Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD9493

Datum uitspraak2008-06-19
Datum gepubliceerd2008-08-12
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers108.004.464
Statusgepubliceerd


Indicatie

Aan de betrokkene is een administratieve sanctie van € 130,- opgelegd ter zake van “Niet voldoen aan aanwijzing van bevoegde en als zodanig kenbare ambtenaar” (feitcode R630A). De betrokkene ontkent dat de gedraging is verricht. Het beroep is gegrond en hof vernietigt inleidende beschikking. Wat er zij van de vraag of de betrokkene met haar voertuig de schenen van de verbalisant heeft geraakt, niet staat vast, dat er sprake is geweest van het niet opvolgen van een aanwijzing als bedoeld in artikel 82 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, nu de betrokkene in ieder geval - opnieuw - is gestopt en niet eerder naar de plaats van de verkeerscontrole is gereden dan nadat de verbalisant daartoe een aanwijzing heeft gegeven.


Uitspraak

WAHV 108.004.464 19 juni 2008 CJIB 79107765188 Gerechtshof te Leeuwarden Arrest op het hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank [woonplaats] van 15 januari 2008 betreffende [betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene), wonende te [woonplaats]. 1. De beslissing van de kantonrechter De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam genomen beslissing ongegrond verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. 2. Het procesverloop De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld. De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend. De betrokkene heeft schriftelijk een nadere toelichting gegeven op het beroep. De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een reactie te geven op de nadere toelichting op het beroep. Hiervan is geen gebruik gemaakt. 3. Beoordeling 3.1. Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 130,- opgelegd ter zake van “Niet voldoen aan aanwijzing van bevoegde en als zodanig kenbare ambtenaar” (feitcode R630A), welke gedraging zou zijn verricht op 8 juni 2007 om 10.56 uur op de Stadhouderskade te Amsterdam met het voertuig met kenteken [AB-00-AB]. 3.2. De betrokkene ontkent dat de gedraging is verricht. Zij stelt dat de verklaring van de verbalisant onjuist is, nu in de verklaring staat vermeld dat zij is opgetrokken ondanks een stopteken van de verbalisant terwijl zij in werkelijkheid stil stond voor een rood verkeerslicht. 3.3. De op ambtseed opgemaakte verklaring van de verbalisant zoals opgenomen in het zaakoverzicht van het CJIB houdt onder meer in, zakelijk weergegeven, dat de betrokkene, bestuurster van de personenauto met kenteken [AB-00-AB], op 8 juni 2007 om 10.56 uur op de Stadhouderskade te Amsterdam niet heeft voldaan aan de aanwijzing van de verbalisant. 3.4. Het door diezelfde verbalisant op ambtseed opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 november 2007 houdt onder meer in: "Vervolgens kan ik mij herinneren dat ik, verbalisant, [betrokkene] mondeling de aanwijzing heb gegeven om naar de plaats van de verkeerscontrole te rijden. Echter heb ik hier duidelijk bij gezegd dat [betrokkene] moest wachten totdat ik haar een teken gaf om op te rijden. (….) Toen ik vervolgens voor de auto van [betrokkene] stond, om het overige verkeer stil te zetten, middels een stopteken met mijn hand, trok [betrokkene] al op alvorens ik een stopteken voor het overige verkeer had kunnen geven. Hierbij voelde ik dat de auto bestuurd door [betrokkene] met de voorbumper mijn schenen raakte. Hierop riep ik met luide stem dat [betrokkene] moest stoppen. (….) Dit deed [betrokkene] direct. Daar [betrokkene] niet bleef staan totdat ik haar een handteken kon geven zodat zij op kon rijden, zoals ik daarvoor mondeling aan haar had uitgelegd, heb ik [betrokkene] een mini-procesverbaal gegeven voor het niet opvolgen van een aanwijzing gegeven door een opsporingsambtenaar.". 3.5. Wat er zij van de vraag of de betrokkene met haar voertuig de schenen van de verbalisant heeft geraakt, niet staat vast, dat er sprake is geweest van het niet opvolgen van een aanwijzing als bedoeld in artikel 82 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, nu zij in ieder geval - opnieuw - is gestopt en niet eerder naar de plaats van de verkeerscontrole is gereden dan nadat de verbalisant daartoe een aanwijzing heeft gegeven. 3.6. Het beroep is derhalve gegrond en het hof zal de beslissing van de kantonrechter vernietigen en doen wat deze had behoren te doen. 4. De beslissing Het gerechtshof: vernietigt de beslissing van de kantonrechter; verklaart het ingestelde beroep gegrond; vernietigt de beslissing van de officier van justitie d.d. 6 augustus 2007, alsmede de beschikking waarbij onder CJIB-nummer 79107765188 de administratieve sanctie is opgelegd; bepaalt dat hetgeen door de betrokkene op de voet van artikel 11 WAHV tot zekerheid is gesteld, te weten een bedrag van € 130,- door de advocaat-generaal aan haar wordt gerestitueerd. Dit arrest is gewezen door mr. Dijkstra, in tegenwoordigheid van mr. Arntz als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.