Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD9685

Datum uitspraak2008-07-30
Datum gepubliceerd2008-08-08
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Rotterdam
Zaaknummers259748/HA ZA 06-1140 (2)
Statusgepubliceerd


Indicatie

vordering wegens onrechtmatig beslag; wie is rechthebbende op de beslagen zaken; geldige koopovereenkomsten, vernietiging wegens bedrog, geldige levering; toepasselijk recht; nadere informatie nodig.


Uitspraak

Uitspraak Rechtbank Rotterdam Sector civiel recht Zaak-/rolnummer: 259748/HA ZA 06-1140 Uitspraak: 30 juli 2008 VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van: de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging MEDI-PHARMA HOLDINGS LIMITED, gevestigd te Road Town, Tortola, Britse Maagdeneilanden, eiseres in conventie, verweerster in reconventie, procureur mr H.T. Kernkamp, advocaat mr D. Moszkowicz (Maastricht), - tegen - de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging MCNEIL-PPC INCORPORATED, gevestigd te New Brunswick, New Jersey, Verenigde Staten van Amerika, rechtsopvolgster van PFIZER OVERSEAS INC., gevestigd te New York, USA, en PFIZER LABORATORIES (PTY) LIMITED, gevestigd te Ganteng, Zuid-Afrika, gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, procureur mr R.B. Gerretsen, advocaat mr G.J. Meijer. Partijen worden hierna aangeduid als "Medi-Pharma" respectievelijk "McNeil", van wie de rechtsvoorgangers worden aangeduid als "Pfizer Overseas" en "Pfizer SA", deze tezamen als "Pfizer c.s.". 1. Het verloop van het geding De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken: - dagvaarding d.d. 6 januari 2006 en de door Medi-Pharma overgelegde producties; - de stukken in verband met (het incident tot) zekerheidstelling, waaronder het incidentele vonnis van 6 december 2006; - akte houdende schorsing en hervatting, tevens conclusie van antwoord in conventie en conclusie van eis in reconventie, met producties; - conclusie van repliek in conventie, tevens houdende wijziging van de eis en van antwoord in reconventie, met producties; - conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in reconventie, met producties; - conclusie van dupliek in reconventie. 2. De vaststaande feiten in conventie en in reconventie Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voorzover van belang - het volgende vast: 2.1 Op 8 juli 2005 is te Rotterdam ten verzoeke van Pfizer Overseas (of Pfizer Products Inc.) en Pfizer SA en ten laste van El Yam International Ship Chandlers Ltd, gevestigd op de Britse Maagdeneilanden (hierna: El Yam) conservatoir beslag tot afgifte gelegd op drie containers met goederen (medische en persoonlijke verzorgingsproducten), welke containers zich bevonden bij ECT Home Terminal B.V. (een eerder, op 13 april 2005 gelegd beslag is vervallen na het verstrijken van de termijn voor het instellen van de vordering in de hoofdzaak). 2.2 Aan dit beslag werd door Pfizer c.s. ten grondslag gelegd dat Pfizer SA de bewuste goederen had verkocht aan El Yam, doch dat de koopovereenkomst met terugwerkende kracht vernietigbaar was wegens bedrog (de beslagstukken zijn overigens niet overgelegd). 2.3 Medi-Pharma heeft in kort geding opheffing van dit beslag gevorderd met de stelling dat ten tijde van de beslaglegging niet El Yam maar zij eigenaar was van de beslagen goederen. Bij vonnis van 11 augustus 2005 heeft de voorzieningenrechter in deze rechtbank deze vordering afgewezen. 2.4 Op respectievelijk 7 en 8 mei 2007 heeft McNeil ten laste van Medi-Pharma bij ECT te Rotterdam conservatoir beslag tot afgifte en conservatoir verhaalsbeslag doen leggen op de drie containers. McNeil stelde dat zij - na de vernietiging van de koopovereenkomst te hebben ingeroepen - eigenaar was van de goederen. Tevens stelde zij een vordering te hebben op Medi-Pharma. 3. De vordering in conventie De gewijzigde vordering luidt - verkort weergegeven - om bij vonnis voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad: 1. op te heffen het op 8 juli 2005 ten verzoeke van Pfizer c.s. en het op 7 mei 2007 ten verzoeke van McNeil gelegde beslag op de drie containers, 2. McNeil te veroordelen om aan Medi-Pharma te vergoeden de aan haar als gevolg van het beslag op 8 juli 2005 opgekomen schade, nader op te maken bij staat, 3. McNeil te veroordelen in de kosten van het geding. Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten heeft Medi-Pharma aan de vordering de volgende stellingen ten grondslag gelegd: (a) ten tijde van het beslag op 8 juli 2005 [en dat van 7 mei 2007] behoorden de goederen in de drie containers in eigendom toe aan Medi-Pharma als koopster te goeder trouw; (b) Pfizer c.s. [en McNeil] heeft onrechtmatig gehandeld jegens Medi-Pharma door het doen leggen van dit beslag; (c) door na de beslaglegging bewust tijd te rekken en te weigeren mee te werken aan schadebeperking, heeft Pfizer c.s. bereikt dat de goederen over de houdbaarheidsdatum zijn geraakt en waardeloos zijn geworden; (d) Pfizer c.s. [dan wel McNeil] is gehouden tot het vergoeden van de als gevolg daarvan door Medi-Pharma geleden en te lijden schade. 4. Het verweer in conventie Het verweer strekt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad van Medi-Pharma in de kosten van het geding. McNeil heeft daartoe het volgende aangevoerd: (a) de koopovereenkomst met betrekking tot (onder meer) de goederen in de drie containers tussen Pfizer SA en El Yam was nietig wegens onbevoegdheid van El Yam; (b) deze overeenkomst is in elk geval vernietigd wegens bedrog, bij welk bedrog Medi-Pharma ook betrokken was; deze vernietiging had terugwerkende kracht; Pfizer c.s. respectievelijk McNeil was derhalve gerechtigd tot de goederen toen zij daarop beslag legde; (c) Medi-Pharma was geen rechthebbende; er was geen geldige koopovereenkomst tussen haar en El Yam; de goederen zijn haar nooit geleverd; El Yam was beschikkingsonbevoegd en Medi-Pharma was niet te goeder trouw; (d) Pfizer c.s./McNeil heeft niet onrechtmatig gehandeld, noch door de beslagleggingen, noch door het vragen om termijnverlengingen voor het instellen van de eis in de hoofdzaak, noch door medewerking te weigeren aan schadebeperkende maatregelen. 5. De vordering in reconventie De vordering luidt - verkort weergegeven - om bij vonnis voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad Medi-Pharma te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding op te maken bij staat, daaronder begrepen de kosten die verbonden zijn aan de verzending van de goederen naar hun nieuwe bestemming dan wel aan de vernietiging van de goederen, met rente en kosten. Aan deze vordering heeft McNeil, naast hetgeen in conventie als verweer is aangevoerd, ten grondslag gelegd: (a) El Yam en Medi-Pharma hebben, gezamenlijk handelend, Pfizer c.s. bedrogen; (b) zij zijn daarom hoofdelijk aansprakelijk voor de door Pfizer c.s./McNeil terzake geleden schade. 6. Het verweer in reconventie Het verweer strekt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad van McNeil in de kosten van het geding. Naast hetgeen Medi-Pharma in conventie heeft betoogd, heeft zij daartoe aangevoerd: (a) de gestelde samenspanning tussen El Yam en haar wordt betwist; (b) betwist wordt dat McNeil als gevolg van enig handelen van Medi-Pharma schade heeft geleden. 7. De beoordeling in conventie en in reconventie 7.1 Voor het antwoord op de vraag of Medi-Pharma de eigendom heeft verkregen van de goederen in de drie containers waarop in Rotterdam beslag is gelegd, dan wel of Pfizer c.s. respectievelijk McNeil rechthebbende was, is achtereenvolgens van belang: a. of tussen Pfizer SA en El Yam een geldige koopovereenkomst is gesloten, b. of deze overeenkomst kon worden vernietigd wegens bedrog, c. wat de gevolgen waren van een vernietiging, d. of tussen El Yam en Medi-Pharma een geldige koopovereenkomst is gesloten, e. of de goederen aan Medi-Pharma zijn geleverd, f. of - indien Medi-Pharma verkreeg van een beschikkingsonbevoegde - zij wordt beschermd als verkrijger te goeder trouw. rechtsbevoegdheid El Yam 7.2 Volgens McNeil was El Yam ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst tussen Pfizer SA en El Yam en de gestelde koopovereenkomst tussen El Yam en Medi-Pharma daartoe onbevoegd, aangezien El Yam toen was geschrapt uit het "Registry of Corporate Affairs" van de Britse Maagdeneilanden, met als gevolg dat door of namens haar geen geldige overeenkomsten konden worden gesloten. 7.3 De vraag of El Yam bevoegd was rechtshandelingen te verrichten en of haar bestuurders bevoegd waren haar te vertegenwoordigen dient ingevolge de Wet conflictenrecht corporaties te worden beantwoord naar het recht van de Britse Maagdeneilanden. Na betwisting van haar stellingen door Medi-Pharma, heeft McNeil bij dupliek een opinie overgelegd van het advocatenkantoor O'Neal Webster, met daarbij een verslag van een onderzoek in het betreffende register op de Britse Maagdeneilanden. In het verslag (d.d. 17 oktober 2007) is vermeld dat El Yam per 1 november 2001 in het register was doorgehaald wegens het niet betalen van de 'licence fees'. In de opinie staat dat El Yam ten tijde van het sluiten van de twee overeenkomsten in het register was doorgehaald, dat een bestuurder van een doorgehaalde vennootschap ingevolge het recht van de Britse Maagdeneilanden de vennootschap niet kan verbinden, doch dat deze vennootschap (zolang zij nog niet is 'dissolved') desverzocht en onder het voldoen van kosten weer in haar vroegere staat kan worden hersteld alsof de doorhaling niet had plaatsgevonden. Medi-Pharma heeft zich over deze producties nog niet uitgalaten. Zij zal dit alsnog kunnen doen, ook over het punt of de inschrijving van El Yam in het register weer is hersteld. koopovereenkomst tussen Pfizer SA en El Yam 7.4 McNeil heeft onweersproken gesteld dat eind 2004 een mondelinge koopovereenkomst is gesloten tussen Pfizer SA en El Yam met betrekking tot een aantal hoeveelheden medische en verzorgingsproducten op basis cif Haifa, Israƫl. Betaling zou plaatsvinden door middel van een documentair krediet. Pfizer SA zou de uitvoering van de overeenkomst hebben opgedragen aan Pfizer Overseas. Partijen zijn het kennelijk erover eens dat op deze overeenkomst het recht van Zuid-Afrika van toepassing is. Dat recht beheerst ook de vraag of - gelet op de al dan niet bestaande rechtsbevoegdheid van El Yam - een geldige overeenkomst is totstandgekomen. Partijen hebben daarover geen informatie gegeven. Zij zullen dat alsnog kunnen doen. 7.5 McNeil beroept zich erop dat de koopovereenkomst tussen Pfizer SA en El Yam is vernietigd wegens bedrog. Zij stelt daartoe het volgende. El Yam had aangegeven dat zij de vaste leverancier was van de 'UN peace keeping forces in the Middle East' en dat de betreffende producten zouden worden doorverkocht en geleverd aan vredestroepen van de VN in het Midden Oosten. Om die reden was Pfizer SA bereid aan El Yam een korting te geven van 50% op de normale verkoopprijzen. De koop geschiedde onder de voorwaarde dat de producten aan de VN zouden worden geleverd. Achteraf bleek dat de beweringen van El Yam onwaar waren en dat de producten ook niet aan de VN zijn geleverd: een eerste zending van vier containers is vanaf Haifa terugvervoerd naar de USA, de tweede zending van de onderhavige drie containers is terugvervoerd naar Rotterdam. El Yam heeft Pfizer SA bewust door onjuiste mededelingen ertoe bewogen de koopovereenkomst aan te gaan. Pfizer SA zou deze overeenkomst anders niet (onder dezelfde voorwaarden) hebben gesloten. Derhalve was de overeenkomst vernietigbaar wegens bedrog (McNeil heeft overigens niet meegedeeld op welk moment de nietigheid van de koop is ingeroepen). Door Medi-Pharma wordt een en ander betwist (niet kan worden aangenomen dat Medi-Pharma zich bij een dergelijke vernietiging heeft neergelegd, terwijl evenmin blijkt dat El Yam geacht moet worden daarmee te hebben ingestemd). Medi-Pharma voert aan dat Pfizer een Amerikaans handelsembargo wilde ontduiken. 7.6 McNeil heeft een opinie overgelegd van het advocatenkantoor Bowman Gilfillan. Daarin staat welke vereisten naar het recht van Zuid-Afrika worden gesteld aan een beroep op bedrog. Verder valt daaruit af te leiden dat, indien de hiervoor weergegeven stellingen van McNeil juist zijn, Pfizer SA als de bedrogen partij gerechtigd was de koopovereenkomst te vernietigen ("to rescind"), waardoor deze ab initio nietig was en op grond waarvan zij gerechtigd was de verkochte goederen terug te vorderen en tevens aanspraak had op schadevergoeding. De inhoud van deze opinie is niet door Medi-Pharma bestreden. Vooralsnog gaat de rechtbank ervan uit dat hierin een juiste weergave wordt gegeven van het recht van Zuid-Afrika (overigens ligt het voor de hand dat bij een vernietiging van de overeenkomst met terugwerkende kracht in beginsel ook de betaalde koopprijs moet worden teruggegeven). De bewijslast van de door McNeil gestelde gronden voor het bedrog rust op haar. De juistheid van deze stellingen is door de overgelegde stukken, waaronder vertalingen van enkele verhoren door de Israƫlische politie, nog onvoldoende komen vast te staan. koopovereenkomst tussen El Yam en Medi-Pharma 7.7 Overgelegd is een kopie van een 'agreement' d.d. 17 september 2003 tussen El Yam en Medi-Pharma. Dit stuk wordt door beide partijen in deze procedure aangemerkt als een raamovereenkomst. Volgens Medi-Pharma heeft zij in het kader daarvan de onderhavige drie containers met goederen van El Yam gekocht en heeft zij de koopprijs daarvan (USD 882.350,49) op 10 maart 2005 aan El Yam betaald, in verband waarmee zij de eigendom daarvan heeft verkregen. Verdere details worden niet gegeven. McNeil bestrijdt dat en voert aan dat een geldige titel voor een eigendomsoverdracht van El Yam aan Medi-Pharma ontbreekt. Volgens McNeil was Medi-Pharma financier van El Yam en heeft zij op naam van El Yam genoemd bedrag betaald aan Pfizer door middel van een ten gunste van Pfizer geopend documentair krediet. 7.8 Bij gebreke van een rechtskeuze, waaromtrent niets is gesteld of gebleken, wordt de door Medi-Pharma gestelde koopovereenkomst met El Yam beheerst door het recht van de Britse Maagdeneilanden, waar verkoper El Yam was gevestigd. Dat recht is ook toepasselijk op de vraag of deze overeenkomst geldig is totstandgekomen. Medi-Pharma dient daarvan het bewijs te leveren. levering van de goederen aan Medi-Pharma 7.9 McNeil stelt zich blijkbaar op het standpunt dat de eigendom van de goederen in de bewuste drie containers van de tweede zending is overgegaan van Pfizer SA op El Yam. Het standpunt van Medi-Pharma hierover is niet geheel duidelijk. Partijen zijn het in elk geval oneens over een geldige levering aan Medi-Pharma: volgens McNeil is daarvan geen sprake geweest, volgens Medi-Pharma waren de goederen al vanaf de aankoop door El Yam eigendom van Medi-Pharma. Hoe deze eigendomsovergang zou hebben plaatsgevonden is echter niet voldoende toegelicht en met concrete feiten onderbouwd. Dat dient alsnog te gebeuren. Medi-Pharma heeft bij haar standpunt evenmin betrokken welke rechtsregels op deze kwestie van toepassing zijn. Ook daarover kan zij zich uitlaten. McNeil noemt Nederlandse wetsbepalingen, zonder aan te geven waarom deze van toepassing zijn. bescherming Medi-Pharma ten aanzien van beschikkingsonbevoegdheid 7.10 Medi-Pharma beroept zich kennelijk erop dat - voor het geval El Yam beschikkings-onbevoegd was toen aan Medi-Pharma werd geleverd, als gevolg van de doorhaling in het register of als gevolg van de vernietiging wegens bedrog - de eigendom van de goederen niettemin op haar is overgegaan omdat zij bij de verkrijging te goeder trouw was. Ook hier is onvoldoende aandacht besteed aan de precieze feiten en aan het toepasselijke recht. De goede trouw van Medi-Pharma of het ontbreken daarvan zal eventueel nader moeten worden onderzocht. onrechtmatig handelen Pfizer c.s. en McNeil 7.11 Of de beslagleggingen onrechtmatig waren jegens Medi-Pharma hangt vooral af van het antwoord op de vraag wie rechthebbende was op de goederen. De verdere gedragingen die Medi-Pharma aan Pfizer c.s. en McNeil verwijt laat de rechtbank voorlopig rusten. Hetzelfde geldt voor de gestelde schade. onrechtmatig handelen Medi-Pharma 7.12 De bewijslast van de gemotiveerd betwiste betrokkenheid van Medi-Pharma bij het gestelde bedrog rust in beginsel op McNeil. de verdere procedure 7.13 De rechtbank acht zich door partijen onvoldoende voorgelicht. Het komt de rechtbank geraden voor dat, alvorens bewijsopdrachten worden gegeven en zonodig informatie wordt ingewonnen over buitenlands recht, partijen zich nader uitlaten over de hiervoor besproken onderdelen van het geschil, behoorlijk toegelicht en met concrete feiten onderbouwd. Daartoe zal de zaak worden verwezen naar de rol, waar Medi-Pharma als eerste aan het woord zal zijn. 8. De beslissing De rechtbank, in conventie en in reconventie alvorens verder te beslissen: verwijst de zaak naar de rol van woensdag 1 oktober 2008 voor akte aan de zijde van Medi-Pharma. Dit vonnis is gewezen door mr Van Zelm van Eldik. Uitgesproken in het openbaar. 10.