Jurisprudentie
BD8747
Datum uitspraak2008-07-30
Datum gepubliceerd2008-07-30
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers241589/ HA ZA 07-2344
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-07-30
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers241589/ HA ZA 07-2344
Statusgepubliceerd
Indicatie
Opgegeven waarde levensverzekering is geen afkoopwaarde.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer/rolnummer: 241589/HA ZA 07-2344
Vonnis van 30 juli 2008
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
procureur mr. E.M. van Zelm,
tegen
de naamloze vennootschap
FORTIS ASR LEVENSVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Utrecht,
gedaagde,
procureur mr. A. Gerritsen-Bosselaar.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Fortis ASR genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 27 februari 2008;
- het proces-verbaal van comparitie van 4 juni 2008.
1.2. Tenslotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Tussen [eiseres] en – de rechtsvoorgangster van – Fortis ASR is in juni 2000 een zogenaamde Waerdye-levensverzekering tot stand gekomen.
2.2. Op de Waerdye-levensverzekering zijn algemene voorwaarden van toepassing. Daarin is onder meer bepaald:
“ART. 08 AFKOOP EN PREMIEVRIJMAKING
1. De verzekering kan op schriftelijk verzoek van verzekeringnemer:
a. worden afgekocht mits de verzekering stellig tot uitkering komt en afkoopwaarde heeft, met dien verstande dat indien op het tijdstip van afkoop de afkoopwaarde meer bedraagt dan de stellige uitkering, ten genoegen van de maatschappij dient te worden aangetoond dat verzekerde een goede gezondheid geniet.
Afkoop van een verzekering die alleen bij in leven zijn van verzekerde tot uitkering komt is eveneens mogelijk, indien ten genoegen van de maatschappij wordt aangetoond dat verzekerde een goede gezondheid geniet.
Een eenmaal ingegane lijfrente kan niet worden afgekocht.
(…)
2. De berekening van de afkoop- en de premievrije waarde gebeurt volgens de bij de maatschappij gebruikelijke en voor de verzekering geldende grondslagen, onder verrekening van niet betaalde premies, de daarover per de premievervaldag verschuldigde intrest die bij de maatschappij gebruikelijk is en andere uit hoofde van de verzekering verschuldigde bedragen.
ART. 09 WAERDYE-EENHEDEN
1. Waerdye-eenheden zijn rekeneenheden, waarmee aangeduid worden de met een beleggingsdepot corresponderende verzekeringsverplichtingen van de maatschappij.
2. De waarde van een waerdye-eenheid, vastgesteld op de tweede dag van iedere maand en geldende tot en met de eerste van de volgende maand is die, welke gevonden wordt door deling van het in artikel 10 sub 6a bepaalde bedrag door het in artikel 10 sub 7 berekende aantal eenheden.
ART. 10 BELEGGINGSDEPOT
(…)
2. Toevoegingen aan een depot geschieden door:
a. de per de ingangsdatum van de verzekering en per de premievervaldata te beleggen delen van premies en koopsommen, bestemd voor de in waerdye-eenheden uitgedrukte verzekeringsverplichtingen;
b. stortingen van de maatschappij in verband met verzekeringstechnische ontwikkelingen;
c. verwerking van beschikbare vermogensrechtelijke opbrengsten in de ruimste zin van het woord, verworven met tot de depots behorende vermogenswaarden.
3. Onttrekkingen aan een depot geschieden tengevolge van:
a. uitkeringen en afkopen;
b. opnamen door de maatschappij in verband met verzekeringstechnische ontwikkelingen;
c. een vergoeding voor beheer en administratie omgerekend naar een percentage op maandbasis ter grootte van 50% van het positieve verschil tussen het naar jaarbasis herleide rendement van dat fonds over de desbetreffende maand en het in het kapitaal verdisconteerde intrest van 4% op jaarbasis. De vergoeding bedraagt echter maximaal 0,08295% per maand.
Het hiervoor bepaalde geldt uitsluitend voor een fonds met uitsluitend of nagenoeg uitsluitend belegging in Nederlandse vastrentende waarden, zijnde guldensbeleggingen en guldensdeposito’s met een resterende looptijd van ten hoogste 6 maanden.
Voor alle andere fondsen bedraagt de maandelijkse vergoeding 0,06229%.
(…)
7. Het aantal waerdye-eenheden per depot wordt als volgt vastgesteld:
a. Uitgegaan wordt van het aantal waerdye-eenheden van de vorige vaststelling;
b. Dit aantal wordt verminderd met het sinds de vorige vaststelling teniet gedane aantal waerdye-eenheden, corresponderende met de sub 3a en 3b van dit artikel bedoelde onttrekkingen aan het depot;
c. Dit aantal wordt vermeerderd met het sinds de vorige vaststelling nieuw gevormde aantal waerdye-eenheden, corresponderende met de sub 2a en 2b van dit artikel bedoelde toevoegingen aan het depot;
d. Over het gemiddelde van de gevonden aantallen waerdye-eenheden, enerzijds sub a van dit lid en anderzijds sub a, b en c van dit lid, wordt aan het na c van dit lid gevonden aantal toegevoegd een in waerdye-eenheden uitgedrukte rente berekend naar 4% op jaarbasis.”
2.3. Fortis ASR heeft [eiseres] op 21 juni 2007 een brief gestuurd waarin is aangegeven dat het opgebouwd kapitaal in eenheden 34.401 eenheden bedraagt. De tegenwaarde van dit kapitaal in euro’s bedraagt volgens dit overzicht EUR 22.484,00.
In de begeleidende brief die met dit overzicht door Fortis ASR aan [eiseres] is toegestuurd is onder meer opgenomen:
“U heeft bij onze maatschappij een Waerdye-levensverzekering. Bijgaand treft u per fonds waarin belegd is, het jaarlijkse overzicht aan van de in uw polis verzekerde eenheden. Het overzicht bestaat uit een aantal kolommen waarop wij u onderstaand een korte toelichting geven. De hierin vermelde kapitalen gelden mits de verzekering tot de einddatum ongewijzigd wordt voortgezet.
De eerste kolom geeft de waarde van de eenheid van het betreffende fonds per premievervaldag. Aan de hand van deze waarde worden de kapitalen in de volgende kolommen ter indicatie omgerekend van eenheden naar euro’s.
De tweede kolom geeft dat deel van het verzekerd eindkapitaal in eenheden weer dat reeds is opgebouwd met de tot de premievervaldag betaalde opbouwpremies en dat bij ongewijzigde voortzetting van de verzekering op de einddatum beschikbaar komt.
De derde kolom betreft dat deel van het verzekerd eindkapitaal in eenheden dat nog opgebouwd dient te worden met de toekomstige premies. Aangezien de opbouw afhankelijk is van de toekomstige eenheidswaarde zal dit kapitaal nog fluctueren. Dit geldt ook, indien meeverzekerd, voor de nog op te bouwen overlevings- of erfrente.
De vierde kolom vermeldt het verzekerde eindkapitaal in eenheden. Dit de som van het opgebouwd kapitaal en het nog op te bouwen kapitaal.
Het bijgevoegde overzicht is geldig vanaf de bij ‘totaalstand’ vermelde datum tot de dag waarop de volgende premie verschuldigd is en vervangt alle voorgaande overzichten. Let op: de afkoop- of premievrije waarde is aanzienlijk lager dan het opgebouwd kapitaal. Het opgebouwd kapitaal komt alleen bij ongewijzigde voortzetting van de verzekering, op de einddatum, beschikbaar.”
3. Het geschil
3.1. [eiseres] vordert – samengevat – veroordeling van Fortis ASR tot betaling van EUR 22.106,71, vermeerderd met rente en kosten.
3.2. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. [eiseres] wil de waerdye-levensverzekering afkopen. De verzekering kende volgens [eiseres] per 21 juni 2007 een waarde van EUR 22.484,00, zoals blijkt uit de brief van Fortis ASR van die datum. Dit bedrag moet volgens [eiseres] geacht worden de afkoopwaarde te zijn zoals die is vastgesteld op de bij Fortis ASR gebruikelijke wijze van berekening zoals bedoeld in artikel 8 lid 2 van de algemene voorwaarden. Fortis ASR heeft immers door toezending van het overzicht kenbaar gemaakt dat zij de afkoopwaarde op dit bedrag had berekend en [eiseres] heeft op die mededeling van Fortis ASR mogen vertrouwen. Er is volgens [eiseres] voorts geen goede grond denkbaar om eerst het opgebouwde kapitaal te herleiden tot (fictief) toekomstig kapitaal en vervolgens dat fictieve toekomstige kapitaal opnieuw te gaan terugrekenen naar een huidige waarde.
Nu volgens opgave van Fortis ASR de aan afkoop verbonden kosten EUR 377,29 bedragen stelt [eiseres] zich op het standpunt dat Fortis ASR het verschil, zijnde (EUR 22.484,00 – EUR 377,29 =) EUR 22.106,71 als afkoopwaarde aan haar dient uit te keren.
4.2. Fortis ASR betwist dat zij gehouden is dit bedrag aan [eiseres] als afkoopwaarde uit te keren. Volgens haar is de waarde die zij in haar brief van 21 juni 2007 aan [eiseres] heeft opgegeven niet gelijk aan de afkoopwaarde. De opgegeven waarde is de waarde die de op het moment van de opgave reeds opgebouwde waerdye-eenheden bij voortzetting van de verzekeringsovereenkomst op de einddatum zullen hebben. Deze waarde is berekend door de huidige waarde te vermeerderen met het toekomstige rendement. Dat toekomstige rendement – dat door Fortis ASR ook wel de rekenrente wordt genoemd – is voor die berekening gesteld op 4% op jaarbasis, zoals ook is vermeld in artikel 10 lid 7 onder d van de algemene voorwaarden.
Voor het berekenen van de afkoopwaarde dient dit toekomstige rendement weer van het in het overzicht vermelde bedrag te worden afgetrokken. Ook dienen de aan afkoop verbonden kosten te worden verrekend. De op die manier berekende afkoopwaarde bedroeg per 1 maart 2007 EUR 13.717,00. Per 1 juli 2008 bedroeg de afkoopwaarde EUR 14.405,00.
4.3. Anders dan [eiseres] is de rechtbank van oordeel dat Fortis ASR door toezending van het overzicht van 21 juni 2007 niet aan [eiseres] kenbaar heeft gemaakt dat de afkoopwaarde van de polis op dat moment EUR 22.484,00 bedroeg. In het overzicht waarin het bedrag van EUR 22.484,00 is opgenomen is immers niet vermeld dat dit bedrag de afkoopwaarde is van de polis. Op het overzicht wordt gesproken over het “opgebouwd kapitaal in eenheden” en de “tegenwaarde in euro’s van dit kapitaal”. Het enkele feit dat er in het overzicht een bedrag van EUR 22.484,00 is genoemd rechtvaardigt daarom nog niet de conclusie dat dit bedrag gelijk is aan de afkoopwaarde. Evenmin is daaruit af te leiden dat die waarde is vastgesteld volgens de bij Fortis ASR gebruikelijke en voor de verzekering geldende grondslagen voor het berekenen van de afkoopwaarde.
Dit geldt des te meer nu Fortis ASR in de begeleidende brief bij het overzicht – zelfs tot twee keer toe – heeft geschreven dat de vermelde kapitalen slechts gelden als de verzekering tot de einddatum ongewijzigd zou worden voortgezet. Bovendien heeft Fortis ASR in die brief uitdrukkelijk vermeld dat de afkoopwaarde “aanzienlijk lager” is dan het opgebouwd kapitaal.
4.4. [eiseres] heeft voorts de stelling van Fortis ASR dat bij de in het overzicht vermelde waarde reeds toekomstig rendement is inbegrepen niet gemotiveerd betwist. Zij heeft slechts aangevoerd dat dit in strijd zou zijn met de algemene voorwaarden en dat dit voorts onbegrijpelijk is. Anders dan [eiseres] stelt, is de rechtbank van oordeel dat in de algemene voorwaarden de toevoeging van het toekomstige rendement wel degelijk is vermeld. In artikel 10 lid 7 van de algemene voorwaarden is namelijk bepaald hoe het aantal waerdye-eenheden wordt vastgesteld en welke bedragen bij die vaststelling worden verrekend. Uit artikel 10 lid 7 onder d volgt dat aan het saldo waarin die verrekening resulteert vervolgens 4% op jaarbasis wordt toegevoegd. Anders dan [eiseres] kennelijk meent is het dan ook niet zo dat Fortis ASR van een aan [eiseres] toekomend bedrag 4% afhaalt om zelf te behouden. Fortis ASR heeft met de vaststelling van de afkoopwaarde vastgesteld wat de actuele waarde is van het genoemde bedrag van EUR 22.484,00, waarin reeds toekomstige rendementen waren verwerkt.
4.5. Gezien het vorenstaande zullen de vorderingen van [eiseres] worden afgewezen. [eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Fortis ASR worden begroot op:
- vast recht EUR 530,00
- salaris procureur 1.158,00 (2,0 punten × tarief EUR 579,00)
Totaal EUR 1.688,00
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van Fortis ASR tot op heden begroot op EUR 1.688,00,
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Wagenaar en in het openbaar uitgesproken op 30 juli 2008.
w.g. griffier w.g. rechter