Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD9885

Datum uitspraak2008-06-20
Datum gepubliceerd2008-11-13
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Middelburg
Zaaknummers62875/KG ZA 08-101
Statusgepubliceerd


Indicatie

'' (..)'' Eisers zijn ieder voor zich door de Ontvanger aansprakelijk gesteld voor onbetaald gebleven belastingschulden van twee besloten vennootschappen waarvan zij bestuurder waren, op de voet van artikel 36 Invorderingswet. Tegen deze aansprakelijkheidsstellingen hebben eisers bezwaar en beroep aangetekend. De zaken zijn thans aanhangig bij de rechtbank ’s-Gravenhage, sector bestuursrecht. ''(..)'' ''(..)'' 2.2. Aan [eiser 1] behoort in eigendom toe een zeiljacht van het type Westerly 33, genaamd “[zeiljacht]”. Aan [eiser 2] behoort in eigendom toe een zeiljacht van het type Moody 425, genaamd “[zeiljacht 2]”. ''(..)'' ''(.. )'' 2.3. Beide zeiljachten zijn door pand dan wel executoriaal beslag in handen gekomen van de Ontvanger, ter verzekering van verhaal van zijn vordering, genoemd onder r.o. 2.1. ''(..)'' ''(...)'' 2.4. De Ontvanger heeft de zeiljachten doen stallen op een terrein toebehorend aan de onderneming Technische Handelsonderneming en Maricultuur te Colijnsplaat. ''(..)'' 2.5. Inmiddels heeft de Ontvanger het zeiljacht “[zeiljacht]” onderhands verkocht aan een derde. ''(..)'' ''(..)'' 3.1. Eisers vorderen - kort gezegd - feitelijke afgifte van de aan hen in eigendom toebehorende onderscheiden zeiljachten, met als doel het herkrijgen van het gebruik en genot van deze zeiljachten, totdat in rechte is beslist of, en zo ja, in welke mate de Ontvanger enig vorderingsrecht jegens de respectieve eisers mocht hebben, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,-- per dag en met veroordeling van de Ontvanger in de proceskosten.''(..)''


Uitspraak

vonnis RECHTBANK MIDDELBURG Sector civiel recht, voorzieningenrechter zaaknummer / rolnummer: 62875 / KG ZA 08-101 Vonnis van 20 juni 2008 in de zaak van 1. [eiser 1], wonende te Nieuwkoop, 2. [eiser 2], wonende te Sommelsdijk, gemeente Middelharnis, eisers, procureur mr. R.M.A. Lensen, tegen DE ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST/ZUIDWEST/KANTOOR GOES, zijnde Ontvanger der directe Belastingen in de zin van artikel 3, derde lid Invorderingswet 1990, gevestigd en kantoorhoudende te Goes, gedaagde, gemachtigde mevrouw [gemachtigde]. 1. De procedure Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding met producties - de pleitnotities van mr. Lensen - de pleitnotities van [gemachtigde] De zaak is behandeld ter terechtzitting van 12 juni 2008, waarvan proces-verbaal is opgemaakt. 2. De feiten 2.1. Eisers zijn ieder voor zich door de Ontvanger aansprakelijk gesteld voor onbetaald gebleven belastingschulden van twee besloten vennootschappen waarvan zij bestuurder waren, op de voet van artikel 36 Invorderingswet. Tegen deze aansprakelijkheidsstellingen hebben eisers bezwaar en beroep aangetekend. De zaken zijn thans aanhangig bij de rechtbank ’s-Gravenhage, sector bestuursrecht. 2.2. Aan [eiser 1] behoort in eigendom toe een zeiljacht van het type Westerly 33, genaamd “[zeiljacht]”. Aan [eiser 2] behoort in eigendom toe een zeiljacht van het type Moody 425, genaamd “[zeiljacht 2]”. 2.3. Beide zeiljachten zijn door pand dan wel executoriaal beslag in handen gekomen van de Ontvanger, ter verzekering van verhaal van zijn vordering, genoemd onder r.o. 2.1. 2.4. De Ontvanger heeft de zeiljachten doen stallen op een terrein toebehorend aan de onderneming Technische Handelsonderneming en Maricultuur te Colijnsplaat. 2.5. Inmiddels heeft de Ontvanger het zeiljacht “[zeiljacht]” onderhands verkocht aan een derde. 3. Het geschil 3.1. Eisers vorderen - kort gezegd - feitelijke afgifte van de aan hen in eigendom toebehorende onderscheiden zeiljachten, met als doel het herkrijgen van het gebruik en genot van deze zeiljachten, totdat in rechte is beslist of, en zo ja, in welke mate de Ontvanger enig vorderingsrecht jegens de respectieve eisers mocht hebben, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,-- per dag en met veroordeling van de Ontvanger in de proceskosten. Eisers stellen dat zij als respectieve eigenaren van de zeiljachten het recht hebben om feitelijk over deze zeiljachten te beschikken, in die zin dat zij daarvan het gebruik en genot dienen te hebben. Dit feitelijk gebruik en genot schaadt de belangen van de Ontvanger als vermeende schuldeiser niet: integendeel eisers zullen ieder voor zich in staat zijn om de zeiljachten nadien weer in hun oude goede onderhoudstoestand te herstellen, en daaraan de nodige zorg te besteden. De zeiljachten zijn bovendien door ieder van eisers deugdelijk verzekerd. Eisers hebben spoedeisend belang bij afgifte van hun respectieve zeiljachten door de Ontvanger, zodat zij in het zeilseizoen 2008 feitelijk het gebruik en genot van deze zeiljachten zullen kunnen hebben, en gedurende de weekeinden, vrije - en verlofdagen van hun zeiljachten kunnen genieten. Het ontbreken van het feitelijk genot en gebruik brengt ieder van hen ook vermogensschade toe, aangezien zij hun vakanties anders dan op de zeiljachten zoals dat te doen gebruikelijk is, moeten doorbrengen, met alle extra onnodige kosten van dien. De belangen aan de zijde van de Ontvanger wegen niet op tegen deze zwaarwichtige belangen aan de zijde van de eisers. 3.2. De Ontvanger stelt op grond van het executoriaal beslag bevoegd te zijn de zeiljachten te verkopen, omdat de beschikkingen waarbij eisers aansprakelijk zijn gesteld voor de onbetaald gebleven belastingschulden onherroepelijk vaststaan. De door eisers getroffen rechtsmaatregelen hebben geen schorsende werking. Gelet hierop, alsmede gezien de vrees voor verlies van verhaal, kan en wil de Ontvanger niet overgaan tot afgifte van de respectieve zeiljachten. Daar komt bij dat het zeilschip van [eiser 1], de “[zeiljacht]”, inmiddels is verkocht aan een derde. 4. De beoordeling 4.1. De kern van het geschil is de vraag of eisers voor de duur van het komende vaarseizoen gebruik mogen maken c.q. het genot mogen hebben van de aan hen in eigendom toebehorende zeiljachten. Deze zeiljachten zijn door pand dan wel executoriaal beslag in handen van de Ontvanger gekomen, ter verzekering van een door de Ontvanger gepretendeerde vordering. Voor wat betreft het zeilschip de “[zeiljacht]” moet de vordering worden afgewezen, omdat dat schip door de Ontvanger al is verkocht en hij dus het schip niet meer ter beschikking kan stellen. Het andere zeilschip, de “[zeiljacht 2]” bevindt zich nog wel in de macht van de Ontvanger. Ook op dit schip is door de Ontvanger executoriaal beslag gelegd. Gelet op de aard van het beslag en het risico dat het zeilschip, wanneer dit ter beschikking wordt gesteld aan [eiser 2], definitief uit zijn macht verdwijnt, stelt hij zich terecht op het standpunt dat hij het schip niet ten behoeve van de vrije tijd besteding van [eiser 2] behoeft af te geven. De vorderingen zullen dus worden afgewezen met veroordeling van eisers in de kosten. 5. De beslissing De voorzieningenrechter 5.1. wijst de vordering van eisers af, 5.2. veroordeelt eisers in de proceskosten, aan de zijde van de Ontvanger tot op heden begroot op EUR 254,00 aan griffierecht, 5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers en in het openbaar uitgesproken op 20 juni 2008.?