Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD9441

Datum uitspraak2008-08-06
Datum gepubliceerd2008-08-06
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200707461/1
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij besluit van 18 september 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden (hierna: het college) met toepassing van artikel 8.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer de bij besluit van 7 oktober 1997 aan Carwash De Hemrik krachtens deze wet verleende vergunning voor een autowasstraat met LPG-tankstation en windturbine aan de Jupiterweg 7 te Leeuwarden, welke vergunning was gewijzigd bij besluit van 9 mei 2006, opnieuw gewijzigd, door een voorschrift in te trekken en twee voorschriften aan de vergunning toe te voegen. Dit besluit is 20 september 2007 ter inzage gelegd.


Uitspraak

200707461/1. Datum uitspraak: 6 augustus 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: [appellant A en appellant B], beiden wonend te [woonplaats], appellanten, en het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 18 september 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden (hierna: het college) met toepassing van artikel 8.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer de bij besluit van 7 oktober 1997 aan Carwash De Hemrik krachtens deze wet verleende vergunning voor een autowasstraat met LPG-tankstation en windturbine aan de Jupiterweg 7 te Leeuwarden, welke vergunning was gewijzigd bij besluit van 9 mei 2006, opnieuw gewijzigd, door een voorschrift in te trekken en twee voorschriften aan de vergunning toe te voegen. Dit besluit is 20 september 2007 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit hebben [appellanten] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 19 oktober 2007, beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift ingediend. De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft desverzocht een deskundigenbericht uitgebracht. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 18 juli 2008, waar het college, vertegenwoordigd door mr. A.L. Bennen en C. Meppelink, is verschenen. 2. Overwegingen 2.1. De gewijzigde voorschriften hebben slechts betrekking op de windturbine. 2.2. Ingevolge artikel 20.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer kan, voor zover hier van belang, een belanghebbende tegen een besluit op grond van deze wet beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. 2.3. Wanneer krachtens de Wet milieubeheer een vergunning wordt gewijzigd, zijn onder meer de eigenaren en bewoners van percelen waarop milieugevolgen van het bestreden besluit kunnen worden ondervonden belanghebbenden. Blijkens het deskundigenbericht ligt de woning van [appellant A] op een afstand van ongeveer 1100 meter van de windturbine, de woning van [appellant B] ligt op een grotere afstand van de windturbine. Het is niet aannemelijk dat zij daar milieugevolgen van de windturbine kunnen ondervinden. [Appelanten] zijn dientengevolge geen belanghebbenden in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. 2.4. Het beroep is niet-ontvankelijk. 2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Aldus vastgesteld door mr. J.M. Boll, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Kuipers, ambtenaar van Staat. w.g. Boll w.g. Kuipers lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 6 augustus 2008 271-433.