Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BF7618

Datum uitspraak2008-10-13
Datum gepubliceerd2008-10-13
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers01/994082-06
Statusgepubliceerd


Indicatie

Vrijspraak valsheid in geschrift en oplichting.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector Strafrecht Parketnummer: 01/994082-07 Datum uitspraak: 13 oktober 2008 Vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968, wonende te [woonplaats], [adres] Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 29 september 2008. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht. De tenlastelegging. De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 26 augustus 2008. Aan verdachte is tenlastegelegd dat: 1. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 6 januari 2004 t/m 17 maart 2004 te Veghel en/of te Zoetermeer en/of te Rotterdam en/of te 's-Gravenhage, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk een of meer aanvraagformulier(en) voor (een) levensverzekering(en), zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd is/zijn om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt, althans heeft vervalst, te weten: - negen, althans een of meerdere aanvraagformulier(en) voor (een) levensverzekering(en) op naam gesteld van [benadeelde 1] en/of [Benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4] en/of [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] (D-14, D-15, D-32, D-35, D-52, D-55, D-58, D-59, D-71) en/of - een of meerdere ander(e) aanvraagformulier(en) voor (een) levensverzekering(en) dan het/de hierboven genoemde aanvraagformulier(en) (D-12, D-13, D-16 t/m D-31, D-33, D-34, D-36 t/m D-51, D-53, D-54, D-60 t/m D-70, D-72 t/m D-76) bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s), alstoen aldaar (telkens) opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid voornoemd(e) aanvraagformulier(en) voor (een) levensverzekering(en) op naam van (bovengenoemde) persoon/personen heeft/hebben opgemaakt ten behoeve van verzekeraars Allianz Levensverzekering N.V. (tot maart 2003 Zwolsche Algemene genaamd) en/of Reaal Levensverzekeringen N.V. (tot 1 april 2004 Hooge Huys genaamd) zulks terwijl dit (telkens) is gebeurd zonder dat de op de voornoemd(e) aanvraagformulier(en) voor (een) levenverzekering(en) vermelde persoon/personen daarvan op de hoogte was/waren, zulks (telkens) met het oogmerk om voornoemd(e) aanvraagformulier(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door een ander of anderen te doen gebruiken. Artikel 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht. Artikel 47 lid 1 Wetboek van Strafrecht. 2. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 6 januari 2004 t/m 8 juni 2004 te Veghel en/of Zoetermeer en/of te Rotterdam en/of te 's-Gravenhage, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, Allianz Levensverzekeringen N.V. (tot maart 2003 Zwolsche Algemene genaamd) en/of Reaal Levensverzekeringen N.V. (tot 1 april 2004 Hooge Huys genaamd) heeft bewogen tot de afgifte enig goed, te weten negen, althans een of meerdere geldbedrag(en), hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk, een of meerdere aanvraagformulier(en) voor (een) levensverzekeringen/provisiebedrag(en), althans D-14, D-15, D-32, D-35, D-52, D-58, D-59, D-71 en/of D-12, D-13, D16 t/m D-31, D-33, D-34, D-36 t/m D-51, D-53, D-54, D-60 t/m D-70, D-72 t/m D-76 opgemaakt en/of ingediend bij voornoemde verzekeraar(s), op naam gesteld van 'verzekeringnemer' [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4] en/of [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] en/of een of meer 'verzekeringnemer(s)', zulks terwijl dit (telkens) is gebeurd zonder instemming en/of medeweten van op de op de/het formulier(en) vermelde 'verzekeringnemer(s)',waardoor voornoemde verzekeraar(s) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n). Artikel 326 Wetboek van Strafrecht. Artikel 47 lid 1 Wetboek van Strafrecht. De formele voorvragen. Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging. De officier van justitie eist. De officier van justitie heeft gerequireerd tot bewezenverklaring van de feiten 1 en 2 en heeft daarvoor een werkstraf voor de duur van 160 uren subsidiair 80 dagen hechtenis gevorderd. Standpunt verdediging. De raadsman heeft geconcludeerd tot een integrale vrijspraak van het onder 1 en 2 tenlastegelegde. De raadsman heeft daartoe kort gezegd aangevoerd dat het ontbreekt aan wettig en overtuigend bewijs dat verdachte als medepleger van het tenlastegelegde kan worden aangeduid. Volgens de verdediging bevat het dossier enkel de verklaring van de medeverdachte [medeverdachte]. Verdachte betwist die verklaring. De verklaring van [medeverdachte] staat alleen en ontbeert steun in andere bewijsmiddelen. De bewijsbeslissing. Evenals de raadsman van verdachte is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is hetgeen aan verdachte onder 1 en 2 is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken. Het ontbreekt de rechtbank aan de wettelijke bewijsmiddelen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan. Verdachte heeft de hem tenlastegelegde feiten ontkend. Op grond van de voorhanden zijnde bewijsmiddelen valt naar het oordeel van de rechtbank niet uit te sluiten dat de lezing van verdachte juist is en dat hij de formulieren te goeder trouw heeft ingevuld, op verzoek en op basis van informatie van medeverdachte [medeverdachte], zoals verdachte heeft aangevoerd. Daarbij is niet komen vast te staan dat verdachte bedragen heeft ontvangen voor het invullen van de formulieren, zoals door medeverdachte [medeverdachte] is verklaard. Derhalve heeft de rechtbank niet de overtuiging gekregen dat verdachte de hem tenlastegelegde feiten heeft begaan. DE UITSPRAAK T.a.v. feit 1, feit 2: Vrijspraak, achtende de rechtbank het tenlastegelegde niet overtuigend bewezen. Dit vonnis is gewezen door: mr. M. Lammers, voorzitter, mr. M.L.W.M. Viering en mr. C.B.M. Bruens, leden, in tegenwoordigheid van L.M.E. de Roo, griffier, en is uitgesproken op 13 oktober 2008. 4 Parketnummer: 01/994082-07 [verdachte]