Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD8372

Datum uitspraak2008-07-18
Datum gepubliceerd2008-07-24
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/5437 WSF
Statusgepubliceerd


Indicatie

Woonadres wijkt af van GBA-adres. Door een extra cijfer te plaatsen voor het officiële huisnummer heeft betrokkene bewerkstelligd dat geen volledige adresovereenstemming tot stand is gekomen. Risico voor betrokkene.


Uitspraak

07/5437 WSF Centrale Raad van Beroep Enkelvoudige kamer U I T S P R A A K op het hoger beroep van: [Naam appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant), tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 3 augustus 2007, 06/1254 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellant en de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep (hierna: IB-Groep) Datum uitspraak: 18 juli 2008 I. PROCESVERLOOP Appellant heeft hoger beroep ingesteld. De IB-Groep heeft een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 juni 2008. Appellant is in persoon verschenen. De IB-Groep was vertegenwoordigd door mr. drs. E.H.A. van den Berg. II. OVERWEGINGEN 1.1. Bij brief van 13 mei 2006 heeft de IB-Groep aan appellant meegedeeld dat bij controle is geconstateerd dat het woonadres dat hij aan de IB-Groep heeft doorgegeven ([adres 1] te [woonplaats]) in de maand april 2006 afwijkt van het adres waarop hij in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) staat ingeschreven ([adres 2] te [woonplaats]). Appellant is in die brief gewaarschuwd dat indien hij de afwijking tussen beide adressen niet binnen vier weken ongedaan maakt, de hem toegekende beurs naar de norm van een uitwonende studerende met ingang van april 2006 wordt omgezet in een beurs naar de norm voor een thuiswonende studerende. Appellant heeft op 21 mei 2006 per email aan de IB-Groep als zijn nieuwe woonadres opgegeven: [adres 3]. Vervolgens heeft de IB-Groep bij besluit van 14 juli 2006 (Bericht Studiefinanciering 2006, nr. 5) de aan appellant toegekende studiefinanciering met ingang van april 2006 omgezet in een beurs naar de norm van een thuiswonende. 1.2. Tegen dit besluit heeft appellant bezwaar gemaakt. De IB-Groep heeft het bezwaar bij besluit van 14 september 2006 (het bestreden besluit) ongegrond verklaard, omdat appellant de afwijking tussen zijn GBA-adres en het door hem aan de IB-Groep opgegeven woonadres niet binnen vier weken heeft opgeheven, terwijl niet is gebleken dat de afwijking niet aan appellant kan worden verweten. 2. De rechtbank heeft overwogen dat het geschil zich toespitst op de vraag of appellant een verwijt kan worden gemaakt van de discrepantie tussen het adres waarop hij in de GBA staat ingeschreven ([adres 2]) en het door hem naar aanleiding van de waarschuwingsbrief aan de IB-Groep doorgegeven woonadres ([adres 3]). De rechtbank heeft die vraag bevestigend beantwoord. Doordat appellant aan het officiële adres ([adres 2]) het gebouwnummer (1) heeft toegevoegd was er naar het oordeel van de rechtbank formeel sprake van adresdiscrepantie. De rechtbank zag geen grond om te oordelen dat appellant van de afwijking redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt. 3.1. Appellant heeft in hoger beroep uiteengezet hoe hij ertoe is gekomen om een 1 voor het huisnummer te plaatsen. Op het gebouw staat het cijfer 1, een aanduiding die nog dateert uit de tijd dat het gebouw in gebruik was als zusterflat. In die tijd werd een interne nummering van de kamers gebruikt. Na de ingebruikneming als studentenhuis is de huidige huisnummering ingevoerd. De oude en de nieuwe nummering werd en wordt in de praktijk soms door elkaar gebruikt. Appellant meende dat zijn adres duidelijker werd door het gebouwnummer voor zijn huisnummer te zetten zodat bezoekers en postbodes bij het zien van het gebouwnummer 1 meteen zouden weten dat zij bij het juiste gebouw waren en alleen nog maar naar nummer [nummer] hoefden te zoeken binnen het gebouw. Poststukken geadresseerd aan [adres 3] heeft appellant gewoon ontvangen. Daarom is er volgens appellant in feite geen duidelijke afwijking tussen het GBA-adres en het aan de IB-Groep doorgegeven woonadres en valt hem van die afwijking redelijkerwijs geen verwijt te maken. 3.2. De IB-Groep heeft aangevoerd dat een gebouwnummer geen onderdeel is van het huisadres. Blijkens het huurcontract wist appellant dat hij woonachtig was op het adres [adres 2]. Hij heeft zich ook op dat adres in de GBA laten inschrijven. Het had op zijn weg gelegen dit exacte adres aan de IB-Groep door te geven. Nu hij zulks heeft nagelaten, kan niet worden gesteld dat hem van de afwijking in adressen redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt. 4. De Raad overweegt het volgende. 4.1. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank. Door een extra cijfer te plaatsen voor het officiële huisnummer heeft appellant bewerkstelligd dat geen volledige adresovereenstemming tot stand is gekomen. Dat het slechts om een gering verschil gaat en dat poststukken gericht aan het adres-met-voorvoegsel probleemloos worden bezorgd is niet van doorslaggevend belang. De omstandigheid dat appellant meende door een toevoeging aan het huisnummer een extra duidelijk adres op te geven moet voor zijn risico en rekening blijven. In de gegeven omstandigheden kan niet worden geoordeeld dat appellant van de afwijking tussen zijn GBA-adres en het door hem aan de IB-Groep opgegeven woonadres redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt. 4.2. Het hoger beroep treft geen doel. De aangevallen uitspraak moet worden bevestigd. 5. Er zijn geen termen aanwezig voor vergoeding van proceskosten. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep, Recht doende: Bevestigt de aangevallen uitspraak. Deze uitspraak is gedaan door J. Janssen. De beslissing is, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier, uitgesproken in het openbaar op 18 juli 2008. (get.) J. Janssen. (get.) D.W.M. Kaldenhoven. RB