Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD9376

Datum uitspraak2008-08-05
Datum gepubliceerd2008-08-06
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers95291 / KG ZA 08-185
Statusgepubliceerd


Indicatie

Gedaagde weigert over te gaan tot levering van filters, en komt haar verplichtingen uit overeenkomst niet na, zich daarbij beroepend op haar opschortingsrecht. Eiseres vraagt nu afgifte van de filters. Vordering wordt toegewezen, op verbeurte van een dwangsom.


Uitspraak

RECHTBANK ALMELO Sector Civiel zaaknummer: 95291 / KG ZA 08-185 datum vonnis: 5 augustus 2008 (kh) Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid A., gevestigd te D., eiseres, verder te noemen A., advocaat: mr. D.R. Corbeek, kantoorhoudende te Arnhem, procureur: mr. E.M.M. van de Loo, tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid L., gevestigd te H., gedaagde, verder te noemen L., procureur: mr. E. Nijhoff. Het procesverloop A. heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding. De zaak is behandeld ter terechtzitting van 29 juli 2008. Ter zitting zijn verschenen: de heer T. namens A., bijgestaan door mr. Corbeek, en mr. Nijhoff voor L.. De standpunten zijn toegelicht. Het vonnis is bepaald op vandaag. De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing 1. In deze zaak staat het navolgende vast. - A., een bedrijf dat producten en technieken levert voor filtratie en separatie, en L., een bedrijf actief op het gebied van ferro en non-ferro laswerk, hebben in het verleden veelvuldig met elkaar samengewerkt; - op 20 december 2006 heeft A. in opdracht van N. een MDF-filter type 100-SS-801-800 besteld bij L.; - op 24 april 2007 heeft L. A. in het kader van voornoemde opdracht een factuur doen toekomen, welke factuur door A. in twee termijnen is voldaan; - ondanks betaling heeft thans, na herhaalde verzoeken van A., nog geen levering van het betreffende filter door L. plaatsgevonden; - voorts heeft A. op 9 maart 2007 in opdracht van H. een MDF-filter type 100-SS-803-800 besteld bij L., waartoe zij op 7 mei 2007 een factuur van L. heeft ontvangen; - ook dit filter is, ondanks betaling van de factuur, nog niet door L. geleverd, hoewel daarom herhaaldelijk door A. is verzocht. 2. A. vordert thans uitvoerbaar bij voorraad veroordeling van L. om binnen drie dagen na dit vonnis over te gaan tot levering van de Micro Drum Filters type 100-SS-801-800 en type 100-SS-803-800, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere dag dat zij nalaat aan het vonnis te voldoen, met veroordeling van L. in de kosten van dit geding. 3. A. legt aan haar vordering ten grondslag een toerekenbare tekortkoming in de nakoming door L. van haar verplichtingen uit overeenkomst. Zij voert daartoe aan dat L., ondanks volledige betaling, niet is overgegaan tot levering van de bestelde filters. Omdat in oktober 2007 nagenoeg alle openstaande facturen door A. aan L. waren voldaan, had L. ook geen enkele grond om zich te beroepen op haar opschortingsrecht en derhalve niet over te gaan tot uitlevering van voornoemde filters, aldus A.. Nu zij schade lijdt als gevolg van het niet leveren van voornoemde filters, heeft zij een spoedeisend belang bij het op korte termijn uitleveren van die filters. 4. L. betwist allereerst dat A. een spoedeisend belang heeft, waartoe zij aanvoert dat de leverdatum reeds geruime tijd is verstreken. Primair stelt zij zich dan ook op het standpunt dat A. niet ontvankelijk verklaard dient te worden. Daarnaast is L. van mening dat de vordering van A. niet geschikt is voor een procedure in kort geding, nu het geschil te complex is en nader onderzoek, waaronder het horen van getuigen, noodzakelijk is om over het geschil te oordelen. Tot slot voert L. aan dat zij in totaal een bedrag van ruim € 69.000,-- te vorderen heeft van A.. Van haar kan, zo wordt gesteld, in redelijkheid niet worden verwacht dat zij de twee filters gaat uitleveren terwijl er een substantieel bedrag openstaat, temeer nu de financiële situatie van A. slecht is. Opschorting is volgens haar dan ook zeker gerechtvaardigd. 5. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft A. haar spoedeisend belang voldoende aannemelijk gemaakt. Immers opdrachtgever N., die het filter volledig heeft betaald, heeft verzocht om spoedige levering in verband met de voortgang van een project. Indien A. niet tot levering kan overgaan, zal zij genoodzaakt zijn om over te gaan tot aanschaf van een ander drumfilter, zodat het alleszins aannemelijk is dat N. A. aansprakelijk zal stellen voor alle door N. nog te maken kosten. Bovendien heeft de andere opdrachtgever, H., de overeenkomst reeds buitengerechtelijk ontbonden en vordert zij thans het reeds aan A. betaalde bedrag terug, onder dreiging met rechtsmaatregelen. Nu A. stelt dit specifieke filter aan een derde te kunnen doorverkopen, kan zij met de hiervoor te betalen koopprijs voldoen aan haar terugbetalingsplicht aan H. Haar belang bij levering van de filters is daarmee voldoende gegeven. 6. Daarnaast is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat de zaak niet dusdanig complex is dat het zich niet voor een kort geding zou lenen. Het gaat in dit geding om twee overeenkomsten betreffende de levering van filters, te weten type 100-SS-801-800 en type 100-SS-803-800, waartoe A. L. opdracht had gegeven en die ook door A. zijn betaald. Zulks wordt ook door L. erkend. Van L. mag dan ook worden verlangd dat zij tot levering overgaat. De stelling van L. dat zij ter zake andere facturen en opdrachten nog een substantieel bedrag van A. te vorderen heeft, doet hieraan niet af, te meer daar een en ander door A. gemotiveerd wordt betwist. Deze feiten zijn binnen het beperkte kader van het kort geding niet voldoende duidelijk geworden, zodat partijen daarover nader dienen voort te procederen in een bodemprocedure. Ook staan L. ter zake die overeenkomsten andere mogelijkheden ter beschikking dan het achterhouden van de twee reeds betaalde filters. Wat ook zij van eventuele betalingsproblemen aan de zijde van A., de voorzieningenrechter is vooralsnog van oordeel dat het belang dat A. heeft bij levering van de filters thans prioriteit dient te genieten boven het belang dat L. heeft bij opschorting, aangezien verdere opschorting zeer zeker financiële schade voor A. op zal leveren. 7. De voorzieningenrechter zal de vordering van A. dan ook toewijzen. Wel worden termen aanwezig geacht om de dwangsom als na te melden te matigen. Nu L. in het ongelijk wordt gesteld, dient zij in de kosten van deze procedure te worden veroordeeld. De beslissing De voorzieningenrechter: I. veroordeelt L. om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis over te gaan tot levering van de Micro Drum Filters type 100-SS-801-800 en type 100-SS-803-800, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere dag dat zij nalaat aan het vonnis te voldoen, zulks tot een maximum van € 75.000,--. 2. Veroordeelt L. in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van A. begroot op € 325,80 aan verschotten en € 527,-- aan salaris van de procureur. 3. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad. 4. Wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. H.J. Inden, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 augustus 2008, in tegenwoordigheid van M.T. Hovius-Huisman, griffier.