Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BF5287

Datum uitspraak2008-10-03
Datum gepubliceerd2008-10-06
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
ZaaknummersAWB 08/2193
Statusgepubliceerd


Indicatie

Weigering vergunning voor het plaatsen van reclameborden voor stuntshow met auto's. Uitspraak zonder zitting wegens onverwijlde spoed. Verzoeker heeft onmiskenbaar belang om op zeer korte termijn reclameborden te kunnen plaatsen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter dient het belang van verweerder om commerciële reclame-uitingen zoveel mogelijk te beperken hieraan ondergeschikt te zijn, nu hij in pas een zeer laat stadium aan verzoeker kenbaar heeft gemaakt dat het plaatsen van reclameborden niet zou worden toegestaan.


Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN Sector bestuursrecht procedurenummer: AWB 08/2193 uitspraak van de voorzieningenrechter van 3 oktober 2008 als bedoeld in artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen Stunt Movie Production, gevestigd te Düsseldorf in Duitsland, verzoeker, gemachtigde: [naam], en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lemsterland, verweerder, gemachtigde: mr. S.A.E. Poepjes, werkzaam bij verweerders gemeente. Procesverloop Bij brief van 1 oktober 2008 heeft verweerder verzoeker mededeling gedaan van zijn besluit hem geen vergunning te verlenen voor het plaatsen van reclameborden in verweerders gemeente op of langs de openbare weg. Verzoeker heeft tegen dit besluit een bezwaarschrift ingediend. Tevens heeft verzoeker zich bij brief van 1 oktober 2008, door de rechtbank ontvangen op 3 oktober 2008, tot de voorzieningenrechter gewend met het verzoek om op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Awb een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter acht termen aanwezig om, met toepassing van het bepaalde in artikel 8:83, vierde lid, van de Awb, uitspraak te doen zonder voorafgaande zitting. Motivering Feiten 1.1 Op grond van art. 8:81 lid 1 Awb kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het verzoek overweegt de voorzieningenrechter dat niet is gebleken van beletselen om verzoeker te kunnen ontvangen. Voorts is genoegzaam aangetoond dat verzoeker een spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorlopige voorziening. 1.2 Bij brief van 5 februari 2008 heeft verzoeker een evenementenvergunning aangevraagd voor het houden van een stuntshow met onder meer auto's en motoren. Daarbij heeft hij eveneens verzocht hem een vergunning te verlenen om reclameborden in verweerders gemeente te mogen plaatsen. Verweerder heeft bij besluit van 4 september 2008 de gevraagde evenementenvergunning geweigerd. Tegen dit besluit heeft verzoeker bezwaar aangetekend. Tevens heeft hij zich tot de voorzieningenrechter gewend met het verzoek een voorlopige voorziening te treffen. 1.3 Bij mondelinge uitspraak van 30 september 2008 (registratienummer AWB 08/2071) heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank - onder meer en voor zover hier van belang - bepaald dat de burgemeester van Lemsterland voor 1 oktober 2008 om uiterlijk 12.00 uur aan verzoeker een evenementenvergunning dient te verlenen voor het houden van een stuntshow op 7 oktober 2008 in Lemmer, zoals door verzoeker gevraagd. 1.4 Bij het bestreden besluit heeft verweerder de gevraagde vergunning voor het plaatsen van reclameborden geweigerd. Geschil 2.1 Verweerder heeft ter motivering van zijn besluit - onder meer en samengevat - aangevoerd dat een vergunning voor het plaatsen van reclameborden alleen wordt verleend ten behoeve van niet-commerciële activiteiten. Verweerder heeft daarbij verwezen naar de Nota Reclamebeleid die op 24 april 2008 door de Raad van verweerders gemeente is vastgesteld. De stuntshow die verzoeker op 7 oktober 2008 gaat organiseren is een commerciële activiteit en daarvoor verleent verweerder dan ook geen vergunning. 2.2 Verzoeker heeft - onder meer en samengevat - naar voren gebracht dat hij bij besluit van de burgemeester van 30 september 2008 een evenementenvergunning heeft verkregen voor houden van een stuntshow op 7 oktober 2008. In zijn aanvraag van 5 februari 2008 om een evenementenvergunning heeft hij tevens verzocht hem een vergunning te verlenen om reclameborden te mogen plaatsen. Van de zijde van verweerder heeft hij niet eerder dan middels het bestreden besluit van 1 oktober 2008 vernomen dat het plaatsen van reclameborden op problemen zou stuiten. Hij stelt dat hij er tot dat moment dan ook op mocht vertrouwen dat bij verlening van de evenementenvergunning de vergunning voor het plaatsen van reclameborden eveneens zou worden verleend. Gelet op de korte periode tot aan de show heeft verzoeker er voorts groot belang bij dat hij door middel van het plaatsen van borden reclame kan maken voor zijn show. Beoordeling van het geschil 3.1 De voorzieningenrechter is van oordeel dat verzoeker onmiskenbaar belang heeft om op zeer korte termijn reclameborden te kunnen plaatsen ten behoeve van de stuntshow die hij op 7 oktober 2008 gaat houden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter dient het belang van verweerder om commerciële reclame-uitingen zoveel mogelijk te beperken hieraan ondergeschikt te zijn, nu hij in pas een zeer laat stadium aan verzoeker kenbaar heeft gemaakt dat het plaatsen van reclameborden niet zou worden toegestaan. In de periode tussen de aanvraag op 5 februari 2008 en de aanvankelijke weigering van de evenementenvergunning, noch tijdens de zitting op 30 september 2008, noch kort daarna heeft verweerder hiervan gewag gemaakt, terwijl daarvoor voldoende gelegenheid bestond, nu verzoeker zeer regelmatig contact heeft gehad met vertegenwoordigers van verweerders gemeente over het evenement. Gelet op de korte periode die verzoeker nog rest tot aan de dag van de show, is de voorzieningenrechter dan ook van oordeel dat zijn belang bij het plaatsen van de borden zwaarder dient te wegen dat het belang van verweerder bij handhaving van zijn beleid tot het niet toestaan van reclame-uitingen voor commerciële evenementen. Hierbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat de borden slechts gedurende korte tijd aanwezig zullen zijn. Het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening zal dan ook worden toegewezen. 3.2 Voor zover verweerder heeft gesteld dat verzoeker een beperkt aantal reclameborden in de gemeente kan plaatsen, overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Verzoeker heeft te kennen gegeven dat hij in de gemeente ongeveer 30 borden wenst te plaatsen, waarvan ongeveer de helft in Lemmer. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is dat geen onredelijk groot aantal, mede gelet op de relatief korte periode dat verzoeker reclame kan maken voor zijn show. 3.3 Gelet op het belang van verzoeker bij het maken van reclame voor zijn stuntshow, zal de voorzieningenrechter bepalen dat verzoeker per direct geacht wordt in het bezit te zijn van de gevraagde vergunning. 3.4 De voorzieningenrechter acht geen termen aanwezig voor het uitspreken van een proceskostenveroordeling. Beslissing De voorzieningenrechter: - wijst het verzoek toe en schorst het bestreden besluit; - bepaalt dat verzoeker - voor zover nodig - per direct geacht wordt in het bezit te zijn van een vergunning voor het plaatsen van maximaal 30 reclameborden in verweerders gemeente ten behoeve van een stuntshow op 7 oktober 2008 in Lemmer, zoals door hem gevraagd; - bepaalt dat de gemeente Lemsterland het betaalde griffierecht van € 145,= aan verzoeker vergoedt. Aldus gegeven door mr. E. de Witt, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken op 3 oktober 2008, in tegenwoordigheid van mr. E. Pot als griffier. w.g. E. Pot w.g. E. de Witt Tegen deze uitspraak kan geen rechtsmiddel worden aangewend.