de factuur o.n.v. Atrias is vermeld dat [betrokkene 14] als trainer werkzaamheden heeft verricht voor Corera BV (D-051-02)
en/of
* op een meer factu(u)r(en) van Infra Consultancy & Training, te weten
- op de factuur o.n.v. Infra Consultancy & Training staat vermeld dat de Opleiding LWBPW is gegeven (D-054-17) en/of
- op de factuur o.n.v.Infra Consultancy & Training staat vermeld dat de Opleiding LWBPW is gegeven (D-054-04) en/of
* (een) andere valse of vervalste document(en) en/of administratieve bescheid(en) zijn/is opgenomen in de administratie
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke-/ rechtsperso(o)n(en), althans alleen, opdracht heeft gegeven en/of aan welke vorenomschreven verboden gedraging(en) verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke-/ rechtsperso(o)n(en), althans alleen, feitelijke leiding heeft gegeven;
2.
Corera BV en/of Corera Werkplekbeveiliging BV, op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2003 tot en met 17 oktober 2005, in de gemeente Arnhem en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke-/ rechtsperso(o)n(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk subsidie(s) inzake de
Stimuleringsregeling Vacaturevervulling door Werklozen en met werkloosheid bedreigde Werknemers (SVWW) en/of subsidie(s) inzake het Europees Sociaal Fonds (ESF), althans (een) subsidie(s), die met een bepaald doel door of vanwege de Europese Gemeenschappen zijn/is verstrekt, heeft aangewend en/of heeft doen aanwenden voor (een) ander(e) doeleind(en) dan waarvoor zij zijn/is verstrekt, immers hebben/heeft Corera BV en/of Corera Werkplekbeveiliging BV en/of een of meer natuurlijke-/rechtspersonen SVWW-subsidie(s) en/of ESF-subsidie(s) ontvangen ten behoeve van (respectievelijk) duurzame vervulling van beschikbare vacatures en/of meer en betere banen te creeren en/of vaardigheden te ontwikkelen, maar deze in werkelijkheid gedeeltelijk zijn/is gebruikt voor (een) ander(e) doeleind(en), te weten het in stand houden van de onderneming(en) Corera BV en/of Corera Werkplekbeveiliging BV en/of managementfee(s) te verhogen en/of een gedeelte van de gesubsidieerde facturen van Atrias uit te keren aan HAG BV, de persoonlijke onderneming van
verdachte [medeverdachte 1], als zijnde "goodwill", tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke-/ rechtsperso(o)n(en), althans alleen, opdracht heeft gegeven en/of aan welke vorenomschreven verboden gedraging(en) verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer
natuurlijke-/ rechtsperso(o)n(en), althans alleen, feitelijke leiding heeft gegeven;
3.
Corera BV en/of Corera Werkplekbeveiliging BV, op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2003 tot en met 17 oktober 2005, in de gemeente Arnhem en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke-/ rechtsperso(o)n(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels een of meer subsidieverstrekkende organisatie(s), althans een of meer natuurlijke-/ rechtsperso(o)n(en), heeft bewogen tot:
# de afgifte van een of meer subsidie(s) inzake de Stimuleringsregeling Vacaturevervulling door Werklozen en met werkloosheid bedreigde Werknemers (SVWW), ten bedrage van (in totaal) Euro 288.999,-, en/of subsidie(s) inzake het Europees Sociaal Fonds (ESF)), ten bedrage van (in totaal) Euro 385.557,30, althans geldbedragen, in elk geval enig goed;
hebben/heeft Corera BV en/of Corera Werkplekbeveiliging BV en/of een of meer natuurlijke-/ rechtspersonen, met vorenomschreven oogmerk (telkens) -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- in de subsidieaanvra(a)g(en) en/of de/het voorschotverzoek(en) en/of in de/het gesprek(ken) ten behoeve van de SVWW-subsidie(s) verzwegen naar de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) dat Corera BV en/of Corera Werkplekbeveiliging BV tevens ESF-subsidie(s) hebben/heeft ontvangen;
en/of
- in de subsidieaanvra(a)g(en) en/of de jaarrapportage(s) en/of de einddeclaratie(s) en/of in de/het gesprek(ken) ten behoeve van de ESF-subsidie(s) verzwegen naar het Agentschap SZW dat Corera BV en/of Corera Werkplekbeveiliging BV tevens SVWW-subsidie hebben/heeft ontvangen;
en/of
- verzwegen aan Van der Worp BV dat Corera BV en/of Corera Werkplekbeveiliging BV subsidie(s) hebben/heeft ontvangen voor de opleiding(en) die Van der Worp BV betaald heeft;
en/of
- (vervolgens) aan een of meerdere van die subsidieverstrekkende organisatie(s), althans rechts- en/of natuurlijke personen het navolgende heeft voorgespiegeld en/of doen/laten voorspiegelen, althans heeft voorgehouden en/of heeft doen/laten voorhouden:
> dat Corera BV en/of Corera Werkplekbeveiliging BV (een) opleiding(en) zal verzorgen en/of hebben/heeft verzorgd voor de/het project(en) opleiding werktreinbegeleider en/of opleiding leider werkplekbeveiliging
waardoor een of meer, subsidieverstrekkende organisatie(s), althans rechts- en/of natuurlijke perso(o)n(en), werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n), tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke-/ rechtspersoo)n(en), althans alleen, opdracht heeft gegeven en/of aan welke vorenomschreven verboden gedraging(en) verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer
natuurlijke-/ rechtsperso(o)n(en), althans alleen, feitelijke leiding heeft gegeven;
4.
zij, op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2003 tot en met 17 oktober 2005, in de gemeente Arnhem en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke-/ rechtsperso(o)n(en), althans alleen, heeft deelgenomen aan een organisatie, die gevormd werd door [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [verdachte] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of (een) andere natuurlijke- / rechtsperso(o)n(en), welke organisatie tot oogmerk had het tezamen en in vereniging met een ander of anderen plegen van misdrijven, te weten
- valsheid in geschrift van een of meer certifica(a)t(en) (in totaal 85 stuks) en/of arbeidsovereenkomst(en) en/of salarisstro(o)k(en) en/of presentielijst(en) en/of weeksta(a)t(en) (zijnde urenverantwoordingslijst(en)) en/of praktijkopdracht(en) (in totaal 658 stuks) en/of factu(u)r(en) en/of andere document(en) en/of administratieve bescheid(en) (artikel 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
en/of
- (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk subsidie(s) inzake de Stimuleringsregeling Vacaturevervulling door Werklozen en met werkloosheid bedreigde Werknemers (SVWW) en/of subsidie(s) inzake het Europees Sociaal Fonds (ESF) ,althans (een) subsidie(s), die met een bepaald doel door of vanwege de Europese Gemeenschappen zijn/is verstrekt, heeft aangewend en/of heeft doen aanwenden voor andere doeleinden dan waarvoor zij zijn/is verstrekt
en/of
- (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels van een of meer natuurlijke-/ rechtsperso(o)n(en), heeft bewogen tot de afgifte van een of meer subsidie(s) inzake de Stimuleringsregeling Vacaturevervulling door Werklozen en met werkloosheid
bedreigde Werknemers (SVWW) en/of subsidie(s) inzake het Europees Sociaal Fonds (ESF), althans geldbedragen, in elk geval enig goed, hebbende hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk (telkens) valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid relevantie informatie voor de subsidieverstrekking verzwegen, waardoor een of
meer, subsidieve strekkende organisatie(s), althans rechts- en/of natuurlijke perso(o)n(en), werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n),
van welke organisatie verdachte (feitelijk) (mede-) oprichter en/of (feitelijk) (mede-) bestuurder was;
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 25 september 2008 ter terechtzitting inhoudelijk behandeld. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. D.V.A. Brouwer, advocaat te Utrecht.
Het Openbaar Ministerie heeft geëist dat verdachte ter zake van de tenlastegelegde strafbare feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden.
Verdachte en haar raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
2a. De geldigheid van de dagvaarding
Standpunt van de verdediging en het Openbaar Ministerie
Ter terechtzitting heeft de raadsman van verdachte betoogd dat de tenlastelegging wat betreft het onder 1 tenlastegelegde strafbare feit nietig dient te worden verklaard. De tenlastelegging geeft slechts een opsomming van een groot aantal documenten, stelt dat deze vals zijn, maar geeft voor het overgrote deel van die documenten niet aan waarom, op welk onderdeel of op welke onderdelen, de verschillende documenten vals zouden zijn.
Het Openbaar Ministerie heeft dit betoog bestreden.
Beoordeling
Op grond van artikel 261, lid 1 Sv behelst de dagvaarding een opgave van het feit dat ten laste wordt gelegd met vermelding omstreeks welke tijd en waar ter plaatse het begaan zou zijn. Het tweede lid voegt daaraan toe dat de dagvaarding tevens de vermelding behelst van de omstandigheden waaronder het feit zou zijn begaan.
Bij de uitleg van deze bepaling moet men voortdurend in het oog houden dat centraal staat of de verdachte zich op basis van de tenlastelegging goed kan verdedigen. Ook voor de rechter moet de tenlastelegging begrijpelijk zijn. De eis van ‘opgave van het feit’ wordt zo uitgelegd dat het geheel in de eerste plaats duidelijk en begrijpelijk moet zijn. , in de tweede plaats niet innerlijk tegenstrijdig en in de derde plaats voldoende feitelijk.
Een tenlastelegging is innerlijk tegenstrijdig als daarin naast elkaar twee mogelijkheden worden gepresenteerd die niet naast elkaar bestaanbaar zijn. Een dagvaarding behoeft zich niet uit te laten over de voor de strafbaarheid irrelevant zijnde aard en omvang van nadere bijzonderheden waarvan de vermelding niet op straffe van nietigheid wordt verlangd.
Uit de jurisprudentie volgt dat bij de beoordeling van een nietigheidsverweer ten aanzien van de dagvaarding een aantal factoren dient te worden meegewogen. Eén van die factoren is de vraag of er bij verdachte bij kennisneming van het strafdossier redelijkerwijs twijfel kan bestaan welke specifieke gedragingen hem worden verweten. Een andere factor die moet worden meegewogen is dat in de bewoordingen van de tenlastelegging besloten kan liggen wat het voorwerp van het strafrechtelijk onderzoek vormt. Ook de inhoud van de door de verdediging overlegde pleitnota mag in de beoordeling van het nietigheidsverweer worden meegenomen , net als de verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting.
De rechtbank verstaat het verweer van de verdediging over de nietigheid van de dagvaarding ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde strafbare feit aldus dat dit betwiste gedeelte van de tenlastelegging naar de mening van de verdediging innerlijk tegenstrijdig, onbegrijpelijk, onvoldoende specifiek en onduidelijk is.
De rechtbank is van oordeel dat gezien de inhoud van het complete dossier en het geheel van de tenlastegelegde strafbare feiten in onderlinge samenhang bezien, de verdachte in staat moet worden geacht de tekst van de tenlastelegging te kunnen begrijpen. Daarnaast heeft verdachte tijdens zijn verhoren en tijdens het onderzoek ter terechtzitting blijk gegeven van zijn begrip van de tenlastelegging. De verdediging heeft door de pleitnotities ook blijk gegeven van begrip van de tenlastelegging.
De tenlastelegging behelst daarom naar het oordeel van de rechtbank een voldoende duidelijke opgave van de feiten nu de tekst van de tenlastelegging voldoende duidelijk, begrijpelijk, feitelijk en niet tegenstrijdig is. De rechtbank is gezien het bovenstaande van oordeel dat de gehele tenlastelegging aan de vereisten van artikel 261 Sv voldoet en verwerpt daarom het nietigheidsverweer van de verdediging.
3. De beslissing
Standpunten verdachte, verdediging en Openbaar Ministerie
De raadsman van verdachte heeft betoogd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de haar tenlastegelegde strafbare feiten. De raadsman heeft in dat kader gesteld dat verdachte niet kan worden aangemerkt als feitelijk leidinggevende aan het plegen van strafbare feiten. Voorts dient verdachte te worden vrijgesproken van deelname aan een criminele organisatie en het leiderschap daarvan.
Tevens heeft de raadsman ten aanzien van het tenlastegelegde strafbare feit onder 2 opgemerkt dat verdachte van dit feit dient te worden vrijgesproken, omdat de subsidiegelden na uitbetaling ‘gewoon’ in het vermogen van de ontvangende rechtspersonen vallen en op dat moment niet meer is vast te stellen of deze ontvangen subsidies al dan niet zijn aangewend voor een ander doel.
De officier van Justitie heeft dit betoog bestreden door te stellen dat verdachte aandeelhouder was bij Corera BV, ze lid was van het managementteam en uit de inhoud van de bewijsmiddelen volgt dat het team alles samen deed. Ten slotte volgt uit de bewijsmiddelen, aldus de officier van justitie, dat verdachte een valse handtekening heeft gezet op presentielijsten en zij ook een handtekening heeft gezet als docent voor een terugkomdag, terwijl verdachte zelf heeft verklaard niet als docent te zijn opgetreden.
Beoordeling van de tenlastegelegde strafbare feiten onder 1, 2 en 3
De rechtbank overweegt ter inleiding het navolgende.
Zowel in deze zaak als in de zaken van de medeverdachten is ter zitting aan de orde geweest de interpretatie van de door verdachten en getuigen afgelegde verklaringen. Zo zijn verklaringen schijnbaar verklaringen afgelegd na het voorhouden van stukken waarvan werd gezegd dat deze vals waren. Dit betekent dat niet meer met grote zekerheid de feiten kunnen worden vastgesteld, nu niet duidelijk is of verdachten (en getuigen) hebben verklaard uit eigen wetenschap of conclusies hebben getrokken uit stukken die hen in de verhoren zijn voorgehouden. Dit heeft tot gevolg dat in het kader van de bewijsbeslissing uiterst behoedzaam met deze verklaringen moet worden omgegaan. Dit geldt niet alleen voor de verklaringen van verdachte en haar medeverdachten, maar ook voor de verklaringen van de getuigen. Meerdere getuigen hebben in het verhoor bij de rechter-commissaris hun eerdere ‘ferme’ uitspraken soms sterk genuanceerd.
Voor de bewijsbeslissing zal derhalve verankering dienen te worden gezocht in objectieve gegevens zoals schriftelijke bescheiden, maar ook zal moeten worden bekeken of een door een getuige afgelegde belastende verklaring bevestiging vindt in andere verklaringen of stukken.
Met inachtneming van bovenstaande overweegt de rechtbank verder het volgende.
Aangezien verdachte wordt verweten feitelijk leiding te hebben gegeven aan strafbare gedragingen die zijn tenlastegelegd onder 1, 2 en 3 zal de rechtbank deze feiten gezamenlijk bespreken.
Ten aanzien van de door verdachte gepleegde handelingen heeft verdachte zelf verklaard dat zij weet heeft gehad dat presentielijsten met terugwerkende kracht zijn getekend in het kader van de ESF-subsidie. Daar zag verdachte geen kwaad in omdat zij immers haar eigen handtekening plaatste. Van het vervalsen van handtekeningen van anderen had zij geen wetenschap. De getuige [getuige 1] heeft weliswaar verklaard dat met medeweten van verdachte haar handtekening werd vervalst, maar verdachte heeft dit ontkend.
Verder heeft verdachte verklaard dat zij heeft getekend voor een docentschap, terwijl zij nooit als docent is opgetreden bij een terugkomdag. Het plaatsen van een handtekening ter bevestiging van het docentschap zou op zichzelf aangemerkt kunnen worden als een strafbare gedraging, maar dit is niet expliciet tenlastegelegd.
Dit betekent dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen volgen dat verdachte feitelijk leiding heeft gegeven aan de strafbare gedragingen gepleegd door o.a. Corera BV. Er is een verklaring die daar op kan wijzen. Zo verklaart de getuige [getuige 2] dat onder andere verdachte de leiding had bij het opmaken en het vervalsen van de stukken met betrekking tot de ESF-subsidie. Deze verklaring vindt echter geen verankering en/of bevestiging in andere, door medewerkers, afgelegde verklaringen. Bovendien bestrijdt verdachte de verklaring van de getuige [getuige 2].
Het merendeel van de gehoorde medewerkers verklaart dat verdachte alleen verantwoordelijk was voor het office management. Verder volgt uit de verklaringen van de voormalige medewerkers dat de ESF-subsidieadministratie, naast de gewone administratie bij verdachte op de werkkamer heeft gestaan. De rechtbank sluit niet uit dat er een vertroebeld beeld bij de getuigen is ontstaan over de rol van verdachte binnen Corera BV. Dat beeld kan zijn ontstaan uit een samenstel van factoren bestaande uit: de verantwoordelijkheid voor office management, het plaatsen van de ESF-administratie op de werkkamer van verdachte, het zijn van aandeelhouder van Corera BV en wellicht het zijn van de levenspartner van de hoofdverdachte [medeverdachte 1].
Bovendien maakt het enkele gegeven dat verdachte aandeelhouder was van Corera BV en bovendien lid was van het managementteam nog niet dat verdachte op grond hiervan als feitelijk leidinggever van het plegen van strafbare feiten aangemerkt kan worden. Daarvoor gelden strengere criteria, zoals die zijn vastgelegd in onder andere de Slavenburg-arresten van de Hoge Raad.
Dienovereenkomstig kan naar het oordeel van de rechtbank niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het feitelijk leidinggeven en zal zij daarvoor worden vrijgesproken.
Voorts oordeelt de rechtbank naar aanleiding van het verweer van de raadsman van verdachte ten aanzien van het tenlastegelegde strafbare feit onder 2, ten overvloede, nog als volgt.
Corera BV wordt verweten dat zij opzettelijk en wederrechtelijk de SVWW- en ESF-subsidies die met een bepaald doel door of vanwege de Europese Gemeenschappen zijn verstrekt, heeft aangewend voor andere doeleinden dan waarvoor zij is verstrekt.
De rechtbank stelt het volgende voorop.
Artikel 323a Sr is ingevoerd bij de Wet van 13 december 2000, Stb. 616. Het artikel vindt zijn oorsprong in het Fraudeverdrag, de op 26 juli 1995 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen. . Onder 'subsidie' dient hier in overeenstemming met art.1 van het Fraudeverdrag te worden verstaan 'elke uitgave afkomstig van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen of van de door of voor de Europese Gemeenschappen beheerde begrotingen'. Voor wat betreft de SVWW-subsidie is daarvan geen sprake, aangezien deze een nationale en geen Europese grondslag heeft. In zoverre dient verdachte daarom te worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt met betrekking tot de ESF-subsidie verder het volgende.
Volgens de tekst van de tenlastelegging zou het gebruik voor andere doeleinden uit het in stand houden van de eigen onderneming, het verhogen van de managementsalarissen en het, via Atrias, uitkeren van gelden aan HAG BV. Naar het oordeel van de rechtbank kan dit niet volgen uit de inhoud van de bewijsmiddelen. Zo blijkt uit de conceptcijfers over 2004 dat de ontvangen subsidies een deel vormen van het geheel van ontvangsten. Hetzelfde geldt ook voor de prognose over 2005. Dit betekent dat vanuit Corera BV betalingen zijn gedaan vanuit één ‘geldpot’, waarin zowel de ontvangsten van derden als de subsidieontvangsten zich bevonden. Vanwege deze vermenging van gelden kan niet (meer) worden vastgesteld welke betalingen met welke ontvangen gelden zijn voldaan. Dit heeft tot gevolg dat verdachte ook voor dit gedeelte van het tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken.
De rechtbank merkt hierbij ten overvloede op dat genoemde overwegingen niet van toepassing zijn op de rechtstreekse verpanding van de ESF-subsidiegelden aan de bank. Het staat buiten kijf dat hierdoor subsidiegelden zijn aangewend voor een ander doel dan waarvoor zij zijn verstrekt, maar dit aspect is niet specifiek tenlastegelegd.
Beoordeling van het tenlastegelegde strafbare feit onder 4
De handeling gepleegd door verdachte (het ten onrechte plaatsen van een handtekening als docent), als bovengenoemd, kan op zichzelf worden aangemerkt als een incidentele medewerkingshandeling. Maar een incidentele medewerkingshandeling verleent verdachte nog niet de status van lid van de criminele organisatie. Dit wordt niet anders door het zijn van aandeelhouder van Corera BV of het behoren tot het managementteam. Bovendien had verdachte moeten weten (opzet in onvoorwaardelijke zin) dat de criminele organisatie het oogmerk had tot het plegen van valsheid in geschrift, subsidiefraude en oplichting. Uit de inhoud van de bewijsmiddelen kan deze wetenschap niet volgen.
Naar het oordeel van de rechtbank kan daarom niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan genoemd tenlastegelegd strafbare feit en zal zij daarvoor worden vrijgesproken.
4. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde.
Aldus gewezen door:
mr. M. Jurgens, vicepresident als voorzitter,
mr. E.M. Vermeulen, rechter,
mr. P.J. van den Broeke, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.B. Wichman, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 9 oktober 2008.