
Jurisprudentie
BF5979
Datum uitspraak2008-09-16
Datum gepubliceerd2008-10-07
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers394311 \ WM VERZ 08-1062
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Datum gepubliceerd2008-10-07
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers394311 \ WM VERZ 08-1062
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Indicatie
De kantonrechter verklaart het beroep tegen verkeersboete wegens inrijden van een weg vóór het toegestane tijdstip van 19:00 uur gegrond omdat op grond van de door de officier overgelegde gegevens niet kan worden vastgesteld dat de camera waarmee de beweerdelijke overtreding is vastgesteld, inderdaad om twee minuten voor 19:00 uur stopt. Daarnaast heeft de officier betrokkene in de bezwaarfase niet gehoord, is niet ingegaan op de door betrokkene geformuleerde bezwaren, en wordt door de officier waarde gehecht aan een verklaring van een verbalisant terwijl daarvan geen sprake is.
Uitspraak
RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Zaandam
zaak/rolnr.: 394311 WM VERZ 08-1062
CJIB-nummer: 111918816
Proces-verbaal van de op 16 september 2008 in het openbaar gehouden terechtzitting voor de behandeling van beroepzaken in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) inzake het beroep van:
naam [betrokkene]
adres [adres]
woonplaats [woonplaats]
verder te noemen betrokkene,
tegen de beslissing van de officier van justitie van 28 januari 2008.
Tegenwoordig: kantonrechter mr. J.J. van der Valk
griffier J. Stam
Ter zitting is verschenen:
mr. J.H.A. Steenbrink, namens het Openbaar Ministerie.
Betrokkene is eveneens verschenen.
De gedraging -waarvoor de in deze procedure bedoelde administratieve sanctie is opgelegd- luidt, kort omschreven, als volgt: rijden in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan 2 wielen, bord C 6 bijlage I RVV 1990.
Betrokkene heeft tegen de administratieve sanctie beroep ingesteld bij de officier van justitie en daartoe aangevoerd hetgeen in het beroepschrift – dat zich bij de stukken bevindt – is vermeld.
De officier van justitie heeft op dat beroep beslist. Betrokkene heeft daartegen vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter en daartoe aangevoerd hetgeen in het tweede beroepschrift -dat zich eveneens bij de stukken bevindt- is vermeld.
Ter zitting heeft betrokkene meegedeeld het verweer te handhaven.
De officier van justitie heeft aangegeven de beslissing waarvan beroep te handhaven.
De kantonrechter beëindigt de behandeling van de zaak en geeft aan direct uitspraak te doen. De kantonrechter deelt de beslissing en de motivering daarvan mee.
Motivering van de beslissing
De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging, zoals hiervoor kort omschreven, is begaan.
Het gaat bij het bewijs van een feit dat voor 19.00 uur moet zijn begaan omdat het inrijden van die weg in die richting na dat tijdstip niet meer verboden is.
Als bewijs is overgelegd een foto gemaakt door de camera die aan het begin van dat wegvak staat opgesteld is.
Het voertuig staat er duidelijk met de achterkant op.
De apparatuur aan de camera registreert als tijd 18:57:19 en als snelheid 26 kilometer per uur.
De vertegenwoordiger van het CVOM heeft verklaard dat de klok in de camera is geijkt en dat de camera zodanig is afgesteld dat hij vanaf 2 minuten vóór 19.00 uur geen foto’s meer maakt.
Betrokkene heeft verklaard dat hij van de plaatselijke situatie volledig op de hoogte is en de camera weet te staan. Hij heeft ook een foto van de camera en het verbodsbord overgelegd.
Hij zegt die dag te zijn gaan vissen in het Twiske en op de terugweg op een parkeerplaats vlak voor bord en camera te in zijn auto te hebben gewacht totdat de klok van zijn navigatieapparatuur ruimschoots de 19.00 was gepasseerd.
Hij had ook de radio aan staan en heeft het tijdsein van 19.00 uur gehoord voordat hij vertrok.
De kantonrechter gaat ervan uit dat betrokkene te goeder trouw is en er onder de gegeven omstandigheden alle belang bij had om inderdaad na het vissen even te wachten om de hem bekende camera niet te vroeg te passeren.
Dat betekent dan ook dat ervan moet worden uitgegaan dat ofwel de klok in de camera niet goed heeft gelopen ofwel de klok of klokken in de auto van betrokkene.
De kantonrechter kiest voor de verklaring van de betrokkene.
Daarbij speelt een rol dat de Officier van Justitie in zijn beslissing op het eerste bezwaar betrokkene niet heeft gehoord en in het geheel niet is ingegaan op zijn argumenten.
Er wordt integendeel in de beslissing gerept van een verklaring van een verbalisant waaraan doorslaggevende betekenis wordt gehecht, terwijl er in het proces-verbaal geen sprake is van een verklaring van een verbalisant.
Betrokkene is niet staande gehouden.
Er is wel een foto in het geding maar geen ijkrapport of een ander bewijsstuk waaruit kan blijken dat deze camera gesynchroniseerd is en inderdaad twee minuten voor 19.00 uur al stopt.
Beslissing:
De kantonrechter :
Verklaart het beroep gegrond en vernietigt de initiële beschikking. Bepaalt dat het bedrag der zekerheidstelling wordt terugbetaald.
Waarvan proces-verbaal.
Een afschrift van dit proces-verbaal is aan [betrokkene] en aan de officier van justitie en aan het CJIB toegezonden op:
Tegen deze beslissing is ingevolge art. 14 WAHV geen hoger beroep mogelijk.