Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD8286

Datum uitspraak2008-07-18
Datum gepubliceerd2008-07-24
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/6107 WSF
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bezwaar niet ontvankelijk. Het Bericht Terugbetalen 2007 is niet op (het teweegbrengen van een nieuw) rechtsgevolg gericht.


Uitspraak

07/6107 WSF Centrale Raad van Beroep Enkelvoudige kamer U I T S P R A A K op het hoger beroep van: [Naam appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant), tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 21 september 2007, 07/857 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen appellant en de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep (hierna: IB-Groep) Datum uitspraak: 18 juli 2008 I. PROCESVERLOOP Appellant heeft hoger beroep ingesteld. De IB-Groep heeft een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 juni 2008. Appellant is niet verschenen. De IB-Groep was vertegenwoordigd door mr. drs. E.H.A. van den Berg. II. OVERWEGINGEN 1.1. Bij besluit van 23 maart 2005 heeft de IB-Groep ongegrond verklaard het bezwaar van appellant gericht tegen het besluit van 18 januari 2005 waarbij een vordering wegens meerinkomen over het studiefinancieringstijdvak 2001 was opgelegd. 1.2. Bij uitspraak van 5 december 2005 (geregistreerd onder nummer 05/495) heeft de rechtbank Breda het beroep van appellant gericht tegen het besluit van 23 maart 2005 wegens een gebrekkige motivering gegrond verklaard en het besluit vernietigd. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit zijn in stand gelaten. 2.1. Bij Bericht Terugbetalen 2007 van 6 februari 2007 heeft de IB-Groep aan appellant meegedeeld wat de hoogte van de bestaande schuld is, welk rentepercentage gehanteerd wordt en wat het maandelijkse aflossingsbedrag is. 2.2. Appellant heeft tegen dit bericht bezwaar gemaakt. 2.3. Bij besluit van 11 mei 2007 (het bestreden besluit) heeft de IB-Groep het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Daarbij heeft de IB-Groep aangegeven dat het Bericht Terugbetalen 2007 geen wijziging brengt in de bestaande vordering en in zoverre niet gericht is op enig rechtsgevolg. 2.4. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank appellants beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Hiertoe heeft zij overwogen dat appellant kennelijk een oordeel wenst over de beslissing van 23 maart 2005. Hierover is echter in een eerder stadium onherroepelijk beslist. Het Bericht Terugbetalen 2007 is niet op (het teweegbrengen van een nieuw) rechtsgevolg gericht. 3.1. Appellant heeft zich niet met de aangevallen uitspraak kunnen verenigen en heeft hoger beroep ingesteld. 3.2. De Raad overweegt als volgt. 3.3. Het Bericht Terugbetalen 2007 brengt geen wijzigingen in de hoogte van de schuld met zich mee. Het bericht geeft de bestaande situatie weer. Het is in zoverre niet een op rechtsgevolg gericht besluit. Er bestaat derhalve geen mogelijkheid bezwaar te maken op grond van de Algemene wet bestuursrecht. De IB-Groep heeft dan ook terecht het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. De hoogte van de schuld is bij uitspraak van de rechtbank van 5 december 2005 in rechte vast komen te staan. Appellant heeft in deze uitspraak, waarin duidelijk is uitgelegd wat instandhouden van de rechtsgevolgen inhoudt, berust. 4. Gelet op het vorenstaande faalt het hoger beroep en dient de aangevallen uitspraak te worden bevestigd. 5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep, Recht doende: Bevestigt de aangevallen uitspraak. Deze uitspraak is gedaan door J. Janssen. De beslissing is, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier, uitgesproken in het openbaar op 18 juli 2008. (get.) J. Janssen. (get.) D.W.M. Kaldenhoven. RB