Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD9385

Datum uitspraak2008-08-06
Datum gepubliceerd2008-08-06
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers95454 / KG ZA 08-240
Statusgepubliceerd


Indicatie

Woningstichting de Woonmensen vordert machtiging tot het verrichten van renovatiewerkzaamheden in de woning van [gedaagde] en medewerking daaraan door [gedaagde]. De Woonmensen wordt toegestaan om met behulp van de sterke arm voor renovatiewerkzaamheden de woning van de huurder tegen de wil van de huurder te betreden, echter enkel voor die werkzaamheden die noodzakelijk zijn om aanpassingen bij de overige huurders te kunnen realiseren. Dwang tot medewerking aan de werkzaamheden die niet noodzakelijk zijn voor de overige huurders is niet toewijsbaar, nu [gedaagde] heeft verklaard deze aanpassingen niet te wensen. Toepassing artikel 7:220 BW.


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Sector Civiel – Afdeling Handel zaaknummer / rolnummer: 95454 / KG ZA 08-240 Vonnis in kort geding van 6 augustus 2008 in de zaak van de stichting STICHTING DE WOONMENSEN/SJA, gevestigd te Apeldoorn, eiseres, hierna mede te noemen De Woonmensen, procureur mr. C.B. Gaaf, advocaat mr. R. Boekhoff te Amersfoort, tegen [gedaagde], wonende te Apeldoorn, gedaagde, hierna mede te noemen [gedaagde], verschenen in persoon. 1. De procedure Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding, - het proces-verbaal van de mondelinge behandeling, - de brief van [gedaagde], waarin hij erop aandringt, het eventuele portret van de Koningin in de zittingszaal om te draaien, en de vele bijlagen. 2. De feiten 2.1. De Woonmensen verhuurt aan [gedaagde] de flatwoning gelegen aan de [adres] te Apeldoorn (hierna: de woning). 2.2. De woning maakt deel uit van een complex van 100 flatwoningen, flatgebouw [naam flatgebouw] (hierna: het flatgebouw) geheten. 2.3. De Woonmensen wenst het flatgebouw te renoveren, met als doel het flatgebouw weer aantrekkelijk te maken om te wonen, te werken en te recreëren. 2.4. Alle huurders van het flatgebouw hebben de “Informatiebrochure Grootonderhoud [naam flatgebouw]” (hierna: de informatiebrochure) ontvangen. In paragraaf 7 van de informatiebrochure zijn de werkzaamheden die De Woonmensen wil (doen) uitvoeren opgenomen, zijnde onder meer: - bestaande mechanische ventilatiekanalen reinigen; - aanbrengen nieuwe radiatoren en plaatsen c.v.-ketel; - aanbrengen van een nieuwe watermeter en nieuwe waterleidingen; - aansluiten van mechanische ventilatie op het centrale systeem; - het plaatsen van een videofooninstallatie; - herstellen van de gevelkozijnen en het aanbrengen van isolerende beglazing; - verwijderen en afvoeren van bestaand keukenblok en de bovenkasten tegenover het keukenblok; - aanbrengen nieuw keukenblok inclusief bovenkasten en aanrechtblad; - vervangen bestaande pui door aluminium schuifpui; - aanbrengen aftimmering c.v.-leidingen; - aanbrengen nieuw toilet en een fonteinbakje met koudwaterkraan; - betegelen wanden en vloer toilet en badkamer; - wanden boven tegelwerk en plafond toilet dekkend sauzen; - vervangen van de galerij en balkonhekken; - schilderen van het flatgebouw. 2.5. Gelijktijdig met het aanbieden van de informatiebrochure heeft De Woonmensen aan alle huurders een verklaring toegezonden, welke uiterlijk 15 februari 2008 ondertekend geretourneerd diende te zijn. De verklaring houdt onder meer het volgende in: “(…) Hierbij verklaar ik dat: - ik de brochure Groot onderhoud [naam flatgebouw] heb ontvangen en kennis heb genomen van de inhoud - ik akkoord ga met het in de brochure opgenomen voorstel en de daarmee samenhangende werkzaamheden - ik daar waar dat voor de uitvoering van de werkzaamheden nodig is betrokkenen de toegang tot de woning zal verlenen (…) 2.6. Bij brief van 12 maart 2008 heeft De Woonmensen [gedaagde] onder meer het volgende medegedeeld: “(…) Het verheugt ons u te kunnen berichten dat 90 % van de huurders met het voorstel heeft ingestemd. Dit betekent dat de werkzaamheden doorgang zullen vinden. Huurders die (nog) niet hebben gereageerd kunnen dit alsnog doen. Gaat u niet akkoord met het voorstel, dan staat het u vrij om tussen nu en acht weken naar de rechter te gaan om het voorstel aan de redelijkheid te laten toetsen. (…)” 2.7. Naar aanleiding van de brief van 12 maart 2008 zijn alle huurders, behalve [gedaagde], akkoord gegaan met de uitvoering van de werkzaamheden. [gedaagde] heeft geen ondertekende akkoordverklaring ingeleverd en weigert medewerking. 3. Het geschil 3.1. De Woonmensen vordert dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis: 1. De Woonmensen zal machtigen tot het verrichten van alle werkzaamheden zoals opgesomd in de informatiebrochure (paragraaf 7) aan de huurwoning [adres] te Apeldoorn, welke werkzaamheden onder meer bestaan uit het installeren van een nieuwe c.v.-ketel, een nieuwe waterleiding en een nieuwe watermeter, het aansluiten van de mechanische ventilatie op het centrale systeem en het doorlussen van het centrale antennesysteem en de videofooninstallatie, alsmede het vervangen van de standleidingen met de daaruit voortvloeiende werkzaamheden, een en ander zoals gespecificeerd in de informatiebrochure en ter uitsluitende beoordeling van De Woonmensen; 2. [gedaagde] zal veroordelen om de in paragraaf 7 van de informatiebrochure gespecificeerde werkzaamheden in de huurwoning aan de [adres] te Apeldoorn te gehengen en te gedogen en daaraan waar nodig zijn medewerking te verlenen, waaronder mede begrepen toegang te verschaffen aan medewerkers van De Woonmensen of derden die hiertoe opdracht van De Woonmensen hebben gekregen, met machtiging om, indien [gedaagde] in gebreke blijft om De Woonmensen tot het gehuurde en tot het verrichten van de werkzaamheden toe te laten, zich toegang tot het gehuurde te verschaffen, desnoods met behulp van de sterke arm; 3. [gedaagde] zal veroordelen in de kosten van het geding, waaronder begrepen het salaris en de verschotten van de procureur van De Woonmensen. 3.2. [gedaagde] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4. De beoordeling 4.1. De Woonmensen heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat het gaat om werkzaamheden die vallen onder de werking van artikel 7:220 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Nu [gedaagde] niet binnen acht weken nadat De Woonmensen hem had medegedeeld dat 90 % van de huurders met de werkzaamheden had ingestemd, bij de rechter een beslissing omtrent de redelijkheid van het voorstel heeft gevorderd, moet ervan worden uitgegaan dat het voorstel ook door [gedaagde] is geaccepteerd. Voorts heeft De Woonmensen aangevoerd dat als gevolg van de weigering van [gedaagde] er een situatie kan ontstaan waarin andere huurders in het flatgebouw zonder een verwarmingsvoorziening komen te zitten en de noodzakelijke vervanging van de rioleringen niet kan worden uitgevoerd. 4.2. [gedaagde] heeft aangevoerd dat De Woonmensen EUR 200.000,00 uit zijn woning heeft gestolen. Ook hebben er inbraken in zijn woning plaatsgevonden. Er zijn bovendien camera’s en afluisterapparatuur in zijn woning geplaatst. Voorts claimt [gedaagde] Koning Alexander IX der Nederlanden te zijn en eigenaar van heel Apeldoorn, derhalve ook van de grond waarop het flatgebouw staat. Hij stelt als koning recht te hebben op verhuizing naar Paleis het Loo. Pas als hij verhuisd is naar Paleis Het Loo mag De Woonmensen zijn woning betreden voor het verrichten van de werkzaamheden. 4.3. [gedaagde] heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat De Woonmensen zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal uit de woning van [gedaagde] of verantwoordelijk is voor eventuele camera’s en afluisterapparatuur. Voor nadere bewijslevering is in dit kort geding geen plaats, zodat dit verweer wordt gepasseerd. 4.4. Als onweersproken staat vast dat 90 % van de huurders, en uiteindelijk alle huurders, behalve [gedaagde], akkoord zijn gegaan met het voorstel van De Woonmensen tot het verrichten van de werkzaamheden. [gedaagde] heeft geen gebuik gemaakt van de mogelijkheid om het voorstel binnen acht weken na de brief van 12 maart 2008 aan de rechter voor te leggen, teneinde een beslissing te krijgen omtrent de redelijkheid van het voorstel. Het voorstel wordt dan ook door artikel 7:220 BW voormeld geacht redelijk te zijn, met als gevolg dat [gedaagde] op grond van ditzelfde wetsartikel “gelegenheid moet geven” tot de renovatiewerkzaamheden. 4.5. Voorst staat vast dat [gedaagde] het aanbod van De Woonmensen tot het gebruik van een wisselwoning in de periode dat de werkzaamheden in de woning van [gedaagde] plaatsvinden, heeft afgeslagen, evenals het voorstel van De Woonmensen om de werkzaamheden in zijn aanwezigheid te laten verrichten. Nu de wet het door de overige huurders gesteunde voorstel tot renovatie redelijk acht en voldoende gebleken is dat De Woonmensen heeft getracht de overlast voor [gedaagde] zoveel mogelijk te beperken, zal [gedaagde] worden verplicht door De Woonmensen uit te voeren werkzaamheden in zijn woning toe te laten. 4.6. De voorzieningenrechter zal evenwel slechts ten aanzien van een beperkt aantal werkzaamheden dwang toestaan, aangezien [gedaagde] heeft verklaard geen prijs te stellen op een aantal aanpassingen in zijn woning, waaronder het plaatsen van een nieuwe c.v.-ketel. Onderscheid moet worden gemaakt tussen twee soorten werkzaamheden: 1. werkzaamheden waarmee de overige huurders akkoord zijn gegaan en die noodzakelijk zijn om de door de overige huurders akkoord bevonden aanpassingen te realiseren. Hieronder vallen het aanleggen van een nieuwe waterleiding en een nieuwe watermeter, het aansluiten van de mechanische ventilatie op het centrale systeem, het doorlussen van het centrale antennesysteem en het vervangen van de standleidingen; 2. werkzaamheden die niet noodzakelijk zijn en waarvoor een keuzemogelijkheid bestaat voor de huurders. Hieronder vallen onder meer het plaatsen van een nieuwe c.v.-ketel en de aanleg van een videofooninstallatie. Alleen de gedwongen medewerking aan de werkzaamheden uit de eerstgenoemde categorie zal worden toegestaan, aangezien deze noodzakelijk zijn om de aanpassingen bij de overige huurders te kunnen realiseren. Dwang tot medewerking aan de onder 2 genoemde werkzaamheden is niet toewijsbaar, nu deze voor de overige huurders niet noodzakelijk zijn en [gedaagde] heeft verklaard dergelijke aanpassingen niet te wensen. De eventuele inschakeling van de sterke arm moet tot het hoognodige beperkt worden. 4.7.Op grond van het vorenstaande zal de gevorderde machtiging tot het zich toegang verschaffen met behulp van de sterke arm enkel worden toegewezen voor de eerste categorie werkzaamheden. Hierbij wordt opgemerkt dat De Woonmensen heeft toegezegd deze machtiging met prudentie te zullen hanteren, hetgeen de voorzieningenrechter geraden acht, nu het hierbij gaat om een zwaar middel dat een – weliswaar toegestane – inbreuk op het recht van privacy is. De voorzieningenrechter heeft met instemming kennis genomen van het voornemen van De Woonmensen om de diverse werkzaamheden in bijzijn van [gedaagde] aan te vangen en zo mogelijk te voltooien. 4.8. Aangezien elk van partijen als op enig punt in het ongelijk gesteld is te beschouwen, zullen de proceskosten worden gecompenseerd op de hierna te vermelden wijze. 5. De beslissing De voorzieningenrechter 5.1. machtigt eiseres tot het verrichten van de volgende werkzaamheden aan de huurwoning [adres] te Apeldoorn: - het installeren van een nieuwe waterleiding; - het installeren van een nieuwe watermeter; - het aansluiten van de mechanische ventilatie op het centrale systeem; - het doorlussen van het centrale antennesysteem; - het vervangen van de standleidingen; 5.2. veroordeelt gedaagde om de onder 5.1. genoemde werkzaamheden te gehengen en te gedogen en daarvoor toegang te verschaffen aan medewerkers van eiseres of derden die daartoe opdracht van eiseres hebben gekregen; 5.3. machtigt eiseres om met behulp van de sterke arm van justitie en politie de tenuitvoerlegging van dit vonnis te bewerkstelligen, indien gedaagde in gebreke blijft aan het onder 5.2. van dit vonnis bepaalde te voldoen; 5.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad; 5.5. compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt; 5.6. wijst het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis is gewezen door mr. G. Vrieze en in het openbaar uitgesproken op 6 augustus 2008.