
Jurisprudentie
BD9742
Datum uitspraak2008-07-30
Datum gepubliceerd2008-08-08
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers90356 / KG ZA 08-226
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Datum gepubliceerd2008-08-08
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers90356 / KG ZA 08-226
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Indicatie
Straatverbod en contactverbod. Gedaagde heeft zich weinig gelegen laten liggen aan eerder (beperkter) straat-/contactverbod. Thans krijgt hij een straatverbod opgelegd voor geheel Wolvega, alsook een verbod om contact op te nemen met eiseres, beide voor de duur van twee jaar. Vonnis kan ten uitvoer worden gelegd bij lijfsdwang.
Uitspraak
RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector civiel recht
Kort-gedingnummer: 90356 / KG ZA 08-226
vonnis van de voorzieningenrechter in het kort-geding d.d. 30 juli 2008
inzake
[de vrouw],
wonende te Wolvega,
hierna ook te noemen de vrouw,
procureur mr. B.E. Dijkstra,
tegen
[de man],
wonende te Heerenveen,
hierna ook te noemen de man,
advocaat mr. L.S. Slinkman, kantoorhoudende te Appingedam.
1. Procedure
1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:
-de dagvaarding
-de mondelinge behandeling.
1.2 Ten slotte is vonnis bepaald.
2. Vaststaande feiten
In dit kort geding gelden de navolgende feiten als vaststaand.
2.1 Partijen zijn met elkaar gehuwd op 30 september 2002 in de gemeente Weststellingwerf. Bij beschikking van 27 april 2007 is in het kader van de voorlopige voorzieningen bepaald dat de vrouw met ingang van 1 mei 2007 bij uitsluiting van de man gerechtigd is tot het gebruik van de echtelijke woning en zijn de minderjarige kinderen aan de vrouw toevertrouwd.
2.2 De voorzieningenrechter te Leeuwarden heeft de man bij vonnis van 30 mei 2007 een straatverbod opgelegd voor de [a-straat], de [b-straat], de [c-straat] en het [d-straat] te Wolvega, op straffe van verbeurte van een dwangsom. Dit verbod geldt voor een periode van een jaar na betekening van dat vonnis.
2.3 De man is in weerwil van voormeld straatverbod op 2 juni onder invloed van alcohol de woning van de vrouw aan de [a-straat] binnengedrongen, heeft de vrouw mishandeld en één van de minderjarige kinderen van partijen in een door hem bestuurde auto meegenomen, dit alles zonder toestemming van de vrouw. De man heeft hiervoor preventief gedetineerd gezeten.
2.4 De voorzieningenrechter te Leeuwarden heeft bij vonnis 12 juli 2007 aan gedaagde verboden om gedurende een half jaar na betekening van dat vonnis contact op te nemen met eiseres.
3. De vordering
3.1 De vrouw heeft primair gevorderd om de man te verbieden om gedurende twee jaar na betekening van het te wijzen vonnis zich te begeven in Wolvega en de man te verbieden om gedurende twee jaar na betekening van het te wijzen vonnis op wat voor manier dan ook contact op te nemen met de vrouw en de kinderen.
De vrouw heeft subsidiair gevorderd om de man te verbieden om twee jaar na betekening van het te wijzen vonnis zich te begeven in de [a-straat], de [b-straat], de [c-straat] en het [d-straat] te Wolvega.
De vrouw heeft voorts gevorderd dat de man voor iedere overtreding van het verbod, hetzij een dwangsom verbeurt van
€ 500,--, hetzij voor 24 uur in gijzeling kan worden genomen en te bepalen dat de vrouw de kosten die zij in verband met de uitvoering van een eventuele tenuitvoerlegging van de lijfsdwang op de man mag verhalen.
De vrouw heeft ten slotte gevorderd de man te veroordelen in de kosten van het geding.
4. De beoordeling
4.1 De vrouw heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat de man, ook nadat hij preventief in hechtenis was genomen op 2 juni 2007, haar per telefoon en per post lastig bleef vallen. Ook na het vonnis in kort geding waarin aan hem een contactverbod is opgelegd heeft de man nog regelmatig ansichtkaarten aan haar en de kinderen gestuurd.
De vrouw stelt voorts dat, nu de voorlopige hechtenis is opgeheven, zij voortdurend in angst leeft. Zij verblijft met de kinderen elders, omdat de man heeft aangekondigd dat hij langs zou komen. De vrouw vordert primair een verbod voor geheel Wolvega, nu de man volgens haar in Wolvega niets heeft te zoeken.
4.2 De man heeft gesteld dat hij 13 maanden in voorlopige hechtenis heeft gezeten en dat hij op vrijdag 18 juli 2008 in vrijheid is gesteld. Hij stelt dat hij de vrouw niet lastig zal vallen. Hij is 15 jaar woonachtig geweest in Wolvega en hij heeft daar vrienden en kennissen die hij moet kunnen bezoeken. Het door de vrouw gevorderde levert voor de man een te grote inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de man op.
4.3 Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is, gelet op alle omstandigheden, voldoende aannemelijk dat de vrouw een spoedeisend belang heeft bij het gevorderde.
4.4 De meervoudige straf kamer van deze rechtbank heeft in haar vonnis van 24 juli 2008 naar aanleiding van het gebeurde op 2 juni 2007 het volgende overwogen:
"Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het onttrekken van zijn zoontje aan het gezag van de moeder, aan mishandeling van zijn ouders alsmede aan vernielingen. Al deze feiten hebben zich afgespeeld in de kring van gezin en familie. Achtergrond is een mislukt huwelijk en een jarenlang slepend conflict tussen verdachte en zijn ouders. Door het zonder toestemming van de moeder meenemen van zijn zoontje heeft verdachte inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van zijn ex-vrouw en de beslissing van de rechter genegeerd.
Door de mishandeling van zijn ouders heeft verdachte hun lichamelijke integriteit geschonden. Door de vernielingen heeft hij andermans eigendomsrecht aangetast. Strafverzwarend is dat verdachte bij het meenemen van zijn zoontje geweld heeft gebruikt tegen zijn ex-vrouw. Op mishandeling van ouders staat een hogere straf dan bij mishandeling van niet-familieleden.
Verdachte is geobserveerd in het Pieter Baan Centrum. De verantwoordelijke psycholoog en psychiater concluderen dat verdachte lijdt aan een gemengde persoonlijkheidsstoornis die hoofdzakelijk narcistisch is bepaald. Verdachte voldoet aan vrijwel alle criteria van zowel de narcistische persoonlijkheidsstoornis als de antisociale persoonlijkheidsstoornis.
Op grond hiervan, aldus de genoemde deskundigen, is bij verdachte sprake van een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens, waardoor de feiten hem slechts in verminderde mate kunnen worden toegerekend. De rechtbank verenigt zich in zoverre met het oordeel van de deskundigen en maakt dit tot het hare.
Ook deelt de rechtbank het oordeel van de deskundigen dat het recidivegevaar groot is, nu de krenking van verdachte rondom de problematiek van de echtscheiding en de omgang van verdachte met zijn kinderen nog actueel is. Deze krenking kan, ook naar het oordeel van de rechtbank, opnieuw tot soortgelijke delicten als de bewezenverklaarde leiden."
4.5 Het is, gelet op het voorgaande, voldoende aannemelijk geworden dat de vrouw en de kinderen door man op hinderlijke en bedreigende wijze zijn lastiggevallen. De voorzieningenrechter acht het zeer aannemelijk dat, gelet op de door het Pieter Baan Centrum aangenomen grote recidivekans, dat er in de toekomst opnieuw sprake zal zijn van hinderen en bedreigen, mede gelet op de omstandigheid dat de man zich aan het vorige straat- en contactverbod weinig gelegen heeft laten liggen.
De voorzieningenrechter ziet aanleiding om het straatverbod te laten gelden voor heel Wolvega. De voorzieningenrechter zal het verbod doen gelden voor de duur van twee jaar. De voorzieningenrechter zal het door de vrouw gevorderde contactverbod eveneens toewijzen, nu de rechter het contactverbod noodzakelijk acht ter bescherming van de bewegingsvrijheid van de vrouw en de kinderen, die recht hebben op een ongestoord en ongeïntimideerd leven. Ook dit verbod zal gelden voor de duur van twee jaar.
4.6 De voorzieningenrechter zal aan het straat- en contact dwangsommen met een maximum verbinden en voorts, ter keuze van de vrouw, tenuitvoerlegging bij lijfsdwang toestaan om nakoming van het straat- en contactverbod te verzekeren, voor het geval het verbeuren van dwangsommen onvoldoende uitkomst zal bieden.
4.7 Nu de vrouw van rechtswege bevoegd is de executiekosten bij voorrang op de man te verhalen, heeft zij geen belang bij een afzonderlijke veroordeling van de man in de kosten die aan tenuitvoerlegging van lijfsdwang zijn verbonden. In zoverre zal de vordering worden afgewezen.
4.8 Gelet op het familierechtelijk karakter van deze zaak worden de kosten in het geding gecompenseerd als na te melden.
Beslissing
De rechter, rechtdoende in kort geding:
verbiedt de man gedurende twee jaar na betekening van dit vonnis zich te begeven in Wolvega;
verbiedt de man om gedurende twee jaar na betekening van dit vonnis op wat voor manier dan ook contact op te nemen met de vrouw en de kinderen;
bepaalt dat bij iedere keer dat de man na betekening van dit in strijd handelt met dit vonnis, ter keuze van de vrouw:
-hetzij de man een dwangsom verbeurt van € 500,-- per overtreding met een maximum van
€ 20.000,--;
-hetzij dat dit kort-geding-vonnis ten uitvoer gelegd kan worden bij lijfsdwang, in die zin dat aan de vrouw gedurende twee jaar na betekening van dit vonnis verlof wordt verleend om dit vonnis ten uitvoer te leggen bij lijfsdwang, met dien verstande dat zij gedaagde bij iedere overtreding van dit contactverbod telkens voor de tijd van 24 uur in gijzeling kan doen stellen;
compenseert de proceskosten, aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde;
Dit vonnis is gewezen door mr. W.K.F. Hangelbroek, voorzieningenrechter, en in aanwezigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 juli 2008.
(fn: 19)