
Jurisprudentie
BF5402
Datum uitspraak2008-09-30
Datum gepubliceerd2008-10-06
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
ZaaknummersAWB 08 / 3102
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-10-06
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
ZaaknummersAWB 08 / 3102
Statusgepubliceerd
Indicatie
Aanvraag op grond van de Tijdelijke regeling eenmalige tegemoetkoming pensioenverevening. Aanvraag afgewezen omdat deze niet tijdig, binnen de daartoe in de regeling bepaalde datum, is ingediend. Geen omstandigheden die de te late indiening verschoonbaar maken.
Uitspraak
RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 08 - 3102 AOW
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 september 2008
in de zaak van:
[naam eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
tegen:
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 9 januari 2008 heeft verweerder de aanvraag van eiseres om een eenmalige uitkering op basis van de Tijdelijke regeling eenmalige tegemoetkoming pensioenverevening afgewezen.
Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 11 januari 2008 bezwaar gemaakt.
Bij besluit van 12 maart 2008 heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.
Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 21 maart 2008 beroep ingesteld.
Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken ingezonden en een verweerschrift ingediend.
Het beroep is behandeld ter zitting van 24 juli 2008, alwaar eiseres is verschenen bij haar zoon, [naam zoon]. Verweerder is verschenen bij K. Verbeek.
2. Overwegingen
2.1 Tussen partijen is in geschil of verweerder terecht de tegemoetkoming op grond van de Tijdelijke Regeling eenmalige tegemoetkoming pensioenverevening, hierna de Regeling, heeft geweigerd omdat eiseres deze niet tijdig heeft aangevraagd.
2.2 In artikel 3, eerste lid van de Regeling is bepaald dat de SVB op aanvraag het recht op een tegemoetkoming vaststelt. In het tweede artikellid is bepaald dat een aanvraag bij de SVB moet worden ingediend tussen 1 oktober 2007 en 15 november 2007 door middel van een door de SVB beschikbaar gesteld aanvraagformulier. Gebleken is dat de SVB deze termijn heeft verlengd tot en met 12 december 2007.
2.3 Verweerder stelt de mogelijke rechthebbenden op een tegemoetkoming op twee verschillende manieren te hebben geïnformeerd over de Regeling. In het informatieblad "uw AOW/Anw" is in de uitgave van januari 2007 en de uitgave van juli 2007 op deze Regeling gewezen. Daarnaast heeft verweerder aan de hand van een gegevensuitwisseling met de GBA en de Belastingdienst aan een groep potentiële gerechtigden een voorbedrukt aanvraagformulier toegezonden.
2.4 Verweerder heeft op 27 september 2007 (ook) aan eiseres, als potentieel gerechtigde, een brief met de aankondiging van deze Regeling en voorzien van een voorbedrukt aanvraagformulier toegezonden.
2.5 Vaststaat dat verweerder dit aanvraagformulier van eiseres heeft ontvangen op 4 januari 2008. Verweerder heeft gesteld dat eiseres niet heeft voldaan aan het formeel vereiste om de aanvraag binnen de gestelde datum in te dienen. Verweerder heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat hetgeen eiseres heeft aangevoerd als reden voor de te late indiening van de aanvraag geen reden geeft af te wijken van de Regeling omdat niet is gebleken dat eiseres de volledige periode tot 12 december 2007 buiten staat was om een aanvraag in te dienen. Er zijn volgens verweerder geen omstandigheden die de te late indiening verschoonbaar maken.
2.6 Eiseres betoogt in beroep dat zij, gelet op haar psychische en fysieke gesteldheid niet in staat was adequaat te reageren. Ter zitting is aangevoerd dat eiseres die brief destijds terzijde heeft gelegd omdat zij de confrontatie met het verleden niet aankon. Op het moment dat een zuster van eiseres kennis kreeg van die brief, heeft zij onmiddellijk gereageerd. Zij wijst er ook op dat verweerder haar niet, na het verstrijken van de termijn, een herinnering heeft gestuurd. Zij wijst er op dat de genomen beslissing voor haar, gelet op het geldbedrag dat zij zichzelf hiermee heeft onthouden, onevenredig nadelig uitpakt. Eiseres vindt het besluit nogal rigide, nu zij aan alle inhoudelijke vereisten voldoet.
2.7 De rechtbank stelt vast dat eiseres niet heeft voldaan aan de in de Regeling gestelde voorwaarde de aanvraag binnen de gestelde termijn in te dienen. De rechtbank kan niet anders dan het oordeel van verweerder onderschrijven dat er geen dusdanige omstandigheden zijn gebleken die de te late indiening van de aanvraag verschoonbaar maken. Uit de jurisprudentie volgt dat alleen dan wanneer sprake is van een situatie waarin de betrokkene gedurende de gehele termijn, die hier liep van 1 oktober 2007 tot en met 12 december 2007, op medische gronden buiten staat is geweest om te reageren, de te late indiening verschoonbaar is. Daar is de rechtbank in het geval van eiseres niet van kunnen blijken. Dat eiseres blokkeerde neemt niet weg dat wel van haar gevergd mocht worden dat zij maatregelen zou treffen, bijvoorbeeld door inschakeling van een ander om die post voor haar af te handelen.
2.8 De rechtbank onderkent dat de beslissing voor eiseres hard uitpakt. Dat is geen reden om het besluit te vernietigen. De Regeling, die per 1 januari 2008 ook al weer is vervallen, kent geen hardheidsclausule. Hierbij merkt de rechtbank ook nog op dat verweerder de toepassing van de Regeling tweemaal via een algemeen blad heeft bekendgemaakt en daarnaast ook nog een voorselectie heeft gemaakt. Aan verweerder kan niet worden tegengeworpen dat er geen herinnering meer is gestuurd, nog daargelaten of eiseres door een dergelijke herinnering wel tot een tijdige indiening zou zijn gekomen. Het niet sturen van een herinnering maakt niet dat aan de op dit punt dwingend geformuleerde Regeling kan worden voorbijgegaan.
2.9 Op grond van het vorenstaande kan het bestreden besluit stand houden en zal de rechtbank het beroep ongegrond verklaren. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.
3. Beslissing
De rechtbank:
3.1 verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C. Terwiel-Kuneman, rechter, en op 30 september 2008 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. H.R.A. Horring, griffier.
afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Het hoger beroep dient te worden ingesteld door het indienen van een beroepschrift binnen zes weken onmiddellijk liggend na de dag van verzending van de uitspraak door de griffier.