
Jurisprudentie
BD9491
Datum uitspraak2008-08-06
Datum gepubliceerd2008-08-06
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/580175-08
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-08-06
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/580175-08
Statusgepubliceerd
Indicatie
Reeks van diefstallen van onder meer mobiele telefoons in Apeldoorn, Epe en Vaassen in tijdsbestek van vier maanden leidt tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf gericht op opname en behandeling in een kliniek
Uitspraak
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/580175-08
Uitspraak d.d. 6 augustus 2008
Tegenspraak / dip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats, 1976],
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring te Doetinchem.
Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 juli 2008.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) op of omstreeks 26 maart 2008 te Epe
(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- een mobiele telefoon, merk Samsung, type X660V, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of (inc 1)
- een mobiele telefoon, merk Nokia, type 3310 en/of een portemonnee en/of een
rabobankpas en/of een schoolpas en/of een ID-kaart, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of (inc 2)
- een mobiele telefoon, merk Sony Ericsson en/of een MP3-speler, merk
Ricatech, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
(inc 3)
- een digitale camera, merk Canon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte (inc 4);
art 310 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) op of omstreeks 17 maart 2008 te
Apeldoorn, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft
weggenomen
- een portemonnee en/of een ANWB klantenpas en/of een zorgpas en/of een
creditcard en/of een sieraad, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 5] in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of (inc 8)
- een laptop, merk Maxdata, kleur zilver/zwart, in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan basisschool [slachtoffer 6], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte (inc 9);
art 310 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) op of omstreeks 3 maart 2008 te Vaassen,
gemeente Epe (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft
weggenomen
- een mobiele telefoon, merk Sony Ericsson, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of (inc 13)
- een mobiele telefoon, merk Siemens MC60, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of (inc 14)
- een mobiele telefoon, merk Samsung SGHE 420, in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of (inc 15)
- een mobiele telefoon, merk Nokia en/of een geldbedrag groot 9 euro, althans
enig geldbedrag, in elk geval enig goed en/of geldbedrag, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 10], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of (inc 16)
- een mobiele telefoon, merk Alcatel, in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer 11], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte (inc 17);
art 310 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op één of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 6 februari 2008 te Vaassen,
gemeente Epe, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
heeft weggenomen
- een IPOD, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 12], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of (inc
20)
- een mobiele telefoon, merk Samsung, in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer 13], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of (inc 21)
- een mobiele telefoon, merk Samsung, in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer 14], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of (inc 22)
- een horloge, merk Pulsar en/of een geldbedrag groot 20 euro, althans enig
geldbedrag, in elk geval enig goed en/of geldbedrag, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 15], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of (inc 23)
- een mobiele telefoon, merk Nokia, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 16], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of (inc 24)
- een mobiele telefoon, merk Alcatel, in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer 17], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of (inc 25)
- een mobiele telefoon, merk Sony Ericsson, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan [slachtoffer 18], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of (inc 26)
- een mobiele telefoon, merk Alcatel en/of een MP3-speler en/of een geldbedrag
groot 2 euro, althans enig geldbedrag, in elk geval enig goed en/of
geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 19], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte (inc 27);
art 310 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op één of meer tijdstip(pen) of omstreeks 29 januari 2008 te Vaassen,
gemeente Epe (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft
weggenomen
- een portefeuille en/of een rijbewijs en/of een bankpas (Postbank) en/of een
creditcard (Postbank) en/of een chipknip (Postbank) en/of een bibliotheekpas,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 20], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of (inc 29)
- een mobiele telefoon, merk Motorola, in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer 21], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte (inc 30);
art 310 Wetboek van Strafrecht
6.
hij op één of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 21 januari 2008 te Apeldoorn
(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- een mobiele telefoon, merk Motorola, in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer 22], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of (inc 31)
- een portemonneen en/of een ID-kaart en/of een zorgpas en/of een
vervoersbewijs NS en/of een toegangspas universiteit en/of een bibliotheekpas
en/of6 foto's en/of een AH Bonuskaart , in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer 23], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte (inc 32);
art 310 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
De bewijsmotivering (eindnoot 1)
A. Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat alle tenlastegelegde diefstallen wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard op basis van de aangiften en de bekennende verklaringen van verdachte.
B. Het standpunt van de verdachte, de verdediging
Door de verdediging is aangevoerd dat verdachte de hem tenlastegelegde feiten heeft bekend.
C. Beoordeling van de tenlastelegging
De rechtbank acht voor het bewijs voorhanden de navolgende redengevende feiten en omstandigheden:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting;
- de verklaringen van de verschillende aangevers (eindnoot 2) .
Bewezenverklaring
1.
hij op tijdstippen op 26 maart 2008 te Epe telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- een mobiele telefoon, merk Samsung, type X660V, toebehorende aan [slachtoffer 1] (inc 1)
en
- een mobiele telefoon, merk Nokia, type 3310 en een portemonnee en een rabobankpas en een schoolpas en een ID-kaart, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (inc 2) en
- een mobiele telefoon, merk Sony Ericsson en een MP3-speler, merk Ricatech, toebehorende aan [slachtoffer 3] (inc 3);
2.
hij op 17 maart 2008 te Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft
weggenomen een portemonnee en een ANWB klantenpas en een zorgpas en een creditcard en een sieraad, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
3.
hij op tijdstippen op 3 maart 2008 te Vaassen, gemeente Epe, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- een mobiele telefoon, merk Sony Ericsson, toebehorende aan [slachtoffer 7] (inc 13) en
- een mobiele telefoon, merk Siemens MC60, toebehorende aan [slachtoffer 8] (inc 14) en
- een mobiele telefoon, merk Samsung SGH-E420, toebehorende aan [slachtoffer 9] (inc 15) en
- een mobiele telefoon, merk Nokia en een geldbedrag groot 9 euro, toebehorende aan [slachtoffer 10] (inc 16) en
- een mobiele telefoon, merk Alcatel, toebehorende aan [slachtoffer 11] (inc 17);
4.
hij op tijdstippen op 6 februari 2008 te Vaassen, gemeente Epe, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- een IPOD, toebehorende aan [slachtoffer 12] (inc 20) en
- een mobiele telefoon, merk Samsung, toebehorende aan [slachtoffer 13] (inc 21) en
- een mobiele telefoon, merk Samsung, toebehorende aan [slachtoffer 14] (inc 22) en
- een horloge, merk Pulsar en een geldbedrag groot 20 euro, toebehorende aan [slachtoffer 15] (inc 23) en
- een mobiele telefoon, merk Nokia, toebehorende aan [slachtoffer 16] (inc 24) en
- een mobiele telefoon, merk Alcatel, toebehorende aan [slachtoffer 17] (inc 25) en
- een mobiele telefoon, merk Sony Ericsson, toebehorende aan [slachtoffer 18] (inc 26) en
- een mobiele telefoon, merk Alcatel en een MP3-speler en een geldbedrag groot 2 euro, toebehorende aan [slachtoffer 19] (inc 27);
5.
hij op tijdstippen op 29 januari 2008 te Vaassen, gemeente Epe, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- een portefeuille en een rijbewijs en een bankpas (Postbank) en een creditcard (Postbank) en een chipknip (Postbank) en een bibliotheekpas, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 20], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (inc 29) en
- een mobiele telefoon, merk Motorola, toebehorende aan [slachtoffer 21] (inc 30);
6.
hij op tijdstippen op 21 januari 2008 te Apeldoorn telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- een mobiele telefoon, merk Motorola, toebehorende aan [slachtoffer 22] (inc 31) en
- een portemonnee en een ID-kaart en een zorgpas en een vervoersbewijs NS en een toegangspas universiteit en een bibliotheekpas en 6 foto’s en een AH Bonuskaart, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 23], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (inc 32).
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
De rechtbank acht met name niet bewezen dat verdachte de onder 1 tenlastegelegde diefstal (incident 4) van een digitale camera, merk Canon, toebehorende aan [slachtoffer 4] heeft begaan, nu dit feit zich heeft afgespeeld in Apeldoorn en niet in Epe.
Datzelfde geldt voor de onder 2 tenlastegelegde diefstal van een laptop, merk Maxdata, van basisschool [slachtoffer 6], aangezien dit feit zich heeft afgespeeld in Epe en niet in Apeldoorn.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
feit 1: diefstal, meermalen gepleegd;
feit 2: diefstal;
feit 3: diefstal, meermalen gepleegd;
feit 4: diefstal, meermalen gepleegd;
feit 5: diefstal, meermalen gepleegd;
feit 6: diefstal, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Ad informandum gevoegde zaken
De rechtbank heeft bij de straftoemeting tevens in aanmerking genomen de ter kennisneming gevoegde zaken, nu aannemelijk is geworden dat verdachte deze feiten heeft gepleegd - verdachte heeft deze feiten immers ter terechtzitting bekend - en de officier van justitie heeft toegezegd dat voor die feiten geen verdere strafvervolging zal volgen.
Het gaat daarbij om de navolgende feiten:
- Diefstal. uit het [slachtoffer 24] te Apeldoorn d.d. 25 maart 2008, incident 5
- Dief stal. bij stichting [slachtoffer 25] d.d. 21 maart 2008, incident 6
- Diefstal. uit [slachtoffer 26] te Apeldoorn d.d. 20 maart 2008, incident 7
- Diefstal. uit [slachtoffer 26] Apeldoorn d.d. 13 maart 2008, incident 11
- Diefstal. uit [slachtoffer 27] te Epe d.d. 6 maart 2008, incident 12
- Diefstal. portemonnee uit bedrijf te Vaassen d.d. 28 februari 2008, incident 18
- Diefstal. laptop uit school te Vaassen in de periode 7-13 februari 2008, incident 19
- Diefstal. portemonnee uit bedrijf te Vaassen d.d. 30 januari 2008, incident 28
- Diefstal. uit [slachtoffer 26] Apeldoorn d.d. 18 januari 2008, incident 33
- Diefstal mobiele telefoon bij hockeyclub te Epe d.d. 15 januari 2008, incident 34
- Diefstal bij [slachtoffer 28] te Vaassen 14 januari 2008, incident 35
- Diefstal laptop bij fysiotherapie te Vaassen d.d. 14 januari 2008, incident 36
- Diefstal portemonnee uit bedrijf te Epe d.d. 9 januari 2008, incident 37
- Diefstal bij [slachtoffer 29] te Apeldoorn in de periode 2-7 januari 2008, incident 38
- Diefstal uit bedrijf [slachtoffer 30] te Vaassen d.d. 6 december 2007, incident 39
- Diefstal uit bedrijf [slachtoffer 31] te Apeldoorn, d.d. 15 oktober 2007, incident 40
- Diefstal bij voetbalvereniging te Emst d.d. 15 oktober 2007, incident 41.
Oplegging van straf en/of maatregel
1. De officier van justitie heeft - alle tenlastegelegde feiten bewezen achtend - de navolgende straf gevorderd, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan een gedeelte van zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, met als bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht, ook als dit inhoudt een opname in de Piet Roorda kliniek. Het opleggen van een ISD-maatregel komt de officier van justitie op dit moment niet noodzakelijk voor, gelet op het door Tactus opgestelde plan van aanpak en de mogelijkheid van een opname bij een kliniek met hoge zorgintensiteit en hoog beveiligingsniveau.
2. De raadsman heeft zich aangesloten bij de door de officier van justitie geformuleerde eis.
3. De rechtbank acht na te melden beslissing in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
4. De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich in een periode van vier maanden schuldig gemaakt aan een reeds van diefstallen, in totaal 38 keer, gezien de twee feiten waarvoor de rechtbank verdachte om technische redenen zal moeten vrijspreken. Verdachte heeft zich keer op keer schuldig gemaakt aan insluipingen bij diverse instellingen/bedrijven en verenigingen, zoals de [slachtoffer 29] en het [slachtoffer 26] in Apeldoorn, de [slachtoffer 35] in Epe, het [slachtoffer 36] in Vaassen, de [slachtoffer 32] in Vaassen, de basisschool [slachtoffer 33]te Vaassen, het [slachtoffer 34]te Vaassen, [slachtoffer 37] in Apeldoorn, de [slachtoffer 38] te Epe.
Ook nadat verdachte op 17 maart 2008 een aantal dagen in verzekering gesteld is geweest, is hij kort daarop gewoon verdergegaan met het plegen van diefstallen. Verdachte heeft een zekere voorliefde voor insluipingen in kleedkamers en dergelijke, om zodoende snel en onopgemerkt zijn slag te kunnen slaan, daarmee steeds verschillende slachtoffers makend. Door het plegen van dit soort, vaak als ergerlijk ervaren en overlast bezorgende, feiten veroorzaakt verdachte veel onrust en schade.
5. Uit het strafblad (eindnoot 3) van verdachte blijkt dat hij veelvuldig met politie en justitie in aanraking is gekomen voor soortgelijke strafbare feiten en laatstelijk nog is veroordeeld door de politierechter te Zwolle op 12 oktober 2007. Van die veroordeling liep verdachte ten tijde van het plegen van de huidige feiten nog in een proeftijd. Verdachte kan worden beschouwd als een veelpleger, zodat om die reden een vergelijking met de landelijke oriëntatiepunten van het LOVS niet opgaat, omdat daarbij wordt uitgegaan van een first-offender.
6. Door Tactus (eindnoot 4) is - afhankelijk van de door de rechtbank op te leggen straf - een verplicht reclasseringscontact geadviseerd. Het opleggen van alleen een voorwaardelijke straf zal volgens de rapporteur onvoldoende justitiële druk geven en leiden tot terugval in middelen en delict.
Uit het rapport blijkt dat verdachte een langdurige verslavingsgeschiedenis kent, hij de oorzaken daarvan onderkent, maar onvoldoende daadkracht en motivatie heeft om daaraan een wending ten goede te geven. De kans op herhaling van soortgelijke feiten wordt als hoog ingeschat (RISc uitkomst). Om de kans op recidive te verkleinen is een plan van aanpak opgesteld, om vanuit een langdurig detentietraject te werken aan een plaatsing in een kliniek met een hoge zorgintensiteit en een hoog beveiligingsniveau, waarbij wordt gedacht aan de Verslavingskliniek Piet Roorda te Apeldoorn of een soortgelijke kliniek
Voor het geval de rechtbank mocht menen dat verdachte in aanmerking komt voor een ISD-maatregel, zijn daarvan geen contra-indicaties of nadelige effecten te verwachten volgens de hulpverlening.
7. Verdachte heeft ter zitting aangegeven mee te willen werken aan een ISD-maatregel, maar dat nu die mogelijkheid er is hij bij voorkeur voor een behandeling bij de Piet Roordakliniek opteert.
8. De rechtbank ziet in het vorenstaande aanleiding om af te wijken van de door de officier van justitie gevorderd straf, in die zin dat zij een langer voorwaardelijk deel zal opleggen. De rechtbank vindt het van belang dat verdachte een behandeling zoals voorgesteld in het plan van aanpak ondergaat. Enerzijds dient het langere voorwaardelijke strafdeel ertoe verdachte te motiveren om – wat de rechtbank betreft – deze laatste kans te benutten en daadwerkelijk zijn problemen aan te pakken, anderzijds dient verdachte zich ervan bewust te zijn dat het niet nakomen van de aan de voorwaardelijke straf verbonden bijzondere voorwaarden een tenuitvoerlegging van een substantieel aantal maanden tot gevolg kan hebben.
Vorderingen tot schadevergoeding
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde hebben de navolgende benadeelde partijen zich met een vordering tot schadevergoeding gevoegd in het strafproces, te weten:
• [slachtoffer 1] voor een bedrag van € 153;
• [slachtoffer 2] voor een bedrag van € 96,35
• en [slachtoffer 3] voor een bedrag van € 200,--.
De benadeelde partij de [slachtoffer 6]school heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 755,-- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde hebben de navolgende benadeelde partijen zich met een vordering tot schadevergoeding gevoegd in het strafproces, te weten:
• [slachtoffer 9] voor een bedrag van € 169,--;
• [slachtoffer 8] voor een bedrag van € 50,--;
• [slachtoffer 10] voor een bedrag van € 127,96.
Ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde hebben de navolgende benadeelde partijen zich met een vordering tot schadevergoeding gevoegd in het strafproces, te weten:
• [slachtoffer 13] voor een bedrag van € 259,95
• [slachtoffer 15] voor een bedrag van € 165,--;
• [slachtoffer 18] voor een bedrag van € 139,90;
• [slachtoffer 19] voor een bedrag van € 96,34.
De benadeelde partij [slachtoffer 21] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 129,95 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde.
Door alle benadeelden partijen is tevens de wettelijke rente gevorderd vanaf het moment van het schadeveroorzakende feit.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vorderingen - vermeerderd met de wettelijke rente - van de benadeelde partijen [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3], [slachtoffer 8], [slachtoffer 10], [slachtoffer 15], [slachtoffer 13], [slachtoffer 19] en [slachtoffer 21] volledig zullen worden toegewezen en dat de vorderingen van de [slachtoffer 6]school, [slachtoffer 9] en [slachtoffer 18] zullen worden toegewezen tot een bedrag van respectievelijk € 375,--, € 80,-- en € 75,-- en de benadeelde partijen voor het overige niet ontvankelijk zullen worden verklaard in hun vorderingen.
Door de officier van justitie is in die samenhang tevens gevorderd telkens de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Door de raadsman van verdachte aangevoerd dat de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 18], [slachtoffer 9], [slachtoffer 1] en de [slachtoffer 6] school moeten worden afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing.
De vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 15], [slachtoffer 21], [slachtoffer 13] en [slachtoffer 10] kunnen naar het oordeel van de raadsman worden toegewezen tot een door de rechtbank naar billijkheid te bepalen bedrag.
De vordering van de benadeelde partijen [slachtoffer 8] en [slachtoffer 19] kunnen volgens de raadsman integraal worden toegewezen en de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] kan worden toegewezen tot een bedrag van € 78,--. De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] kan worden toegewezen voorzover deze ziet op de mobiele telefoon ter waarde van
€ 120,--.
De rechtbank beoordeelt de vorderingen als volgt.
Deze benadeelde partij de [slachtoffer 6] school zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, nu verdachte terzake van dat feit (tenlastegelegd onder 2, tweede gedachtestreepje) wordt vrijgesproken. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering van [slachtoffer 1] is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1, eerste gedachtestreepje, bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
De vordering ziet op een telefoon Samsung waarvoor een bedrag van € 129,-- wordt gevorderd en een beltegoed van € 24,--.
De rechtbank bepaalt de schade in redelijkheid op een bedrag van € 128,--, uitgaande van de aankoopdatum van de mobiele telefoon (juli 2006) en een afschrijvingpercentage van twintig procent hanterend.
De vordering zal tot dat bedrag worden toegewezen en de benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering worden verklaard.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 2] is op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot die vordering is gebleken, naar het oordeel van de rechtbank komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1, tweede gedachtestreepje, bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag.
De vordering is voldoende onderbouwd en de door benadeelde opgevoerde bedragen zijn niet buitensporig en alleszins gebruikelijk in het economisch verkeer. De verdachte is voor die schade - naar burgerlijk recht - aansprakelijk en de vordering is voor toewijzing vatbaar.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering van [slachtoffer 3] is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1, derde gedachtestreepje, bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
De vordering is voldoende onderbouwd en de door benadeelde opgevoerde bedragen zijn niet buitensporig en alleszins gebruikelijk in het economisch verkeer.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering van [slachtoffer 9] is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 3, derde gedachtestreepje, bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
De vordering is voldoende onderbouwd en de door benadeelde opgevoerde bedrag is alleszins gebruikelijk in het economisch verkeer, mede gelet op het feit dat de telefoon was gekocht in mei 2007.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 8] (ziende op het onder 3, tweede gedachtestreepje, tenlastegelegde) zal worden toegewezen tot het gevorderde bedrag van
€ 50,--. Niet is weersproken dat de benadeelde partij, zoals deze heeft gesteld, als gevolg van het bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag en de vordering komt de rechtbank niet ongegrond of onrechtmatig voor.
De verdachte is voor die schade - naar burgerlijk recht - aansprakelijk.
Op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering van [slachtoffer 10] is gebleken, is naar het oordeel van de rechtbank komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 3, vierde gedachtestreepje, bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
De vordering is genoegzaam onderbouwd en de door benadeelde opgevoerde bedrag is alleszins gebruikelijk in het economisch verkeer, nu de mobiele telefoon circa twee jaar oud was en gelet op de gebruikelijke afschrijving. Tengevolge van een telfout is het te vorderen bedrag gesteld op € 127,96, terwijl overduidelijk is dat het om een bedrag gaat van € 138,96. De rechtbank zal dit bedrag naar redelijkheid toewijzen.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering van [slachtoffer 13] is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 4, tweede gedachtestreepje, bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
De vordering is voldoende onderbouwd en de door benadeelde opgevoerde bedrag is niet buitensporig en alleszins gebruikelijk in het economisch verkeer, mede gelet op de aanschafdatum van 15 juli 2007. De rechtbank zal de vordering dan ook toewijzen.
Op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering van [slachtoffer 15] is gebleken, is naar het oordeel van de rechtbank komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 4, vierde gedachtestreepje, bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
De vordering is voldoende onderbouwd en het door benadeelde opgevoerde bedrag voor de mobiele telefoon is alleszins gebruikelijk in het economisch verkeer, nu de mobiele telefoon circa een jaar oud was.
Op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering van [slachtoffer 18] is gebleken, is naar het oordeel van de rechtbank komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 4, zevende gedachtestreepje, bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
De vordering is niet onderbouwd, terwijl de prijsopgave van de mobiele telefoon ziet op een Siemens M55, terwijl het in deze gaat om een Sony Ericsson.
De rechtbank zal derhalve de benadeelde partij wegens onvoldoende onderbouwing niet ontvankelijk verklaren in haar vordering.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 19] (ziende op het onder 4, achtste gedachtenstreepje) zal worden toegewezen tot het gevorderde bedrag van € 96,34. Niet is weersproken dat de benadeelde partij, zoals deze heeft gesteld, als gevolg van het bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag en de vordering komt de rechtbank niet ongegrond of onrechtmatig voor.
De verdachte is voor die schade - naar burgerlijk recht - aansprakelijk.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering van [slachtoffer 21] is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 5, tweede gedachtestreepje, bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
De vordering is voldoende onderbouwd, terwijl het door benadeelde opgevoerde bedrag niet buitensporig is en alleszins gebruikelijk is in het economisch verkeer, mede gelet op de aanschafdatum van 21 februari 2007. De rechtbank zal de vordering dan ook toewijzen.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht tevens de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van de hiervoor vermelde bedragen ten behoeve van genoemde slachtoffers.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 24c, 27, 36f, 57 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
• verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 tenlastegelegde heeft begaan.
• verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
• verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
• veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden.
Bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 12 (twaalf) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de Reclassering Nederland, arrondissement Zutphen, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt;
2. dat de veroordeelde zich zo spoedig mogelijk zal laten opnemen in de Piet Roordakliniek danwel een soortgelijke kliniek. De veroordeelde zal zich tijdens die opname gedragen naar de aanwijzingen die hem zullen worden gegeven door of namens de leiding van bedoelde instelling.
• beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
• geeft genoemde reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de
opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen.
• verklaart de benadeelde partij de [slachtoffer 6] school, [adres], niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
• verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 18], [adres], niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
• veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de navolgende benadeelde partijen van de hierna genoemde bedragen, telkens vermeerderd met de wettelijke rente van het moment van het schadeveroorzakende feit en de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden steeds begroot op nihil.
Benadeelde partij -Bedrag
1. [slachtoffer 1],
[adres]
(rekeningnummer [nummer]) - € 128,--
ingang wettelijke rente 26 maart 2008
2. [slachtoffer 2],
[adres]
(rekeningnummer [nummer]) - € 96,35
ingang wettelijke rente 26 maart 2008
3. [slachtoffer 3],
[adres]
(rekeningnummer [nummer]) - € 200 ,--
ingang wettelijke rente 26 maart 2008
4. [slachtoffer 9],
[adres]
(rekeningnummer [nummer]) - € 169,--
ingang wettelijke rente 3 maart 2008
5. [slachtoffer 8],
[adres]
(rekeningnummer [nummer]) - € 50,--
ingang wettelijke rente 3 maart 2008
6. [slachtoffer 10],
[adres]
(rekeningnummer [nummer]) - € 138,96
ingang wettelijke rente 3 maart 2008
7. [slachtoffer 13],
[adres]
(rekeningnummer [nummer]) - € 259,95
ingang wettelijke rente 6 februari 2008
8. [slachtoffer 15],
[adres]
(rekeningnummer [nummer]) - € 165,--
ingang wettelijke rente 6 februari 2008
9. [slachtoffer 19],
[adres]
(rekeningnummer [nummer]) - € 96,34
ingang wettelijke rente 6 februari 2008
10. [slachtoffer 21],
[adres]
(rekeningnummer [nummer]) - € 129,95
ingang wettelijke rente 29 januari 2008
Verklaart de benadeelde partijen [slachtoffer 1], [naam 1] en [naam 2] voor het overige niet-ontvankelijk in hun vordering.
• Legt aan veroordeelde tevens de verplichting op aan de Staat ten behoeve van het /de navolgende slachtoffer(s) te betalen, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal hechtenis zal kunnen worden toegepast van na te melden duur zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Slachtoffers – Bedrag - vervangende hechtenis
1. [slachtoffer 1] voornoemd - € 128,- - 2 dagen
2. [slachtoffer 2] voornoemd - € 96,35,- - 1 dag
3. [slachtoffer 3] voornoemd - € 200,- - 4 dagen
4. [slachtoffer 9] voornoemd - € 169,- - 3 dagen
5. [slachtoffer 8] voornoemd - € 50,- - 1 dag
6. [slachtoffer 10] voornoemd - €138,96 - 2 dagen
7. [slachtoffer 13] voornoemd - € 259,95 - 5 dagen
8. [slachtoffer 15] voornoemd - € 165,- - 3 dagen
9. [slachtoffer 19] voornoemd - € 96,34 - 1 dag
10. [slachtoffer 21] voornoemd - € 129,95 - 2 dagen
Bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door mrs. Borgerhoff Mulder, voorzitter, De Bie en Van de Wetering, rechters, in tegenwoordigheid van Van Bun, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 augustus 2008.
(eindnoot 1) Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen verbaal, als bijlagen opgenomen bij (Stam) proces-verbaal nr. PL0610/08-204084, Regiopolitie Noord-Oost Gelderland, gedateerd 16 mei 2008
(eindnoot 2) Aangifte [slachtoffer 1] (doorgenummerde dossierpag. 084/86), aangifte [slachtoffer 2] (doorgenummerde dossierpag. 116/118), aangifte [slachtoffer 3] (doorgenummerde dossierpag. 120/122), aangifte [slachtoffer 5] (doorgenummerde dossierpag. 167/168), aangifte [slachtoffer 7] (doorgenummerde dossierpag. 264/266), aangifte [slachtoffer 9] (doorgenummerde dossierpag. 245/248), aangifte [slachtoffer 10] (doorgenummerde dossierpag. 268/271), aangifte [slachtoffer 11] (doorgenummerde dossierpag. 275/278), aangifte [slachtoffer 12] (doorgenummerde dossierpag. 299/301), aangifte [slachtoffer 13] (doorgenummerde dossierpag. 308/310), aangifte [slachtoffer 14] (doorgenummerde dossierpag.312/314), aangifte [slachtoffer 15] (doorgenummerde dossierpag.316/318), aangifte [slachtoffer 16] (doorgenummerde dossierpag. 320/322), aangifte [slachtoffer 17] (doorgenummerde dossierpag. 324/326), aangifte [slachtoffer 18] (doorgenummerde dossierpag. 328/330), aangifte [slachtoffer 19] (doorgenummerde dossierpag.332/334), aangifte [slachtoffer 20] (doorgenummerde dossierpag.345/347), aangifte [slachtoffer 21] (doorgenummerde dossierpag. 351/353), aangifte [slachtoffer 22] (doorgenummerde dossierpag. 355/357), aangifte [slachtoffer 23] (doorgenummerde dossierpag. 364/366)
(eindnoot 3) Uittreksel justitiële documentatie 21 april 2008
(eindnoot 4) Voorlichtingsrapport Tactus Verslavingszorg van 19 juni 2008