Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BF3958

Datum uitspraak2008-01-24
Datum gepubliceerd2008-10-01
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers07/1032 BESLU
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

De weigering om verzoekers in te schrijven voor de kaveluitgifte is een besluit ter voorbereiding op een privaatrechtelijke rechtshandeling. Op grond van artikel 8:3 van de Awb is dit besluit uitgezonderd van de mogelijkheid van het instellen van beroep bij de bestuursrechter. Volgt onbevoegdverklaring.


Uitspraak

RECHTBANK ASSEN Sector Bestuursrecht Kenmerk: 07/1032 BESLU Uitspraak van de voorzieningenrechter op de voet van het bepaalde in titel 3 van hoofdstuk 8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) d.d. 24 januari 2008 in het geding tussen: [verzoeker], [woonplaats] en Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Coevorden, verweerder. I. Procesverloop Bij besluit van 4 december 2007 heeft verweerder geweigerd om verzoekers in te schrijven voor de kaveluitgifte 2007 in het bestemmingsplan “Uitbreiding Steigerwijk” te Dalerpeel, omdat zij niet voldoen aan de door verweerder gehanteerde uitgiftecriteria. Namens verzoekers is tegen dit besluit bij verweerder bezwaar gemaakt. Bij brief van 4 december 2007 is tevens namens verzoekers aan de voorzieningenrechter van de rechtbank verzocht om toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verweerder heeft bij brief van 11 december 2007 de op de zaak betrekking hebbende stukken alsmede een verweerschrift ingezonden. De gemachtigde van verzoekers heeft hiervan een afschrift ontvangen. II. Motivering Ingevolge artikel 8:81 van de Awb kan, indien tegen een besluit bij de recht¬bank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. De voorzieningenrechter van de rechtbank is slechts dan bevoegd wanneer het besluit waartegen bezwaar is aangetekend en waartegen het verzoek zich richt, een besluit is waartegen in een (eventuele) bodemprocedure beroep openstaat bij de rechtbank. In artikel 8:3 van de Awb is bepaald, dat geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit ter voorbereiding op een privaatrechtelijke rechtshandeling. Verweerder heeft zijn weigering om verzoekers in te schrijven gebaseerd op het door de raad van de gemeente Coevorden vastgestelde beleid ter zake van de uitgifte van kavels door de gemeente. Deze weigering, die impliceert de weigering om verzoekers deel te laten nemen aan de verloting van door verweerder uit te geven kavels, heeft verweerder nodig geacht om te komen tot een in zijn visie adequate verdeling van de kennelijk schaarse bouwkavels in Dalerpeel. De voorzieningenrechter stelt vast dat een dergelijk besluit uiteindelijk slechts gericht is op het al of niet tot stand komen van een koopovereenkomst tussen enerzijds de gemeente Coevorden (als eigenaar van de kavels) en anderzijds de kopers. Zonder de totstandkoming van die (privaatrechtelijke) overeenkomst ontbeert het besluit inzake de deelname aan de verloting van kavels betekenis. Dat besluit is derhalve onderdeel van een op de vervreemding, respectievelijk verwerving in eigendom, van bouwkavels gerichte besluitvormingsketen, waarin weliswaar publiekrechtelijke normen een rol spelen, maar met als uiteindelijk en beoogd resultaat het tot stand brengen van een koopovereenkomst, een rechtshandeling naar burgerlijk recht. Nog daargelaten de door verweerder opgeworpen vraag of het bestreden besluit kan aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb, is de voorzieningenrechter gezien het vorenstaande van oordeel dat het bestreden besluit moet worden gezien als een besluit ter voorbereiding op een privaatrechtelijke rechtshandeling. Op grond van artikel 8:3 van de Awb is dit besluit uitgezonderd van de mogelijkheid van het instellen van beroep bij de bestuursrechter. Het vorenstaande betekent dat de voorzieningenrechter zich onbevoegd dient te verklaren te oordelen op het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening. Onder verwijzing naar artikel 8:71 van de Awb moet worden geoordeeld, dat ter zake van het bestreden besluit uitsluitend een vordering bij de burgerlijke rechter kan worden ingesteld. De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om een proceskostenveroordeling uit te spreken. Onder toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Awb wordt als volgt beslist. III. Beslissing De voorzieningenrechter: - verklaart zich onbevoegd om te oordelen over het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening. - bepaalt dat ter zake van het bestreden besluit uitsluitend een vordering bij de burgerlijke rechter kan worden ingesteld. Aldus gegeven door mr. K. Wentholt, voorzieningenrechter en uitgesproken in het openbaar op 24 januari 2008 door mr. K. Wentholt, in tegenwoordigheid van mr. K. Jongsma, griffier. mr. K. Jongsma mr. K. Wentholt Afschrift verzonden op: Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.