
Jurisprudentie
BF7192
Datum uitspraak2008-10-08
Datum gepubliceerd2008-10-08
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200801880/1
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-10-08
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200801880/1
Statusgepubliceerd
Indicatie
Bij besluit van 22 januari 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Montferland (hierna: het college) aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid RKB Vlees B.V. een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor een inrichting voor het slachten van koeien en schapen en het verwerken van vlees aan de Bierboomstraat 7 te Didam. Dit besluit is op 30 januari 2008 ter inzage gelegd.
Uitspraak
200801880/1.
Datum uitspraak: 8 oktober 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats], gemeente Montferland,
en
het college van burgemeester en wethouders van Montferland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 22 januari 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Montferland (hierna: het college) aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid RKB Vlees B.V. een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor een inrichting voor het slachten van koeien en schapen en het verwerken van vlees aan de Bierboomstraat 7 te Didam. Dit besluit is op 30 januari 2008 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 12 maart 2008, beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 2 september 2008, waar [appellant], vertegenwoordigd door mr. J. Zandberg, advocaat te Zevenaar, en het college, vertegenwoordigd door J.B.T. Polman, werkzaam bij de gemeente Montferland, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. [appellant] vreest voor onaanvaardbare verkeershinder door het laden en lossen ten behoeve van de inrichting.
2.1.1. Met betrekking tot de belemmering van het verkeer vanwege activiteiten ten behoeve van de inrichting biedt de Wegenverkeerswetgeving het primaire toetsingskader maar daarnaast is plaats voor een aanvullende toetsing in het kader van de Wet milieubeheer.
2.1.2. In de revisievergunning zijn voorschriften opgenomen om hinder veroorzaakt door het laden en lossen te beperken. In voorschrift 1.5 is bepaald dat bij de aan- en afvoerbewegingen van goederen en grondstoffen de openbare weg moet worden vrij gehouden om de vrije doorgang van het overige verkeer te garanderen. In voorschrift 1.9 is bepaald dat tijdens het laden en lossen op de openbare weg het voertuig in de wegrijrichting dient te worden geplaatst. In voorschrift 1.10 is bepaald dat tijdens het laden en lossen de doorgang van de Bierboomstraat naar de Fluunseweg en aanliggende terreinen niet mag worden afgesloten. In voorschrift 1.11 is bepaald dat, wanneer tijdens het laden en lossen op de openbare weg sprake is van een calamiteit in de omgeving van de inrichting, dient te worden gestopt met laden en lossen en het betreffende voertuig terstond dient te worden verwijderd zodat de doorgang voor voertuigen is gegarandeerd.
2.1.3. Tijdens het laden en lossen is de achterzijde van de vrachtwagen die wordt geladen of gelost aangesloten op het laad- en losperron. De vrachtwagen staat daarbij schuin op de weg geparkeerd en dient in de wegrijrichting te worden geplaatst. Het laad- en losperron is op ongeveer 3 meter afstand van de openbare weg gelegen. De vrachtwagens die zullen worden geladen en gelost zijn maximaal 18 meter lang. Gelet op de afstand van het laad- en losperron tot de openbare weg en de maximale lengte van de vrachtwagens zullen deze gedeeltelijk op de openbare weg staan. Ter zitting is gebleken dat de openbare weg ter hoogte van het laad- en losperron ongeveer 20 meter breed is. Gelet op de afstand van het laad- en losperron tot de openbare weg en de maximale lengte van de vrachtwagens blijft tijdens het laden en lossen minimaal 5 meter ruimte over voor andere voertuigen om te passeren. Gelet hierop acht de Afdeling voldoende aannemelijk dat andere voertuigen doorgaans de vrachtwagens tijdens het laden- en lossen zullen kunnen passeren. Het college heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de aan de vergunning verbonden voorschriften toereikend zijn om onaanvaardbare verkeershinder te voorkomen.
De beroepsgrond faalt.
2.2. [appellant] voert aan dat ten onrechte geen voorschriften aan de revisievergunning zijn verbonden om te voorkomen dat door het gebruik van de wasplaats door vrachtwagens onaanvaardbare verkeershinder wordt ondervonden.
2.2.1. De wasplaats bevindt zich binnen de inrichting en kan worden bereikt via de Bierboomstraat. Niet valt in te zien dat ten gevolge van het in- en uitrijden van de wasplaats door vrachtwagens zodanige verkeershinder zal ontstaan dat het college niet in redelijkheid heeft kunnen afzien van het verbinden van nadere voorschriften aan de vergunning.
De beroepsgrond faalt.
2.3. [appellant] voert aan dat het college onvoldoende rekening heeft gehouden met de gevolgen van het vastgestelde bestemmingsplan dat met zich meebrengt dat de Bierboomstraat door de zuidelijke randweg wordt afgesneden.
2.3.1. Deze beroepsgrond heeft geen betrekking op het belang van de bescherming van het milieu in de zin van artikel 8.10, eerste lid, van de Wet milieubeheer. Nu het bestreden besluit is genomen vóór de wijziging van de Wet milieubeheer bij de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening (Stb. 2008, 180), mocht het college geen regels gesteld bij of krachtens de Wet ruimtelijke ordening in aanmerking nemen.
De beroepsgrond faalt.
2.4. Het beroep is ongegrond.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.M. Boll, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. C. Taal, ambtenaar van Staat.
w.g. Boll w.g. Taal
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 8 oktober 2008
325-578.