Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BF3736

Datum uitspraak2008-08-13
Datum gepubliceerd2008-09-30
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers385672
Statusgepubliceerd


Indicatie

Partijen detacheren beide personeel. Eiseres stelt dat gedaagde onrechtmatig handelt door haar personeel actief te benaderen, gebruik te maken van specifieke kennis met betrekking tot de ex-werkgever waarover een gewone concurrent niet beschikt en waartegen een ex-werkgever zich niet kan wapenen alsook door te profiteren van de wanprestatie van de ex-werknemers van eiseres door deze werknemers in strijd met het concurrentiebeding in dienst te nemen en te detacheren bij relaties van eiseres. Uitleg concurrentiebeding. Beperkt beding, in dienst nemen van ex-werknemers van eiseres door gedaagde niet onrechtmatig. Detacheren ex-werknemers bij relaties van eiseres evenmin onrechtmatig. Profiteren van wanprestatie doet zich pas voor als de aangesproken partij weet of behoort te weten dat de wederpartij wanprestatie pleegt jegens een derde en er voorts sprake is van bijkomende omstandigheden. Aan tweede vereiste is niet voldaan. Actief benaderen werknemers hier niet onrechtmatig, geen stelselmatige benadering en geen aantasting van omzet.Geen sprake van specifieke kennis met betrekking tot de ex-werkgever waarover een gewone concurrent niet beschikt en waartegen een ex-werkgever zich niet kan wapenen.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK AMSTERDAM Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 385672 / HA ZA 07-3288 Vonnis van 13 augustus 2008 in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid WELTEN DETACHERING B.V., gevestigd te Vessem, eiseres, procureur mr. R.V.H. Jonker, tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid NIG MIDOFFICE PROFESSIONALS B.V., gevestigd te Bussum, gedaagde, procureur eerst mr. G.C. Endedijk thans mr. Chr.H. van Dijk. Partijen zullen hierna Welten en NIG genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding van 15 november 2007 met producties; - de conclusie van antwoord met producties; - het tussenvonnis van 13 februari 2008 houdende bepaling comparitie; - de brief van 28 maart 2008 van de advocaat van Welten met producties; - het proces-verbaal van comparitie van 4 april 2008. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De feiten 2.1. Welten is een detacheringbureau. Zij houdt zich bezig met het werven, opleiden en detacheren van personeel. Detachering vindt voornamelijk plaats in het bank- en verzekeringswezen. 2.2. NIG houdt zich eveneens bezig met detachering van personeel voor het bank- en verzekeringswezen en is een directe concurrent van Welten. 2.3. Welten maakt ten opzichte van haar werknemers gebruik van het navolgende beding. “... het is werknemers zonder schriftelijke toestemming van werkgever verboden om gedurende de dienstbetrekking, alsmede gedurende 1 jaar na het einde van de dienstbetrekking, tegen vergoeding of om niet, voor derden of voor eigen rekening direct of indirect soortgelijke werkzaamheden en/of diensten te verrichten c.q. aan te bieden, aan relaties van werkgever, of om bij zodanige werkzaamheden of diensten op enigerlei wijze betrokken te zijn”. 2.4. Welten heeft diverse procedures in kort geding gevoerd tegen ex-werknemers op grond van de litigieuze overtreding van voornoemd beding. 3. De vordering en het verweer 3.1. Welten vordert samengevat - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, I. voor recht te verklaren dat a. NIG onrechtmatig jegens Welten handelt door (ex) werknemers van Welten in dienst te nemen in strijd met het concurrentiebeding en/of relatiebeding en aansprakelijk is voor de schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet; b. NIG onrechtmatig jegens Welten handelt door (ex) werknemers van Welten in strijd met het relatiebeding te detacheren bij relaties van Welten, waar zij tijdens hun loopbaan bij Welten werkzaamheden hebben verricht en NIG daarbij aansprakelijk is voor de schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet; c. NIG onrechtmatig handelt, althans het haar niet is toegestaan om personeel van Welten actief te benaderen (zelf of via haar werknemers) in een poging die mensen ertoe te bewegen bij NIG in dienst te treden en II. NIG te verbieden om a. werknemers van Welten te detacheren bij relaties van Welten, waar deze werknemers eerder gedetacheerd zijn geweest via Welten, gedurende de voor die werknemers geldende werkingsduur van het concurrentie- en/of relatiebeding, althans gedurende een periode in goede justitie te bepalen, op straffe van een dwangsom van € 25.000,00 per overtreding en € 1.000,00 per dag of dagdeel dat de overtreding voortduurt, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de overtreding; b. werknemers van Welten actief te (laten) werven, op straffe van een dwangsom van € 25.000,00 per overtreding en € 1.000,00 per dag of dagdeel dat de overtreding voortduurt, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der overtreding en III. NIG te veroordelen a. tot betaling van een bedrag van € 25.000,00 als voorschot op schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de voldoening; b. tot het betalen van een bijdrage in de buitengerechtelijke incassokosten ad € 1.500,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het vonnis; c. tot het betalen van de proceskosten. 3.2. Welten grondt haar vordering op een onrechtmatige daad, die volgens Welten drieledig is. Eerstens benadert NIG (via ex-werknemers van Welten die naar NIG zijn overgestapt) stelselmatig werknemers van Welten, teneinde hen te bewegen over te stappen naar NIG, waarbij gebruik wordt gemaakt van de kennis die zij hebben van het personeelsbestand bij Welten. In het afgelopen jaar hebben al zeker 20 ex-werknemers van Welten die stap gemaakt. Primair acht Welten NIG aansprakelijk uit onrechtmatige daad en subsidiair acht zij haar aansprakelijk voor het gedrag van haar werknemers. Indien voorts gebruik wordt gemaakt van de specifieke kennis met betrekking tot de ex-werkgever, in casu het personeelsbestand, waarover een gewone concurrent niet beschikt en waartegen een ex-werkgever zich niet kan wapenen, is op zich sprake van onrechtmatige daad. De derde grondslag voor de onrechtmatige daad is het profiteren van de wanprestatie van de ex-werknemer richting zijn werkgever. Er is primair sprake van een concurrentiebeding, subsidiair is er sprake van een relatiebeding. Wetende dat werknemers van Welten een concurrentie- dan wel relatiebeding hebben, neemt NIG deze werknemers in dienst. NIG biedt deze werknemers steevast een hoger salaris aan. Er is sprake van uitlokking. De raadsman van NIG is voor alle ex-werknemers van Welten die door Welten in rechte zijn betrokken, opgetreden; dit wordt door NIG betaald. Een nieuwe werkgever is overigens verplicht om een werknemer te vragen of er sprake is van een concurrentie- dan wel relatiebeding. Door dat achterwege te laten, handelt een nieuwe werkgever onrechtmatig jegens de oude werkgever. Door de bijkomende omstandigheden, te weten de stelselmatigheid en uitlokking, kan het gedrag van NIG niet door de beugel, aldus steeds Welten. Welten stelt dat de globale schade tot op heden € 290.000,00 bedraagt. De schade bestaat uit navolgende posten. - Wervingskosten: De selectie- en wervingskosten bedragen per werving tussen € 2.500,00 en € 4.000,00. Uitgaande van een gemiddelde van € 3.250,00 per werknemer bedraagt de schade 20 x € 3.250,00 = € 65.000,00; - De opleidingskosten bedragen per werknemer gemiddeld € 10.000,00. Deze kostenpost wordt dan ook geschat op 20 x € 10.000,00 = € 200.000,00. - De kosten rechtsbijstand in de zaken betreffende de voormalige werknemers van Welten bedragen tot op heden omstreeks € 25.000,00 exclusief BTW. Ten aanzien van de buitengerechtelijke kosten voert Welten aan dat zij in alle zaken brieven heeft verstuurd naar NIG waarbij zij NIG aansprakelijk heeft gesteld uit onrechtmatige daad en NIG heeft gesommeerd haar ex-werknemers niet in dienst te nemen in strijd met het beding. Daarenboven is NIG in alle specifieke gevallen apart aangeschreven. Welten heeft kosten moeten maken in een poging met NIG tot een minnelijke regeling te komen waartoe ook nog een gesprek tussen partijen heeft plaatsgevonden. Welten acht een vergoeding aan buitengerechtelijke incassokosten van € 1.500,00 redelijk. Dit bedrag voldoet aan de dubbele redelijkheidstoets, aldus tenslotte Welten. 3.3. NIG heeft verweer gevoerd. Zij betwist dat zij actief heeft geworven onder het personeel van Welten. NIG roept niemand op om actief onder Welten medewerkers te werven. Welten heeft meer dan 1000 mensen in dienst; uiteraard is er bij dit personeelsbestand sprake van verloop. NIG is zeer actief aan het werven via radiocampagnes, gedrukte media en diverse internetsites. Die campagnes leveren sollicitanten op. Mond op mond reclame doet in de regel ook wat. Gedetacheerden van NIG en Welten zullen op hun werkplekken met elkaar praten en het is niet uitgesloten dat in die gesprekken hun respectievelijke werkgevers met arbeidsvoorwaarden onderwerp van gesprek zijn. Het is dan best mogelijk dat op die momenten mensen het idee krijgen om bij NIG te solliciteren. Het litigieuze beding betreft een relatiebeding. NIG is geen relatie van Welten zodat indiensttreding bij NIG niet in strijd is met dit beding. De werkgever moet een reëel doel hebben bij handhaving van het concurrentiebeding. De gedetacheerden van Welten hebben geen enkele commerciële bemoeienis met het reilen en zeilen van Welten. Zij zijn niet in staat om aan NIG relevante informatie te verschaffen of behulpzaam te zijn teneinde een commerciële voorsprong op Welten te kunnen realiseren. NIG heeft dezelfde klantenkring als Welten. De ex-werknemers van Welten kunnen bij NIG dus geen nieuwe klanten aanbrengen. Er is geen sprake van een onrechtmatige daad of wanprestatie van een derde, zodat NIG daarvan ook geen misbruik kan maken. Daarbij komt dan ook nog de beantwoording van de vraag of NIG al dan niet wetenschap had van enig tekortschieten. Voorts is het bewust gebruik maken en profiteren van de omstandigheid dat een ander zich aan zijn contractuele verplichtingen jegens een derde onttrekt, op zichzelf niet onrechtmatig, maar kan dit door bijkomende omstandigheden worden. Een bijkomende omstandigheid zou zijn dat NIG misbruik zou kunnen maken van bedrijfsgeheimen, maar die zijn er niet, aldus telkens NIG. Ten slotte heeft NIG de door Welten opgevoerde schade gemotiveerd betwist. 4. De beoordeling 4.1. De rechtbank zal zich eerstens uitlaten omtrent de strekking van het door Welten in haar arbeidsovereenkomsten gehanteerde beding nu partijen twisten over die strekking en de omvang van het beding van belang is voor de beoordeling van al de geschilpunten. Welten stelt zich op het standpunt dat het beding inhoudt een verbod aan haar werknemers werkzaam te zijn voor concurrenten van Welten. Met de toevoeging ‘aan relaties van werkgever’ is volgens Welten bedoeld dat werknemers na beëindiging van het dienstverband ook niet bij relaties van Welten mogen werken. Volgens NIG is er sprake van een relatiebeding; werknemers dienen zich te onthouden van werkzaamheden voor relaties van Welten. Het komt dan aan op de uitleg van het beding, waarbij niet slechts de taalkundige betekenis van het beding in aanmerking moet worden genomen doch tevens de zin die werkgever en werknemer in de gegeven omstandigheden aan dat beding mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien van elkaar mochten verwachten. Aan de taalkundige uitleg komt evenwel overwegende betekenis toe nu een concurrentiebeding ter bescherming van de werknemer schriftelijk dient te worden overeengekomen, het beding door de werkgever wordt opgesteld en het de werknemer beperkt in zijn mogelijkheden in zijn levensonderhoud te voorzien. Voor zover een concurrentiebeding onduidelijkheden bevat moet dit de werkgever worden toegerekend, terwijl slechts aanleiding bestaat om af te wijken van een voor de werknemer in redelijkheid niet mis te verstane bewoording van het beding indien de werkgever omstandigheden aanvoert op grond waarvan volgens die werkgever toch aan die bewoording een afwijkende betekenis moet worden toegekend. De tekst van het door Welten gebruikte beding laat geen andere lezing toe dan dat haar werknemers geen werkzaamheden mogen verrichten voor relaties van Welten. Zoals ook eerder in procedures in kort geding is overwogen kan de zinsnede ‘aan relaties van werkgever’ worden beschouwd als een precisering van het verbod. Welten heeft geen omstandigheden aangevoerd op grond waarvan moet worden aangenomen dat desondanks haar uitleg van het beding de juiste is, zodat zij in die uitleg niet kan worden gevolgd. 4.2. Nu er naar het oordeel van de rechtbank sprake is van een beperkt concurrentiebeding, plegen werknemers van Welten geen wanprestatie indien zij na het einde van hun dienstverband met Welten in dienst treden bij NIG. NIG handelt reeds op die grond niet onrechtmatig wanneer zij deze werknemers contracteert. De vordering onder I.a. zal daarom worden afgewezen. 4.3. Dan dient te worden beoordeeld of NIG onrechtmatig handelt door ex-werknemers van Welten te detacheren bij relaties van Welten. Blijkens haar vordering doelt Welten daarbij op relaties waarbij de ex-werknemers eerder door Welten zijn gedetacheerd. De rechtbank begrijpt dat zij haar concurrentiebeding in zoverre beperkt. 4.4. Voorop staat dat het ex-werknemers van Welten op grond van het concurrentiebeding niet is toegestaan voor genoemde relaties van Welten werkzaam te zijn. Anders dan NIG is de rechtbank dan ook van oordeel dat zolang het concurrentiebeding niet door de rechter is vernietigd dan wel is geschorst, de voormalige werknemers toerekenbaar tekortschieten in hun verplichtingen jegens Welten indien zij dit verbod overtreden. Dit geldt ook voor de situatie dat de ex-werknemer werkzaamheden verricht voor een andere vestiging van een relatie van Welten dan de vestiging waar deze werknemer door Welten eerder is geplaatst, zelfs in het geval dat die relatie tevens een relatie van NIG is. In een dergelijke uitzondering voorziet het beding immers niet. 4.5. Welten heeft gesteld en NIG heeft onvoldoende betwist dat drie van de acht ex-werknemers tegen wie Welten een procedure heeft ingesteld bij relaties van Welten zijn gaan werken bij welke zij eerder door Welten zijn geplaatst. Weliswaar heeft NIG ter zitting verklaard dat ex-medewerkers van Welten bij andere relaties zijn gedetacheerd, uit de overgelegde vonnissen in door Welten gevoerde procedures tegen ex-werknemers volgt dat dit in ieder geval niet geldt ten aanzien van A en B. Een en ander brengt evenwel niet mee dat NIG door het detacheren van voormalig werknemers van Welten bij relaties waarbij deze werknemers eerder door Welten zijn gedetacheerd, zonder meer onrechtmatig heeft gehandeld. Volgens vaste jurisprudentie is het profiteren van andermans wanprestatie immers pas onrechtmatig indien de aangesproken partij weet of behoort te weten dat de wederpartij wanprestatie pleegt jegens een derde en er voorts sprake is van bijkomende omstandigheden. 4.6. NIG heeft slechts aangevoerd dat de vraag of NIG al dan niet wetenschap had van enig tekortschieten beantwoording behoeft. Daarmee heeft zij onvoldoende betwist dat zij kennis droeg van de wanprestatie, zodat de rechtbank de aanwezigheid van die kennis bij NIG als vaststaand aanneemt. Evenwel is aan het tweede vereiste niet voldaan. Ter comparitie heeft Welten als bijzondere omstandigheid aangevoerd dat er sprake is van uitlokking. Zij kan hierin niet worden gevolgd. Van uitlokking kan, nu het ex-werknemers van Welten niet verboden is in dienst te treden van NIG, slechts sprake zijn indien de betrokken ex-werknemers van Welten door NIG in dienst zijn genomen met het enkele doel hen te detacheren in strijd met het geldende relatiebeding. Dit is gesteld noch gebleken. Dat de advocaat van NIG voor alle door Welten in rechte betrokken ex-werknemers is opgetreden op kosten van NIG maakt dit oordeel niet anders. Evenmin kan het bieden van een hoger salaris als een bijzondere omstandigheid gezien worden die het profiteren van de wanprestatie onrechtmatig maakt, nu gesteld noch gebleken is dat dit salaris slechts wordt aangeboden aan voormalige werknemers van Welten. De vorderingen onder I.b. en II.a. zijn niet toewijsbaar. 4.7. Welten stelt dat NIG onrechtmatig handelt door actief werknemers van Welten te benaderen, teneinde hen te bewegen bij NIG in dienst te treden. Dit geschiedt volgens Welten via ex-werknemers van Welten die zijn overgestapt naar NIG, met name via C, D, E, A en F. Welten heeft ter onderbouwing van haar stelling e-mails en een brief van enkele van haar werknemers in het geding gebracht. Deze e-mails houden, voor zover van belang, het navolgende in. “Van G (…) Verzonden op dinsdag 23 oktober 2007(…) C heeft in ieder geval bij de FFP-kandidaat H aangegeven dat hij een functie etc beschikbaar had bij NIG, dit tijdens het afscheid van I Ook zijn bij het vertrek van C een aantal collega’s (ik weet in ieder geval J en K) telefonisch benaderd, onder het mom van “afscheid nemen” werd aangegeven dat ze bij NIG in ieder geval aan de slag zouden kunnen (…)” “Van: L Verzonden: 30 augustus 2007 (…) Bij mij gaat F over naar NIG haar salarisstijging is ook aanzienlijk (…) Ze was in contact met NIG gekomen via A (…)” “Van: G Verzonden: donderdag 30 augustus 2007(…) Op de laatste werkdag van C zijn alle collega’s uit noord gebeld met de volgende mededeling: veel succes met je carriere, ik ga bij NIG werken, dit is mijn nieuwe telefoonnummer, en als je open staat voor een nieuwe baan dan hoor ik dat heel graag van je. (bron: K en J) Tijdens het afscheid van I zijn diverse mensen die deelnemen aan onze FFP-opleiding door C benaderd om te komen praten bij NIG, visitekaartjes werden uitgedeeld (…) Ex-medewerkers van Welten die op dit moment bij NIG werken benaderen collega’s waarmee ze samen hebben gewerkt in opdrachten voor Welten (E benadert B, bron M) (…)” “Van: M Verzonden: donderdag 30 augustus 2007 (…) B heeft vandaag haar ontslagbrief op de bus gedaan. (…). Bij NIG heeft ze gesproken met D (Ass). (…) B zegt dat ze via Monsterboard met NIG in contact is gekomen, echter, B heeft wel verteld dat de rechtzaak van E ook meeviel, dus die zal haar wel binnen geloodst hebben.” “Van: L Verzonden: donderdag 30 augustus 2007 (…) Bij mij gaat F over naar NIG (…). Ze was in contact met NIG gekomen via A, en die had haar zelfs verteld dat het wel mee zou vallen met het concurrentie beding!! (…)” “Van: G Verzonden: maandag 16 juli 2007 (…) Bovendien is gebleken dat C in zijn laatste week als “Weltenaar” zijn telefoon nog eens heeft doorgebeld, zijn oudmedewerkers heeft bedankt voor de prettige samenwerking, en vooral heeft benadrukt dat hij bij NIG in dienst ging, en dat men zeker eens kontakt met hem moet opnemen inzake een nieuwe carriere… Dit is mij door J verteld (…).” “Van: N Verzonden: maandag 16 juli 2007 (…) Via G heb ik 05 juli gehoord dat C op het afscheid van I in Carpe Diem o.a. H benadert had voor indiensttreding bij NIG. (…)”. “Van: P Verzonden: vrijdag 13 juli 2007(…) Afgelopen twee dagen heb ik twee loyale en tevreden collega’s in het veld gesproken die op verschillende wijzen benaderd zijn door NIG. Één van de twee kreeg een kaartje in zijn handen gedrukt tijdens het afscheid van I door een oud-collega/regiomanager, nu in dienst van NIG. De loyalere medewerker heeft toen ook aangegeven dat hij het raar vond dat wanneer C op uitnodiging hier is hij die gelegenheid gebruikt om te ronselen onder zijn oud-collega’s. Ik weet dan ook niet wie en hoeveel andere mensen hij benaderd heeft.. De tweede collega is benaderd bij Florius door een NIG-collega daar om eens te komen praten. Dat heeft ook nog een andere collega gedaan die ook onlangs getekend heeft. Ik ben haar naam kwijt maar die naam is al bekend bij ons en er wordt volgens mij al actie op ondernomen. Bij de tweede collega werd in het eerste gesprek al afgetrapt met de mededeling dat “ze niet de eerste Welten collega was die over zou stappen en zeker ook niet de laatste”. Welten investeert en leidt op en NIG benaderd de beste daarvan en zal zo de vijver leeg vissen (een andere uitspraak in hetzelfde gesprek). (…) Verder werd met veel nadruk aan haar gevraagd duidelijk aan te geven bij Welten dat ze naar NIG over is gegaan (waar op dat moment nog geen sprake van was). (…).” Een e-mail zonder datum en afzender, houdt voorts in: “(…) N zij zou van G hebben gehoord dat AWW op het afscheid van I o.a. H benaderd heeft. (…)” Een brief van Q d.d. 28 maart 2008 houdt ten slotte, voor zover van belang, in: “(…) Als antwoord op uw vraag uiteen te zetten hoe ik in het verleden in contact ben gekomen met NIG Midoffice verklaar ik het volgende: Destijds vertrok een Interim Professional van Welten naar NIG, bij mijn weten was dit de eerste Welten-collega die zo’n overstap maakte. (…) Deze bewuste medewerker benaderde mij voor zijn aanstaande vertrek om na te denken of NIG voor mij ook niet een betere werkgever zou zijn. Hiervoor werden verschillende redenen aangedragen zijnde o.a. salaris, vrijheden, werksfeer etc. (…)”. 4.8. De rechtbank overweegt als volgt. Het is NIG toegestaan Welten concurrentie aan te doen ook indien dat inhoudt dat zij – hetgeen overigens door NIG wordt betwist - werknemers van Welten benadert met het doel die werknemers een dienstverband aan te bieden, nu ten aanzien van die werknemers niet een concurrentiebeding geldt dat hen verhindert bij een concurrent van Welten in dienst te treden. De wijze waarop de concurrentie wordt aangedaan kan echter afhankelijk van de omstandigheden onrechtmatig handelen opleveren. Als onrechtmatig moet worden aangemerkt een stelselmatige benadering van personeel van een onderneming waardoor de bedrijfsvoering van die onderneming en daarmee haar omzet wordt aangetast. Dat dit laatste het geval is, is niet dan wel onvoldoende door Welten gesteld en is overigens niet gebleken. Ook indien - gelet op de betwisting van NIG - van de juistheid van de inhoud van de overgelegde en hiervoor aangehaalde stukken moet worden uitgegaan volgt daaruit voorts geenszins de door Welten gestelde stelselmatigheid van de vermeende benadering van haar personeel. Het gaat veeleer om een beperkt aantal gevallen. Hetgeen hierin bevestiging vindt dat op een aantal van 1000 medewerkers van Welten slechts een klein aantal medewerkers naar NIG is overgestapt. Naar zeggen van Welten zijn dit er twintig. Welten kent daarbij onweersproken een personeelsverloop van ten minste 200 werknemers per jaar. Welten heeft aangeboden de schrijvers van de e-mails alsmede de daarin genoemde werknemers van NIG als getuigen te doen horen. De rechtbank gaat aan dit aanbod als noodzakelijk noch opportuun voorbij, aangezien ook indien de inhoud van de e-mails door de getuigen wordt bevestigd, dit niet tot een ander oordeel kan leiden en feiten of omstandigheden die het optreden van NIG naar het oordeel van de rechtbank wel onrechtmatig zouden maken, niet zijn gesteld. 4.9. Ook het gebruik van specifieke kennis met betrekking tot de ex-werkgever waarover een gewone concurrent niet beschikt en waartegen een ex-werkgever zich niet kan wapenen kan ertoe leiden dat er sprake is van oneerlijke concurrentie. Volgens Welten heeft NIG zich bij het benaderen van haar werknemers bediend van het personeelsbestand van Welten. Welten heeft deze stelling niet nader toegelicht. De rechtbank kan uit hetgeen thans voorligt slechts begrijpen dat Welten erop doelt dat haar ex-werknemers ermee bekend waren wie tot het personeel van Welten behoorde. Dit acht de rechtbank geen specifieke kennis, doch normale kennis waarover een werknemer beschikt. Evenmin is er sprake van kennis waarover een andere concurrent van Welten niet zou kunnen beschikken. Niet is gesteld dat de werknemers van Welten een geheimhoudingsplicht hebben, zodat zij deze informatie tegenover iedere concurrent van Welten kunnen prijsgeven. 4.10. Een en ander leidt tot de conclusie dat NIG ook op dit punt niet onrechtmatig heeft gehandeld, zodat ook de vorderingen onder I.c. en II.b. moeten worden afgewezen. 4.11. Nu de rechtbank oordeelt dat NIG op geen enkele wijze onrechtmatig heeft gehandeld, kan de gevorderde schadevergoeding reeds daarom niet worden toegewezen. De stellingen betreffende die schade behoeven dan ook geen bespreking. 4.12. Welten zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van NIG worden begroot op: - vast recht € 585,00 - salaris procureur 1.158,00 (2 pnt x tarief III) _______ € 1.743,00 5. De beslissing De rechtbank 5.1. wijst de vorderingen af, 5.2. veroordeelt Welten in de proceskosten, aan de zijde van NIG tot op heden begroot op € 1.743,00. Dit vonnis is gewezen door mr. S. van Eunen en in het openbaar uitgesproken op 13 augustus 2008.?