
Jurisprudentie
BF3817
Datum uitspraak2008-09-26
Datum gepubliceerd2008-09-30
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers15/700182-08
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-09-30
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers15/700182-08
Statusgepubliceerd
Indicatie
Skimming. Deelnemen criminele organisatie.
De rechtbank acht bewezen:
Feit 1:Tezamen en in vereniging opzettelijk een betaalpas, bedoeld voor het verrichten van betalingen langs geautomatiseerde weg valselijk opmaken, meermalen gepleegd.
Feit 2: Poging tot het tezamen en in vereniging opzettelijk een betaalpas, bedoeld voor het verrichten van betalingen langs geautomatiseerde weg valselijk opmaken.
Feit 3: Opzettelijk een valse betaalpas voorhanden hebben, hebben ontvangen, zich heeft verschaft, vervoeren, meermalen gepleegd.
Feit 4: Diefstal met twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige en zijn mededader(s) de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel.
Feit 5: Het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden.
Uitspraak
RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/700182-08
Uitspraakdatum: 26 september 2008
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 12 september 2008 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier ten lande,
thans gedetineerd in P.I. Noord - De Grittenborgh, te Hoogeveen.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, tenlastegelegd dat:
Feit 1
Primair
(zaaksdossiers: 5, 6, 7, 8, 9 en 10)
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 02 december 2006 tot en met 27 januari 2007 te Dordrecht en/of 's-Gravenhage en/of Gorinchem en/of Alkmaar en/of Purmerend, althans (op verschillende plaatsen) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) betaalpas(sen), (een) waardekaart(en), enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) of voor het publiek beschikbare drager(s) van identiteitsgegevens, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten een of meer betaalpas(sen)/bankpas(sen), (telkens) valselijk heeft opgemaakt of heeft vervalst, (immers hebben/heeft hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk de oorspronkelijke (magneetstrip)gegevens van een of meer originele betaalpas(sen)/bankpas(sen) die (telkens) zijn aangeboden aan pinautomaten van de ABN-AMRO bank in voornoemde plaatsen in of omstreeks voornoemde periode, gekopieerd/geladen naar/op (een) kaart met magneetstrip (whitecard), tengevolgde waarvan met die laatstgenoemde [valse of vervalste] betaalpas(sen)/bankpas(sen) electronische opnamen werden gedaan ten laste van de rechtmatige eigena(a)r(en) van die originele betaalpas(sen)/bankpas(sen)) zulks (telkens) met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen;
Subsidiair
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 december 2006 tot en met 27 januari 2007 te Dordrecht en/of 's-Gravenhage en/of Gorinchem en/of Alkmaar en/of Purmerend, althans (op verschillende plaatsen) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in een of meer geautomatiseerde werken, te weten (telkens) een pinautomaat van de ABN-AMRO bank, of in een deel daarvan, is binnengedrongen, waarna verdachte en/of zijn mededader(s) vervolgens (telkens) gegevens, die waren opgeslagen, werden verwerkt of werden overgedragen door middel van dat/die geautomatiseerd(e) werk(en) waarin verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) wederrechtelijk bevond(en), (telkens) voor zichzelf of een ander heeft overgenomen, afgetapt of opgenomen (immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) apparatuur op en/of aan en/of in een geldautomaat aangebracht/geplaatst, waardoor (telkens) in die geldautomaat ingevoerde bankgegevens gekopieerd/overgenomen konden worden);
Feit 2
Primair
(zaaksdossier 11)
hij op of omstreeks 29 januari 2007 te Almere tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk (een) betaalpas(sen), (een) waardekaart(en), enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) of voor het publiek beschikbare drager(s) van identiteitsgegevens, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten een of meer betaalpas(sen)/bankpas(sen), valselijk heeft/hebben opgemaakt of heeft/hebben vervalst met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) geprobeerd een geldautomaat van de ABN-AMRObank open te breken met behulp van gereedschap, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair
hij op of omstreeks 29 januari 2007 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door hem verdachte en/of een of meer van zijn mededaders voorgenomen misdrijf om opzettelijk en wederrechtelijk in een of meer geautomatiseerde werken van de ABN-AMRObank, of in een deel daarvan, binnen te dringen en/of vervolgens gegevens, die waren opgeslagen, werden verwerkt of werden overgedragen door middel van dat/die geautomatiseerd(e) werk(en) voor zichzelf of een ander over te nemen, af te tappen of over te nemen, immers, heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) voornoemde automaat geprobeerd open te breken met behulp van gereedschap, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 3
(zaaksdossier 19B)
hij op of omstreeks 03 maart 2008 te Amsterdam, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, opzettelijk 8 (Aral tankpassen), althans een of meer valse of vervalste betaalpas(sen), waardekaart(en) of enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en), bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, heeft afgeleverd, voorhanden heeft gehad, heeft ontvangen, zich heeft verschaft, heeft vervoerd, heeft verkocht of heeft overgedragen, zulks terwijl hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die pas(sen) of kaart(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware deze echt en onvervalst;
Feit 4
(zaaksdossier 19B)
hij op of omstreeks 01 maart 2008 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, en/of Badhoevedorp, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pinautomaat van de ABN-AMRO bank heeft weggenomen een geldbedrag (van ongeveer 2100 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan ABN-AMRO bank, althans aan (rekeninghouders van) diverse bank in Duitsland, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel;
Feit 5
(zaaksdossier 18 en 18A)
hij in of omstreeks de periode vanaf december 2006 tot en met 3 maart 2008 te 's-Gravenhage, Dordrecht, Gorichem, Badhoevedorp, Alkmaar, Purmerend, Almere, Lisse, Hoofddorp, Amsterdam, Breda, Papendrecht, althans Nederland en/of in Roemenië en/of in Frankrijk en/of in Duitsland en/of in het buitenland heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [medeverdacht[medeverdachte 1] en/of [medeverdacht[medeverdachte 3] en/of [medeverdach[medeverdachte 3 ], welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten (het) (meermalen)
- plegen van computervredebreuk (art. 138a WvSr.)
- opzettelijk valselijk opmaken of vervalsen van een betaalpas en/of opzettelijk gebruik maken en/of voorhanden hebben van een valse of vervalste betaalpas (art. 232 WvSr.)
- diefstal door middel van een valse sleutel (art. 311 WvSr.)
- voorhanden hebben van stoffen/voorwerpen, wetende dat zij bestemd zijn tot het plegen van enig in artikel 232, eerste lid, omschreven misdrijf (art. 234 WvSr.).
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Bewijs
3.1 Vrijspraak
Met betrekking tot feit 1, zaak 7 en zaak 8, acht de rechtbank de betrokkenheid van verdachte niet bewezen.
3.2 Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat:
Feit 1
(zaaksdossiers: 5, 6, 7, 8, 9 en 10)
hij in de periode van 2 december 2006 tot en met 27 januari 2007 te Dordrecht en 's-Gravenhage en Alkmaar en Purmerend, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk betaalpassen, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen langs geautomatiseerde weg, valselijk heeft opgemaakt, (immers hebben hij, verdachte en zijn mededaders valselijk de oorspronkelijke (magneetstrip)gegevens van originele betaalpassen die zijn aangeboden aan pinautomaten van ABN-AMRO bank in voornoemde plaatsen in voornoemde periode, gekopieerd/geladen naar/op kaarten met magneetstrip (whitecard), tengevolgde waarvan met die laatstgenoemde valse betaalpassen electronische opnamen werden gedaan ten laste van de rechtmatige eigenaren van die originele betaalpassen) zulks met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen.
Feit 2
(zaaksdossier 11)
hij op 29 januari 2007 te Almere tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk betaalpassen, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen langs geautomatiseerde weg, te weten een of meer betaalpassen, valselijk hebben opgemaakt met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen, immers hebben verdachte en zijn mededaders geprobeerd een geldautomaat van ABN-AMRObank open te breken met behulp van gereedschap, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Feit 3
(zaaksdossier 19B)
hij op 3 maart 2008 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk 8 valse betaalpassen, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen langs geautomatiseerde weg, voorhanden heeft gehad, heeft ontvangen, zich heeft verschaft, heeft vervoerd, zulks terwijl hij, verdachte, wist dat die passen bestemd waren voor gebruik als ware deze echt en onvervalst.
Feit 4
(zaaksdossier 19B)
hij op 1 maart 2008 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, en Badhoevedorp, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een pinautomaat van ABN-AMRO bank heeft weggenomen een geldbedrag (van ongeveer 2100 euro), geheel of ten dele toebehorende aan ABN-AMRO bank, althans aan (rekeninghouders van) diverse banken in Duitsland, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel.
Feit 5
(zaaksdossier 18 en 18A)
hij in de periode vanaf 2 december 2006 tot en met 3 maart 2008 te 's-Gravenhage, Dordrecht, Gorinchem, Badhoevedorp, Alkmaar, Purmerend, Almere, Lisse, Hoofddorp, Amsterdam, Breda, Papendrecht, en in Roemenië en in Frankrijk en in Duitsland en in het buitenland
heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [medeverdacht[medeverdachte 1] en [medeverdacht[medeverdachte 3] en [medeverdach[medeverdachte 3 ],
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten het meermalen
- plegen van computervredebreuk (art. 138a WvSr.),
- opzettelijk valselijk opmaken van een betaalpas en opzettelijk gebruik maken en voorhanden hebben van een valse betaalpas (art. 232 WvSr.),
- diefstal door middel van een valse sleutel (art. 311 WvSr.),
- voorhanden hebben van stoffen/voorwerpen, wetende dat zij bestemd zijn tot het plegen van enig in artikel 232, eerste lid, omschreven misdrijf (art. 234 WvSr.).
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
3.3 Bewijsmiddelen
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit op grond van de navolgende bewijsmiddelen:
* de verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd, waarin hij onder meer - zakelijk weergegeven - heeft verklaard:
Ik heb skimmingsactiviteiten gepleegd die bestonden uit het plaatsen van een apparaatje op een pinautomaat. De rol van dit apparaatje was om de gegevens te kopiëren. In december 2006 heb ik tegen de persoon die mij had benaderd om te gaan skimmen gezegd dat ik mee wilde doen. Ik heb ook platen gedemonteerd.
* het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte door Equens Nederland B.V. d.d. 21 november 2007 (dossierpagina 1734, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende:
Wij doen aangifte van skimming in de periode van 2 december 2006 tot en met 29 januari 2007 op verschillende locaties te Dordrecht, Den Haag, Alkmaar, Purmerend en Almere. In Almere zijn geen opnames gedaan, het betrof slechts een poging tot skimming.
* het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte door Equens Nederland B.V. d.d. 11 maart 2008 (dossierpagina 881, [naam]I), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende:
Bij verdachte zijn 8 Aral passen aangetroffen met cijfercodes. Dit waren soortgelijke passen als bij de 2 eerder aangehouden verdachten, [medeverdachte 3 ] en [medeverdachte 1], aangetroffen passen. Wij ontvingen een overzicht van de inhoud van de passen en hebben hierover contact gehad met collega's van Eurokartsystemen in Frankfurt. Zij konden vaststellen dat het moest gaan om skimming en van hen ontvingen wij voor 4 van de 8 passen de skimlocaties: namelijk voor 1 pas de geldautomaat van Dresdnerbank in Pulheim (op 1, 6, 11, 15, 17, 21 februari 2008 en 1 maart 2008) en voor 3 passen de geldautomaat van Dresdnerbank te Bonn (2, 9, 10, 16, 19, 23, 29 februari 2008).
* het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte door Equens Nederland B.V. d.d. 29 april 2008 (dossierpagina 1206, [naam]I), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende:
Op 1 maart 2008 is in Badhoevedorp geld opgenomen, de skimperiode betreft 1, 2, 6-9, 11, 15, 17, 21-25 februari 2008 en 1 maart bij Dresdnerbank in Pulheim in Duitsland
Op 1 maart 2008 is in Hoofddorp geld opgenomen, de skimperiode betreft 1, 2, 6-9, 11, 15, 17, 21-25 februari 2008 en 1 maart 2008 bij Dresdnerbank in Pulheim te Duitsland.
* het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 40, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende:
Op 24 mei 2007 is er een storing geconstateerd bij de bagagekluizen in de kluisruimte van hotel Van der Valk te Schiphol. Bij controle bleek dat in een van deze kluizen een tas zat met enkele betaalterminals, een van deze betaalterminals was losgeschroefd en de bijbehorende draden hingen er los bij. Deze kluis bleek gehuurd te zijn door een man met de Roemeense nationaliteit.
* het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van inbeslagname en bevindingen (dossierpagina 134, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende:
In de op 12 juli 2007 weggesleepte rode Vauxhall Astra zijn verschillende goederen aangetroffen. Het betreft een tas met mogelijk voorzetplaten van geldautomaten. Tevens is een rugzak gevuld met skimmingsapparatuur aangetroffen en een sporttas met gereedschap en papieren. Ook is een tas met daarin een laptop aangetroffen.
* het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen inclusief bijlagen (dossierpagina 156, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende:
In Pension Amici in Zandvoort hebben 4 Roemeense mannen gelogeerd tussen 17 mei 2007 en 8 juni 2007. Zij reden in een rode Vauxhall met Engelse kentekenplaat en waren vaak bezig met elektronische apparatuur. De eigenaar van het pension herkende op de foto's die hem getoond zijn door verbalisanten, verdachte [medeverdachte 3]. Verbalisanten zijn tevens naar de beheerder, mevrouw [getuige], van de huurwoning aan de [adres] te Badhoevedorp gegaan. Op of rond 15 januari 2007 kwamen 2 mannen uit Bulgarije met haar in contact, zij herkende [medeverdachte 3] op de foto als een van deze mannen. Hij zou zich [naam] hebben genoemd. Haar zoon, [ge[getuige], herkent op de politiefoto [medeverdachte 3] tevens als de persoon zich noemende [naam]. De neef van [naam] die later bij hem kwam wonen aan de [adres] herkent hij op de foto als [medeverdachte 1]. [naam] [naam] heeft kledingstukken in de woning aan de [adres] achtergelaten, waaronder een zwart jack (combinatie trui/bodywarmer) met hoge kraag.
Als bijlage is toegevoegd een foto van bovengenoemd jack, p. 169.
* het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 1685, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende:
Door verbalisanten zijn alle camerabeelden van vermeende skimmingsactitiviteiten verzameld, het betreft allemaal pinautomaten van ABN-AMRO bank. Een tweede verbalisant bekeek de beelden en hem vielen een aantal personen op: [medeverdachte 3], [medeverdachte 3 ], [medeverdachte 1], [verdachte].
* het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 november 2007, gezichtherkenningsonderzoek (dossierpagina 1690, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende:
Verdachte, [verdachte] en [medeverdachte 3] zijn mogelijk te zien op de beelden van 02-12-2006 op de tijdstippen gelegen tussen 09.36.49 en 09.38.29 en tussen 18.17.15 en 18.18.23 uur, bij de pinautomaat op het Van Eesterenplein te Dordrecht.
Verdachte en [verdachte] zijn mogelijk te zien op beelden van de geldautomaat aan de Theresiastraat te Den Haag op 05-12-2006 op de tijdstippen gelegen tussen 09.32.06 en 09.35.01 en tussen 13.20.20 en 13.21.16, alsmede op de beelden van 08-12-2006 op tijdstippen tussen 10.36.26 en 10.36.44 en tussen 13.05.19 en 13.06.18 uur.
Verdachte, [medeverdachte 3], [verdachte] en [medeverdachte 1] zijn waarschijnlijk te zien op de camerabeelden van de geldautomaat op de Wendelaarstraat te Alkmaar op 24-01-2007 op de tijdstippen tussen 09.54.42 en 09.59.08 uur en tussen 19.57.23 en 19.58.07 uur.
Verdachte, [medeverdachte 3], [medeverdachte 1] en [verdachte] zijn waarschijnlijk te zien op de camerabeelden van de geldautomaat op de Overlandstraat te Purmerend op 27-01-2007 tussen 10.05.15 en 12.08.27 uur.
Verdachte, [medeverdachte 3] en [verdachte] zijn waarschijnlijk te zien op de camerabeelden van de geldautomaat op Bordes te Almere-Stad op 29-01-2007, op tijdstippen gelegen tussen 09.39.30 en 09.40.41 uur.
* het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 3090, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende:
Op 09-01-2007 werden [medeverdachte 3] en [verdachte] op grond van de Opiumwet aangehouden in Schiedam. Op 12-01-2007 werden [medeverdachte 3], [verdachte], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3 ] gecontroleerd in Gorinchem toen zij in een BMW reden met een Duits kenteken. Op 04-02-2007 werden [medeverdachte 3], [medeverdachte 3 ], [medeverdachte 1] en [verdachte] gecontroleerd toen zij in een rode Vauxhall Astra, met Engelse kentekenplaat met nummer [kenteken] (de rechtbank neemt aan dat per abuis een 3 in dit kentekennummer ontbreekt), reden. Deze auto was tijdens een vechtpartij in Engeland gesignaleerd. Op 07-02-2007 waren [medeverdachte 3 ], [medeverdachte 3], [verdachte] en [medeverdachte 1] aan de grens tussen Frankrijk en Engeland, zij reden in een auto met een Engels kenteken met nummer [kenteken]. Op 05-07-2007 zijn [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3 ] aangehouden naar aanleiding van een poging tot skimming gepleegd bij een geldautomaat in Lisse. Uit telefoongegevens van [medeverdachte 3] blijkt dat hij in Badhoevedorp en Zandvoort is geweest. [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] bleken in Badhoevedorp een woning aan de [adres] 62 gehuurd te hebben en [medeverdachte 3] heeft later aan de [adres] in Zandvoort een woning gehuurd.
* het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 3290, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende:
Door hotelpersoneel is verklaard dat zij Oost-Europese mannen betaalterminals in lockers hadden zien plaatsen. Hiervan zijn videobeelden beschikbaar. Een van de mannen die op deze beelden zichtbaar is, was de persoon die melding maakte van de storing in de bagagekluis.
* het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 3308, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende:
Op 12 juli 2007 werd in Zandvoort een rode Vauxhall Astra, voorzien van een Engelse kentekenplaat met nummer [kenteken], weggesleept. In deze auto is onder andere skimapparatuur aangetroffen en een agenda met een groot aantal adressen van ABN-AMRO banken in Nederland, onder andere in Purmerend de Overlandstraat 606.
* het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 3421, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende:
Getuige [getuige] is gehoord en er zijn foto's gemaakt van de in de flat in Badhoevedorp achtergelaten kleding. Dezelfde dag zag ik enkele foto's van beveiligingscamera's in Alkmaar en Gorinchem. Ik herkende [medeverdachte 3 ] op deze beelden en de bodywarmer combinatie die hij daar droeg kwam overeen met de in de flat aangetroffen kleding.
* het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 419, [naam]I), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende:
Bij [medeverdachte 3 ], [medeverdachte 1] en [verdachte] zijn diverse tankpassen aangetroffen.
* het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aanhouding en bevindingen (dossierpagina 610, [naam]I), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende:
[medeverdachte 1] rende weg van de pinautomaat waar hij met [medeverdachte 3 ] aan het pinnen was, na een achtervolging door verbalisanten is hij aangehouden. [medeverdachte 3 ] bleef doorgaan met pinnen, maar was later ook verdwenen.
* het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aanhouding en bevindingen (dossierpagina 614, [naam]I), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende:
[medeverdachte 3 ] is na zijn aanhouding naar het politiebureau overgebracht. Tijdens deze rit hoorde verbalisant een geluid dat zich herhaalde en kreeg het vermoeden dat verdachte goederen in de auto verstopte. Na onderzoek aan de auto zijn tussen de zitting en de leuning verschillende plastic passen aangetroffen. Het betrof 9 Shell tankpassen en 60 Aral Payback passen.
* het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdacht[medeverdachte 1] (dossierpagina 3367, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende:
Ik zat met [medeverdachte 3 ] in de auto. We zijn wat rondgereden en bij toeval in Lisse terecht gekomen. Ik wilde geld uit de pinautomaat halen.
* het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdacht[medeverdachte 1] (dossierpagina 263, [naam]I), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende:
Verdachte geeft aan toch schuldig te zijn, op vraag van verbalisant waaraan antwoordt hij: in Hoofddorp. Ik moest diensten verrichten voor de mensen van wie ik geld had geleend. Diensten van het soort waarvoor ik in Hoofddorp ben gepakt. Ik moest geld pinnen en dan kwam er een chauffeur aan wie ik het geld gaf. Ik ontving een pakketje met gekloonde kaarten, wij communiceerden dan via internet. Die kaarten komen uit Engeland vermoed ik. Ik moest wachten tot er contact met mij werd opgenomen via internet. Ik was niet zo intelligent dat ik opdrachten kreeg om een apparaat te plaatsen. Het hing van de kaart af hoeveel ik pinde. Ik kreeg de kaarten met de pincode erop geschreven, of ik kreeg kaarten en dan kreeg ik via internet de codes. Ik kreeg hiervoor geld om te overleven.
* het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 837, [naam]I), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende:
Verbalisanten stelden een onderzoek in naar aanleiding van onderzoek Rubik, dit onderzoek betrof Roemeense skimmers die veelal gebruik maken van huurauto's uit Duitsland. Verbalisanten zagen een Rover rijden met een Duits kenteken met hierin vermoedelijk twee Roemeense mannen. Deze mannen stapten uit de auto, keken voortdurend om zich heen en maakten een schimmige indruk. Collega verbalisanten hebben de mannen gecontroleerd en vervolgens [verdachte] aangehouden omdat deze gesignaleerd bleek te staan inzake skimming. Tijdens de insluiting van [verdachte] bleek dat hij onder zijn t-shirt 8 Aral tankpassen had. Deze waren voorzien van een magneetstrip en een handgeschreven viercijferige code en een driecijferig nummer, en een digitale kamersleutel van Hotel Bastion te Amsterdam.
* het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdacht[medeverdachte 1] (dossierpagina 256, [naam]I), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende:
Ik ben meerdere keren in NL geweest. Onder andere in april 2006.
* het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdach[medeverdachte 3 ] (dossierpagina 3383, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende:
Ik ben met [verdachte] naar Nederland gekomen. [medeverdachte 1] kwam ons van Schiphol halen.
* het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdach[medeverdachte 3 ] (dossierpagina 215, [naam]I), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende:
Via het adres van internet van [medeverdachte 1] kreeg ik kaarten. Ik moest geld pinnen. [medeverdachte 1] vroeg of ik met hem mee wilde. Ik wist wat voor bankkaarten het waren.
* het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor verdachte (dossierpagina 319, [naam]I), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende:
Ik ken [medeverdachte 3 ], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3]. Ik wil bekennen dat ik een korte tijd geskimd heb. Zaak 5: ik herken mezelf op 3 foto's van de print 12A. Ik heb deelgenomen aan het plaatsen van skimmingsapparatuur daar. De ene keer dan plaatste ik het en de andere keer haalde ik het ervan af. Eigenlijk wordt het gewoon met plakband vastgemaakt. Dit doen we om gegevens van creditcards af te halen. Daarnaast hadden we de pincode nodig, we gebruikten ook de camera. We hebben elkaar dit onderling geleerd. Het apparaat dat we plaatsten was al voorhanden. Het apparaat dat erop wordt geplaatst kan alleen worden toegepast op een bepaald soort bankautomaat, in dit geval de ABN AMRO. Over het algemeen staat er iemand op de uitkijk. Ter plaatse bekijken we wie het kopieerapparaat plaatst. Discussies over de werkzaamheden hebben plaatsgevonden in het huis, in de groep. Data van de passen wordt gestolen door een apparaat op de automaat te plaatsen. Het apparaat werd via een kabel verbonden met de (draagbare) computer waar de gegevens op geladen werden. Vervolgens werden ze op andere kaarten geplaatst. Er was geen vaste rolverdeling, iedereen deed wat hij kon. De winst werd verdeeld. Zaak 6: Ik zie mezelf op de foto. Ik heb dat gedaan. Zaak 9: Ik herken mezelf. Het lijkt erop dat ik een apparaat plaatste of het eraf haalde. Zaak 10: Het lijkt erop dat ik dat ben. Het is mogelijk dat ik skimapparatuur plaats, of we controleren of zo'n automaat werkt en we er een apparaat erop kunnen plaatsen.
Ik zou de kaarten moeten geven aan iemand die ik zou ontmoeten op ongeveer de plaats waar ik gearresteerd ben.
Ik had niet speciaal een vaste rol. Ik heb bepaald dat ik de apparatuur moest plaatsen. We waren het gewoon eens over wie wat moest doen. Ik was niet de leider. Ik ben terug gegaan naar Roemenie toen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3 ] nog in NL waren.
De bewijsmiddelen zijn, ook in onderdelen, telkens slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
3.4 Bewijsoverweging
Ten aanzien van feit 1 en feit 2
Ter terechtzitting voert de raadsman als verweer aan dat zijn cliënt tijdens de verhoren bij de politie is misleid. Verbalisanten vertelden hem dat hij door een deskundige was herkend op de camerabeelden. De verklaringen van cliënt afgelegd bij de politie mogen derhalve niet als bewijs gebruikt worden. Omtrent het proces verbaal gezichtsherkenning opgemaakt door [deskundige] stelt de raadsman dat dit evenmin voor het bewijs kan worden gebruikt nu [deskundige] de vereiste deskundigheid op dit gebied mist.
Ten aanzien van feit 2 voert de raadsman als verweer dat zijn cliënt omtrent deze beschuldiging niet is gehoord en er derhalve onvoldoende bewijs is om tot een veroordeling te komen. Hij verzoekt derhalve zijn cliënt vrij te spreken van het hem als feit 2 ten laste gelegde.
De rechtbank verwerpt deze verweren en overweegt daartoe als volgt.
Verdachte bekent in zijn verhoren bij de politie vrijwel direct dat hij een periode geskimd heeft. Eerst hierna zijn de foto's die [deskundige] heeft beoordeeld aan verdachte getoond. Hij geeft dan aan zich op een aantal beelden te herkennen. Bij enkele beelden twijfelt verdachte en zegt hij dat het mogelijk is dat hij daarop te zien is. De rechtbank acht geen misleiding aanwezig. Het verhoor is gestart met een bekentenis van verdachte en op basis van deze bekentenis zijn de verdere vragen gesteld. De rechtbank acht derhalve de verklaringen van verdachte geheel toelaatbaar voor het bewijs.
Daarnaast ziet de rechtbank geen reden het gezichtsvergelijkend onderzoek van [deskundige] niet als bewijsmiddel te gebruiken. Het betreft immers een ambtsedig proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door een verbalisant. De rechtbank is van oordeel dat bij de beoordeling van de beelden ook acht mag worden geslagen op de context waarin de personen worden afgebeeld. De foto's dienen op zichzelf, maar ook in samenhang met elkaar bezien te worden. Op de foto's zijn veelal dezelfde personen waar te nemen die in dezelfde compositie voor de automaat op de beelden staan. Daarbij wordt door de raadsman niet weersproken dat zijn cliënt op de beelden te zien is: slechts de methode van onderzoek wordt door de raadsman bestwist. Zoals bij ieder proces-verbaal is het aan de rechter om vast te stellen in hoeverre een proces-verbaal bijdraagt aan de bewezenverklaring. De rechtbank heeft het proces-verbaal op zijn inhoud en conclusies getoetst. De rechtbank ziet derhalve geen reden het proces-verbaal gezichtsherkenning uit te sluiten van het bewijs. In het geval van verdachte leidt deze toetsing tot het oordeel dat de rechtbank bewezen acht dat verdachte als mededader moet worden aangemerkt van de in feit 1 beschreven feiten, met dien verstande dat zij onvoldoende bewezen acht dat verdachte voor komt op de beelden die betrekking hebben op feit 1, zaak 7 en zaak 8. Ook ten aanzien van het verdachte als feit 2 tenlaste gelegde merkt de rechtbank op dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte gepoogd heeft te skimmen in Almere, ook al is verdachte ten aanzien van dit feit niet specifiek door de politie verhoord.
De rechtbank overweegt dat verdachte, tezamen en in vereniging met anderen, heeft geskimd en geld heeft gepind. Wellicht zal een deel van de personen met wie verdachte dit feit mede heeft gepleegd, niet bekend zijn. De geskimde gegevens zijn op een lege pas, een zogenaamde whitecard, gezet om op deze manier het pinnen mogelijk te maken. Wie daadwerkelijk de gegevens op de whitecards heeft gezet, doet niet ter zake nu de groepering waar verdachte toe behoorde, kennelijk het doel had te skimmen en met de op deze manier verkregen gegevens geld te pinnen. Naar het oordeel van de rechtbank kan het niet anders dan dat verdachte in ieder geval de middelen daartoe hebben verstrekt en hebben meegeprofiteerd van de winst die deze transacties hebben opgeleverd, zodat zij als medepleger het geheel aan skimmingshandelingen hebben verricht. De rechtbank acht derhalve het valselijk opmaken van betaalpassen door middel van het kopiëren van gegevens van betaalpassen op zogenaamde whitecards, en daarna het met deze whitecards geld opnemen, wettig en overtuigend bewezen. Ook de poging hiertoe acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 4
De raadsman van verdachte voert aan dat zijn cliënt vrijgesproken dient te worden van het hem als feit 4 tenlastegelegde nu er onvoldoende bewijs is voor een bewezenverklaring. De raadsman geeft aan, het verhoor waar zijn cliënt is ondervraagd over dit feit, niet in het dossier teruggevonden te hebben.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt. Verdachte is uitgebreid gehoord bij de politie. Dat niet specifiek omtrent dit feit vragen aan verdachte zijn gesteld maakt niet dat er onvoldoende bewijs is voor een bewezenverklaring. Bij de aanhouding van verdachte zijn onder zijn t-shirt 8 Aral passen aangetroffen. Uit onderzoek blijkt dat met deze bij verdachte aangetroffen passen in Duitsland is geskimd en op 1 maart 2008 in Badhoevedorp en Hoofddorp geld is opgenomen bij een geldautomaat. Verdachte zal wellicht niet de persoon geweest zijn die dit geld heeft opgenomen, maar in zijn verhoren bij de politie bekent hij een periode geskimd te hebben. Daarnaast geeft hij aan dat hij verschillende skimminsactiviteiten gepleegd heeft. Ter plekke werd dan bekeken wie welke handeling zou verrichten. De rechtbank overweegt dat bewezen kan worden dat verdachte een deel van de skimmingshandelingen, noodzakelijk voor succesvol skimmen, heeft verricht. Hij droeg de passen bij zich. Bewezen kan derhalve worden dat verdachte de overige handelingen, heeft medegepleegd.
Ten aanzien van feit 5
Ter terechtzitting voert de raadsman aan dat, nu uit de stukken niet volgt dat er sprake was van een hiërarchische opbouw, structuur en zekere duurzaamheid, er geen sprake kan zijn van het bestaan van een criminele organisatie. In het dossier zit onvoldoende materiaal om de deelname van cliënt aan een criminele organisatie te kunnen bewijzen. De raadsman meent dat zijn cliënt vrijgesproken dient te worden van de deelname aan een criminele organisatie. Subsidiair voert de raadsman aan dat de periode waarover de deelname van zijn cliënt aan een criminele organisatie slechts bewezen kan worden voor een periode van 2, hooguit 3 maanden.
De rechtbank overweegt hieromtrent het volgende. Uit de camerabeelden van de verschillende geldautomaten blijkt dat verdachte contact heeft met verschillende personen. Dit zijn veelal dezelfde personen. [medeverdachte 3 ] en verdachte zijn tezamen naar Nederland gekomen waar zij werden opgehaald door [medeverdachte 1]. [medeverdachte 1] heeft verder met [medeverdachte 3] samengewoond in de woning aan de [adres] te Badhoevedorp: getuige [getuige] herkende hen op de politiefoto's. Ook zijn verdachte, [medeverdachte 1], [medeverdachte 3 ] en [medeverdachte 3] in Engeland gecontroleerd terwijl zij in dezelfde auto zaten. Op de beelden bij de geldautomaten is zichtbaar dat ieder persoon een eigen rol heeft binnen de groep: de op die beelden zichtbare personen staan steeds op vrijwel dezelfde posities. De handelingen die gepleegd worden, bestaan uit het plaatsen van platen op geldautomaten en het later weer verwijderen van deze platen. Tevens blijkt uit de camerabeelden dat door middel van passen geld wordt opgenomen bij deze automaten. De verdachten staan vrijwel op iedere foto op ongeveer dezelfde plaats voor en naast de geldautomaat. Verdachte lijkt degene die geld opneemt door middel van whitecards. Ook is hij op verscheidene foto's de persoon die platen van de automaat afhaalt of ze erop zet. Hij geeft daarnaast tijdens zijn verhoren bij de politie toe zichzelf op verschillende foto's te herkennen. [medeverdachte 3 ] is herkend als de persoon die op de foto's vaak te zien is met gereedschap in zijn hand waarmee hij platen op de automaat bevestigt of deze verwijdert. Ook is een aantal maal te zien dat hij pasjes, zogenaamde whitecards, in de automaat stopt om geld op te nemen. [medeverdachte 1] staat veelal rechts in beeld om, naar het lijkt, de persoon recht voor de geldautomaat af te schermen. Tevens is te zien dat hij eenmaal whitecards in de geldautomaat stopt. [medeverdachte 3] staat veelal links in beeld; op een van de beelden is te zien dat hij platen aangeeft en op een ander beeld lijkt hij tevens de persoon die whitecards in de automaat stopt. Uit de verklaring van verdachte blijkt dat er altijd een persoon op de uitkijk staat. Gezien het bovenstaande hebben verdachte en zijn medeverdachten hun eigen rol hebben binnen de organisatie. Tevens is sprake van samenwerking tussen de verdachten onderling; telkens zijn zij op dezelfde tijd tezamen bij de geldautomaat aanwezig en hebben zij de benodigde platen, gereedschap en passen bij zich. Dit moeten zij van te voren afgesproken hebben. Daarnaast blijkt uit het dossier dat zij vervoermiddelen ter beschikking hebben om zich te verplaatsen. Ook uit de onder verdachte en [medeverdachte 3 ] aangetroffen hoeveelheid valse betaalpassen en de in de weggesleepte Vauxhall Astra aangetroffen skimmingsattributen blijkt van samenwerking tussen verdachten. De rechtbank komt tot de conclusie dat sprake is van een organisatie waarbinnen iedere persoon zijn rol heeft en waarbinnen een gemeenschappelijk doel wordt nagestreefd. Verdachten nemen door middel van het manipuleren van geldautomaten geld op met geskimde pinpassen. Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband. Ten aanzien van de periode waarin de criminele organisatie heeft bestaan overweegt de rechtbank als volgt. Verdachte en zijn mededaders zijn te zien op camerabeelden bij verschillende geldautomaten. Echter, eerst op 2 december 2006 zijn [medeverdachte 3] en [verdachte] op de camerabeelden te zien. Op 12 mei 2006 wordt [medeverdachte 1] voor het eerst op de camerabeelden waargenomen en reeds op 8 april 2006 is [medeverdachte 3 ] te zien op de camerabeelden. De rechtbank overweegt dat nu eerst op 2 december 2006 alle verdachten op camerabeelden te zien zijn, dit het eerste tijdstip vormt waarop de rechtbank bewezen acht dat de criminele organisatie bestaat.
Met betrekking tot het subsidiair door de raadsman gevoerde verweer dat slechts bewezen kan worden dat zijn cliënt slechts 2 of hooguit 3 maanden heeft deelgenomen aan een criminele organisatie overweegt de rechtbank als volgt. In het dossier bevinden zich camerabeelden die de aanwezigheid van verdachte aantonen bij skimming op 2 december 2006. Verdachte geeft tevens ter zitting aan in december 2006 besloten te hebben mee te doen met skimmingsactiviteiten. Bij de aanhouding van verdachte op 3 maart 2008 zijn whitecards aangetroffen en ook in zijn kamer in Hotel Bastion zijn voorwerpen aangetroffen die in relatie kunnen worden gebracht met skimming. Dit levert voldoende bewijs op om aan te tonen dat verdachte in periode van 2 december 2006 tot en met 3 maart 2008 heeft deelgenomen aan een criminele organisatie.
4. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1
Tezamen en in vereniging opzettelijk een betaalpas, bedoeld voor het verrichten van betalingen langs geautomatiseerde weg valselijk opmaken, meermalen gepleegd.
Feit 2
Poging tot het tezamen en in vereniging opzettelijk een betaalpas, bedoeld voor het verrichten van betalingen langs geautomatiseerde weg valselijk opmaken.
Feit 3
Opzettelijk een valse betaalpas voorhanden hebben, hebben ontvangen, zich heeft verschaft, vervoeren, meermalen gepleegd.
Feit 4
Diefstal met twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige en zijn mededader(s) de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel.
Feit 5
Het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
6. Motivering van sancties en van overige beslissingen
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten en gevorderd dat verdachte terzake zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Ten aanzien van de onder verdachte in beslag genomen goederen vraagt de officier van justitie onttrekking aan het verkeer van de 8 Aralpassen en verzoekt de bescheiden die bij de inbeslaggenomen Rover behoren, te voegen bij het conservatoir beslag dat rust op deze Rover.
6.2 Hoofdstraf
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan deelname aan een criminele organisatie die zich langdurig op omvangrijke schaal en op professionele wijze bezig hield met skimming. Skimming is een vorm van criminaliteit die veel schade aanricht bij financiële instellingen en gebruikers van bancaire producten. Daarnaast wordt het vertrouwen dat door de consument en de acceptant in het betaalnetwerk en in de pinpas moet kunnen worden gesteld, ondermijnd door skimmingsactiviteiten. Dit kan grote economische en maatschappelijke gevolgen hebben. Verdachte heeft, naast het door middel van whitecards opnemen van geld, de platen op de automaat bevestigd en ze later weer verwijderd. Voorts neemt de rechtbank in overweging dat het aantal meldingen van skimmingsactiviteiten, volgens opgave van de officier van justitie, in 2007 ten opzichte van 2006 is verdubbeld.
Bij het bepalen van de strafmaat is in aanmerking genomen dat verdachte deze feiten puur uit winstbejag heeft gepleegd en vermoedelijk alleen met dit doel naar Nederland is gekomen. De rechtbank neemt tevens in aanmerking de bij verdachte aangetroffen valse betaalpassen en de lange periode waarin verdachte de activiteiten heeft ontplooid en het feit dat verdachte op camerabeelden te zien is. Het aan verdachte onder feit 1, zaak 7 en 8, tenlastegelegde, kan niet wettig en overtuigend bewezen worden. Door het wegvallen van dit feit en de bewezenverklaring van een kortere periode van deelname aan de criminele organisatie, zal de door de rechtbank op te leggen straf enigszins lager uitvallen dan door de officier van justitie geëist is. Verder heeft de rechtbank ten voordele van verdachte in aanmerking genomen, dat verdachte door de directe bekentenis van het feit ervan heeft blijk gegeven het laakbare van zijn eigen handelen in te zien.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.
6.3 Inbeslaggenomen goederen
De raadsman voert ter terechtzitting aan dat onder zijn cliënt verschillende goederen in beslag zijn genomen, waaronder een Breitling horloge en twee geldbedragen van € 1.160,- en 4 bankbiljetten van 20 Engelse pond. Tevens is in de hotelkamer van verdachte een geldbedrag van € 3.000,- aangetroffen. De raadsman verzoekt het horloge, het geldbedrag van € 1.160,- en de 4 Engelse bankbiljetten terug te geven aan zijn cliënt.
De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
Op de door de raadsman genoemde goederen rust een conservatoir beslag. Over deze goederen zal in dit kader geen beslissing genomen worden. De raadsman kan echter een apart klaagschrift indienen bij deze rechtbank omtrent de goederen waar het conservatoir beslag op rust.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten 8 Aral passen, dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het als feit 3 bewezenverklaarde feit met betrekking tot die voorwerpen is begaan en is voorbereid. Het ongecontroleerde bezit van voormelde, inbeslaggenomen voorwerpen is in strijd met de wet en het algemeen belang.
Voeging bij conservatoir beslag
De rechtbank is van oordeel dat de in de inbeslaggenomen Rover aangetroffen bescheiden, navigatiesysteem en de autoradiocompactdisc gevoegd dienen te worden bij het conservatoir beslag dat op de Rover rust.
7. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
36c, 45, 47, 57, 140, 232, 310, 311 van het Wetboek van Strafrecht.
8. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.2 vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezenverklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens dit feit tot een gevangenisstraf voor de duur van veertig (40) maanden.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Onttrekt aan het verkeer:
- 8.00 STK Tankpas ARAL PAYBACK 9433/2854/0802/7841/7851/2439/9165/6643/0173
Voegt toe aan het conservatoir beslag dat rust op de onder verdachte in beslag genomen Rover:
- 1.00 STK Navigatieapparaat Kl:grijs TOMTOM one XL L14407K00267 incl houder en snoer
- 1.00 STK Bescheiden ROVER verzekerin [nummer] tnv Mesic-Calapis Graeffstr. 1 Koln.
- 10.00 STK Rekening 9 x tbv Rover, 1 x tbv BMW
- 1.00 STK Bescheiden ROVER instructieboekje Rover
- 1.00 STK Autoradiocompactdisc ROVER nav tech cd zit nog in de auto
- 2.00 STK Notitie en memo Kl:wit 2 notities
9. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. Rutten, voorzitter,
mr. Dijk en mr. Minderhoud, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. De Witte,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 september 2008.
Mr. Minderhoud is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Parketnummer: 15/700182-08
Inzake: [verdachte] blad 16
vonnis