Jurisprudentie
BD7676
Datum uitspraak2008-06-25
Datum gepubliceerd2008-07-22
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/3933 WW
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-07-22
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/3933 WW
Statusgepubliceerd
Indicatie
Heeft Uwv WW-uitkering van betrokkene terecht verhaald op gemeente?
Uitspraak
07/3933 WW
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Franekeradeel (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 31 mei 2007, 06/1480 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 25 juni 2008.
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het geding is behandeld ter zitting van 14 mei 2008. Beide partijen zijn opgeroepen om bij gemachtigde te verschijnen. Appellant heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. P.J.M. van der Linde, werkzaam bij de gemeente Franekeradeel. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. P. Belopavlovic, werkzaam bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.
II. OVERWEGINGEN
1. De Raad stelt voorop dat het in dit geding aan de orde zijnde geschil wordt beoordeeld aan de hand van de Werkloosheidswet (WW) en de daarop berustende bepalingen, zoals die luidden ten tijde als hier van belang.
2. De Raad gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
2.1. Aan [naam betrokkene] (hierna: betrokkene) die met ingang van 9 maart 1986 werkzaam was als ziekenverzorgende bij het [naam ziekenhuis] te [vestigingsplaats], is in verband met arbeidsongeschiktheid per 9 augustus 1990 invaliditeitspensioen ingevolge de Algemene burgerlijke pensioenwet (Abp-wet) toegekend, berekend naar een invaliditeitsgraad van 80% of meer. Deze uitkering is per 1 januari 1996 van rechtswege omgezet in een uitkering ingevolge de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Aan betrokkene is per 9 september 1990 eervol ontslag verleend. De WAO-uitkering is met ingang van 6 november 2005 beëindigd omdat betrokkene toen minder dan 15% arbeidsongeschikt werd geacht. Bij besluit van 29 november 2005 is aan betrokkene met ingang van 7 november 2005 onder meer een WW-uitkering toegekend.
2.2. Het [naam ziekenhuis] te [vestigingsplaats] (hierna: het ziekenhuis) werd tot 1 januari 1995 geëxploiteerd door de gemeente Franekeradeel. Het is met ingang van 1 januari 1995 geprivatiseerd tot de Stichting [naam ziekenhuis] Franeker en aangewezen als een zogenoemd B3-lichaam. Met ingang van 1 januari 1997 is het ziekenhuis met een aantal andere instellingen op het gebied van geestelijke gezondheidszorg gefuseerd tot de Stichting GGZ-Friesland. Hiermee kwam een einde aan de status van B3-lichaam.
2.3. Het Uwv heeft met een brief van 29 november 2005 de gemeente Franekeradeel van het besluit tot toekenning van een WW-uitkering aan betrokkene op de hoogte gesteld en als belanghebbende in de gelegenheid gesteld tegen dat besluit bezwaar te maken. Door de gemeente Franekeradeel is geen bezwaar gemaakt tegen de toekenning van de WW-uitkering. Appellant heeft het Uwv bij brief van 12 januari 2006 evenwel verzocht de kosten van de WW-uitkering in rekening te brengen bij de Stichting GGZ-Friesland, omdat de gemeente Franekeradeel sinds 1 januari 1997 geen financiële verplichtingen meer heeft jegens het psychiatrisch ziekenhuis. Bij besluit van 16 februari 2006 heeft het Uwv de gemeente Franekeradeel belast voor de kosten van de WW-uitkering van betrokkene, omdat de privatisering is ingegaan na de beëindiging van het dienstverband. Appellant heeft met een brief van 30 maart 2006 bezwaar ingediend. Bij besluit van 10 mei 2006 (het bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar ontvankelijk maar ongegrond verklaard.
3. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het door appellant tegen het bestreden besluit ingestelde beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd wegens strijd met artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde bestreden besluit geheel in stand blijven.
De rechtbank heeft overwogen dat in het bestreden besluit, zij het op onjuiste gronden, terecht is bepaald dat de WW-uitkering wordt verhaald op de gemeente Franekeradeel. Daartoe is -zakelijk weergegeven- het volgende overwogen. Ingevolge artikel 79, eerste lid, aanhef en onder a, van de WW, verhaalt het Uwv de WW-uitkering op de overheidswerkgever tot wie de dienstbetrekking bestond uit hoofde waarvan de overheidswerknemer die uitkering ontvangt. Tussen partijen staat vast dat betrokkene zijn WW-uitkering ontving uit hoofde van zijn dienstbetrekking bij de gemeente Franekeradeel. In het vijfde lid van artikel 79 van de WW is vermeld dat, indien de overheidswerkgever, bedoeld in het eerste lid, niet meer bestaat, voor de toepassing van het eerste tot en met het derde lid onder overheidswerkgever wordt verstaan de rechtsopvolger van die overheidswerkgever. Een redelijke uitleg van dit artikellid brengt volgens de rechtbank met zich mee dat onder het niet meer bestaan van een overheidswerkgever moet worden verstaan het niet meer bestaan van de overheidswerkgever als rechtspersoon. De gemeente Franekeradeel bestond ten tijde van het primaire en van het bestreden besluit. Toepassing van artikel 79, vijfde lid, van de WW is derhalve in de onderhavige zaak niet aan de orde. De omstandigheid dat de gemeente Frankeradeel ten tijde van belang het ziekenhuis waar betrokkene zijn werkzaamheden heeft verricht, niet meer exploiteerde, doet daaraan niet af. Ook de rechten en plichten die tussen de gemeente Franekeradeel en de opvolgende exploitanten van het ziekenhuis (eventueel) bestaan, spelen bij de toepassing van artikel 79 van de WW geen rol.
4. Appellant heeft in hoger beroep het oordeel van de rechtbank bestreden. Volgens appellant is de rechtbank bij de interpretatie van het begrip overheidswerkgever in artikel 79 van de WW ten onrechte uitgegaan van de overheidswerkgever als rechtspersoon. Dit strookt volgens appellant niet met de omschrijving van het begrip overheidswerkgever in artikel 1, aanhef, en onder i, ten eerste, van de WW. Daarin is bepaald dat in de WW en de daarop berustende bepalingen onder overheidswerkgever onder meer wordt verstaan: het orgaan van een publiekrechtelijk lichaam als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van de WPA (Wet privatisering ABP). Appellant wijst er op dat het ziekenhuis tot 1 januari 1995 werd bestuurd door een bestuurlijke commissie op grond van artikel 60 van de (oude) gemeentewet, waaraan alle op grond van die wet aanwezige bestuurs-bevoegdheden zoals het ontslaan en in dienst nemen van werknemers toekwamen en die daarom moet worden beschouwd als orgaan, en dus als overheidswerkgever in de zin van artikel 1, aanhef en onder i, ten eerste, van de WW. Nu de bestuursbevoegdheden van deze commissie uiteindelijk per 1 januari 1997 zijn overgedragen aan de Stichting GGZ- Friesland, moet volgens appellant de WW-uitkering van betrokkene worden verhaald op de Stichting GGZ-Friesland als rechtsopvolger van de commissie die het ziekenhuis bestuurde.
5.1. In dit geding dient de vraag te worden beantwoord of de rechtbank moet worden gevolgd in haar oordeel dat het Uwv de WW-uitkering van betrokkene terecht heeft verhaald op de gemeente Franekeradeel. De Raad beantwoordt die vraag bevestigend en onderschrijft in grote lijnen hetgeen de rechtbank daarover in de aangevallen uitspraak heeft overwogen.
5.2. De Raad kan appellant niet volgen in zijn standpunt als hiervoor onder 4 weergegeven, reeds omdat -zoals namens appellant desgevraagd ter zitting is erkend- zelfs als de gemeente Franekeradeel destijds, op grond van de gemeentewet, het bestuur van het ziekenhuis heeft overgedragen aan een zogenoemde bestuurlijke commissie, dit onverlet laat dat op grond van diezelfde wet de vermogensrechtelijke gevolgen van het bestuurlijk handelen van die commissie voor rekening komen van de gemeente Franekeradeel. Nu betrokkene is ontslagen in de periode waarin het ziekenhuis -volgens appellant- werd bestuurd door voormelde commissie, komen de financiële gevolgen van dat ontslag voor rekening van de gemeente Franekeradeel. Derhalve leidt ook de door appellant in hoger beroep naar voren gebrachte redenering -wat daar verder ook van zij- tot de conclusie dat het Uwv, op grond van artikel 79 van de WW, de kosten van de aan betrokkene toegekende WW-uitkering moet verhalen op de gemeente Franekeradeel.
5.3. Op grond van het vorenstaande komt de Raad dan ook tot de slotsom dat het hoger beroep niet slaagt, zodat de aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
6. De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht inzake een vergoeding van proceskosten.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten.
Deze uitspraak is gedaan door M.A. Hoogeveen als voorzitter en C.P.J. Goorden en B.M. van Dun als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van M.J.A. Reinders als griffier, uitgesproken in het openbaar op 25 juni 2008.
(get.) M.A. Hoogeveen.
(get.) M.J.A. Reinders.
RH