Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BF4592

Datum uitspraak2008-10-01
Datum gepubliceerd2008-10-02
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers96820 / KG ZA 08-249
Statusgepubliceerd


Indicatie

Toestemming gedaagde noodzakelijk nu daardoor wijziging komt in vermogenrechtelijke positie van haar minderjarige zoon. Verkoop van stuk cultuurgrond lijkt naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter thans het meest verstandige. Toewijzen subsidiaire vordering.


Uitspraak

RECHTBANK ALMELO Sector Civiel zaaknummer: 96820 / KG ZA 08-249 datum vonnis: 1 oktober 2008 (z) Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van: X, wonende te Hardenberg, eiser, advocaat: mr. M. Cupido, tegen Y, wonende te Haaksbergen, gedaagde, advocaat: mr. J.A.A.M. Rupert. Het procesverloop Eiser heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding. De zaak is behandeld ter terechtzitting van 24 september 2008. Ter zitting zijn verschenen: Eiser vergezeld door mr. Cupido en gedaagde vergezeld door mr. Rupert. De standpunten zijn toegelicht. Het vonnis is bepaald op vandaag. De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing 1. In deze zaak staat het navolgende vast. Eiser heeft op 16 februari 2001 een overeenkomst met Robinia Gold B.V. gesloten in verband met de aankoop van een perceel grond in Onstwedde. Op 28 juni 2001 is het perceel grond geleverd voor een aankoopsom van fl. 10.000,=. Daarbij zijn eiser en de minderjarige zoon van partijen (Mike), samen ex artikel 3:166 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) eigenaar geworden van het betreffende perceel grond. Daarnaast is in de leveringsakte voor een bedrag ad fl. 28.500,= gedurende een periode van (circa) 20 jaar 95% van de netto-opbrengst van de kap van de (robinia)bomen op het perceel grond ”geleverd” aan eiser en zijn zoon Mike, die hierdoor ook ”participanten” werden. Om het inleggeld van fl. 38.500 te kunnen voldoen heeft eiser een lening afgesloten bij de Direkt Bank. Doel van het aangaan van de overeenkomst was dat voor eiser en Mike een leuk spaarpotje zou worden opgebouwd. Enige tijd na de levering van het perceel grond bleek dat de opbrengsten niet voldoende waren om de kosten en aflossing van de daarvoor gesloten lening te kunnen betalen. Op 1 juni 2005 is het faillissement van Robinia Gold B.V. uitgesproken, waarna gedurende langere periode is gecorrespondeerd tussen onder andere de curator in dat faillissement (mr. Van der Wulp), de advocaat van de participanten (mr. H. van Schuppen) en mr. Jongeneel, de advocaat van E.F.C. Management Group (voormalig aandeelhouder van Robinia Gold B.V.) over het treffen van een minnelijke regeling. Op 19 september 2007 heeft E.F.C. Management Group een schikkingaanbod gedaan aan alle participanten. Van de in totaal 1125 participanten was een klein deel niet te traceren. In totaal 1094 participanten (99% van het getraceerde deel) hebben het aanbod geaccepteerd. Het aanbod bestond uit twee verschillende opties. Eiser heeft gekozen voor optie 2, inhoudende dat eiser met het project stopt en het perceel grond overdraagt aan E.F.C. Management Group. Als gevolg van het accepteren van optie 2 komt aan eiser een vergoeding toe van € 3.500,= voor de participatie en € 2.500,= voor de grond. Daarnaast komt aan eiser een kostenvergoeding toe van € 1.000,= in verband met de kosten van rechtsbijstand. Om het perceel grond aan E.F.C. Management Group te kunnen leveren (en alvorens de vergoedingen kunnen worden uitbetaald), dient krachtens het bepaalde in artikel 1:253i lid 1 BW gedaagde haar medewerking te verlenen door middel van het ondertekenen van een volmacht, aangezien zij samen met eiser het ouderlijk gezag uitoefent over Mike. Gedaagde weigert echter haar medewerking te verlenen aan het ondertekenen van de volmacht, die (mede) benodigd is voor het (terug)leveren van de onroerende zaak. De rechtbank Almelo, sector kanton, locatie Enschede, heeft bij beschikking van 19 mei 2008 geoordeeld dat de verkoop van het perceel cultuurgrond in het belang van Mike is, in verband waarmee de krachtens artikel 1:253k jo. 1:345 BW vereiste machtiging voor verkoop en levering is verstrekt. 2. Het standpunt van eiser: Eiser vraagt de voorzieningenrechter, uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut, met veroordeling van gedaagde in de kosten van deze procedure, om Primair: volmacht te verlenen aan ieder van de juristen en overige medewerkers werkzaam ten kantore van Van Doorne N.V., advocaten, fiscalisten en notarissen te Amsterdam, zo tezamen als ieder van hen afzonderlijk, om namens gedaagde te verkopen en te leveren, conform de conceptakte van verkoop en levering op te stellen door Van Doorne N.V., ter uitvoering van het door eiser aanvaarde aanbod daartoe, het navolgende registergoed: een perceel cultuurgrond, gelegen aan de Zuider Kanaalweg te Musselkanaal, kadastraal bekend gemeente Onstwedde, sectie W nummer 418, groot veertien are en achtentwintig centiare, voor een koopprijs van € 2.500,= (tweeduizend vijfhonderd euro), kosten van overdracht en levering voor rekening van koper, onder de navolgende voorwaarden en bepalingen: -de kooprijs te ontvangen en daarvoor kwijting te verlenen; -uit de koopprijs de eventuele hypothecaire schuld(en) waarmee het perceel is belast af te lossen; -kosten te verrekenen; -de benodigde akten en stukken te doen opmaken en te ondertekenen, woonplaats te kiezen; -de bevoegdheid van de gevolmachtigde om als gevolmachtigde van de wederpartij(en) van verkoper bij de vorenbedoelde akte op te treden; -en verder alles te doen dat in verband met het bovenstaande nuttig of noodzakelijk mocht zijn, ook al is dat in de dagvaarding niet uitdrukkelijk vermeld, alles met de bevoegdheid tot substitutie. Met de bepaling dat de voorzieningenrechter, in plaats van gedaagde, Van Doorne N.V. en de gevolmachtigden zal vrijwaren tegen en schadeloos stellen voor alle kosten, uitgaven, vorderingen en aansprakelijkheden die uit de (beoogde) uitoefening in goeder trouw van de bevoegdheden onder deze volmacht voortvloeien. Met de bepaling dat die verkoopsom toekomt aan eiser en gestort kan worden op bankrekeningnummer 66.11.94.949 van de ING Bank ten name van Cupido & Wiechers Advocaten te Hardenberg. Subsidiair: Om te bepalen dat het perceel cultuurgrond, gelegen aan de Zuider Kanaalweg te Musselkanaal, kadastraal bekend gemeente Onstwedde, sectie W nummer 418, groot veertien are en achtentwintig centiare, voor een koopprijs van € 2.500,= (tweeduizend vijfhonderd euro) zal worden geleverd aan E.F.C. Management Group B.V., en te bepalen dat de in dezen te wijzen uitspraak in de plaats zal treden van het deel van de in wettige vorm opgemaakte akte waarin gedaagde haar handtekening dient te vermelden althans haar medewerking dient te verlenen, met bepaling dat de in dezen te wijzen uitspraak voor de wilsverklaring van gedaagde in de plaats komt, met de bepaling dat de verkoopsom toekomt eiser en kan worden gestort op rekeningnummer 66.11.94.949, zijnde het rekeningnummer van de Stichting Derdengelden Cupido & Wiechers advocaten, onder vermelding van X/Y. Eiser benadrukt dat de aankoop van de grond en de participatie van de bomenkap, mede ten gunste van Mike, achteraf een “financiële zeperd” is gebleken. Eiser wil nu, net als de meeste andere participanten, van het perceel grond af, om te voorkomen dat de kosten nog verder oplopen. Dat is ook het meest in het belang van Mike. Eiser is van mening dat hem de aangeboden vergoeding geheel toekomt, zonder dat met Mike te hoeven delen, nu hij ook de gehele restschuld ad omstreeks € 11.500,= (vermeerderd met rente- en overige kosten) voor zijn rekening neemt. Van gedaagde mag thans worden verlangd dat zij ex artikel 1:253i BW haar medewerking aan de levering van het stuk grond verleent. Eiser is van mening dat de toestemming van gedaagde (namens Mike) niet vereist was bij de aankoop van het perceel grond in 2001. Die aankoop, voor wat betreft het deel voor Mike, moet gezien worden als een schenking. Aan bedoelde overeenkomst kleefde ook geen gebrek, omdat Mike destijds zelf geen partij was bij die overeenkomst. Eiser stelt dat hij een spoedeisend belang heeft bij de onderhavige procedure. De bij de levering betrokken notaris had in augustus 2008 de akte al willen passeren. De notaris stelt dat dit toch uiterlijk september 2008 moet gebeuren. Eiser heeft van mr. Van Schuppen, de advocaat van de participanten, vernomen dat er anders een miljoenenschade dreigt. 3. Het standpunt van gedaagde: Ook gedaagde stelt het belang van Mike voorop, maar zij is onzeker wat in dit geval de juiste beslissing is. Zij vindt dat griezelig en zij wil de beslissing daarom aan de voorzieningen-rechter overlaten. De hele gang van zaken voelt volgens haar niet goed. Gedaagde is van mening dat zij ook in 2001 in het aangaan van de overeenkomst tot koop en participatie door eiser, mede ten gunste van Mike, had moeten zijn gekend. Aan de in 2001 opgemaakte overeenkomst zou op dat punt best wel een gebrek kunnen kleven. Spoedeisend belang acht gedaagde niet aanwezig. Vorig jaar juli is één en ander al aan het rollen gekomen, in september zijn oplossingen aangedragen en in oktober is er een aanbod gedaan, welk aanbod door eiser is geaccepteerd. Nu van gedaagde medewerking bij de levering wordt verlangd, voelt zij zich met de rug tegen de muur staan en het mes op de keel gezet. Gedaagde is van mening dat in elk geval het primair verzochte behoort te worden afgewezen. Zij heeft zelf niets te verkopen en te leveren en kan daarvoor dus ook geen volmacht geven. Om die reden kan ook geen vervangende volmacht worden gevraagd. Gedaagde verzoekt de voorzieningenrechter eiser in de kosten van deze procedure te veroordelen, nu eiser voor kosten rechtsbijstand een vergoeding heeft ontvangen en gedaagde niet. 4. De overwegingen en de beslissing van de voorzieningenrechter: De voorzieningenrechter zal het subsidiair verzochte toewijzen nu het daarbij verzochte naar zijn voorlopig oordeel het meest juist voorkomt, mede ook gelet op het standpunt van gedaagde ten aanzien van het primair verzochte. Daartoe dient nog het volgende te worden overwogen. De voorzieningenrechter acht het (subsidiair) verzochte op dit moment het meest in het belang van Mike, al kan de voorzieningenrechter voor wat betreft de waarde van het perceel grond niet in de toekomst kijken. Het zou best kunnen zijn dat over een aantal jaren het perceel grond en de participatie in de bomenkap alsnog winstgevend blijken te zijn. Op dit moment lijkt het echter vaststaand dat het bedoelde perceel grond en de participatie -inclusief die van Mike- in de bomenkap langdurig verlieslatend zijn. Aanvaarding van het aanbod van E.F.C. Management Group B.V. lijkt dan ook de meest verstandige stap. Diezelfde mening zijn kennelijk ook 99% van de getraceerde participanten toegedaan. De voorzieningenrechter is met eiser van oordeel dat gedaagde in 2001 niet mede haar handtekening onder de overeenkomst tot aankoop van de grond en participatie hoefde te zetten, maar nu is in beginsel wel haar toestemming vereist, aangezien het thans gaat om een wijziging in de vermogenspositie van Mike. Dat volgt immers uit het bepaalde in artikel 1:253i lid 1 BW. Al met al is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet gebleken van feiten en omstandigheden waarom verkoop van het stuk cultuurgrond niet in het belang van Mike zou zijn. Nu partijen voormalige echtelieden zijn, is er aanleiding de proceskosten te compenseren als na te melden. Dat eiser voor rechtsbijstand een vergoeding heeft ontvangen, maakt dat niet anders, nu die vergoeding naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet bedoeld zal zijn voor het voeren van een procedure als de onderhavige. De beslissing De voorzieningenrechter: I. Bepaalt: - dat het perceel cultuurgrond, gelegen aan de Zuider Kanaalweg te Musselkanaal, kadastraal bekend gemeente Onstwedde, sectie W nummer 418, groot veertien are en achtentwintig centiare, voor een koopprijs van € 2.500,= (tweeduizend vijfhonderd euro) zal worden geleverd aan E.F.C. Management Group B.V.. - dat deze beslissing in de plaats treedt van het deel van de in wettige vorm opgemaakte akte waarin gedaagde haar handtekening dient te vermelden althans haar medewerking dient te verlenen. - dat deze uitspraak voor de wilsverklaring van gedaagde in de plaats komt. - dat de verkoopsom toekomt aan eiser en kan worden gestort op rekeningnummer 66.11.94.949, zijnde het rekeningnummer van de Stichting Derdengelden Cupido & Wiechers advocaten onder de vermelding van X/Y. II. Compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij zijn of haar eigen kosten draagt. III. Verklaart het onder I bepaalde uitvoerbaar bij voorraad. IV. Wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. Koopmans, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 oktober 2008, in tegenwoordigheid van Zomer, griffier.