Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BF5984

Datum uitspraak2008-01-10
Datum gepubliceerd2008-10-06
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers360264 CV EXPL 07-5728
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Gedaagde heeft bij het mechanisch schonen van een sloot een gasleiding van NUON beschadigd. NUON vordert vergoeding van de schade. De vordering wordt afgewezen, omdat niet aannemelijk is dat de leiding ooit heeft voldaan aan de door het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier opgestelde voorwaarden voor de aanleg van kabels en leidingen in watergangen. Gedaagde behoefde met de aanwezigheid van een dergelijke leiding in redelijkheid geen rekening te houden en kan daarom niet aansprakelijk worden gehouden voor de opgetreden schade.


Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM Sector kanton Locatie Zaandam zaak/rolnr.: 360264 CV EXPL 07-5728 datum uitspraak: 10 januari 2008 VONNIS VAN DE KANTONRECHTER inzake de naamloze vennootschap N.V. Nuon Netwerk Services te Arnhem eisende partij hierna te noemen: Nuon gemachtigde: mr F.J. van Velsen tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Aannemings- en Machineverhuurbedrijf Huiberts B.V. te Katwoude gedaagde partij hierna te noemen: Huiberts gemachtigde: drs ing S.M. van Meer Het verloop van de procedure: Nuon heeft bij dagvaarding van 3 september 2007 tegen Huiberts een vordering ingesteld als in de dagvaarding nader omschreven. De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 15 november 2007, nadat Huiberts tegen de vordering verweer heeft gevoerd, een comparitie van partijen bevolen, welke op 17 december 2007 heeft plaatsgevonden. Partijen zijn ter zitting verschenen, althans hun vertegenwoordigers. Partijen hebben nadere producties in het geding gebracht. De griffier heeft aantekening gehouden op het audiëntieblad van het verhandelde ter zitting . De inhoud van de stukken kan als hier ingelast en herhaald worden beschouwd. Vonnis werd bepaald op heden. De vordering: Nuon vordert de veroordeling van Huiberts tot betaling van € 1.223,98, vermeerderd met € 300,00 aan (intern gemaakte) buitengerechtelijke incassokosten en € 125,08 aan per datum van dagvaarding vervallen rente, te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf die datum tot aan de algehele voldoening, alles, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en met veroordeling van Huiberts in de proceskosten. De vordering betreft schade die Nuon heeft geleden tengevolge van een beschadiging aan een gasleiding die deel uitmaakt van het net van Nuon in een sloot bij het Edammerpad 5 te Volendam. Die schade is ontstaan tengevolge van werkzaamheden die Huiberts aldaar heeft uitgevoerd bij het machinaal schonen van de betreffende sloot. Bij het mechanisch schonen van een watergang bestaat de mogelijkheid dat de machine in de bodem dringt en bestaat het risico dat een kabel of leiding die zich in de bodem bevindt wordt beschadigd. Huiberts kan dit risico voorkomen door een zogenaamd KLIC-melding te doen, teneinde te weten te komen waar leidingen liggen. Leidingen plegen in de loop der jaren door allerlei oorzaken nog al eens te verplaatsen in horizontale en verticale richting, waardoor deze soms vlak onder of zelfs gedeeltelijk boven het oppervlak kan liggen. Bovendien bestaat de bodem van de meeste sloten uit zacht slib, waar een apparaat als door Huiberts gebruikt is, makkelijk indringt. Van Nuon kan niet worden gevergd dat zij haar leidingnet geregeld op de ligging controleert. Zij heeft meer dan 100.000 kilometer ondergrondse kabel en 35.000 kilometer gasleiding in haar beheer. Huiberts heeft onvoldoende maatregelen genomen om de schade te voorkomen en is dan aansprakelijk voor de geleden schade. Nuon verwijst naar de vaste jurisprudentie in deze die haar standpunt bevestigt. Het verweer: Huiberts wijst iedere aansprakelijkheid af. Daartoe voert hij ondermeer aan dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd met een zogenaamde maaikorf. Met een dergelijk apparaat wordt de bodem niet geroerd. Daar komt nog bij dat de slootbodem ter plaatse uit puin bestaat waar een maaikorf al helemaal niet in kan doordringen. Huiberts hoefde bovendien niet bedacht te zijn op de aanwezigheid van een gasleiding. Overeenkomstig de voorwaarden die het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier stelt aan het verlenen van een ontheffing voor het leggen van leidingen in watergangen, moet een leiding meer dan een meter onder de bodem van de watergang worden gelegd. De leiding mag bovendien geen hinder geven bij het uitvoeren van onderhoud aan de watergang. De betreffende leiding bevond zich boven de slootbodem, zodat Nuon, athans haar rechtsvoorganger, de leiding in strijd met die voorwaarden heeft aangebracht. Huiberts hoeft voor het schonen met een maaikorf geen KLIC-melding te doen omdat hij de grond niet roert. Dit is ook niet doenlijk. Het betreft vaak honderden kabels en leidingen in een te bewerken gebeid. Juist daarom hanteert het Waterschap de genoemde voorwaarden voor ontheffing. Bij gelegenheid van de comparitie van partijen heeft Huiberts nog aangevoerd dat de betreffende leiding bij nader onderzoek zo’n 35 cm boven de bodem lag en recht van kant naar kant liep, zodat deze nooit kan zijn aangelegd op de voorgeschreven wijze. Dit gebeurde vroeger door een sleuf te graven en tegenwoordig met een speciale boor, waardoor de leiding, die aan land minder diep ligt, in een boog onder de slootbodem door loopt. De beoordeling van het geschil: - Op grond van wat partijen over en weer aan de orde hebben gesteld en niet of onvoldoende hebben betwist staan de volgende feiten vast: - Op 5 juli 2005 hebben werknemers van Huiberts met een maaikorf watergangen te Volendam geschoond. Daarbij is ter hoogte van het perceel Edammerpad 5 te Volendam een gasleiding geraakt die daardoor is beschadigd. Die gasleiding maakt deel uit van het door Nuon beheerde leidingnet. - De leiding bestaat uit een stijve buis. - Een maaikorf bestaat uit een open stalen korf met aan de voorzijde messen. De korf wordt door een mechanisch aangedreven arm over de slootbodem bewogen, waarbij de messen horizontaal worden gehouden, zodat deze de planten in die sloot afsnijden. Die planten komen dan in de korf. Onder de korf bevind zich een geleideschoen die over de bodem beweegt. - Het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft voorwaarden voor keurontheffingen opgesteld, waaronder voorwaarden welke gelden voor de aanleg van kabels en leidingen die in watergangen liggen of die watergangen kruisen. Ondermeer gelden de volgende voorwaarden: ..1. Bij het kruisen van waterlopen met kabels en/of leidingen mag de waterbeheersing niet stagneren en de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden niet worden bemoeilijkt… ..5. Opdat bij het uitvoeren van onderhoud aan wateren geen hinder wordt ondervonden van kabels en/of leidingen komt de aan te leggen kabel/leiding op een minimale diepte van 1 meter onder de vaste bodemhoogte te liggen en wordt voorkomen dat deze minimale maat tijdens de ligging ongedaan wordt gemaakt… Anders dan Huiberts is de kantonrechter van oordeel dat een maaikorf als in het onderhavige geval gebezigd, wel degelijk de slootbodem kan roeren. De geleideschoen zal weliswaar een diep doordringen in die bodem meestal voorkomen, maar deze bevindt zich achter de voorkant van de korf, zodat een binnendringen van de voorkant van de korf met de zich daaraan bevindende messen in het oppervlak van die bodem niet is uitgesloten. Als feit van algemene bekendheid mag gelden dat leidingen in de bodem in de loop van de tijd door allerlei bodembewegingen zich kunnen verplaatsen. Geenszins ondenkbaar is dan ook dat een leiding die aanvankelijk op de voorgeschreven diepte in de slootbodem is gelegd, in de loop van d e tijd dichter onder het oppervlak komt te liggen. Alleen door een zogenaamde KLIC-melding te doen kunnen werkzaamheden als de onderhavige zodanig worden uitgevoerd dat ieder risico wordt uitgesloten dat leidingen worden beschadigd. Door zo’n melding niet te doen – al dan niet om praktische reden van uitvoerbaarheid – neemt de uitvoerder van grondwerkzaamheden en verwante activiteiten willens en wetens het risico een leiding in of op de bodem te raken. Dit zal dan ook meestal leiden tot aansprakelijkheid van de uitvoerder van de werkzaamheden van daardoor aan die leiding veroorzaakte schade. Huiberts heeft aangevoerd dat in het onderhavige geval de leiding niet in of op de bodem lag, maar er tenminste 35 cm boven liep van walkant naar walkant in een rechte lijn. De bodem van de watergang zou ter plaatse bestaan uit puin. Nuon heeft gesteld dit niet te weten maar heeft de stellingen van Huiberts op deze punten niet betwist. De kantonrechter zal dan ook van de juistheid daarvan uitgaan. Onwaarschijnlijk en onaannemelijk is dat een uit stijf materiaal bestaande leiding van een meter onder de slootbodem, waar deze zou moeten zijn gelegd in overeenstemming met de voorwaarden in de keur, zich zou verplaatsen tot zo’n 35 cm boven die bodem, waarbij bovendien de knikken in de leiding die het verloop naar het diepere niveau mogelijk zouden moeten maken, niet meer aanwezig zouden zijn. Onaannemelijk is dan ook dat de leiding ooit heeft voldaan aan de hiervoor aangehaalde voorwaarden in de keur. Hoe dit laatste ook zij, met de aanwezigheid van een dergelijke leiding hoefde Huiberts in redelijkheid geen rekening te houden. Dit betreft dan ook een omstandigheid die volledig voor risico van Nuon als netbeheerder, hoort te komen. Huiberts kan dan ook niet aansprakelijk worden gehouden voor de opgetreden schade. Het vorenstaande leidt er toe dat de vordering zal worden afgewezen. Hetzelfde geldt voor de nevenvorderingen, die geen zelfstandige bestaansgrond los van de hoofdvordering hebben. Nuon zal, als de in het ongelijk te stellen partij, worden veroordeeld in de proceskosten. Waar hetgeen partijen voor het overige naar voren hebben gebracht niet tot een andere beslissing kan leiden, behoeft dit geen nadere bespreking. De beslissing: De kantonrechter: wijst de vorderingen af; veroordeelt Nuon in de proceskosten, aan de zijde van Huiberts tot op heden begroot op € 300,00 aan salaris gemachtigde. Dit vonnis is gewezen door mr C.J. Baas, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.