
Jurisprudentie
BF3957
Datum uitspraak2008-09-23
Datum gepubliceerd2008-10-01
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers19.830144/08
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-10-01
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers19.830144/08
Statusgepubliceerd
Indicatie
Verdachte heeft in de nacht van 31 mei op 1 juni 2008 in Beilen samen met drie kornuiten twee fietsers de doorgang belemmerd en van één van hen, onder bedreiging met geweld, een portemonnee met inhoud weggenomen. Dit is diefstal met geweldpleging waarop een maximale gevangenisstraf van twaalf jaar is gesteld.
Deze beroving heeft het slachtoffer [slachtoffer] en diens kameraad [slachtoffer 2] grote schrik aangejaagd en bij hen gevoelens van onveiligheid en angst opgeroepen. [slachtoffer 2] verklaart in het voegingsformulier benadeelde partij: "ze hebben mijn gevoel voor vrijheid afgenomen. Was ik vroeger open en hulpvaardig naar anderen, ik zal nu eerst goed nadenken als iemand mij vriendelijk vraagt te stoppen. Niemand heeft het recht dit een ander aan te doen."
Uitspraak
RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 19/830144-08
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 23 september 2008 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
wonende te [woonplaats],
thans gedetineerd in [plaats van detentie].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 9 september 2008.
De verdachte is verschenen en werd bijgestaan door mr. G.W.B. Meijer, advocaat te Amsterdam.
Tenlastelegging
De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat hij op of omstreeks 01 juni 2008 te Beilen, gemeente Midden Drenthe tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening op de openbare weg De Lieving heeft weggenomen een portemonnee met inhoud, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- die [slachtoffer], die samen met [slachtoffer 2] over de Lieving fietste, tot stilstand heeft/hebben gedwongen, althans hem/hen de doorgang heeft/hebben belemmerd en/of om die [slachtoffer] en/of [slachtoffer 2] dreigend zijn gaan staan en/of
- met een fitnessaparaat (een zog. buigstang), althans enig voorwerp voor die [slachtoffer] en/of die [slachtoffer 2] is/zijn gaan staan en/of met dat apparaat/voorwerp dreigens (met kracht) op de grond heeft/hebben geslagen en/of
- die [slachtoffer] en/of [slachtoffer 2] dreigend en/of dwingend heeft/hebben toegevoegd: "geef me je geld" en/of "moet ik een wapen pakken", althans woorden van gelijke dreigende en/of dwingende aard;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
hij op of omstreeks 01 juni 2008 te Beilen, gemeente Midden Drenthe, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld op de openbare weg de Lieving, [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee met inhoud, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) hierin bestond(en) dat
verdachte en/of zijn mededader(s)
- die [slachtoffer], die samen met [slachtoffer 2] over de Lieving fietste, tot stilstand heeft/hebben gedwongen, althans hem/hen de doorgang heeft/hebben belemmerd en/of dreigend om die [slachtoffer] en/of [slachtoffer 2] zijn gaan staan en/of
- met een fitnessapparaat (een zog. buigstang), althans enig voorwerp voor die [slachtoffer] en/of die [slachtoffer 2] is/zijn gaan staan en/of dreigend met dat apparaat/voorwerp met kracht op de grond heeft/hebben geslagen en/of
- die [slachtoffer] en/of [slachtoffer 2] dreigend en/of dwingend heeft/hebben toegevoegd: "geef me je geld" en/of "moet ik een wapen pakken", althans woorden van gelijke dreigende en/of dwingende aard.
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank zal, waar in de tenlastelegging staat "verdachte en/of zijn mededader(s)" lezen alsof daar staat "verdachte en/of zijn medeverdachte(n)". De term mededader namelijk impliceert dat verdachte ook als dader moet worden aangemerkt, hetgeen in strijd is met de presumptie van onschuld: een verdachte dient tot aan het moment van onherroepelijke bewezenverklaring van het hem tenlastegelegde voor onschuldig te worden gehouden.
Bewijsmiddelen
Nu verdachte hetgeen de rechtbank bewezen zal verklaren heeft bekend en nadien niet anders heeft verklaard en hij noch zijn raadsman vrijspraak heeft bepleit zal de rechtbank volstaan met een opgave van bewijsmiddelen.
* Een proces-verbaal van aangifte van Politie Drenthe van 1 juni 2008, opgemaakt op ambtsbelofte door [verbalisant], hoofdagent van politie Drenthe, inhoudende de verklaring van [slachtoffer].
* Een proces-verbaal van verhoor van 3 juni 2008, opgemaakt door [verbalisanten], agent en hoofdagent van politie Drenthe, inhoudende de verklaring van [medeverdachte 1].
* Een proces-verbaal van verhoor van 1 juni 2008, opgemaakt op ambtseed/ ambtsbelofte door [verbalisanten], beiden hoofdagent van politie Drenthe, inhoudende de verklaring van [medeverdachte 2].
* De verklaring van de verdachte ter terechtzitting, zakelijk onder meer inhoudende: ik erken dat ik op 1 juni 2008 te Beilen samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] een portemonnee met inhoud van [slachtoffer] heb weggenomen met de bedoeling ons die toe te eigenen. We zijn met een buigstang om die [slachtoffer], die in gezelschap was van [slachtoffer 2], heen gaan staan en hebben gezegd: geef me je geld.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat hij op 01 juni 2008 te Beilen, gemeente Midden-Drenthe, tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening op de openbare weg De Lieving heeft weggenomen een portemonnee met inhoud, toebehorende aan [slachtoffer], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn medeverdachte(n)
- die [slachtoffer], die samen met [slachtoffer 2] over de Lieving fietste, de doorgang heeft/hebben belemmerd en om die [slachtoffer] en [slachtoffer 2] dreigend zijn gaan staan en
- met een fitnessaparaat (een zgn. buigstang), voor die [slachtoffer] en die [slachtoffer 2] is/zijn gaan staan en
- die [slachtoffer] en [slachtoffer 2] dreigend heeft/hebben toegevoegd: "geef me je geld".
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring.
De verdachte zal van het primair meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Kwalificatie
Het primair bewezen verklaarde levert op:
diefstal, voorafgegaan of vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 312 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Strafbaarheid
De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
Strafmotivering
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straf in aanmerking:
- de aard en de ernst van het gepleegde feit;
- de omstandigheden waaronder dit feit is begaan;
- hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte;
- de eis van de officier van justitie, mr. C.C. Westerling-Diderich, luidende: vijftien maanden gevangenisstraf met aftrek van voorarrest, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht, hetgeen mede inhoudt dat verdachte zal worden behandeld bij de Forensische Jeugd Psychiatrie Accare, en voorts gedeeltelijke en hoofdelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij Harders, tevens in de vorm van een hoofdelijke schadevergoedingsmaatregel;
- het pleidooi van de raadsman van de verdachte;
- de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 2 juni 2008, waaruit blijkt dat de verdachte eerder ter zake van misdrijven is veroordeeld.
Verdachte heeft in de nacht van 31 mei op 1 juni 2008 in Beilen samen met drie kornuiten twee fietsers de doorgang belemmerd en van één van hen, onder bedreiging met geweld, een portemonnee met inhoud weggenomen. Dit is diefstal met geweldpleging waarop een maximale gevangenisstraf van twaalf jaar is gesteld.
Deze beroving heeft het slachtoffer [slachtoffer] en diens kameraad [slachtoffer 2] grote schrik aangejaagd en bij hen gevoelens van onveiligheid en angst opgeroepen. [slachtoffer 2] verklaart in het voegingsformulier benadeelde partij: "ze hebben mijn gevoel voor vrijheid afgenomen. Was ik vroeger open en hulpvaardig naar anderen, ik zal nu eerst goed nadenken als iemand mij vriendelijk vraagt te stoppen. Niemand heeft het recht dit een ander aan te doen."
De rechtbank rekent de verdachte het bewezen verklaarde zwaar aan. Een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van enige duur is dan ook zeker op zijn plaats.
Anderzijds acht de rechtbank de eis van de officier van justitie, gelet op de nog jeugdige leeftijd van verdachte en het belang van aanleren van verantwoordelijk gedrag, toch te fors.
De rechtbank zal daarom aan verdachte een (deels voorwaardelijke) vrijheidsstraf opleggen die zowel recht doet aan de ernst van het feit als aan de persoonlijke belangen van de verdachte om te leren zijn verantwoordelijkheid te nemen voor zijn gedrag en naar zichzelf te kijken.
BENADEELDE PARTIJ [slachtoffer]
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen verklaarde feit en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. Het gevorderde bedrag acht zij voldoende aannemelijk gemaakt. De civiele vordering is dan ook gegrond en voor toewijzing vatbaar.
Schadevergoedingsmaatregel
Met betrekking tot het primair bewezen verklaarde feit acht de rechtbank de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht tot na te noemen bedrag aansprakelijk voor de schade, die door het strafbare feit is toegebracht.
Aan de verdachte zal de verplichting worden opgelegd dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27 en 36f van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank verklaart bewezen dat het primair tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert het strafbare feit zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte primair meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot gevangenisstraf voor de duur van tien maanden, waarvan een gedeelte, groot vijf maanden, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
De rechtbank beveelt, dat de voorwaardelijk opgelegde straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de verdachte zich voor het einde van voormelde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt,
of gedurende die proeftijd de hierna te vermelden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
De rechtbank stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens Reclassering Nederland, Regio Noord Nederland, zolang deze instelling zulks nodig oordeelt, hetgeen mede kan inhouden dat verdachte zich zal laten behandelen bij de Forensische Jeugd Psychiatrie Accare, met opdracht aan die instelling ingevolge art. 14d van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
De rechtbank heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van 30 oktober 2008.
De rechtbank veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van de som van € 80,-- en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil, met dien verstande dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door één of meer medeverdachten is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd.
De rechtbank legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer], een bedrag van € 80,-- te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door één dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft, en dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door één of meer medeverdachten is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd en verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormeld bedrag ten behoeve van het slachtoffer de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partij doet vervallen, alsmede dat betaling van voormeld bedrag aan de benadeelde partij de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag doet vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M.M. Oostdam, voorzitter, en mr. H.H.A. Fransen en mr. B.I. Klaassens, rechters, in tegenwoordigheid van R.C. Sprong, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op dinsdag 23 september 2008. De voorzitter is buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.