
Jurisprudentie
BF2294
Datum uitspraak2008-09-09
Datum gepubliceerd2008-09-25
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers07.607160-08
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-09-25
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers07.607160-08
Statusgepubliceerd
Indicatie
Afpersing
Bewijs
Gemotiveerde vrijspraak
Uitspraak
RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD
Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer
Parketnummer: 07.607160-08
Datum: 9 september 2008
Vonnis in de zaak van:
het openbaar ministerie
tegen
[verdachte],
[geboortedatum],
[woonplaats].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 26 augustus 2008. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. A.W. Syrier, advocaat te Utrecht.
De officier van justitie, mr. M. Kamper, heeft ter terechtzitting gevorderd de vrijspraak van verdachte ter zake van het onder 1., 2. en 3. ten laste gelegde en de veroordeling van verdachte ter zake van het onder 4. ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
TENLASTELEGGING
De verdachte is ten laste gelegd dat:
(volgt tenlastelegging)
BEWIJS
De verdachte dient van het onder 1., 2., 3. en 4. ten laste gelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
Ten aanzien van feit 4 overweegt de rechtbank als volgt. Ten laste is gelegd aan verdachte poging tot afpersing en/of diefstal met geweld en/of bedreiging met geweld. Aangever heeft dienaangaande een verklaring afgelegd.
Verdachte heeft ontkend aangever te hebben afgeperst en ter terechtzitting een andere lezing gegeven van het gebeuren in de nacht van 22 op 23 oktober 2007. Verdachte heeft onder meer verklaard dat hij aangever kende en bij hem op bezoek kwam om hem -zoals hij dat wel vaker gedaan had- seksuele diensten te verlenen. Aangever wilde hem echter dit keer niet betalen, waarna er over en weer is geduwd en getrokken en verdachte is weggegaan omdat hij zijn diensten niet onbetaald wilde verrichten.
De rechtbank overweegt dat uit de stukken duidelijk naar voren dient te komen waar het vermeende geweld of de bedreiging met geweld door de verdachte uit bestond. Voorts dient voor een bewezenverklaring van de tenlastelegging de verklaring van aangever te worden ondersteund door andere bewijsmiddelen. Aangever heeft verklaard dat verdachte hem heeft bedreigd en zijn pyjamajasje aan flarden heeft getrokken, dat hij heeft gezien dat verdachte iets in zijn handen had toen hij achter hem aanzat en dat hij een wondje aan zijn nek had waarvan hij niet weet op welk moment hij dat heeft opgelopen. Geen van de gehoorde getuigen verklaart echter te hebben waargenomen dat de pyjamajas van aangever door verdachte is stukgetrokken of dat verdachte (met een voorwerp) aangever heeft bedreigd of op hem geweld heeft toegepast. Hetgeen door diverse getuigen is waargenomen is dat aangever met ontbloot bovenlijf op straat stond en een woordenwisseling met verdachte had over geld. Deze situatietekening past ook bij de door verdachte geschetste lezing van het gebeurde. Naar het oordeel van de rechtbank bevat het dossier onvoldoende om tot een bewezenverklaring van een poging tot afpersing en/of diefstal met geweld en/of bedreiging met geweld te komen. De verdachte zal daarom ook van dit feit worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het onder 1., 2., 3 en 4. ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
Aldus gewezen door mr. G.J.J.M. Essink, voorzitter, mrs. G.H. Meijer en C.E. Buitendijk, rechters, in tegenwoordigheid van E.M. Scheffer als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 september 2008, zijnde mr. Buitendijk voornoemd buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.