
Jurisprudentie
BF3935
Datum uitspraak2008-09-30
Datum gepubliceerd2008-10-01
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers107.001.366/01
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-10-01
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers107.001.366/01
Statusgepubliceerd
Indicatie
In het vonnis van 26 april 2006 heeft de rechtbank, anders dan het hof, het beroep op eigen schuld verworpen. In zoverre zal bedoeld vonnis vernietigd worden. De verwijzing naar de rol om [appellant] in de gelegenheid te stellen de gevorderde schadeposten en de onderbouwing daarvan te bespreken wordt bekrachtigd.
Het vonnis van 21 juni 2006 wordt vernietigd, voor zover in dat vonnis een hoger bedrag is toegewezen dan het hof toewijsbaar oordeelt. Het vonnis zal voor het overige bekrachtigd worden.
Uitspraak
Arrest d.d. 30 september 2008
Zaaknummer 107.001.366/01
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
[appellant],
wonende te [woonplaats appellant],
appellant,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: [appellant],
toevoeging,
advocaat: mr. J.V. van Ophem,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats geïntimeerde],
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiser,
hierna te noemen: [geïntimeerde],
advocaat: mr. J.B. Dijkema.
De inhoud van het tussenarrest d.d. 14 mei 2008 wordt hier overgenomen.
Het verdere procesverloop
Partijen hebben een akte genomen.
Vervolgens hebben partijen de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest.
De verdere beoordeling
1. In het laatste tussenarrest heeft het hof [appellant] in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de door [geïntimeerde] in het geding gebrachte berekening van de wettelijke rente.
2. [appellant] heeft zich betreffende deze berekening vervolgens gerefereerd aan het oordeel van het hof.
3. Naar het oordeel van het hof berust de berekening op juiste uitgangspunten. Nu [appellant] de berekening niet heeft bekritiseerd, gaat het hof er vanuit dat de berekening correct is uitgevoerd.
4. Mede gelet op hetgeen in het tussenarrest van 30 januari 2008 is overwogen, is [appellant] aan [geïntimeerde] een bedrag van € 3.011,18 (hoofdsom) + € 455,75 (wettelijke rente tot en met 31 december 2007) = € 3.466,93 verschuldigd, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 januari 2008. Voor zover grief X zich keert tegen toewijzing door de rechtbank van het hogere bedrag van € 4.045,90, nog te vermeerderen met wettelijke rente, is de grief gegrond.
5. Zoals in het tussenarrest van 30 januari 2008 reeds is overwogen, is [appellant] in zijn appel tegen het vonnis van 19 oktober 2005 niet-ontvankelijk.
De tegen het tussenvonnis van 25 januari 2006 opgeworpen grieven slagen niet. Het hof zal dat vonnis derhalve bekrachtigen.
In het vonnis van 26 april 2006 heeft de rechtbank, anders dan het hof, het beroep op eigen schuld verworpen. In zoverre zal bedoeld vonnis vernietigd worden. De verwijzing naar de rol om [appellant] in de gelegenheid te stellen de gevorderde schadeposten en de onderbouwing daarvan te bespreken wordt bekrachtigd.
Het vonnis van 21 juni 2006 wordt vernietigd, voor zover in dat vonnis een hoger bedrag is toegewezen dan het hof toewijsbaar oordeelt. Het vonnis zal voor het overige bekrachtigd worden.
6. Nu het hof de stellingen van [appellant] over het onrechtmatige handelen en de causaliteit verworpen heeft, hem betreffende het beroep op eigen schuld slechts gedeeltelijk in het gelijk heeft gesteld en de vordering van [geïntimeerde] grotendeels toewijsbaar heeft geacht, is [appellant] in appel grotendeels in het ongelijk gesteld. Het hof zal hem om die reden in de proceskosten van het geding in hoger beroep veroordelen (salaris advocaat: 2 punten, tarief I).
Wat voor de proceskostenveroordeling in appel geldt, geldt mutatis mutandis voor de proceskostenveroordeling in eerste aanleg. Grief X, die zich keert tegen de proceskostenveroordeling in eerste aanleg, is derhalve niet gegrond.
De beslissing:
Het gerechtshof:
- verklaart [appellant] niet-ontvankelijk in zijn appel tegen het vonnis van de rechtbank Assen van 19 oktober 2005;
- bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Assen van 25 januari 2006;
- vernietigt het vonnis van de rechtbank Assen van 26 april 2006, behoudens voor wat betreft de in dat vonnis uitgesproken rolverwijzing;
- vernietigt het vonnis van de rechtbank Assen van 21 juni 2006, doch alleen voor zover in dat vonnis, onder 1. en 2. van het dictum, een bedrag van meer dan
€ 3.466,93 met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 januari 2008 is toegewezen, en bekrachtigt dit vonnis voor het overige;
- veroordeelt [appellant] in de aan de zijde van [geïntimeerde] in appel gevallen proceskosten en bepaalt deze kosten op € 1.264,00 voor geliquideerd salaris advocaat en op € 296,00 voor verschotten;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mrs. Mollema, voorzitter, Rowel-Van der Linde en De Hek, raden, en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 30 september 2008 in bijzijn van de griffier.