Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD8875

Datum uitspraak2008-07-30
Datum gepubliceerd2008-07-30
RechtsgebiedBouwen
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200802911/1
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij besluiten van 25 oktober 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden (hierna: het college) de door de vereniging Vereniging voor Dorpsbelang Goutum (hierna: Dorpsbelang) naar voren gebrachte zienswijze ongegrond verklaard en heeft het college vrijstellingen en bouwvergunningen verleend voor de bouw van een aantal woningen in het deelgebied Techum in Leeuwarden.


Uitspraak

200802911/1. Datum uitspraak: 30 juli 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de vereniging Vereniging voor Dorpsbelang Goutum, gevestigd te Goutum, gemeente Leeuwarden, appellante, tegen de uitspraak in zaken nrs. AWB 07/459, 07/1025 en 07/1027 van de rechtbank Groningen van 11 maart 2008 in het geding tussen: de vereniging Vereniging voor Dorpsbelang Goutum en het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. 1. Procesverloop Bij besluiten van 25 oktober 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden (hierna: het college) de door de vereniging Vereniging voor Dorpsbelang Goutum (hierna: Dorpsbelang) naar voren gebrachte zienswijze ongegrond verklaard en heeft het college vrijstellingen en bouwvergunningen verleend voor de bouw van een aantal woningen in het deelgebied Techum in Leeuwarden. Bij uitspraak van 11 maart 2008, verzonden op 12 maart 2008, heeft de rechtbank Groningen het daartegen door Dorpsbelang ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft Dorpsbelang bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 21 april 2008, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 21 mei 2008. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 juni 2008, waar Dorpsbelang, vertegenwoordigd door drs. J. Takkebos, en het college, vertegenwoordigd door ir. J. de Boer en J. van Belle, ambtenaren in dienst van de gemeente, drs. M. Waanders, wethouder, en mr. J.V. van Ophem, advocaat te Leeuwarden, zijn verschenen. Voorts zijn daar gehoord de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Gemeenschappelijke exploitatiemaatschappij De Zuidlanden B.V., vertegenwoordigd door W. Brouwer en G. Folmer, en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Bouwfonds Mab Ontwikkeling B.V. en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BAM Vastgoed B.V., vertegenwoordigd door mr. J.C. Ellerman, advocaat te Amsterdam. 2. Overwegingen 2.1. Voormelde vrijstellingen en bouwvergunningen voorzien in de bouw van een aantal woningen in het deelgebied Techum, dat deel uitmaakt van het woningbouwbouwproject De Zuidlanden aan de zuidkant van Leeuwarden. Aan deze vrijstellingen is het bestemmingsplan "De Zuidlanden, plandeel Techum (2006)" (hierna: het bestemmingsplan) als ruimtelijke onderbouwing ten grondslag gelegd. Onderhavige projecten zijn daarmee in overeenstemming. Het bestemmingsplan is door gedeputeerde staten van Fryslân bij besluit van 3 juli 2007 goedgekeurd. Bij uitspraak van heden, in zaaknr. 200706132/1, heeft de Afdeling de tegen het besluit omtrent de goedkeuring van dat bestemmingsplan ingestelde beroepen ongegrond verklaard. Het bestemmingsplan voorziet in het juridisch-planologische kader voor de ontwikkeling van het deelgebied Techum, waarop (ook) de vrijstellingen en bouwvergunningen betrekking hebben en is eveneens een titel voor de ruimtelijke ingrepen waartegen Dorpsbelang zich keert. Nu niet is gebleken van bijzondere omstandigheden op grond waarvan nog een belang bij een inhoudelijke beoordeling van de aangevallen uitspraak en de verleende vrijstellingen en bouwvergunningen kan worden aangenomen, moet worden geoordeeld dat het procesbelang bij beoordeling van de aangevallen uitspraak is vervallen. 2.2. Het hoger beroep van Dorpsbelang is niet-ontvankelijk. 2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk. Aldus vastgesteld door mr. P.J.J. van Buuren, voorzitter, en mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen en mr. M.W.L. Simons-Vinckx, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kegge, ambtenaar van Staat. w.g. Van Buuren w.g. Kegge voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 30 juli 2008 459.