Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD7575

Datum uitspraak2008-01-02
Datum gepubliceerd2008-07-18
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers376928
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verwijzing zaak ondanks forumkeuzebeding. In beginsel brengt het forumkeuzebeding waarop Actys c.s. zich in de hoofdzaak beroept met zich mee dat de rechtbank Amsterdam bevoegd is om van dit geschil kennis te nemen. De rechtbank Arnhem heeft zich evenwel bevoegd verklaard om van het daar aanhangig gemaakte geschil kennis te nemen. Niet is betwist dat de onderhavige zaak verknocht is met de eerder in Arnhem aanhangig gemaakte zaak. Om te voorkomen dat de verknochte zaken bij verschillende rechtbanken berecht worden, met het daaraan inherente risico van tegenstrijdigheid tussen uitspraken, wordt de vordering tot verwijzing van de zaak naar de rechtbank Arnhem toegewezen. Nu de zaak in de staat waarin zij zich bevindt zal worden verwezen, komt de rechtbank niet toe aan de behandeling van de vordering tot oproeping in vrijwaring.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK AMSTERDAM Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 376928 / HA ZA 07-2222 Vonnis in incidenten van 2 januari 2008 in de zaak van 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ACTYS B.V., gevestigd te Arnhem, 2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ACTYS GROUP B.V., gevestigd te Enschede, eiseressen in de hoofdzaak, verweersters in de incidenten, procureur mr. H.J. Bos (BOS & PARTNERS ADVOCATEN), tegen 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid B.V. VASTGOEDBEHEER ABC, gevestigd te Arnhem, 2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BOER HARTOG HOOFT HOLDING B.V., gevestigd te Amsterdam, 3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BRAMER VASTGOED MANAGEMENT B.V., gevestigd te Zwolle, 4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FRISIA MAKELAARS B.V., gevestigd te ‘s Gravenhage, 5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MOLENBEEK & PARTNERS BEDRIJFSMAKELAARS B.V., gevestigd te Zwolle, 6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid OOMS GROEP B.V., gevestigd te Rotterdam, 7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid STRIJBOSCH-THUNISSEN VASTGOED MANAGEMENT B.V., gevestigd te Nijmegen, 8. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid VBV BEHEER B.V., gevestigd te Apeldoorn, 9. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid V.M.E. BEHEER B.V., gevestigd te Arnhem, 10. de vennootschap onder firma BOELENS JORRITSMA GROEP VOF, gevestigd te Groningen, 11. A, wonende te ( plaats ), 12. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid A.B. MANAGEMENT B.V., gevestigd te Nuenen, 13. B, wonende te ( plaats ), 14. C, wonende te ( plaats ), 15. D, wonende te ( plaats ), 16. de naamloze vennootschap RABO BOUWFONDS HOLDING N.V., gevestigd te Utrecht, 17. de naamloze vennootschap RABO BOUWFONDS N.V., gevestigd te Hoevelaken, gedaagden in de hoofdzaak, eisers in de incidenten, procureur mr. G.C. Endedijk, 18. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BOER HARTOG HOOFT VASTGOEDMANAGAMENT B.V., gevestigd te Amsterdam, gedaagde in de hoofdzaak, niet verschenen, 19. de maatschap ERNST & YOUNG ACCOUNTANTS, gevestigd te Rotterdam, 20. E, wonende te ( plaats ), 21. F, wonende te ( plaats ), gedaagden in de hoofdzaak, procureur mr. G.C. Blaisse. Eiseressen in de hoofdzaak, verweersters in de incidenten zullen hierna gezamenlijk en in enkelvoud Actys c.s. worden genoemd en afzonderlijk Actys en Actys Group. Gedaagden 1 tot en met 17 in de hoofdzaak die tevens eiseressen in de incidenten zijn, zullen ook gezamenlijk in enkelvoud Vastgoed Beheer c.s. worden genoemd. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de gelijkluidende dagvaardingen van 23, 24 en 26 juli 2007, - de akte houdende in het geding brengen van producties met producties, - de incidentele conclusie houdende vordering tot verwijzing ex art. 220 lid 1 Rv tevens oproeping in vrijwaring met producties, - de conclusie van antwoord in het incident tot verwijzing alsmede tot oproeping in vrijwaring met één productie. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident. 2. De vaststaande feiten Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet (voldoende) betwist, alsmede op grond van de in zoverre niet bestreden inhoud van de overgelegde bewijsstukken staat in de incidenten - voor zover van belang - het volgende vast: 2.1. Bij brief van 28 januari 2005 heeft mr. G aan de aandeelhouders van Dynamis ABC Vastgoedmanagement B.V. (thans Actys) geschreven, voor zover hier van belang: “Namens mijn cliënt, de heer H van Almax Beheer BV, wend ik mij tot u met het navolgende. Bij brief van 14 januari jl. heeft mijn cliënt u gemeld alle aandelen in Dynamis ABC Vastgoedmanagement BV (DAV) over te willen nemen. U hebt aangekondigd dat u zich zult beraden over de nieuw ontstane situatie en daarover op korte termijn een besluit zult nemen. (…) Te dien einde kan ik u mededelen dat cliënt thans reeds bereid is een bod uit te brengen, dat als volgt luidt: - overname van alle aandelen in, en achtergestelde leningen door aandeelhouders verstrekt aan DAV, zulks voor een per closing datum te ineens betalen koopsom groot € 2 mio; (…)” 2.2. Op 27 juni 2005 hebben Boer Hartog Holding B.V. als geldgeefster en Dynamis ABC Vastgoedmanagers B.V. als geldneemster een overeenkomst van geldlening met achterstelling gesloten voor een bedrag van EUR 626.933,=. 2.3. Bij koopovereenkomst van 29 juni 2005 hebben B.V. Vastgoedbeheer ABC (verder Vastgoed Beheer) als aandeelhouder, Almax Beheer B.V., Boer Hartog Hooft Holding B.V., Boer Hartog Hooft Vastgoedmanagement B.V., Bramer Vastgoed Managament BV, Frisia Makelaars B.V., Molenbeek & Partners Bedrijfsmakelaars B.V., Ooms Groep B.V., Strijbosch-Thunissen Vastgoed Management B.V., VBV Beheer B.V., V.M.E. Beheer B.V. en Boelens Jorritsma Groep VOF als certificaathouders (hierna gezamenlijk te noemen: verkoopsters) aan Primax Investment Group B.V. verkocht hun (certificaten van) aandelen in het kapitaal van Dynamis ABC Vastgoedmanagament B.V. (thans Actys). In de koopovereenkomst staat, voor zover hier van belang: “Artikel 2A – Achtergestelde lening 2A.1 Koper zal bewerkstelligen dat de Vennootschap (thans Actys, rb) uiterlijk op 1 juli 2005 de Achtergestelde Lening gedeeltelijk zal aflossen door betaling van € 1.361.340,50 (…) op het bij de vennootschap bekende bankrekeningnummer van Vastgoedbeheer. 2A.2 Koper zal bewerkstelligen dat de Vennootschap het aan de Certificaathouders verschuldigde restant van de Achtergestelde Lening van in totaal € 1.361.340,50 (…) zal aflossen conform het bepaalde in de overeenkomsten van achtergestelde geldlening tussen de Certificaathouders en de Vennootschap zoals aan deze overeenkomst gehecht als bijlagen 2A.2 (1 t/m 9), met dien verstande dat de eerste aflossing van in totaal € 361.340,50 zal plaatsvinden per 31 december 2005, de tweede aflossing van in totaal € 333.333,33 per 31 december 2006, (…)” 2A.3 De Achtergestelde Lening is rentedragend voor 6% per jaar. (…) (…) Artikel 13 – Toepasselijk recht, forumkeuze (…) 13.2 Alle geschillen die mochten ontstaan naar aanleiding van deze overeenkomst of naar aanleiding van overeenkomsten die hiervan het gevolg mochten zijn, zullen in eerste aanleg en bij uitsluiting worden voorgelegd aan en worden beslecht door de bevoegde rechter te Amsterdam. (…)” 2.4. Bij dagvaardingen van 15 juli 2007 hebben Boer Hartog Hooft Holding B.V., Bramer Vastgoed Management B.V., Frisia Makelaars B.V., Ooms Groep B.V., Strijbosch-Thunnissen Vastgoed Management B.V., VBV Beheer B.V.,V.M.E. Beheer B.V. en Boelens Jorritsma Groep VOF (verder Boer Hartog hooft c.s.) Actys c.s. gedagvaard voor de rechtbank te Arnhem. Zij vorderen – voor zover hier van belang – om Actys c.s. te veroordelen om aan hen een bedrag te betalen van EUR 1.111.154,=, zijnde verschuldigde termijnen, rente, boete en kosten van door eiseressen verstrekte geldleningen. Daartoe stellen zij dat Actys niet (volledig) aan haar uit hoofde van met de eiseressen gesloten geldleningsovereenkomsten op haar rustende betalingsverplichtingen heeft voldaan en dat Actys Group in strijd met het bepaalde in artikel 2A van de koopovereenkomst Actys daartoe niet in staat gesteld heeft. De zaak is geregistreerd onder zaaknummer / rolnummer 157724 / HA ZA 07-1098. Blijkens de dagvaarding zou Actys zich beroepen op verrekening met een claim op de verkopers van de aandelen, waaronder de eiseressen. 2.5. Bij incidentele conclusie van 29 augustus 2007 heeft Actys c.s. gevorderd dat de rechtbank Arnhem zich onbevoegd verklaart om van de vorderingen als hiervoor weergegeven onder 2.3. kennis te nemen, stellende dat uit hoofde van het in de koopovereenkomst opgenomen forumkeuzebeding aan de rechtbank Amsterdam exclusieve bevoegdheid toekomt. 2.6. Bij vonnis in incident van 3 oktober 2007 heeft de rechtbank Arnhem de incidentele vordering afgewezen. Daartoe heeft de rechtbank overwogen, voor zover hier van belang: “Weliswaar betwist Boer Hartog Hooft c.s. niet dat de overeenkomsten van geldlening als bijlage(n) aan de koopovereenkomst zijn gehecht maar dit impliceert, nu daarover niets is vastgelegd in de onderscheidenlijke overeenkomsten, geen incorporatie van de overeenkomsten van geldlening in de koopovereenkomst en evenmin dat bepalingen uit de koopovereenkomst geacht moeten worden tevens van toepassing te zijn op de overeenkomsten van geldlening. Actys c.s. heeft niets gesteld op basis waarvan anders moet worden geconcludeerd. 3.5. Evenmin zijn de overeenkomsten van geldlening ‘het gevolg’ van de koopovereenkomst, zoals Actys c.s. stelt. Zij voert aan dat de geldleningen zijn aangegaan ter financiering van de aandelentransactie. Boer Hartog Hooft c.s. betwist dat gemotiveerd. (…) 3.6. Het bovenstaande brengt mee dat het forumkeuzebeding in de koopovereenkomst niet meebrengt dat de rechtbank te Amsterdam exclusief bevoegd is te oordelen over het uit hoofde van de overeenkomsten van geldlening met achterstelling tussen Boer Hartog Hooft c.s. en Actys gerezen geschil. (…)” 3. De hoofdzaak 3.1. Actys c.s. vordert in de hoofdzaak, kort samengevat en voor zover hier relevant, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad een verklaring voor recht dat Vastgoed Beheer, gedaagden 1, 18, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 16 en 17 onrechtmatig hebben gehandeld en toerekenbaar zijn tekort geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst van 29 juni 2005. 4. Het incident tot verwijzing en de beoordeling daarvan 4.1. Vastgoed Beheer c.s. vordert in het incident dat de hoofdzaak wordt verwezen naar de rechtbank Arnhem, sector civiel, om te worden gevoegd met de bij die rechtbank aanhangige zaak met zaaknummer / rolnummer 157724 / HA ZA 07-1098. 4.2. Zij stelt daartoe, samengevat, het volgende. De in Arnhem aanhangig gemaakte zaak is ouder en verknocht met de thans in Amsterdam aanhangig gemaakte zaak. Actys beroept zich in de in Arnhem aanhangig gemaakte zaak onder meer op verrekening van hetgeen zij op grond van de leningovereenkomsten verschuldigd is, met haar vordering in deze procedure in de hoofdzaak. Het is aannemelijk dat Actys c.s. in de Arnhemse procedure een reconventionele vordering zal instellen waaraan zij dezelfde argumenten ten grondslag zal leggen als aan de vordering in de onderhavige hoofdzaak. De feitelijke geschilpunten in beide zaken zullen gelijk zijn. In verband met de geboden consistentie in uitspraken heeft Vastgoed Beheer c.s. belang bij de gevorderde verwijzing. De in de koopovereenkomst opgenomen forumkeuze staat aan verwijzing niet in de weg. Niet alle eiseressen in het incident zijn partij bij de koopovereenkomst. 4.3. Actys c.s. heeft als verweer gevoerd dat de rechtbank Amsterdam op grond van het forumkeuzebeding exclusief bevoegd is om van het geschil kennis te nemen. De rechtbank Arnhem had zich op grond van het forumkeuzebeding onbevoegd moeten verklaren. Zij heeft ten onrechte overwogen dat Actys geen partij is bij de koopovereenkomst, Actys is immers partij bij de overeenkomsten van geldlening die onderdeel uitmaken van de koopovereenkomst. 4.4. Vast staat dat de rechtbank Arnhem zich bevoegd heeft verklaard om van het daar aanhangig gemaakte geschil kennis te nemen. Ook staat niet ter discussie dat de aldaar aanhangig gemaakte zaak als eerste aanhangig is geworden. Actys c.s. heeft niet betwist dat de onderhavige zaak verknocht is met de bij die rechtbank aanhangige zaak – haar stelling dat zij in Arnhem geen reconventionele vordering zal instellen kan niet aldus worden aangemerkt. 4.5. Met Actys c.s. wordt geoordeeld dat het forumkeuzebeding in de koopovereenkomst waarop zij haar vordering in de hoofdzaak grondt, in beginsel meebrengt dat de rechtbank Amsterdam bevoegd is om van het in Amsterdam aanhangige geschil kennis te nemen. Gevolg daarvan zou echter kunnen zijn dat de vorderingen in Arnhem en Amsterdam, die ook naar het oordeel van de rechtbank verknocht zijn, bij verschillende rechtbanken aanhangig zouden zijn en berecht zouden worden, met het daaraan inherente risico van tegenstrijdigheid tussen beide uitspraken. Om dat te voorkomen brengt de proceseconomie mee dat de vordering tot verwijzing zal worden toegewezen. Dat er in de onderhavige zaak meer gedaagden zijn die geen partij zijn in de procedure in Arnhem, maakt dit niet anders en staat op zich aan verwijzing niet in de weg. Dit betekent dat aan de voorwaarden voor verwijzing is voldaan en dat het met artikel 220 Rv beoogde doel wordt gediend door verwijzing. 4.6. De verwijzing leidt van rechtswege tot voeging van de beide zaken. 4.7. Actys c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Vastgoed Beheer c.s. worden begroot op EUR 452,00 aan procureurssalaris. 5. Het incident tot oproeping in vrijwaring 5.1. Nu de zaak in de staat waarin zij zich bevindt zal worden verwezen, komt de rechtbank niet toe aan de behandeling van de vordering tot oproeping in vrijwaring. 6. De beslissing De rechtbank in het incident tot verwijzing 6.1. wijst de vordering toe, 6.2. veroordeelt Actys c.s. in de kosten van het incident, aan de zijde van Vastgoed Beheer c.s. begroot op EUR 452,00 aan procureurssalaris, in de hoofdzaak en in het incident tot oproeping in vrijwaring 6.3. verwijst de zaak in de stand waarin zij zich bevindt, naar de rechtbank Arnhem, sector civiel, 6.4. stelt vast dat de onderhavige zaak van rechtswege is gevoegd met de bij die rechtbank aanhangige zaak met het zaaknummer / rolnummer 157724 / HA ZA 07-1098. Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Vrakking en in het openbaar uitgesproken op 2 januari 2008.?