Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD9227

Datum uitspraak2008-07-29
Datum gepubliceerd2008-08-06
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers93444 kg za 08-101
Statusgepubliceerd


Indicatie

Man is in gebreke gebleven aan echtscheidingsconvenant te voldoen, zelfs na aanhouding van de zaak. Vorderingen, inclusief meeste dwangsommen toegewezen.


Uitspraak

RECHTBANK ALMELO Sector Civiel zaaknummer: 93444 kg za 08-101 datum vonnis: 29 juli 2008 (da) Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van: [Eiseres], wonende te Losser, eiseres, verder te noemen de vrouw, procureur: mr. A.J.A. Assink, tegen [Gedaagde], gevestigd te Overdinkel, gedaagde, verder te noemen de man, procureur: mr. B.A.M. Oude Breuil. Het procesverloop De vrouw heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding. De zaak is behandeld ter terechtzitting van 6 mei 2008. Ter zitting zijn verschenen: de vrouw vergezeld door mr. Assink en mr. Oude Breuil namens de man. De standpunten zijn toegelicht. De zaak is vervolgens aangehouden tot 6 juni 2008 in verband met financiering en levering die zou moeten plaatsvinden. Op 6 juni 2008 heeft nog eenmaal een uitstel van 4 weken plaatsgevonden, waarna de vrouw vonnis heeft verzocht. Het vonnis is bepaald op heden. De feiten Partijen zijn op 29 maart 2003 te Losser gehuwd. Op 28 maart 2007 is door deze rechtbank tussen partijen de echtscheiding uitgesproken. De scheiding is vervolgens op 24 april 2007 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Losser. Terzake de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden is door partijen een convenant opgesteld dat is opgenomen in een vonnis van deze rechtbank van 19 maart 2008. Dit convenant houdt ondermeer in dat de echtelijke woning aan de [Woning 1], alsmede de woning aan de [Woning 2] aan de man worden toegescheiden. Dit onder de voorwaarde dat de hypotheekhouder de vrouw ontslaat uit haar hoofdelijke verplichtingen jegens de hypotheekhouder. De kosten van de levering en het ontslag uit de hoofdelijkheid zouden voor rekening van de man komen en de levering zou uiterlijk op 8 februari 2008 plaatsvinden. Daarnaast diende de man een paardentrailer met het kenteken [kenteken] aan de vrouw af te leveren inclusief de originele kentekenbewijzen en het overschrijvingsbewijs aan de vrouw ter hand te stellen. Tenslotte diende de man terzake overbedeling aan de vrouw een bedrag te voldoen van € 60.000,--, hetgeen eveneens ter gelegenheid van de notariële levering diende te geschieden. De standpunten van partijen 1. De vrouw stelt dat de man weigert uitvoering te geven aan bovenomschreven echtscheidingsconvenant. Op 27 februari 2008 is de man in gebreke gesteld en een nieuwe termijn gegund aan de man tot uiterlijk 12 maart 2008 om een en ander uit te voeren. Ook deze termijn is verstreken zonder afwikkeling van de zaak. Wel heeft de vrouw uiteindelijk de paardentrailer zelf opgehaald maar het kentekenbewijs niet ontvangen. Wel is een oud kentekenbewijs toegezonden maar niet het recente kentekenbewijs. De vrouw eist thans de man te veroordelen om zijn medewerking te verlenen aan de levering van de woningen aan de [Woning 1] en aan de [Woning 2] beide onder oplegging van een dwangsom van € 1.000,-- per dag of een dagdeel daarvan tot een maximum van € 100.000,-- per woning. Daarnaast de vrouw te ontslaan uit haar hoofdelijke verplichtingen jegens de hypotheekhouder, zijnde de Rabobank en wel voor een totaalbedrag van € 443.548,-- eveneens onder oplegging van een dwangsom van € 1.000,-- per dag of een dagdeel tot een maximum van € 100.000,--. Voorts alle originele kentekenbewijzen aan de vrouw ter beschikking te stellen terzake de paardentrailer met kenteken [kenteken] onder oplegging van een dwangsom van € 1.000,-- per dag of dagdeel tot een maximum van € 100.000,-- en tenslotte aan de vrouw te voldoen een bedrag van € 60.000,-- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 maart 2008 eveneens onder oplegging van een dwangsom van € 1.000,-- per dag of een dagdeel tot een maximum van € 100.000,--. 2. Aan de hand van een aantal offertes heeft de man gesteld dat middels deze te lenen gelden de hypothecaire leningen bij de Rabobank zullen worden afgelost en dat het bedrag van € 60.000,-- al maanden ter beschikking van de vrouw staat en dat een kort geding weinig zinvol is nu binnen enkele weken de leningen bij de Rabobank zullen zijn afgelost. Wat betreft de papieren van de trailer stelt de man dat hij alle bescheiden waarover hij beschikte heeft afgegeven. 3. In verband met het verweer van de man heeft de voorzieningenrechter ter zitting van 6 mei 2008 de zaak aangehouden teneinde de man in staat te stellen zijn toezeggingen te realiseren. Thans blijkt ook na een nadere aanhouding van 4 weken dat de man zijn toezeggingen niet gestand heeft gedaan en vordert de vrouw alsnog veroordeling van de man. De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het echtscheidingsconvenant glashelder en heeft de man inmiddels de termijn waarop een en ander gerealiseerd zou worden te weten 8 februari 2008 met bijna een half jaar overschreden. Niet echt duidelijk is aan de voorzieningenrechter hoe het nu zit met de kentekenbewijzen terzake de paardentrailer met kenteken [kenteken] doch ter zitting heeft de raadsman van de man gesteld dat hij vermoedt dat die papieren wel ergens zijn, zodat het naar het oordeel van de voorzieningenrechter aan de man is, die zich daar in het echtscheidingsconvenant toe heeft verplicht om te zorgen dat de kentekenbewijzen aan de vrouw geleverd worden. Gelet op het gegeven dat de trailer circa € 2.500,-- waard zou zijn, zal de voorzieningenrechter de dwangsom met betrekking tot dit punt matigen tot € 50,-- per dag tot een maximum van € 2.500,--. Voor het overige zullen alle dwangsommen worden toegewezen met uitzondering van de gevorderde dwangsom terzake de uitbetaling van € 60.000,--, nu zulks niet kan op grond van art. 611a lid 1 Rv.. Zoals reeds bij de eerste aanhouding is aangegeven zal de man, nu hij in gebreke is gebleven als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van dit geding worden veroordeeld. De beslissing De voorzieningenrechter veroordeelt de man om binnen acht dagen na betekening van dit vonnis: I. Zijn medewerking te verlenen aan levering van de woning aan de [Woning 1] aan hemzelf, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,-- per dag dat de man hiermee in gebreke blijft, tot een maximum van € 100.000,--. 2. Zijn medewerking te verlenen aan levering van de woning aan de [Woning 2] aan hemzelf, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,-- per dag dat hij hiermee in gebreke blijft, tot een maximum van € 100.000,--. 3. Te bewerkstelligen dat de vrouw uiterlijk ter gelegenheid van de levering van beide hiervoor genoemde woningen aan de man wordt ontslagen uit haar hoofdelijke verplichtingen jegens de hypotheekhouder, zijnde de Rabobank, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,-- per dag dat de man hiermee in gebreke blijft, tot een maximum van € 100.000,--. 4. Aan de vrouw ter beschikking te stellen alle originele kentekenbewijzen, inclusief het overschrijvingsbewijs terzake de paardentrailer met het kenteken [kenteken] onder verbeurte van een dwangsom van € 50,-- per dag dat de man hiermee in gebreke blijft tot een maximum van € 2.500,--. 5. Aan de vrouw te voldoen, uiterlijk ter gelegenheid van de levering van de woningen een bedrag van € 60.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 maart 2008 tot aan de dag der algehele voldoening. 6. Veroordeelt de man in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van de vrouw begroot op € 1.405,44 aan verschotten en € 816,-- aan salaris van de procureur. 7. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad. 8. Wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. H.J. Inden, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 juli 2008, in tegenwoordigheid van de griffier.