Jurisprudentie
BD9046
Datum uitspraak2008-07-31
Datum gepubliceerd2008-07-31
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Dordrecht
Zaaknummers11/510017-08
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-07-31
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Dordrecht
Zaaknummers11/510017-08
Statusgepubliceerd
Indicatie
De rechtbank heeft een 22-jarige verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 jaar voor een verkrachting en meerdere aanrandingen. De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf er rekening mee gehouden dat aanknopingspunten voor welke behandeling of begeleiding dan ook ontbreken, omdat er geen aanwijzingen zijn voor een persoonlijkheidsstoornis en verdachte de ten laste gelegde feiten ontkent. Voorts heeft in de straftoemeting een rol gespeeld dat veel mensen in Dordrecht en omgeving door de manier waarop de feiten zijn gepleegd lange tijd bang zullen zijn geweest en dat bij de slachtoffers de angstgevoelens die verdachte heeft veroorzaakt waarschijnlijk nooit meer (geheel) zullen verdwijnen.
Uitspraak
RECHTBANK DORDRECHT
MEERVOUDIGE STRAFKAMER
Tegenspraak
Parketnummer : 11/510017-08
Zittingsdatum : 17 juli 2008
Uitspraak : 31 juli 2008
VERKORT STRAFVONNIS
De rechtbank Dordrecht heeft op grondslag van de gewijzigde tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting vonnis gewezen in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren in 1985,
wonende te [adres en woonplaats]
thans gedetineerd in de P.I. Rijnmond, locatie De IJssel, te Krimpen aan den IJssel. .
De rechtbank heeft de processtukken gezien en kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen de verdediging naar voren heeft gebracht.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vorderingen van de benadeelde partijen.
1. De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen in de dagvaarding is omschreven en zoals deze ter terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd en thans luidt:
1.
hij op of omstreeks 19 januari 2008 te Dordrecht door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde partij 1]heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij 1],
hebbende verdachte
- zijn, verdachtes, penis en/of vinger(s) in de vagina van die [benadeelde partij 1] gebracht en/of
- zijn, verdachtes, tong in de mond van die [benadeelde partij 1] gebracht
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- die [benadeelde partij 1] onverhoeds heeft benaderd door achter en/of naast die [benadeelde partij 1] te gaan en/of blijven fietsen en/of (vervolgens) die [benadeelde partij 1] heeft aangesproken en/of achter de fietsende [benadeelde partij 1] is aangerend en/of (vervolgens) voor die [benadeelde partij 1] is gaan staan (waardoor die [benadeelde partij 1] niet
verder kon fietsen) en/of
- de arm en/of het lichaam van die [benadeelde partij 1] heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of die [benadeelde partij 1] heeft meegetrokken en/of opgetild en/of
- tegen die [benadeelde partij 1] heeft gezegd dat
* hij, verdachte, wilde zoenen en/of
* die [benadeelde partij 1] het dan met haar mond moest doen en/of
* die [benadeelde partij 1] moest bukken en/of gebukt moest gaan staan en/of
* die [benadeelde partij 1] haar benen moest spreiden en/of
- (met kracht) zijn, verdachtes, tong in de mond van die [benadeelde partij 1] heeft geduwd en/of
- die [benadeelde partij 1] tegen haar fiets heeft geduwd en/of de handen van die [benadeelde partij 1]
op haar fiets heeft geplaatst en/of die [benadeelde partij 1] heeft vastgepakt en/of heeft omgedraaid en/of
- aan de kleding van die [benadeelde partij 1] heeft getrokken en/of de kleding van die [benadeelde partij 1] naar beneden heeft getrokken en/of
- het bovenlichaam van die [benadeelde partij 1] naar voren/beneden heeft geduwd
en/of (aldus) voor die [benadeelde partij 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
2.
hij op of omstreeks 19 januari 2008 te Dordrecht, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 1]heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het betasten van en/of het wrijven/strelen over het linkerbovenbeen en/of de billen van die [slachtoffer 1] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat hij, verdachte,
- die [slachtoffer 1] heeft benaderd door achter en/of naast die [slachtoffer 1] te gaan en/of blijven fietsen en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] heeft aangesproken en/of
- meermalen, althans eenmaal aan/tegen die [slachtoffer 1]heeft gevraagd/gezegd of/dat die [slachtoffer 1] een string droeg en/of die [slachtoffer 1] seks tekort kwam en/of
- die [slachtoffer 1] onverhoeds heeft beetgepakt en/of aangeraakt;
3.
hij op of omstreeks 15 december 2007 en/of 22 december 2007 te Zwijndrecht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of(een)andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 2]te dwingen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en),
- die [slachtoffer 2] heeft benaderd door achter en/of naast die [slachtoffer 2] te gaan en/of blijven fietsen en/of (vervolgens) die [slachtoffer 2] heeft aangesproken en/of
- aan/tegen die [slachtoffer 2] heeft gevraagd en/of gezegd
* of die [slachtoffer 2] een string droeg en/of
* dat die [slachtoffer 2] even moest stoppen, zodat hij, verdachte, haar kon geven
wat ze wilde en/of
* wanneer die [slachtoffer 2] voor het laatst had geneukt en/of
- de rechterarm van die [slachtoffer 2] heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of
- zijn, verdachtes, broek naar beneden heeft getrokken en/of zijn, verdachtes, (stijve) penis aan die [slachtoffer 2] heeft getoond,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op of omstreeks 07 oktober 2007 te Dordrecht, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde partij 2]heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het betasten van de (ontblote) buik en/of heupen en/of billen en/of (bedekte) vagina van die [benadeelde partij 2] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat hij, verdachte,
- die [benadeelde partij 2] heeft benaderd door achter en/of naast die [benadeelde partij 2]
te gaan en/of blijven fietsen en/of (vervolgens) die [benadeelde partij 2] heeft aangesproken en/of
- aan/tegen die [benadeelde partij 2] heeft gevraagd en/of gezegd
* dat die [benadeelde partij 2] een lekkere kont had en/of
* welk(e) soort/kleur string die [benadeelde partij 2] droeg en/of
* die [benadeelde partij 2] iets lekkers van hem, verdachte, wilde en/of
- meermalen, althans eenmaal, (aan) de arm(en) van die [benadeelde partij 2] heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of getrokken en/of
- die [benadeelde partij 2] van achteren heeft vastgepakt en/of vastgehouden door zijn, verdachtes, armen om de middel van die [benadeelde partij 2] te slaan en/of die [benadeelde partij 2] tegen hem, verdachte, heeft aan getrokken;
SUBSIDIAIR: voorzover het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 07 oktober 2007 te Dordrecht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde partij 2]te dwingen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en),
- die [benadeelde partij 2] heeft benaderd door achter en/of naast die [benadeelde partij 2] te gaan en/of blijven fietsen en/of (vervolgens) die [benadeelde partij 2] heeft aangesproken en/of
- aan/tegen die [benadeelde partij 2] heeft gevraagd en/of gezegd
* dat die [benadeelde partij 2] een lekkere kont had en/of
* welk(e) soort/kleur string die [benadeelde partij 2] droeg en/of
* die [benadeelde partij 2] iets lekkers van hem, verdachte, wilde en/of
- meermalen, althans eenmaal (aan) de arm(en) van die [benadeelde partij 2] heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of getrokken en/of
- die [benadeelde partij 2] van achteren heeft vastgepakt en/of vastgehouden door zijn, verdachtes, armen om de middel van die [benadeelde partij 2] te slaan en/of die [benadeelde partij 2] tegen hem, verdachte heeft aangetrokken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij in of omstreeks de periode van 01 februari 2007 tot en met 28 februari 2007 te Zwijndrecht en/of Dordrecht, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het meermalen, althans eenmaal slaan op en/of betasten van de (blote) billen van die [slachtoffer 3]en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat hij, verdachte,
- die [slachtoffer 3]heeft benaderd door achter en/of naast die [slachtoffer 3] te gaan en/of blijven fietsen en/of (vervolgens) die [slachtoffer 3] heeft aangesproken en/of
- de spijkerbroek van die [slachtoffer 3]naar beneden heeft getrokken en/of
- zijn, verdachtes, hand onverhoeds in de broek van de [slachtoffer 3]heeft gestoken;
2. De voorvragen
2.1 De geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de gewijzigde dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is.
2.2 De bevoegdheid van de rechtbank
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
2.3 De ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten en/of omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
2.4 De schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing van de vervolging gebleken.
3. Het onderzoek ter terechtzitting
3.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft -het onder 1, 2, 3, 4 (primair) en 5 ten laste gelegde bewezen achtend- gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren, met aftrek van voorarrest.
3.2 De verdediging
De verdediging heeft bewijsverweren en een strafmaatverweer gevoerd.
3.3 De vorderingen van de benadeelde partijen
De hierna te noemen benadeelde partijen hebben zich in het geding gevoegd en hebben gevorderd verdachte te veroordelen tot het betalen van de hierna nader te noemen bedragen, ter zake van schadevergoeding:
* [benadeelde partij 1] (feit 1) EUR 2675,--
* [benadeelde partij 2] (feit 4) EUR 309,--
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot de volgende bedragen:
* [benadeelde partij 1] (feit 1) EUR 2500,--
* [benadeelde partij 2] (feit 4) EUR 309,--
Door of namens de verdachte zijn de vorderingen betwist.
4. De bewijsbeslissingen
4.1 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte
1.
op 19 januari 2008 te Dordrecht door geweld andere feitelijkheden [benadeelde partij 1]heeft gedwongen tot het ondergaan
van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij 1],
hebbende verdachte
- zijn, verdachtes, penis en vinger(s) in de vagina van die [benadeelde partij 1] gebracht en
- zijn, verdachtes, tong in de mond van die [benadeelde partij 1] gebracht
en bestaande dat geweld die andere feitelijkheden hierin dat verdachte
- die [benadeelde partij 1] onverhoeds heeft benaderd door achter en/of naast die [benadeelde partij 1] te gaan en blijven fietsen en (vervolgens) die [benadeelde partij 1] heeft aangesproken en achter de fietsende [benadeelde partij 1] is aangerend en
vervolgens voor die [benadeelde partij 1] is gaan staan waardoor die [benadeelde partij 1] niet
verder kon fietsen en
- de arm en/of het lichaam van die [benadeelde partij 1] heeft vastgepakt en vastgehouden en die [benadeelde partij 1] heeft meegetrokken en opgetild en
- tegen die [benadeelde partij 1] heeft gezegd dat
* hij, verdachte, wilde zoenen en
* die [benadeelde partij 1] het dan met haar mond moest doen en
* die [benadeelde partij 1] gebukt moest gaan staan en
* die [benadeelde partij 1] haar benen moest spreiden en
- met kracht zijn, verdachtes, tong in de mond van die [benadeelde partij 1] heeft geduwd en
- die [benadeelde partij 1] tegen haar fiets heeft geduwd en de handen van die [benadeelde partij 1]
op haar fiets heeft geplaatst en die [benadeelde partij 1] heeft vastgepakt en heeft omgedraaid en
- aan de kleding van die [benadeelde partij 1] heeft getrokken en de kleding van die [benadeelde partij 1] naar beneden heeft getrokken en/of
- het bovenlichaam van die [benadeelde partij 1] naar beneden heeft geduwd
en/of (aldus) voor die [benadeelde partij 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
2.
op 19 januari 2008 te Dordrecht, door feitelijkheden [slachtoffer 1]heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het betasten van of het wrijven/strelen over het linkerbovenbeen en de billen van die
[slachtoffer 1]
en bestaande die feitelijkheden hierin dat hij, verdachte,
- die [slachtoffer 1] heeft benaderd door achter en naast die [slachtoffer 1] te gaan en/of blijven fietsen en vervolgens die [slachtoffer 1] heeft aangesproken en
- aan/tegen die [slachtoffer 1]heeft gevraagd/gezegd of/dat die [slachtoffer 1] een string droeg en die [slachtoffer 1]
seks tekort kwam en
- die [slachtoffer 1] onverhoeds heeft aangeraakt;
3.
hij op of omstreeks 15 december 2007 of 22 december 2007 te Zwijndrecht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 2]te dwingen tot het dulden van een
of meer ontuchtige handeling(en),
- die [slachtoffer 2] heeft benaderd door achter en naast die [slachtoffer 2] te gaan en blijven fietsen en vervolgens die [slachtoffer 2] heeft aangesproken en
- aan/tegen die [slachtoffer 2] heeft gevraagd of gezegd
* of die [slachtoffer 2] een string droeg en dat die [slachtoffer 2] even moest stoppen, zodat hij, verdachte, haar kon geven
wat ze wilde en
* wanneer die [slachtoffer 2] voor het laatst had geneukt en
- de rechterarm van die [slachtoffer 2] heeft vastgepakt en/of vastgehouden en
- zijn, verdachtes, broek naar beneden heeft getrokken en zijn, verdachtes, stijve penis aan die [slachtoffer 2] heeft getoond,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4. (primair)
op 07 oktober 2007 te Dordrecht, door geweld andere feitelijkheden [benadeelde partij 2]heeft gedwongen tot het
dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het betasten van de ontblote buik en heupen van die [benadeelde partij 2]
en bestaande dat geweld die andere feitelijkheden hierin dat hij, verdachte,
- die [benadeelde partij 2] heeft benaderd door achter en naast die [benadeelde partij 2] te gaan en blijven fietsen en vervolgens die [benadeelde partij 2] heeft aangesproken en
- aan/tegen die [benadeelde partij 2] heeft gevraagd of gezegd
* dat die [benadeelde partij 2] een lekkere kont had en
* welk(e) soort/kleur string die [benadeelde partij 2] droeg en
* die [benadeelde partij 2] iets lekkers van hem, verdachte, wilde en
- , (aan) de arm van die [benadeelde partij 2] heeft vastgepakt en vastgehouden en getrokken en
- die [benadeelde partij 2] van achteren heeft vastgepakt en vastgehouden door zijn, verdachtes, armen om de middel van die [benadeelde partij 2] te slaan en die [benadeelde partij 2] tegen hem, verdachte, heeft aan getrokken;
5.
hij in of omstreeks de periode van 01 februari 2007 tot en met 28 februari 2007 te Zwijndrecht en/of Dordrecht,
door a feitelijkheden [slachtoffer 3]heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen,
bestaande uit het slaan op en betasten van de (blote) billen van die [slachtoffer 3] en bestaande diefeitelijkheden hierin dat hij, verdachte,
- die [slachtoffer 3]heeft benaderd door achter en naast die [slachtoffer 3] te gaan en blijven fietsen en vervolgens die [slachtoffer 3]heeft aangesproken en
- de spijkerbroek van die [slachtoffer 3]naar beneden heeft getrokken en
- zijn, verdachtes, hand onverhoeds in de broek van de [slachtoffer 3]heeft gestoken.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Meer in het bijzonder kan ten aanzien van het onder feit 4 ten laste gelegde worden opgemerkt dat de rechtbank geen verklaring heeft kunnen vinden voor het verschil in de oorspronkelijke aangifte van het slachtoffer en de (aanvullende) verklaring die zij enkele maanden daarna heeft afgelegd waarin zij onder meer en voor het eerst tegenover de politie aangeeft dat verdachte haar tevens op de billen en/of vagina heeft betast. Tegen die achtergrond acht de rechtbank het niet boven iedere redelijke twijfel verheven dat verdachte deze later door het slachtoffer genoemde handelingen heeft gepleegd waardoor de rechtbank verdachte voor dit onderdeel van de tenlastelegging zal vrijspreken.
4.2 De bewijsmiddelen
De rechtbank grondt haar overtuiging dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De rechtbank bezigt ieder bewijsmiddel, ook in onderdelen, telkens slechts voor het bewijs van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis met de bewijsmiddelen vereist, dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, in een aan dit vonnis gehechte bijlage worden opgenomen.
4..3 Bewijsoverweging
Namens verdachte is aangevoerd dat geen der tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend kan worden bewezen omdat er, aldus de verdediging, sprake is van dusdanige inconsistenties in de verklaringen der aangeefsters, dat die verklaringen onvoldoende geloofwaardig kunnen worden geacht om een bewezenverklaring te schragen. Ter illustratie heeft de verdediging ten aanzien van feit 1 gewezen op de omstandigheid dat de naam en het telefoonnummer van het slachtoffer [benadeelde partij 1] in het geheugen van verdachtes mobiele telefoon zijn vermeld, hetgeen niet zou stroken met onvrijwillig seksueel contact. Voorts heeft verdachte zich op het standpunt gesteld dat hij de slachtoffers wel een 'zetje' in de rug heeft gegeven maar dat dit plaatsvond op vrijwillige basis.
De rechtbank verwerpt dit bewijsverweer, en wel ten aanzien van alle tenlastegelegde feiten. Hoewel de rechtbank met de verdediging van oordeel is dat de verklaringen van de aangeefsters op bepaalde punten niet volledig consistent zijn, acht de rechtbank deze inconsistenties dermate ondergeschikt, dat zij in het niet vallen bij de - als geloofwaardig aan te merken - belastende (onderdelen van de) verklaringen van de aangeefsters. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat, behoudens de slachtoffers [benadeelde partij 1] en [slachtoffer 1], de slachtoffers geen contact met elkaar hebben gehad, elkaar ook niet kenden, en onafhankelijk van elkaar belastende verklaringen omtrent verdachtes handelwijze hebben afgelegd die er telkens op neerkomen dat verdachte hen telkens 's avonds / 's nachts op de fiets benaderde, seksueel getinte gesprekken met hen aanknoopte en vervolgens ontuchtige handelingen jegens hen pleegde (of wilde plegen). Verdachtes verklaring dat het door hem genoemde fysieke contact - bestaande uit het geven van een zetje in de rug - op vrijwillige basis geschiedde, acht de rechtbank niet geloofwaardig en daarmee niet aannemelijk. Weliswaar heeft het onderzoek ter terechtzitting geen concreet inzicht verschaft in de wijze waarop de naam en het telefoonnummer van het slachtoffer [benadeelde partij 1] in het geheugen van verdachtes mobiele telefoon zijn terechtgekomen, maar wel is komen vast te staan dat verdachte op enig moment tijdens de verkrachting de beschikking heeft verkregen over de mobiele telefoon van het slachtoffer [benadeelde partij 1]. Mogelijk heeft verdachte bij die gelegenheid op enigerlei wijze kans gezien om haar gegevens in zijn mobiele telefoon vast te leggen. Wat daarvan verder ook zij, ontlastend kan dit niet werken, in aanmerking genomen dat het slachtoffer [benadeelde partij 1] tegenover de politie heeft verklaard - welke verklaring wordt ondersteund door de door de politie uitgelezen gegevens van haar mobiele telefoon - dat zij tijdens de verkrachting twee maal het alarmnummer 112 heeft willen bellen, doch evenzovele malen abusievelijk het nummer 1200 heeft gebeld. Deze omstandigheid ondersteunt haar belastende verklaring.
5. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
Het bewezenverklaarde levert op:
1.
VERKRACHTING;
2, 4 (PRIMAIR) EN 5, TELKENS:
FEITELIJKE AANRANDING VAN DE EERBAARHEID;
3.
POGING TOT FEITELIJKE AANRANDING VAN DE EERBAARHEID.
6. De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
7. De redenen, die de straf hebben bepaald of tot de maatregel hebben geleid
7.1 Strafmotivering
De rechtbank heeft de op te leggen bepaald op grond van de ernst van en de omstandigheden waaronder begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft een jonge vrouw verkracht, drie aanrandingen en een poging daartoe gepleegd. In al deze vijf gevallen zocht de verdachte een slachtoffer uit dat 's avonds / 's nachts alleen op de fiets zat. Verdachte ging naast deze slachtoffers rijden en sprak hen aan waarbij het gesprek telkens vrijwel direct een seksuele ondertoon kreeg. Verdachte heeft daarbij in vier gevallen de slachtoffers onverhoeds betast. In een drietal gevallen heeft verdachte zijn slachtoffer beetgepakt en geprobeerd haar staande te houden. In een tweetal gevallen is verdachte in zijn opzet geslaagd en in het laatste geval is het daarbij daadwerkelijk tot een verkrachting gekomen.
Wat verdachte tot dit gedrag heeft gebracht blijft onduidelijk. Hijzelf heeft ervoor gekozen om het tenlastegelegde te ontkennen en een open en reëel gesprek over zijn motieven is daardoor niet mogelijk, ook niet voor gedragsdeskundigen die over hem hebben gerapporteerd. Mogelijk is in dit geval sprake van een persoonlijkheidsstoornis - hoewel de na te noemen gedragsdeskundigen dit om genoemde reden niet hebben vastgesteld - gecombineerd met enkele niet goed verwerkte trauma's uit het verleden, welke er voor lijken te hebben gezorgd dat bij verdachte (veelal na alcoholgebruik) in seksueel opzicht remmen zijn weggevallen die bij een 'normaal mens' blijven werken. Zekerheid daarover is er niet en de gedragsdeskundigen zijn bij gebrek aan informatie evenmin tot dergelijke conclusies in staat.
In de straftoemeting speelt verder een rol dat veel mensen in Dordrecht en omgeving door de manier waarop de feiten zijn gepleegd lange tijd bang zullen zijn geweest. Bij de slachtoffers zullen de angstgevoelens die verdachte heeft veroorzaakt waarschijnlijk nooit meer (geheel) verdwijnen.
Wat betreft de persoon van verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder acht geslagen op de rapportages van klinisch psycholoog H. Leijsen d.d. 27 juni 2008, psychiater B.A. Blansjaar d.d. 20 mei 2008 en Reclassering Nederland d.d. 17 juli.
Psycholoog H. Leijsen concludeert dat er bij betrokkene geen sprake is van duidelijk manifeste psychopathologie of een persoonlijkheidsstoornis. Het voorgaande in combinatie met de strategische ontkenning van verdachte leidt ertoe dat de rapporteur geen behandel-/ begeleidingsadvies kan geven van gedragskundige aard. Rapporteur ziet geen contra-indicatie voor een vrijheidsstraf.
Psychiater B.A. Blansjaar concludeert dat het psychiatrisch onderzoek geen aanwijzingen heeft opgeleverd voor een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens van verdachte, ook niet op het moment van het ten laste gelegde. Naar de mening van rapporteur levert het onderzoek wel aanwijzingen op voor enige intoxicatie en bewustzijnsbeïnvloeding door alcohol ten tijde van het ten laste gelegde. Gezien de ontkenning van het ten laste gelegde door verdachte wordt afgezien van advisering met betrekking tot de eventuele toerekeningsvatbaarheid en eventuele herhalingskans.
Reclasseringsmedewerker B. van Loenen geeft aan dat ook de reclassering, gezien de ontkennende houding van verdachte, zich onthoudt van strafadvies.
Gezien verdachtes ontkenning en het ontbreken van een aanknopingspunt voor welke behandeling of begeleiding dan ook ziet de rechtbank geen ruimte voor een voorwaardelijke straf.
In het voordeel van verdachte laat de rechtbank de omstandigheid meewegen dat verdachte nog niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
Een en ander afwegend is in dit geval een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 jaar passend.
7.3 De vorderingen van de benadeelde partijen
De benadeelde partijen [benadeelde partij 1]en [benadeelde partij 2] zijn ontvankelijk in hun vorderingen, nu aan verdachte een straf of maatregel wordt opgelegd en aan deze benadeelde partijen rechtstreeks schade is toegebracht door de bewezen verklaarde feiten.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de door de betreffende bewezen verklaarde strafbare feiten toegebrachte schade.
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] (feit 1) wegens immateriële schade toewijzen tot een bedrag van EUR 1500,-- vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente, omdat de vordering voor dit gedeelte voldoende onderbouwd en juist voorkomt. De rechtbank ziet dit bedrag als een voorschot. De rechtbank zal bepalen dat de benadeelde partij in de vordering ter zake van immateriële schade voor het overige gedeelte niet-ontvankelijk is, omdat zij van oordeel is dat dit gedeelte van de vordering niet van zo eenvoudige aard is dat het zich leent voor behandeling in dit strafgeding. Gelet hierop zal worden bepaald dat de benadeelde partij dit gedeelte van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
De rechtbank zal de vordering van [benadeelde partij 1] voornoemd ter zake van materiële schade toewijzen tot een bedrag van EUR 100,--. Nu bewijsstukken ontbreken, maar zonneklaar is dat de benadeelde partij terzake wel schade heeft geleden, wordt genoemd bedrag bij wege van schatting vastgesteld. Voor het overige zal de betreffende vordering worden afgewezen.
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2](feit 4) toewijzen tot een bedrag van EUR 250,-- vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente, omdat de vordering voor dit gedeelte voldoende onderbouwd en juist voorkomt. De rechtbank zal bepalen dat de benadeelde partij in de vordering voor het overige gedeelte niet-ontvankelijk is, omdat zij van oordeel is dat dit gedeelte van de vordering niet van zo eenvoudige aard is dat het zich leent voor behandeling in dit strafgeding. Gelet hierop zal worden bepaald dat de benadeelde partij dit gedeelte van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Naast toewijzing van deze civiele vorderingen zal de rechtbank als extra waarborg voor de schadevergoeding tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen.
8. De toepasselijke wettelijke voorschriften
De opgelegde gegrond op de volgende wettelijke voorschriften:
artikelen 36f, 45, 57, 242 en 246 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
9. De beslissing
De rechtbank
verklaart bewezen dat de verdachte heeft begaan, zoals vermeld onder van dit vonnis;
verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart dat het bewezenverklaarde oplevert;
verklaart de verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte wegens tot:
* een GEVANGENISSTRAF voor de duur van 3 JAREN;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
* veroordeelt verdachte om tegen kwijting te betalen aan [benadeelde partij 1], een bedrag van EUR 1600,-- (zestienhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van het plegen van het delict, en met veroordeling tevens van verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot deze uitspraak begroot op nihil;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 1]niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering ter zake van immateriële schade en bepaalt dat de benadeelde partij dit gedeelte van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
wijst de vordering ter zake van materiële schade voor het overige af;
legt op de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag van EUR 1600,-- (zestienhonderd euro) ten behoeve van [benadeelde partij 1];
beveelt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt -onder handhaving van voormelde verplichting- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 32 dagen;
bepaalt dat de voldoening aan de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen;
* veroordeelt verdachte om tegen kwijting te betalen aan [benadeelde partij 2], een bedrag van EUR 250,-- (tweehonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van het plegen van het delict, en met veroordeling tevens van verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot deze uitspraak begroot op nihil;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 2]niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij dit gedeelte slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
legt op de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag van EUR 250,-- (tweehonderdvijftig euro) ten behoeve van [benadeelde partij 2];
beveelt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt -onder handhaving van voormelde verplichting- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 5 dagen;
bepaalt dat de voldoening aan de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.P. Hameete, voorzitter,
mr. F.L.J.M. Heijnen en mr. T. Kooijmans, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. B.E. Dijkers, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 31 juli 2008.
Mr. A.P. Hameete en mr.. F.L.J.M. Heijnen zijn wegens afwezigheid buiten staat dit vonnis te ondertekenen.