
Jurisprudentie
BF7204
Datum uitspraak2008-10-02
Datum gepubliceerd2008-10-08
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200805082/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter
Datum gepubliceerd2008-10-08
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200805082/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter
Indicatie
Bij besluit van 3 juni 2008 heeft het college van gedeputeerde staten van Utrecht (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Soest bij besluit van 15 november 2007 vastgestelde bestemmingsplan "Soesterberg-Kom 2007" (hierna: het plan).
Uitspraak
200805082/2.
Datum uitspraak: 2 oktober 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoekers], wonend te [woonplaats],
en
het college van gedeputeerde staten van Utrecht,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 3 juni 2008 heeft het college van gedeputeerde staten van Utrecht (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Soest bij besluit van 15 november 2007 vastgestelde bestemmingsplan "Soesterberg-Kom 2007" (hierna: het plan).
Tegen dit besluit hebben onder meer [verzoekers] (hierna in enkelvoud: verzoeker) bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 28 juli 2008, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 30 juli 2008, heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 23 september 2008, waar [verzoeker] is vertegenwoordigd door mr. A.C.M. Stalenhoef, advocaat te Amersfoort. Namens de raad van de gemeente Soest is daar het woord gevoerd door mr. S.F. Supusepa en J. Bouwman, ambtenaren in dienst van de gemeente
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. [verzoeker] betoogt, kort weergegeven, dat het plan ten onrechte niet voorziet in een horecabestemming op de locatie waarop hij al ongeveer 15 jaar een grillroom exploiteert. Volgens hem heeft hij een spoedeisend belang bij schorsing van het plan, omdat vanaf het moment dat het plan in werking treedt, hem de huur kan worden opgezegd vanwege bestemmingswijziging.
2.3. De raad heeft ter zitting te kennen gegeven dat het onthouden van goedkeuring aan de uitwerkingsbepalingen van planvoorschrift 23 er op neer komt dat de uit te werken bestemming niet meer zal worden gerealiseerd op grond van dit plan en dat in plaats van dit plan een nieuw bestemmingsplan plan zal worden vastgesteld of een projectbesluit zal worden genomen. De gemeente, die inmiddels eigenaar is van het desbetreffende pand, zal in afwachting daarvan niet de huur opzeggen op grond van het plan.
2.4. Onder die omstandigheden is de voorzitter van oordeel dat het in werking treden van het plan geen directe gevolgen heeft voor de positie van [verzoeker] en hij daarom, in afwachting van de behandeling van het beroep door de Afdeling, geen spoedeisend belang heeft bij het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzitter neemt daarbij in aanmerking dat, mochten de omstandigheden zich wijzigen, [verzoeker] zo nodig een nieuw verzoek om een voorlopige voorziening kan indienen.
2.5. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. P.J.J. van Buuren, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M.A.G. Stolker, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Buuren w.g. Stolker
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 2 oktober 2008
157.