
Jurisprudentie
BD9944
Datum uitspraak2008-08-05
Datum gepubliceerd2008-08-13
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200804932/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter
Datum gepubliceerd2008-08-13
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200804932/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter
Indicatie
Bij besluit van 16 januari 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht (hierna: het college) de gemeente Utrecht (hierna: de gemeente) onder het stellen van voorschriften vrijstelling van de geldende bestemmingsplannen verleend voor het reconstrueren van het verkeersknooppunt Majella te Utrecht.
Uitspraak
200804932/2.
Datum uitspraak: 5 augustus 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
1. het college van burgemeester en wethouders van Utrecht,
2. de gemeente Utrecht,
verzoekers,
tegen de uitspraak in zaak nr. 08/320 van de rechtbank Utrecht van 23 mei 2008 in het geding tussen:
stichting Stichting Bewonerscomité Ronduit Weg, gevestigd te Utrecht,
en
verzoeker sub 1.
1. Procesverloop
Bij besluit van 16 januari 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht (hierna: het college) de gemeente Utrecht (hierna: de gemeente) onder het stellen van voorschriften vrijstelling van de geldende bestemmingsplannen verleend voor het reconstrueren van het verkeersknooppunt Majella te Utrecht.
Bij besluit van 18 december 2007 heeft het college het door de stichting Stichting Bewonerscomité Ronduit Weg (hierna: Ronduit Weg) daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 23 mei 2008, verzonden op 26 mei 2008, heeft de rechtbank Utrecht (hierna: de rechtbank) het door Ronduit Weg daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd, het college opgedragen binnen zes weken na verzending van de uitspraak een nieuw besluit op het gemaakte bezwaar te nemen en het besluit van 16 januari 2006 geschorst tot zes weken na dat nieuw te nemen besluit.
Tegen deze uitspraak hebben het college en de gemeente bij brief van 27 juni 2008 hoger beroep ingesteld. Voorts hebben zij de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 31 juli 2008, waar het college, vertegenwoordigd door mr. R.J.G. Bäcker, advocaat te Rotterdam, en ing. G.J. Martens, drs. A.M.M. Baggen, en ir. J.A.M. van Dijk, allen ambtenaar in dienst van de gemeente, en de gemeente, vertegenwoordigd door haar wethouder ing. T.H.D. de Weger en drs. R. Ulrich, ambtenaar in haar dienst, en Ronduit Weg, vertegenwoordigd door drs. C. van Oosten, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het verzoek, zoals nader aangevuld en toegelicht bij brief van 31 juli 2008, strekt ertoe dat bij wijze van voorlopige voorziening de schorsing van het besluit van 16 januari 2006 wordt opgeheven, met dien verstande dat de zogenoemde bypass, als aangegeven op tekening nr. OSO 04.01.05-01, versie 040811, na de reconstructie niet mag worden gebruikt ten behoeve van autoverkeer, behoudens door de aanwonenden van het Thomas à Kempisplantsoen te Utrecht, totdat de Afdeling op het hoger beroep zal hebben beslist. Het college en de gemeente hebben in verband hiermee te kennen gegeven dat de bypass in oorspronkelijke staat zal worden hersteld, indien en zodra de Afdeling onherroepelijk heeft vastgesteld dat deze niet mag worden gerealiseerd.
Voorts verzoekt het college te bepalen dat het geen nieuw besluit op het door Ronduit Weg gemaakte bezwaar hoeft te nemen, totdat op het hoger beroep is beslist.
2.1.1. Ronduit Weg heeft te kennen gegeven dat deze zich niet tegen het aldus geformuleerde verzoek verzet. Onder die omstandigheden en nu niet op voorhand buiten twijfel is dat de aangevallen uitspraak in hoger beroep bevestigd zal worden en niet is gebleken van bezwaren daartegen, bestaat aanleiding het verzoek op na te melden wijze toe te wijzen.
2.2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. heft bij wijze van voorlopige voorziening de schorsing door de rechtbank van het besluit van 16 januari 2006, kenmerk BV2042378, op, met dien verstande dat de bypass, als aangegeven op tekening nr. OSO 04.01.05-01, versie 040811, na realisatie van de reconstructie van het verkeersknooppunt Majella niet ten behoeve van autoverkeer mag worden gebruikt, behoudens door de aanwonenden van het Thomas à Kempisplantsoen te Utrecht;
II. bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat het college van burgemeester en wethouders van Utrecht geen nieuw besluit op het door de stichting Stichting Bewonerscomité Ronduit Weg gemaakte bezwaar hoeft te nemen, voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J.A.A. van Roessel, ambtenaar van Staat.
w.g. Loeb w.g. Van Roessel
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 5 augustus 2008
457.