Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BF1429

Datum uitspraak2008-09-17
Datum gepubliceerd2008-09-19
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Dordrecht
Zaaknummers75678/ HA ZA 08-2331
Statusgepubliceerd


Indicatie

Gedaagde doet met succes (wegens niet ter hand stellen van de algemene voorwaarden) een beroep op de vernietigbaarheid van de forumclausule. Volgt onbevoegdverklaring en verwijzing naar de rechtbank 's-Gravenhage.


Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT Sector civiel recht zaaknummer: 75678/ HA ZA 08-2331 vonnis in het incident van de enkelvoudige kamer van 17 september 2008 in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Jong Waddinxveen B.V., gevestigd te Waddinxveen, oorspronkelijk gedaagde, eiseres in het incident, advocaat: mr. V.J. Groot te Dordrecht, namens behandelend advocaat: mr. C. Beijer te Utrecht, tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Unit 4 Agresso Enterprise Solutions B.V., gevestigd te Sliedrecht, oorspronkelijk eiseres, verweerster in het incident, advocaat: mr. J.A. Visser te Dordrecht, namens behandelend advocaat: mr. M.C. Bakker te Vught. Partijen worden hieronder aangeduid als De Jong en Unit 4. 1. Het procesverloop 1.1. De rechtbank heeft kennis genomen van de volgende processtukken: - het verstekvonnis van 7 mei 2008 en de daarin genoemde stukken, - de verzetdagvaarding van 26 mei 2008, tevens inhoudende de incidentele conclusie houdende de exceptie van relatieve onbevoegdheid, - de conclusie van antwoord in het incident, - de door beide partijen overgelegde producties. 2. De vordering in de hoofdzaak onder rolnummer 74770/ HA ZA 08-2212 2.1. Bij inleidende dagvaarding heeft Unit 4 De Jong voor deze rechtbank gedagvaard en heeft zij gevorderd bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, De Jong te veroordelen om terzake voormeld aan Unit 4 tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag ad € 56.881,52, vermeerderd met de contractuele rente, subsidiair de wettelijke handelsrente, meer subsidiair de wettelijke rente over de hoofdsom ad € 43.719,25 vanaf 29 februari 2008 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van De Jong in de kosten van het geding. 2.2. Bij verstekvonnis van 7 mei 2008 (hierna: ‘het verstekvonnis’) is De Jong veroordeeld tot betaling aan Unit 4 van een bedrag ad € 49.562,53 te vermeerderen met de contractuele rente over € 43.719,25 vanaf 29 februari 2008 tot aan de dag der algehele voldoening met veroordeling van De Jong in de kosten van het geding. De buitengerechtelijke kosten zijn afgewezen. 3. De vordering in het incident 3.1. De Jong is bij dagvaarding van 26 mei 2008 in verzet gekomen en vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, dat het vonnis van de rechtbank Dordrecht d.d. 7 mei 2008 met kenmerk 74770/ HA ZA 08-2212 wordt vernietigd en dat de rechtbank Dordrecht zich onbevoegd verklaart kennis te nemen van het geschil met veroordeling van Unit 4 Agresso Enterprise Solutions B.V. in de kosten van deze procedure. 4. Het geschil in het incident 4.1 Unit 4 stelt dat haar algemene voorwaarden - waarin de rechtbank Dordrecht bevoegd wordt verklaard- van toepassing zijn. 4.2 De Jong stelt zich op het standpunt dat zij voor of bij het sluiten van de overeenkomst met Unit 4 de algemene voorwaarden van Unit 4 niet ter hand gesteld heeft verkregen en dat het beding daaruit, waarop Unit 4 de bevoegdheid van de rechtbank Dordrecht baseert, vernietigbaar is. 4.3 Unit 4 betwist de incidentele vordering. Voor zover nodig wordt hieronder op haar standpunten ingegaan. 5. De beoordeling van het geschil 5.1 Vaststaat dat De Jong in het petitum slechts de vernietiging van het verstekvonnis heeft gevorderd. De Jong heeft echter gesteld dat het forumkeuzebeding uit de algemene voorwaarden vernietigbaar is op grond van artikel 3:51 lid 3 jo. 6:233 jo. 6:234 lid 1 sub a BW en de rechtbank Dordrecht dientengevolge niet bevoegd is kennis te nemen van de zaak. 5.2 De Jong heeft derhalve de vernietiging van het forumkeuzebeding uit de algemene voorwaarden ingeroepen. 5.3 Ingevolge artikel 99 Rv. is in beginsel bevoegd de rechter van de woonplaats van de gedaagde, in casu de rechtbank te ‘s-Gravenhage. Indien echter partijen bij overeenkomst een bepaalde rechter hebben aangewezen voor de kennisneming van bepaalde geschillen, dan is ingevolge artikel 108 Rv. deze rechter bevoegd van de zaak kennis te nemen. Een beding in door partijen van toepassing verklaarde algemene voorwaarden kan een dergelijke overeenkomst zijn. 5.4 Unit 4 heeft tegen de vernietiging door De Jong van het forumkeuzebeding uit de algemene voorwaarden aangevoerd dat De Jong kennis heeft genomen van de algemene voorwaarden, althans dat Unit 4 daarvan mocht uitgaan, dan wel dat Unit 4 in ieder geval een redelijke mogelijkheid heeft geboden aan De Jong om kennis te nemen van de algemene voorwaarden. Als laatste beroept Unit 4 zich op de redelijkheid en billijkheid. 5.5 Unit 4 beroept zich op de zogenoemde ‘bekendheidsclausule’ ten aanzien van de algemene voorwaarden. Zij heeft daartoe aangevoerd dat op pagina 22 van haar projectofferte wordt verwezen naar de ‘standaardonderhouds- en ondersteuningsvoorwaarden voor programmatuur die De Jong genoegzaam bekend zijn’. Deze voorwaarden maken, als hoofdstuk II en III daarvan, deel uit van haar algemene voorwaarden. Nu De Jong door ondertekening hiervan verklaart kennis te hebben genomen van hoofdstuk II en III van deze algemene voorwaarden dient volgens Unit 4 te worden aangenomen dat De Jong eveneens kennis heeft genomen van de andere bepalingen van de algemene voorwaarden. Unit 4 beroept zich derhalve op een standaardbepaling in algemene voorwaarden, inhoudende dat de wederpartij door ondertekening - of anderszins- geacht wordt van de voorwaarden kennis te hebben genomen. 5.6 De ondertekening door De Jong van de clausule ten aanzien van de standaardonderhouds- en ondersteuningsvoorwaarden impliceert niet dat zij ook bekend zou zijn met de inhoud van de rest van de algemene voorwaarden (en dus met het forumkeuzebeding). Bovendien blijkt uit ondertekening van zulk een beding niet dat de voorwaarden bij sluiting van de overeenkomst ter hand zijn gesteld of dat de wederpartij bekend was met de inhoud daarvan, dan wel geacht kon worden daarmee bekend te zijn. Het beroep van Unit 4 op de bekendheid van De Jong met de inhoud van de algemene voorwaarden faalt dan ook. Nu door Unit 4 behalve het beroep op de bekendheidsclausule niets is gesteld noch is gebleken over het ter hand stellen van de algemene voorwaarden aan De Jong, staat als onvoldoende weersproken vast dat de algemene voorwaarden niet ter hand zijn gesteld. 5.7 Volgens Unit 4 was het door de omvangrijke algemene voorwaarden (26 pagina’s) redelijkerwijs niet mogelijk om de algemene voorwaarden aan De Jong ter hand te stellen. Uit de Parlementaire Geschiedenis blijkt dat bij deze onmogelijkheid echter moet worden gedacht aan zeer omvangrijke, soms boekwerken vullende complexen van algemene voorwaarden, zoals de algemene voorwaarden van openbare nutsbedrijven. Bij algemene voorwaarden met een omvang van 26 pagina’s is hiervan geen sprake. 5.8 Ten slotte heeft Unit 4 een beroep gedaan op de redelijkheid en billijkheid. Partijen hebben, aldus Unit 4, reeds sinds 2003 een zakelijke relatie met elkaar en zijn bekend met elkaars werkwijze en dus ook met het hanteren door Unit 4 van algemene voorwaarden. Een dergelijk beroep kan slagen, indien een partij bijvoorbeeld zelf bepaalde gedragingen heeft verricht waarmee een beroep op vernietigbaarheid niet te rijmen valt. De stelling van Unit 4 dat De Jong nimmer heeft verzocht om toezending van de algemene voorwaarden, kan geen gevolg hebben nu Unit 4 met het aanbieden van toezending van de algemene voorwaarden niet mocht volstaan. Veronderstellenderwijs uitgaande van de juistheid van de stelling van Unit 4 dat partijen al sinds 2003 zaken met elkaar doen en van elkaars werkwijze op de hoogte zijn, doet dit niet af aan het niet ter hand stellen van de algemene voorwaarden aan De Jong en het niet op de hoogte zijn van De Jong van de inhoud van de algemene voorwaarden. Gesteld noch gebleken is immers dat de algemene voorwaarden bij sluiting van een eerdere overeenkomst tussen Unit 4 en De Jong ter hand zijn gesteld. Voor de honorering van een beroep op de redelijkheid en billijkheid is evenmin geen ruimte. 5.9 Nu op grond van het voorgaande wordt geoordeeld dat de algemene voorwaarden niet aan De Jong ter hand zijn gesteld, Unit 4 zich niet mocht beroepen op de onmogelijkheid tot terhandstelling en een beroep op de redelijkheid en billijkheid niet slaagt, heeft Unit 4 geen redelijke mogelijkheid aan De Jong geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. De Jong komt derhalve het recht toe een of meer bedingen uit de algemene voorwaarden te vernietigen. Nu zij dit op goede gronden gedaan heeft, mist het forumkeuzebeding uit de algemene voorwaarden van Unit 4 toepassing. 6. De beslissing De rechtbank: in het incident: verklaart zich onbevoegd om van het geschil in de hoofdzaak met rolnummer 74770/ HA ZA 08-2212 kennis te nemen; verwijst de hoofdzaak met rolnummer 74770/ HA ZA 08-2212 in de stand waarin deze zich bevindt naar de rechtbank ’s-Gravenhage, sector civiel recht; in de hoofdzaak: houdt iedere beslissing aan. Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Halk en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 17 september 2008.