Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BF3764

Datum uitspraak2008-09-26
Datum gepubliceerd2008-09-30
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers15/700176-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

Skimming. Deelnemen criminele organisatie. Fotovergelijkend onderzoek. De rechtbank acht bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel. Voorts heeft de verdachte opzettelijk een valse betaalpas voorhanden gehad, ontvangen, vervoeren, meermalen gepleegd. Ook acht de rechtbank bewezen dat de verdachte tezamen en in vereniging opzettelijk een betaalpas, bedoeld voor het verrichten van betalingen langs geautomatiseerde weg valselijk opmaken, meermalen gepleegd. Ten slotte acht de rechtbank bewezen:het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden.


Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM Sector Strafrecht Locatie Haarlem Meervoudige strafkamer Parketnummer: 15/700176-08 Uitspraakdatum: 26 september 2008 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 12 september 2008 in de zaak tegen: [verdachte], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], zonder vaste woon-of verblijfplaats hier ten lande, thans gedetineerd in PI Noord Holland Noord, Zuyder Bos, te Heerhugowaard. 1. Tenlastelegging Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, tenlastegelegd dat: Feit 1 (zaaksdossier 19A) hij op of omstreeks 03 maart 2008 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit twee, althans een of meer pinautoma(a)t(en) van de ABN-AMRO bank heeft weggenomen een geldbedrag (van ongeveer 26.625,- euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de ABN-AMRO, althans aan (bankrekeninghouders van) (onder meer) de Dresdner Bank, althans enig andere bank, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel; Feit 2 (zaaksdossier 19A) hij op of omstreeks 03 maart 2008 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, opzettelijk 69 (60 Aralpassen en/of 9 Shellpassen), althans een of meer, valse of vervalste betaalpas(sen), waardekaart(en) of enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en), bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, heeft afgeleverd, voorhanden heeft gehad, heeft ontvangen, zich heeft verschaft, heeft vervoerd, heeft verkocht of heeft overgedragen, zulks terwijl hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die pas(sen) of kaart(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware deze echt en onvervalst; Feit 3 (zaaksdossiers: 2, 5, 7, 8, 9, 10, 20 en 21) Primair hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 08 april 2006 tot en met 27 januari 2007 te Amsterdam en/of Dordrecht en/of 's-Gravenhage en/of Gorinchem en/of Alkmaar en/of Purmerend en/of Breda, althans (op verschillende plaatsen) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) betaalpas(sen), (een) waardekaart(en), enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) of voor het publiek beschikbare drager(s) van identiteitsgegevens, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten een of meer betaalpas(sen)/bankpas(sen), (telkens) valselijk heeft opgemaakt of heeft vervalst, (immers hebben/heeft hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk de oorspronkelijke (magneetstrip)gegevens van een of meer originele betaalpas(sen)/bankpas(sen) die (telkens) zijn aangeboden aan pinautomaten van de ABN-AMRO bank in voornoemde plaatsen in of omstreeks voornoemde periode, gekopieerd/geladen naar/op (een) kaart met magneetstrip (whitecard), tengevolgde waarvan met die laatstgenoemde [valse of vervalste] betaalpas(sen)/bankpas(sen) electronische opnamen werden gedaan ten laste van de rechtmatige eigena(a)r(en) van die originele betaalpas(sen)/bankpas(sen)) zulks (telkens) met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen; Subsidiair hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 08 april 2006 tot en met 27 januari 2007 te Amsterdam en/of Dordrecht en/of 's-Gravenhage en/of Gorinchem en/of Alkmaar en/of Purmerend en/of Breda, althans (op verschillende plaatsen) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in een of meer geautomatiseerde werken, te weten (telkens) een pinautomaat van de ABN-AMRO bank, of in een deel daarvan, is binnengedrongen, waarna verdachte en/of zijn mededader(s) vervolgens (telkens) gegevens, die waren opgeslagen, werden verwerkt of werden overgedragen door middel van dat/die geautomatiseerd(e) werk(en) waarin verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) wederrechtelijk bevond(en), (telkens) voor zichzelf of een ander heeft overgenomen, afgetapt of opgenomen (immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) apparatuur op en/of aan en/of in een geldautomaat aangebracht/geplaatst, waardoor (telkens) in die geldautomaat ingevoerde bankgegevens gekopieerd/overgenomen konden worden); Feit 4 (zaaksdossier 18 en 18A) hij in of omstreeks de periode vanaf april 2006 tot en met 3 maart 2008 te 's-Gravenhage, Dordrecht, Gorichem, Badhoevedorp, Alkmaar, Purmerend, Almere, Lisse, Hoofddorp, Amsterdam, Breda, Papendrecht, althans Nederland en/of in Roemenië en/of in Frankrijk en/of in Duitsland en/of in het buitenland heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [verdac[verdachte] en/of [medeverdac[medeverdachte 2 ] en/of [medeverdacht[medeverdachte 3 ], welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten (het) (meermalen) - plegen van computervredebreuk (art. 138a WvSr.) - opzettelijk valselijk opmaken of vervalsen van een betaalpas en/of opzettelijk gebruik maken en/of voorhanden hebben van een valse of vervalste betaalpas (art. 232 WvSr.) - diefstal door middel van een valse sleutel (art. 311 WvSr.) - voorhanden hebben van stoffen/voorwerpen, wetende dat zij bestemd zijn tot het plegen van enig in artikel 232, eerste lid, omschreven misdrijf (art. 234 WvSr.). 2. Voorvragen De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging. 3. Bewijs 3.1 Vrijspraak Met betrekking tot feit 3, zaak 2, 5, 7 en 8 acht de rechtbank de betrokkenheid van verdachte niet bewezen. 3.2 Bewezenverklaring De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat: Feit 1 (zaaksdossier 19A) hij op of 3 maart 2008 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit twee, pinautomaten van ABN-AMRO bank heeft weggenomen een geldbedrag (van ongeveer 26.625,- euro), geheel of ten dele toebehorende aan ABN-AMRO, althans aan (bankrekeninghouders van) (onder meer) Dresdner Bank, althans enig andere bank, waarbij verdachte en zijn mededader(s) zich de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel. Feit 2 (zaaksdossier 19A) hij op 3 maart 2008 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), opzettelijk 69 valse betaalpassen, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen langs geautomatiseerde weg, voorhanden heeft gehad, heeft ontvangen, heeft vervoerd, zulks terwijl hij, verdachte, wist dat die passen bestemd waren voor gebruik als ware deze echt en onvervalst. Feit 3 (zaaksdossiers: 9, 10, 20 en 21) hij in de periode van 12 mei 2006 tot en met 27 januari 2007 te Amsterdam en Alkmaar en Purmerend en Breda, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk betaalpassen, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen langs geautomatiseerde weg, valselijk heeft opgemaakt, (immers hebben hij, verdachte en zijn mededaders, valselijk de oorspronkelijke (magneetstrip)gegevens van originele betaalpassen die zijn aangeboden aan pinautomaten van ABN-AMRO bank in voornoemde plaatsen in voornoemde periode, gekopieerd/geladen naar/op kaarten met magneetstrip (whitecard), tengevolge waarvan met die laatstgenoemde valse betaalpassen elektronische opnamen werden gedaan ten laste van de rechtmatige eigenaren van die originele betaalpassen) zulks met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen. Feit 4 (zaaksdossier 18 en 18A) hij in de periode vanaf 2 december 2006 tot en met 3 maart 2008 te 's-Gravenhage, Dordrecht, Gorinchem, Badhoevedorp, Alkmaar, Purmerend, Almere, Lisse, Hoofddorp, Amsterdam, Breda, Papendrecht, en in Roemenië en in Frankrijk en in Duitsland en/of in het buitenland heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [medeverd[medeverdachte] en [medeverdac[medeverdachte 2 ] en [medeverdacht[medeverdachte 3 ], welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten het meermalen - plegen van computervredebreuk (art. 138a WvSr.), - opzettelijk valselijk opmaken van een betaalpas en opzettelijk gebruik maken en voorhanden hebben van een valse betaalpas (art. 232 WvSr.), - diefstal door middel van een valse sleutel (art. 311 WvSr.), - voorhanden hebben van stoffen/voorwerpen, wetende dat zij bestemd zijn tot het plegen van enig in artikel 232, eerste lid, omschreven misdrijf (art. 234 WvSr.). Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging. Hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken. 3.2 Bewijsmiddelen De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit op grond van de navolgende bewijsmiddelen: * de verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd, waarin hij onder meer - zakelijk weergegeven - heeft verklaard: De opdracht om te pinnen kreeg ik van de mensen die mij de gekopieerde passen gaven. De pincode van de passen kreeg ik via internet. De passen kreeg ik van de chauffeur. Ik kreeg dan een paar dagen de tijd om te pinnen. Ik ben in het hotel Van der Valk geweest, in de periode voor ik ben aangehouden in maart 2008. Ik heb daarvoor nog eenmaal in dat hotel gelogeerd. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte door Equens Nederland B.V. d.d. 21 november 2007 (dossierpagina 1734, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: Wij doen aangifte van skimming in de periode van 2 mei 2006 tot en met 27 januari 2007 op verschillende locaties te Amsterdam, Alkmaar en Purmerend. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte door Equens Nederland B.V. d.d. 6 maart 2008 (dossierpagina 635, [naam]I), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: Wij hebben onderzoek gedaan in onze systemen en hieruit bleek dat er voor de aanhouding van [medeverdachte] en [verdachte] op 3 maart 2008, een uur lang intensief opnames werden gedaan met Duitse bankpassen. Wij hebben hierover contact opgenomen met de collega's van Eurokartsystemen in Frankfurt. Zij bevestigden ons dat het ging om frauduleuze opnames, de misbruikte kaartgegevens werden verkregen middels skimming op een geldautomaat van Dresdner Bank in Pulheim. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte door Equens Nederland B.V. d.d. 29 april 2008 (dossierpagina 1149, [naam]I), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: Wij doen aangifte van skimming in de periode van 12 mei 2006 tot en met 24 oktober 2006 op locaties in Amsterdam en Breda. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 40, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: Op 24 mei 2007 is er een storing geconstateerd bij de bagagekluizen in de kluisruimte van hotel Van der Valk te Schiphol. Bij controle bleek dat in een van deze kluizen een tas zat met enkele betaalterminals, een van deze betaalterminals was losgeschroefd en de bijbehorende draden hingen er los bij. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van inbeslagname en bevindingen (dossierpagina 134, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: In de op 12 juli 2007 weggesleepte rode Vauxhall Astra zijn verschillende goederen aangetroffen. Het betreft een tas met mogelijk voorzetplaten van geldautomaten. Tevens is een rugzak gevuld met skimmingsapparatuur aangetroffen en een sporttas met gereedschap en papieren. Ook is een tas met daarin een laptop aangetroffen. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen inclusief bijlagen (dossierpagina 156, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: In Pension Amici in Zandvoort hebben 4 Roemeense mannen gelogeerd tussen 17 mei 2007 en 8 juni 2007. Zij reden in een rode Vauxhall met Engelse kentekenplaat en waren vaak bezig met elektronische apparatuur. De eigenaar van het pension herkende op de foto's die hem getoond zijn door verbalisanten [medeverdachte 3 ]. Verbalisanten zijn tevens naar de beheerder, mevrouw [getuige], van de huurwoning aan de [adres] te Badhoevedorp gegaan. Op of rond 15 januari 2007 kwamen 2 mannen uit Bulgarije met haar in contact, zij herkende [medeverdachte 3 ] op de foto als een van deze mannen. Hij zou zich [naam] hebben genoemd. Haar zoon, [ge[getuige], herkent op de politiefoto [medeverdachte 3 ] tevens als de persoon zich noemende [naam]. De neef van [naam] die later bij hem kwam wonen aan de [adres] herkent hij op de foto als [verdachte]. [naam] [naam] heeft kledingstukken in de woning aan de [adres] achtergelaten, waaronder een zwart jack (combinatie trui/bodywarmer) met hoge kraag. Als bijlage is toegevoegd een foto van bovengenoemd jack, p. 169. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 1685, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: Door verbalisanten zijn alle camerabeelden van vermeende skimmingsactitiviteiten verzameld, het betreft allemaal pinautomaten van ABN-AMRO bank. Een tweede verbalisant bekeek de beelden en hem vielen een aantal personen op: [medeverdachte 3 ], [medeverdachte], [verdachte], [medeverdachte 2 ]. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 november 2007, gezichtherkenningsonderzoek (dossierpagina 1690, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: Verdachte, [medeverdachte 3 ], [medeverdachte 2 ] en [medeverdachte] zijn waarschijnlijk te zien op de camerabeelden van de geldautomaat op de Wendelaarstraat te Alkmaar op 24-01-2007 op de tijdstippen tussen 09.54.42 en 09.59.08 uur en tussen 19.57.23 en 19.58.07 uur. Verdachte, [medeverdachte 3 ], [medeverdachte] en [medeverdachte 2 ] zijn waarschijnlijk te zien op de camerabeelden van de geldautomaat op de Overlandstraat te Purmerend op 27-01-2007 tussen 10.05.15 en 12.08.27 uur. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 3090, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: Op 09-01-2007 werden [medeverdachte 3 ] en [medeverdachte 2 ] op grond van de Opiumwet aangehouden in Schiedam. Op 12-01-2007 werden [medeverdachte 3 ], [medeverdachte 2 ], [verdachte] en [medeverdachte] gecontroleerd in Gorinchem toen zij in een BMW reden met een Duits kenteken. Op 04-02-2007 werden [medeverdachte 3 ], [medeverdachte], [verdachte] en [medeverdachte 2 ] gecontroleerd toen zij in een rode Vauxhall Astra, met Engelse kentekenplaat met nummer [kenteken] (de rechtbank neemt aan dat per abuis een 3 in dit kentekennummer ontbreekt), reden. Deze auto was tijdens een vechtpartij in Engeland gesignaleerd. Op 07-02-2007 waren [medeverdachte], [medeverdachte 3 ], [medeverdachte 2 ] en [verdachte] aan de grens tussen Frankrijk en Engeland, zij reden in een auto met een Engels kenteken met nummer [kenteken]. Op 05-07-2007 zijn [verdachte] en [medeverdachte] aangehouden naar aanleiding van een poging tot skimming gepleegd bij een geldautomaat in Lisse. Uit telefoongegevens van [medeverdachte 3 ] blijkt dat hij in Badhoevedorp en Zandvoort is geweest. [medeverdachte 3 ] en [verdachte] bleken in Badhoevedorp een woning aan de [adres] 62 gehuurd te hebben en [medeverdachte 3 ] heeft later aan de Haarlemmerstraat in Zandvoort een woning gehuurd. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 3290, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: Door hotelpersoneel is verklaard dat zij Oost-Europese mannen betaalterminals in lockers hadden zien plaatsen. Hiervan zijn videobeelden beschikbaar. Een van de mannen die op deze beelden zichtbaar is, was de persoon die melding maakte van de storing in de bagagekluis. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 3308, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: Op 12 juli 2007 werd in Zandvoort een rode Vauxhall Astra, voorzien van een Engelse kentekenplaat met nummer [kenteken], weggesleept. In deze auto is onder andere skimapparatuur aangetroffen en een agenda met een groot aantal adressen van ABN-AMRO banken in Nederland. Onder andere in Purmerend de Overlandstraat 606. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen, uitdraai BPS-systeem (dossierpagina 3346, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: Op 5 juli 2007 zijn [medeverdachte], [verdachte] en [naam] aangehouden wegens het verdacht ophouden bij pinautomaten te Lisse. In de auto waar zij instapten lagen een agenda met verscheidene adressen in Nederland en twee heuptassen met inbrekerswerktuig. [verdachte] bleek gesignaleerd te staan met de melding: onopvallende controle, onopvallend gegevens verzamelen. Verbalisanten zagen dat nabij het toetsenbord van de pinautomaat lijm- en/of plakbandresten zaten. Op de route die [verdachte] en [naam] hebben gelopen, vonden wij een wit-kleurig hoekprofiel. Dit hoekprofiel had dezelfde afmetingen als de pinautomaat. Het paste precies in de opening en kon gemonteerd worden op de pinautomaat. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 3421, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: Getuige [getuige] is gehoord en er zijn foto's gemaakt van de in de flat in Badhoevedorp achtergelaten kleding. Dezelfde dag zag ik enkele foto's van beveiligingscamera's in Alkmaar en Gorinchem. Ik herkende [medeverdachte] op deze beelden en de bodywarmer combinatie die hij daar droeg kwam overeen met de in de flat aangetroffen kleding. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 419, [naam]I), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: Bij [medeverdachte], [verdachte] en [medeverdachte 2 ] zijn diverse tankpassen aangetroffen. Naar deze passen is onderzoek gedaan door de afdeling Fraude Controle van Equens Nederland B.V. De bankgegevens van klanten van vijf Duitse banken bleken te relateren aan de tankpassen. Met deze passen zou gecasht zijn in Nederland. Ook is onderzoek gedaan naar de in de fouillering van verdachten aangetroffen telefoons. Bij [medeverdachte 2 ] zijn telefoons met de volgende telefoonnummers aangetroffen: [nummer], [nummer], [nummer] en [nummer]. Bij [verdachte] zijn telefoons met de volgende telefoonnummers aangetroffen: [nummer] en [nummer]. Bij [medeverdachte] zijn telefoons met de volgende telefoonnummers aangetroffen: [nummer] en [nummer]. In hotel Bastion, de verblijfplaats van [medeverdachte 2 ] zijn telefoons met de volgende telefoonnummers aangetroffen: [nummer], [nummer], [nummer], [nummer], [nummer]. Alle telefoonnummers werden in gebruik genomen op 29 februari 2008. Opvallend is dat een aantal nummers op elkaar lijken en mogelijk als set zijn aangeschaft. Tevens opvallend is dat bij IMEI-nummers van [verdachte], [medeverdachte] en een telefoon uit het hotel Bastion in eerste instantie een Duitse simkaart in het toestel heeft gezeten. De telefoon van [verdachte] met nummer [nummer] was op 1 maart 2008 te Hoofddorp, rond 17.30 - 18.16 uur. De telefoon van [medeverdachte] met nummer [nummer] was op 1 maart 2008 ook in Hoofddorp rond 17.39 - 19.04 uur. De telefoon van [verdachte] en [medeverdachte] onder dezelfde nummers als bovengenoemd waren op 1 maart 2008, te 19.33 en 19.56 uur tevens in de buurt van Postbank Hoofddorp en ABN-AMRO bank in Hoofddorp. Op 1 maart is bij deze banken ook gecasht. Op 1 maart 2008 is ook te Badhoevedorp gecasht rond 20.31 uur. De telefoon [verdachte] is rond 20.15 uur in de buurt van de pinautomaat. Op 1 maart 2008 is in Almere bij verschillende banken gecasht, op de tijdstippen 20.39 - 20.53 uur, 20.56 - 21.01, 20.57 - 22.52 en 21.22 - 21.24 uur. De telefoon die is aangetroffen in Hotel Bastion (verblijfplaats [medeverdachte 2 ]) was op de tijdstippen tussen 19.56 en 22.48 uur in de buurt van de Trekweg en het Wildvangpad te Almere. Op 2 maart 2008 is wederom te Hoofddorp gecasht, tussen 07.46 en 08.21 uur. De telefoon van [medeverdachte] is aanwezig om 08.33 uur in de buurt van de geldautomaat. Op 2 maart 2008 is om 08.28 - 09.59 en 08.44 - 09.49 uur op 2 verschillende locaties te Lisse gecasht. De telefoon die in hotel Bastion is aangetroffen is aanwezig tussen 08.46 - 10.14 uur bij Haven 5 te Lisse. Op 3 maart 2008 is wederom te Hoofddorp gecasht, tussen 07.52 en 08.26 uur. De telefoon van [medeverdachte] is aanwezig in de buurt van de geldautomaat tussen 08.19 en 08.44 uur. Op 3 maart 2008 is te Aalsmeer gecasht tussen 07.55 en 08.26 uur. De telefoon die in hotel Bastion is aangetroffen is aanwezig in de buurt van de geldautomaat tussen 08.12 en 08.44 uur. Om 12.43 uur is op 3 maart 2008 te Amsterdam gecasht. De telefoon van [medeverdachte 2 ] is aanwezig in de buurt van de geldautomaat om 12.45 uur. Op 2 maart 2008 is tussen 08.00 -08.07 uur te Schiphol en diezelfde datum tussen 08.15 en 18.18 uur te Aalsmeer gecasht. De telefoon die in hotel Bastion is aangetroffen is tussen 08.12 en 08.44 uur aanwezig in de buurt van beide geldautomaten. Ook op 3 maart 2008 om 12.37 uur en om 12.44 uur is te Amsterdam gecasht bij 2 verschillende banken. De telefoon van [medeverdachte 2 ] was om 12.45 uur aanwezig in de buurt van beide automaten. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aanhouding en bevindingen (dossierpagina 610, [naam]I), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: [verdachte] rende weg van de pinautomaat waar hij met [medeverdachte] aan het pinnen was, na een achtervolging door verbalisanten is hij aangehouden. [medeverdachte] bleef doorgaan met pinnen, maar was later ook verdwenen. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aanhouding en bevindingen (dossierpagina 614, [naam]I), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: [medeverdachte] is na zijn aanhouding naar het politiebureau overgebracht. Tijdens deze rit hoorde verbalisant een geluid dat zich herhaalde en kreeg het vermoeden dat [medeverdachte] goederen in de auto verstopte. Na onderzoek aan de auto zijn tussen de zitting en de leuning verschillende plastic passen aangetroffen. Het betrof 9 Shell tankpassen en 60 Aral Payback passen. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 620, [naam]I), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: In de Jaguar waarin [medeverdachte] zich bevond tijdens zijn aanhouding is een geldbedrag aangetroffen van 24.100 euro, verdeeld over 2 stapels van 482 biljetten van 50 euro. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 657, [naam]I), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: [medeverdachte] en [verdachte] hebben gepind bij bankautomaten aan het Polderplein te Hoofddorp. Uit onderzoek van Equens blijkt dat de frauduleuze geldopnames bij automaten met de nummers S1L197 en S1N278 zijn gepleegd. Verbalisanten zijn ter plaatse bij de automaten in Hoofddorp gaan kijken en zagen hierop de nummers staan: L197 en N278. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 732, [naam]I), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: Uit onderzoek blijkt dat Dresdner Bank, Deutsche Bank, Hypoverein Bank, Postbank, Commerzbank, Deutsche Kredit Bank en Royal Bank of Schotland benadeeld zijn. Data frauduleuze geldopnames in Nederland, onder andere te Hoofddorp: 1, 2, 3, 5 en 6 maart 2008. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 mei 2008, gezichtherkenningsonderzoek (dossierpagina 1043, [naam]I), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: [medeverdachte] en [verdachte] zijn mogelijk te zien op de camerabeelden van de geldautomaat op de Stadhouderskade te Amsterdam op 13-05-2006 op de tijdstippen gelegen tussen 23.26.41 en 23.27.28 uur. [medeverdachte] en [verdachte] zijn mogelijk te zien op de camerabeelden van de geldautomaat aan het Graaf Hendrik III plein te Breda op 24-10-2006, op de tijdstippen gelegen tussen 14.44.36 en 15.42.52 uur. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] (dossierpagina 622, [naam]I), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: Op 3 maart 2008 zag ik bij 2 naast elkaar gelegen pinautomaten van ABN-AMRO te Hoofddorp, 2 mannen staan met een Oost-Europees uiterlijk. Ze keken nogal schuchtig om zich heen als er voorbijgangers langs liepen. Ik zag dat een van de mannen een pas in de gleuf stopte en even later weer een, hij had een tas bij zich waar hij de passen uit haalde. De andere man was ook aan het pinnen. Het was mij duidelijk dat er iets niet klopte. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdac[medeverdachte 2 ] (dossierpagina 319, [naam]I), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: Ik ken [medeverdachte], [verdachte] en [medeverdachte 3 ]. Ik wil bekennen dat ik een korte tijd geskimd heb. Ik heb deelgenomen aan het plaatsen van skimmingsapparatuur daar. De ene keer dan plaatste ik het en de andere keer haalde ik het ervan af. Eigenlijk wordt het gewoon met plakband vastgemaakt. Dit doen we om gegevens van creditcards af te halen. Daarnaast hadden we de pincode nodig, we gebruikten ook de camera. We hebben elkaar dit onderling geleerd. Het apparaat dat we plaatsten was al voorhanden. Het apparaat dat erop wordt geplaatst kan alleen worden toegepast op een bepaald soort bankautomaat, in dit geval ABN AMRO. Over het algemeen staat er iemand op de uitkijk. Ter plaatse bekijken we wie het kopieerapparaat plaatst. Discussies over de werkzaamheden hebben plaatsgevonden in het huis, in de groep. Data van de passen wordt gestolen door een apparaat op de automaat te plaatsen. Het apparaat werd via een kabel verbonden met de (draagbare) computer waar de gegevens op geladen werden. Vervolgens werden ze op andere kaarten geplaatst. Er was geen vaste rolverdeling, iedereen deed wat hij kon. De winst werd verdeeld. Zaak 9: Ik herken mezelf. Het lijkt erop dat ik een apparaat plaatste of het eraf haalde. Zaak 10: Het lijkt erop dat ik dat ben. Het is mogelijk dat ik skimapparatuur plaats, of we controleren of zo'n automaat werkt en we er een apparaat erop kunnen plaatsen. Ik kom vanaf 2006 in Nederland. Ik zou de kaarten moeten geven aan iemand die ik zou ontmoeten op ongeveer de plaats waar ik gearresteerd ben. Ik had niet speciaal een vaste rol. Ik heb bepaald dat ik de apparatuur moest plaatsen. We waren het gewoon eens over wie wat moest doen. Ik was niet de leider. Ik ben terug gegaan naar Roemenie toen [verdachte] en [medeverdachte] nog in NL waren. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverd[medeverdachte] (dossierpagina 3383, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: Ik ben met [medeverdachte 2 ] naar Nederland gekomen. [verdachte] kwam ons van Schiphol halen. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverd[medeverdachte] (dossierpagina 215), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: Via het adres van internet van [verdachte] kreeg ik kaarten. Ik moest geld pinnen. [verdachte] vroeg of ik met hem mee wilde. Ik wist wat voor bankkaarten het waren. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van verdachte (dossierpagina 3367, [naam]), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: Ik zat met [medeverdachte] in de auto. We zijn wat rondgereden en bij toeval in Lisse terecht gekomen. Ik wilde geld uit de pinautomaat halen. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor verdachte (dossierpagina 263, [naam]I), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: Verdachte geeft aan toch schuldig te zijn, op vraag van verbalisant waaraan antwoordt hij: in Hoofddorp. Ik moest diensten verrichten voor de mensen van wie ik geld had geleend. Diensten van het soort waarvoor ik in Hoofddorp ben gepakt. Ik moest geld pinnen en dan kwam er een chauffeur aan wie ik het geld gaf. Ik ontving een pakketje met gekloonde kaarten, wij communiceerden dan via internet. Die kaarten komen uit Engeland vermoed ik. Ik moest wachten tot er contact met mij werd opgenomen via internet. Ik was niet zo intelligent dat ik opdrachten kreeg om een apparaat te plaatsen. Het hing van de kaart af hoeveel ik pinde. Ik kreeg de kaarten met de pincode erop geschreven, of ik kreeg kaarten en dan kreeg ik via internet de codes. Ik kreeg hiervoor geld om te overleven. * het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor verdachte (dossierpagina 256, [naam]I), inhoudende - zakelijk weergegeven - onder meer het navolgende: Ik ben meerdere keren in NL geweest. Onder andere in april 2006. 3.3 Bewijsoverweging Ten aanzien van feit 3 De raadsman voert ter terechtzitting het verweer dat hetgeen zijn cliënt als feit 3 tenlaste is gelegd niet bewezen kan worden op grond van de volgende argumenten. Ten eerste voert hij aan dat het proces-verbaal gezichtsherkenning opgemaakt door [deskundige] niet voor het bewijs gebruikt kan worden. [deskundige] mist de vereiste deskundigheid op het gebied van gezichtsherkenning en derhalve is de beoordeling van de foto's amateuristisch en subjectief. Ook heeft [deskundige] beelden van slechte kwaliteit gebruikt. Ten slotte wijst de raadsman erop dat [deskundige] de zwakste vorm van herkenning gebruikt, 'mogelijk'. Dit geeft slechts een eventualiteit aan. Ten tweede voert de raadsman als verweer aan dat in de politieverhoren reeds de herkenning van verdachten door een deskundige is genoemd. Dit is intimiderend geweest voor zijn cliënt en zijn medeverdachten. Ten slotte voert de raadsman aan dat nu zijn cliënt geen bekennende verklaring heeft afgelegd, er niet voldoende bewijs overblijft en hij dus vrijgesproken dient te worden. Subsidiair voert de raadsman aan dat de persoon die op een aantal beelden door [deskundige] herkend wordt als verdachte, beslist zijn cliënt niet kan zijn. De rechtbank verwerpt bovenstaande verweren en overweegt daartoe als volgt. De rechtbank is van oordeel dat bij de beoordeling van de camerabeelden die door [deskundige] zijn beoordeeld, ook acht mag worden geslagen op de context waarin de personen worden afgebeeld. De foto's dienen op zichzelf, maar ook in samenhang met elkaar bezien te worden. Op de foto's zijn veelal dezelfde personen waar te nemen die in dezelfde compositie voor de pinautomaat op de beelden staan. De bevindingen van [deskundige] heeft hij neergelegd in een ambtsedig proces-verbaal van bevindingen. Verdachte wordt in dit proces-verbaal op enkele foto's herkend door [deskundige]. Weliswaar wordt door de raadsman weersproken dat zijn cliënt op enkele beelden te zien is maar zijn verweer ziet voornamelijk op de methode van onderzoek. Zoals bij ieder proces-verbaal is het aan de rechter om vast te stellen in hoeverre een proces-verbaal bijdraagt aan de bewezenverklaring. De rechtbank heeft het proces-verbaal op zijn inhoud en conclusies getoetst. De rechtbank ziet derhalve geen reden het proces-verbaal gezichtsherkenning uit te sluiten van het bewijs. Verder volgt uit de bewezenverklaring en de gebezigde bewijsmiddelen in hoeverre de rechtbank het verweer dat verdachte op sommige beelden niet te zien is, volgt. Ten aanzien van de door de raadsman gestelde intimidatie van verdachte overweegt de rechtbank het volgende. In een van de eerste verhoren bij de politie zijn aan verdachte videobeelden getoond met de vraag of verdachte op deze beelden iemand herkende. Verdachte gaf aan niemand te herkennen. In een later afgenomen verhoor is verdachte verteld dat een expert hem op de beelden herkende. Verdachte bleef vervolgens volhouden dat hij niemand herkent op de beelden. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om aan te nemen dat sprake is geweest van enige vorm van intimidatie. De processen-verbaal van verhoor van verdachte geven voorts geen blijk van een door de politie onjuist gehanteerde verhoormethode. De rechtbank acht, ook nu verdachte geen bekennende verklaring heeft afgelegd, voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig om verdachte als mededader aan te merken van de in feit 3 beschreven feiten, met dien verstande dat zij onvoldoende bewezen acht dat verdachte voorkomt op de beelden die betrekking hebben op feit 3, zaak 2, 5, 7 en 8. De rechtbank overweegt dat verdachte, tezamen en in vereniging met anderen, heeft geskimd en geld heeft gepind. Wellicht zal een deel van de personen met wie verdachte dit feit mede heeft gepleegd niet bekend zijn. De geskimde gegevens zijn op een lege pas, een zogenaamde whitecard, gezet om op deze manier het pinnen mogelijk te maken. Wie daadwerkelijk de gegevens op de whitecards heeft gezet, doet niet ter zake nu de groepering waar verdachte toe behoorde kennelijk het doel had te skimmen en met de op deze manier verkregen gegevens geld te pinnen. Naar het oordeel van de rechtbank kan het niet anders dan dat verdachte en zijn mededaders in ieder geval de middelen daartoe hebben verstrekt en hebben meegeprofiteerd van de winst die deze transacties hebben opgeleverd, zodat zij als medeplegers het geheel aan skimmingshandelingen hebben verricht. De rechtbank acht derhalve het valselijk opmaken van betaalpassen door het kopiëren van gegevens van betaalpassen op zogenaamde whitecards, en daarna het met deze whitecards geld opnemen, wettig en overtuigend bewezen. Ten aanzien van feit 4 De raadsman van verdachte voert aan dat er onvoldoende bewijs is om te spreken van deelname aan een criminele organisatie door zijn cliënt. De samenwerking die uit het dossier blijkt is onvoldoende voor het bestaan van een hiërarchische opbouw, structuur en zekere duurzaamheid. Nu slechts blijkt van een aantal contactmomenten tussen zijn cliënt en de medeverdachten dient zijn cliënt vrijgesproken te worden van het hem als feit 4 tenlastegelegde. De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt als volgt. Uit de camerabeelden van de verschillende geldautomaten blijkt dat verdachte contact heeft met verschillende personen. Dit zijn veelal dezelfde personen. Medeverdachten [medeverdachte] en [medeverdachte 2 ] zijn tezamen naar Nederland gekomen, waar zij werden opgehaald door verdachte. Verdachte heeft verder met [medeverdachte 3 ] samengewoond in de woning aan de [adres] te Badhoevedorp: getuige [getuige] herkende hen beide op de politiefoto's. Ook zijn verdachte, [medeverdachte], [medeverdachte 3 ] en [medeverdachte 2 ] in Engeland gecontroleerd terwijl zij in dezelfde auto zaten. Verdachte is meerdere malen in deze auto gecontroleerd. In de periode van 17 mei 2007 tot en met 8 juni 2007 heeft [medeverdachte 3 ] een woning gehuurd aan de [adres] te Zandvoort. De rode Vauxhall Astra met het Engelse kenteken waar verdachte verschillende malen in heeft gezeten, is op 12 juli 2007 weggesleept uit Zandvoort. Op de beelden bij de geldautomaten is zichtbaar dat iedere persoon een eigen rol heeft binnen de groep. De handelingen die gepleegd worden, bestaan uit het plaatsen van platen op geldautomaten en het later weer verwijderen van deze platen. Tevens blijkt uit de camerabeelden dat door middel van passen geld wordt opgenomen bij deze automaten. De verdachten staan op vrijwel iedere foto op ongeveer dezelfde plaats voor en naast de geldautomaat. Verdachte staat veelal rechts in beeld om, naar het lijkt, de persoon recht voor de geldautomaat af te schermen. Tevens is te zien dat hij eenmaal whitecards in de geldautomaat stopt. [medeverdachte 3 ] staat veelal links in beeld; op een van de beelden is te zien dat hij platen aangeeft en op een ander beeld lijkt hij tevens de persoon die whitecards in de automaat stopt. [medeverdachte] is herkend als de persoon die op de foto's vaak te zien is met gereedschap in zijn hand: hij bevestigt de platen op de automaat of verwijdert deze. Ook is een aantal maal te zien dat hij pasjes, zogenaamde whitecards, in de automaat stopt om geld op te nemen. [medeverdachte 2 ] lijkt tevens degene die geld opneemt door middel van whitecards. Ook is hij op verscheidene foto's de persoon die platen van de automaat verwijdert of ze erop zet. Hij geeft daarnaast tijdens zijn verhoren bij de politie toe zichzelf op verschillende foto's te herkennen. Uit de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2 ] blijkt dat er altijd een persoon op de uitkijk staat. Uit het vorenstaande volgt dat verdachte en zijn medeverdachten hun eigen rol hebben binnen de organisatie. Tevens dient sprake te zijn van samenwerking tussen de verdachten onderling: telkens zijn zij op dezelfde tijd tezamen bij de geldautomaat aanwezig en hebben zij de benodigde platen, gereedschap en passen bij zich. Dit moeten zij van te voren afgesproken hebben. Voorts volgt uit het dossier dat zij vervoermiddelen tot hun beschikking hebben om zich te verplaatsen. Ook uit de onder [medeverdachte] en [medeverdachte 2 ] aangetroffen hoeveelheid valse betaalpassen en de in de weggesleepte Vauxhall Astra aangetroffen skimmingsattributen blijkt van samenwerking tussen verdachten. De rechtbank komt tot de conclusie dat sprake is van een organisatie waarbinnen iedere persoon zijn rol heeft en waarbinnen een gemeenschappelijk doel wordt nagestreefd. Verdachten nemen door het manipuleren van geldautomaten geld op met geskimde pinpassen. Gelet op bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband. Ten aanzien van de periode waarin de criminele organisatie heeft bestaan overweegt de rechtbank als volgt. Verdachte en zijn mededaders zijn te zien op camerabeelden bij verschillende geldautomaten. Echter, eerst op 2 december 2006 zijn [medeverdachte 3 ] en [medeverdachte 2 ] op de camerabeelden te zien. Op 12 mei 2006 wordt [verdachte] voor het eerst op de camerabeelden waargenomen en reeds op 8 april 2006 is [medeverdachte] te zien op de camerabeelden. De rechtbank overweegt dat nu eerst op 2 december 2006 alle verdachten op camerabeelden te zien zijn, dit het eerste tijdstip vormt waarop de rechtbank bewezen acht dat de criminele organisatie bestaat. 4. Strafbaarheid van de feiten Het bewezenverklaarde levert op: Feit 1 Diefstal met twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel. Feit 2 Opzettelijk een valse betaalpas voorhanden hebben, hebben ontvangen, vervoeren, meermalen gepleegd. Feit 3 Tezamen en in vereniging opzettelijk een betaalpas, bedoeld voor het verrichten van betalingen langs geautomatiseerde weg valselijk opmaken, meermalen gepleegd. Feit 4 Het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. 5. Strafbaarheid van verdachte Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar. 6. Motivering van sancties en van overige beslissingen 6.1 De vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten en gevorderd dat verdachte terzake zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. 6.2 Hoofdstraf Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan deelname aan een criminele organisatie die zich langdurig op omvangrijke schaal en op professionele wijze bezig hield met skimming. Skimming is een vorm van criminaliteit die veel schade aanricht bij financiële instellingen en gebruikers van bancaire producten. Daarnaast wordt het vertrouwen dat door de consument en de acceptant in het betaalnetwerk en in de pinpas moet kunnen worden gesteld, ondermijnd door skimmingsactiviteiten. Dit kan grote economische en maatschappelijke gevolgen hebben. Verdachte heeft, onder andere, met behulp van whitecards geld opgenomen uit verschillende geldautomaten. Voorts neemt de rechtbank in overweging dat het aantal meldingen van skimmingsactiviteiten, volgens opgave van de officier van justitie, in 2007 ten opzichte van 2006 is verdubbeld. Bij het bepalen van de strafmaat is in aanmerking genomen dat verdachte deze feiten puur uit winstbejag heeft gepleegd en vermoedelijk alleen met dit doel naar Nederland is gekomen. Weliswaar heeft verdachte aangevoerd dat hij in ernstige geldnood verkeerde, omdat zijn vader een dringend noodzakelijke en kostbare medische behandeling in het buitenland diende te ondergaan, maar dit staat naar het oordeel van de rechtbank niet in verhouding tot de ernst en de lange duur van de bewezen verklaarde feiten. De rechtbank neemt verder in aanmerking de bij verdachte aangetroffen valse betaalpassen en de lange periode waarin verdachte de activiteiten heeft ontplooid. De rechtbank houdt derhalve in de strafmaat geen rekening met de situatie van verdachte. Het aan verdachte onder feit 3, als zaak 2, 5, 7 en 8 tenlastegelegde kan echter niet wettig en overtuigend bewezen worden. Door het wegvallen van een deel van dit feit en de bewezenverklaring van een kortere periode van deelname aan de criminele organisatie zal de door de rechtbank op te leggen straf enigszins lager uitvallen dan door de officier van justitie geëist is. Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. 7. Toepasselijke wettelijke voorschriften De volgende wetsartikelen zijn van toepassing: 47, 57, 140, 310, 311, 232 van het Wetboek van Strafrecht. 8. Beslissing De rechtbank: Verklaart bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.2 vermeld. Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij. Bepaalt dat de bewezenverklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren. Verklaart verdachte hiervoor strafbaar. Veroordeelt verdachte wegens dit feit tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 (tweeënveertig) maanden. Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht. 9. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum Dit vonnis is gewezen door mr. Rutten, voorzitter, mr. Dijk en mr. Minderhoud, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. De Witte, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 september 2008. Parketnummer: 15/700176-08 Inzake: C.V. POPA blad 16 vonnis