
Jurisprudentie
BF0069
Datum uitspraak2008-09-02
Datum gepubliceerd2008-09-09
RechtsgebiedBijstandszaken
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers08/1150 WWB
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-09-09
RechtsgebiedBijstandszaken
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers08/1150 WWB
Statusgepubliceerd
Indicatie
Weigering bijstandsuitkering, na eerdere intrekking. Geen gewijzigde omstandigheden.
Uitspraak
08/1150 WWB
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Naam appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 24 januari 2008, 07/1221 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Gravenhage (hierna: College)
Datum uitspraak: 2 september 2008
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. J.M. Linares Fandino, advocaat te ’s-Gravenhage, hoger beroep ingesteld.
Het College heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 12 augustus 2008. Voor appellant is niemand verschenen. Het College heeft zich, met voorafgaand bericht, niet laten vertegenwoordigen.
II. OVERWEGINGEN
1. Voor een overzicht van de in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden verwijst de Raad naar de aangevallen uitspraak. Hij volstaat hier met het volgende.
1.1. Bij besluit van 24 mei 2006 is na gemaakt bezwaar gehandhaafd het besluit van het College om de bijstand van appellant met ingang van 1 maart 2006 in te trekken. Dit besluit is bij uitspraak van de Raad van heden, met registratienummer 06/5931 WWB, in rechte onaantastbaar geworden.
1.2. Op 7 juni 2006 heeft appellant opnieuw een aanvraag om bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand ingediend (WWB). Bij besluit van 30 juni 2006 is deze aanvraag onder verwijzing naar artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht afgewezen.
1.3. Bij besluit van 3 januari 2007 heeft het College het tegen het besluit van 30 juni 2006 gemaakte bezwaar, met wijziging van de motivering, ongegrond verklaard. Daarbij is overwogen dat appellant niet heeft aangetoond dat de feitelijke situatie ten tijde van de aanvraag sedert de beëindiging (lees: intrekking) van de bijstand wezenlijk is gewijzigd.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het tegen het besluit van 3 januari 2007 ingestelde beroep ongegrond verklaard.
3. In hoger beroep heeft appellant zich gemotiveerd tegen de uitspraak van de rechtbank gekeerd.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1. Naar vaste rechtspraak van de Raad ligt het in een geval als het onderhavige, waarin na een eerdere intrekking van de bijstandsverlening een nieuwe aanvraag wordt ingediend, op de weg van de aanvrager om aan te tonen dat zich sedert die intrekking een relevante wijziging heeft voorgedaan in die zin dat hij thans wel voldoet aan de vereisten om voor bijstand in aanmerking te komen.
4.2. De Raad oordeelt met de rechtbank dat appellant daarin niet is geslaagd. De Raad verwijst voorts naar de overwegingen van de rechtbank en neemt deze over. Hij voegt daaraan nog toe dat appellant in een brief aan het College van 7 november 2006 heeft verklaard dat hij zich niet meer zal bevinden in de tapijtwinkel van zijn kinderen. De Raad ziet daarin mede steun voor het standpunt van het College dat de feitelijke situatie ten tijde hier in geding niet zodanige wijziging had ondergaan dat appellant thans, dat wil zeggen ten tijde van de nieuwe aanvraag respectievelijk het nemen van het primaire besluit, wel voldeed aan de vereisten om voor bijstand in aanmerking te komen.
4.3. Gelet op het voorgaande dient de aangevallen uitspraak te worden bevestigd.
4.4. De Raad acht geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door R.H.M. Roelofs. De beslissing is, in tegenwoordigheid van M. Pijper als griffier, uitgesproken in het openbaar op 2 september 2008.
(get.) R.H.M. Roelofs.
(get.) M. Pijper.