
Jurisprudentie
BF3959
Datum uitspraak2008-09-23
Datum gepubliceerd2008-10-01
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers19.830087/08
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-10-01
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers19.830087/08
Statusgepubliceerd
Indicatie
De verdachte dient van het onder 1. primair en subsidiair en 2. tenlastegelegde te worden vrijgesproken.
Verdachte heeft van meet af aan ontkend [slachtoffer] te hebben mishandeld. [moeder van slachtoffer], de moeder van [slachtoffer], met wie verdachte in de tenlastegelegde periodes een relatie had, en met wie hij samenwoonde, heeft aangegeven dat zij nimmer heeft waargenomen dat verdachte [slachtoffer] mishandelde. Zij heeft verder verklaard dat [slachtoffer] veelvuldig valt, motorisch onhandig is en over haar eigen benen valt. Deze onhandigheid van [slachtoffer] wordt bevestigd door anderen. [getuige] heeft verklaard dat [slachtoffer] een enorme stuntel is en bij wijze van spreken al over een veertje valt. [getuige 2], heeft verklaard dat [slachtoffer] zo met haar hoofd tegen een tafel loopt omdat ze niet voor zich kijkt, en [getuige 3], die voor Jeugdzorg Drenthe in het kader van crisisopvang over de periode 21 februari 2008 tot 20 maart 2008 voor [slachtoffer] heeft gezorgd, heeft verklaard dat [slachtoffer], sinds ze bij haar is, geen nieuwe blauwe plekken meer heeft, behalve die van het spelen (proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3]; dossierpagina 149). Deze verklaringen roepen, in onderling verband en samenhang beschouwd, bij de rechtbank zodanige twijfels op omtrent het ontstaan van de bij [slachtoffer] geconstateerde letsels dat zij niet tot het wettig en overtuigend bewijs kan komen dat verdachte [slachtoffer], de dochter van zijn vriendin, gedurende de tenlastegelegde periodes (stelselmatig) heeft mishandeld.
Uitspraak
RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 19/830087-08
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 23 september 2008 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966,
wonende te [adres].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op dinsdag 9 september 2008.
De verdachte is verschenen en werd bijgestaan door mr. J.B. Pieters, advocaat te Hoogeveen.
Tenlastelegging
De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 8 februari 2008 tot en met 15 februari 2008 in de gemeente Emmen, althans in het arrondissement Assen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet [slachtoffer], meermalen, met kracht, tegen het oor en/of tegen het hoofd heeft gestompt/geslagen en/of aan het oor heeft vast gepakt en/of (vervolgens) getrokken en/of in het oor heeft geknepen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 februari 2008 tot en met 15 februari 2008 in de gemeente Emmen, althans in het arrondissement Assen (telkens) opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), meermalen, met kracht,
- tegen het oor en/of tegen het hoofd heeft gestompt/geslagen en/of aan het oor heeft vast gepakt en/of (vervolgens) getrokken en/of in het oor heeft geknepen en/of
- in het gezicht en/of tegen het lichaam heeft gestompt/geslagen en/of
- tegen het lichaam heeft getrapt/geschopt en/of
- in het gezicht en/of in de keel en/of in het lichaam heeft geknepen en/of
- aan het lichaam heeft getrokken,
waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2006 tot en met 7 februari 2008 in de gemeente Emmen, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk mishandelend [slachtoffer], meermalen, met kracht,
- in het gezicht en/of tegen het hoofd en/of tegen het lichaam heeft gestompt/geslagen en/of
- tegen het lichaam heeft getrapt/geschopt en/of
- in het gezicht en/of in de keel en/of in het lichaam heeft geknepen en/of
- aan het lichaam heeft getrokken,
waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
De verdachte dient van het onder 1. primair en subsidiair en 2. tenlastegelegde te worden vrijgesproken.
Verdachte heeft van meet af aan ontkend [slachtoffer] te hebben mishandeld. [moeder van slachtoffer], de moeder van [slachtoffer], met wie verdachte in de tenlastegelegde periodes een relatie had, en met wie hij samenwoonde, heeft aangegeven dat zij nimmer heeft waargenomen dat verdachte [slachtoffer] mishandelde. Zij heeft verder verklaard dat [slachtoffer] veelvuldig valt, motorisch onhandig is en over haar eigen benen valt. Deze onhandigheid van [slachtoffer] wordt bevestigd door anderen. [getuige] heeft verklaard dat [slachtoffer] een enorme stuntel is en bij wijze van spreken al over een veertje valt. [getuige 2], heeft verklaard dat [slachtoffer] zo met haar hoofd tegen een tafel loopt omdat ze niet voor zich kijkt, en [getuige 3], die voor Jeugdzorg Drenthe in het kader van crisisopvang over de periode 21 februari 2008 tot 20 maart 2008 voor [slachtoffer] heeft gezorgd, heeft verklaard dat [slachtoffer], sinds ze bij haar is, geen nieuwe blauwe plekken meer heeft, behalve die van het spelen (proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3]; dossierpagina 149). Deze verklaringen roepen, in onderling verband en samenhang beschouwd, bij de rechtbank zodanige twijfels op omtrent het ontstaan van de bij [slachtoffer] geconstateerde letsels dat zij niet tot het wettig en overtuigend bewijs kan komen dat verdachte [slachtoffer], de dochter van zijn vriendin, gedurende de tenlastegelegde periodes (stelselmatig) heeft mishandeld.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte onder 1. primair en subsidiair en 2. is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M.M. Oostdam, voorzitter, en mr. H.H.A. Fransen en mr. B.I. Klaassens, rechters, in tegenwoordigheid van R.C. Sprong, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op dinsdag 23 september 2008.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.-