Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD2029

Datum uitspraak2008-04-25
Datum gepubliceerd2008-05-20
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
ZaaknummersAWB 07/2201
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verzoek o.g.v. de Wet openbaarheid van bestuur om het verstrekken van afschriften van alle verleende en geweigerde verloven tot het voorhanden hebben van een vuurwapen in 2006.
Verweerder mocht volstaan met het verschaffen van de gevraagde informatie in de vorm van een samenvatting/overzicht, maar verweerder heeft ten onrechte aangenomen dat met het verschaffen van het overzicht aan het bezwaar van eiser volledig is tegemoet gekomen. Verweerder had dus niet met toepassing van artikel 7:3, ahf en sub d, Awb mogen afzien van het horen van eiser.


Uitspraak

RECHTBANK ’s-HERTOGENBOSCH Sector bestuursrecht Zaaknummer: AWB 07/2201 Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 april 2008 inzake [eiser], te [woonplaats], eiser, gemachtigde mr. H. van Drunen, tegen De Korpschef Politie Brabant Zuid-Oost, te Eindhoven, verweerder, gemachtigde A.J.F.A. Verhoeven. Procesverloop Bij besluit van 11 mei 2007 heeft verweerder naar aanleiding van eisers verzoek van 15 april 2007 op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) besloten aan eiser een overzicht te verstrekken van de in het jaar 2006 verleende, geweigerde of ingetrokken verloven tot het voorhanden hebben van een vuurwapen. Tevens is bij dit besluit de termijn om de gegevens te verstrekken op grond van artikel 6, tweede lid, van de Wob, verdaagd met vier weken. Bij besluit op het door eiser gemaakte bezwaar van 25 juni 2007 is het besluit van 11 mei 2007 gehandhaafd. Eiser heeft tegen het besluit op bezwaar van 25 juni 2007 beroep ingesteld. De zaak is behandeld ter zitting van 11 maart 2008, waar eiser is verschenen bij gemachtigde. Verweerder is eveneens verschenen bij gemachtigde. Overwegingen 1. Aan de orde is de vraag of verweerder naar aanleiding van eisers verzoek van 15 april 2007 op goede gronden heeft besloten aan eiser een overzicht te verstrekken van de in het jaar 2006 verleende, geweigerde of ingetrokken verloven tot het voorhanden hebben van een vuurwapen. 2. De rechtbank gaat bij de beoordeling van het beroep uit van de volgende feiten en omstandigheden. 3. Op 15 april 2007 heeft eiser verweerder in verband met een onderzoek verzocht om afschriften van alle verloven tot het voorhanden hebben van een vuurwapen als bedoeld in artikel 28 van de Wet wapens en munitie (Wwm), die de korpschef in het kalenderjaar 2006 heeft afgegeven. Ook heeft hij daarbij gevraagd om afschriften van alle afwijzingen op het verzoek een dergelijk verlof te ontvangen gedurende deze periode. Eiser heeft aangegeven dat in deze stukken de naam, het adres en de postcode, alsmede eventueel het telefoonnummer en de geboortedag en –maand onleesbaar gemaakt kunnen worden. Gegevens als woonplaats, geboortejaar, het aantal wapens en het soort/type wapen zijn voor eisers onderzoek wel van belang. 4. Bij brief van 11 juni 2007 heeft verweerder aan eiser een tweetal overzichten verstrekt, te weten een overzicht van de in 2006 geweigerde of ingetrokken wapenverloven en een overzicht van de in 2006 verleende wapenverloven. In de overzichten, die zijn opgesteld in de vorm van excellijsten, is informatie opgenomen omtrent het soort verlof, de woonplaats, het geboortejaar, het soort wapen, merk, type, kaliber en nummer. Standpunten van partijen 5. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de door eiser gevraagde informatie in de vorm van een overzicht is verstrekt op 11 juni 2007. Daarbij zijn geen kopieerkosten in rekening gebracht. Verweerder is van mening dat hiermee volledig aan eisers bezwaar tegemoet is gekomen en dat op grond hiervan kon worden afgezien van het horen van eiser. Verweerder heeft een proceskostenvergoeding toegekend aan eiser, waarbij verweerder de wegingsfactor 0,5 heeft gehanteerd, omdat aan het bezwaar tegemoet is gekomen. 6. Eiser stelt dat de korpschef niet bevoegd is beslissingen op bezwaar op Wob-verzoeken te nemen. Voorts stelt eiser dat de overzichten die verweerder op 11 juni 2007 heeft verstrekt slechts een gedeelte van de gevraagde informatie bevatten. Door deze wijze van informatieverstrekking wordt informatie die voor eiser van belang is niet verstrekt, hetgeen in strijd is met de Wob, aldus eiser. Eiser stelt voorts zijn bezwaarschrift te hebben aangevuld bij brief van 19 juni 2007. Volgens eiser had verweerder niet mogen afzien van een hoorzitting, aangezien niet geheel aan eisers bezwaar tegemoet is gekomen. Verder is eiser van mening dat de vergoeding van proceskosten niet juist is, omdat de zaak ten onrechte als ‘licht’ is aangemerkt. 7. Verweerder stelt het aanvullend bezwaarschrift van 19 juni 2007 niet te hebben ontvangen, hetgeen volgens verweerder voor rekening van eiser komt. Wettelijk kader 8. Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Wob verstrekt een bestuursorgaan bij de uitvoering van zijn taak, onverminderd het elders bij wet bepaalde, informatie overeenkomstig deze wet en gaat daarbij uit van het algemeen belang van openbaarheid van informatie. Artikel 3 van de Wob luidt als volgt. 1. Een ieder kan een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf. 2. De verzoeker vermeldt bij zijn verzoek de bestuurlijke aangelegenheid of het daarop betrekking hebbend document, waarover hij informatie wenst te ontvangen. 3. De verzoeker behoeft bij zijn verzoek geen belang te stellen. 4. Indien een verzoek te algemeen geformuleerd is, verzoekt het bestuursorgaan de verzoeker zo spoedig mogelijk om zijn verzoek te preciseren en is het hem daarbij behulpzaam. 5. Een verzoek om informatie wordt ingewilligd met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 10 en 11. Artikel 7, eerste en tweede lid, van de Wob luidt als volgt. 1. Het bestuursorgaan verstrekt de informatie met betrekking tot de documenten die de verlangde informatie bevatten door: a. kopie ervan te geven of de letterlijke inhoud ervan in andere vorm te verstrekken, b. kennisneming van de inhoud toe te staan, c. een uittreksel of een samenvatting van de inhoud te geven, of d. inlichtingen daaruit te verschaffen. 2. Het bestuursorgaan verstrekt de informatie in de door de verzoeker verzochte vorm, tenzij: a. het verstrekken van de informatie in die vorm redelijkerwijs niet gevergd kan worden; b. de informatie reeds in een andere, voor de verzoeker gemakkelijk toegankelijke vorm voor het publiek beschikbaar is. Oordeel van de rechtbank 9. Eisers grief dat verweerder niet bevoegd was om op het bezwaar te beslissen, treft geen doel. Immers, ingevolge artikel 28, eerste lid, van de Wwm is de korpschef van de politie bevoegd om te beslissen op aanvragen omtrent een verlof tot het voorhanden hebben van een vuurwapen. Gelet op artikel 2 van de Wob is de korpschef van de politie derhalve degene die bevoegd is te beslissen op een Wob-verzoek daaromtrent. Nu uit artikel 1:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan worden afgeleid dat het bestuursorgaan dat het primaire besluit heeft genomen ook bevoegd is te beslissen op het bezwaar, was verweerder bevoegd het hier bestreden besluit te nemen. 10. Voor zover eiser stelt dat verweerder in plaats van de verstrekte overzichten kopieën van de originele documenten, eventueel met weglating van enkele gegevens, aan hem diende te verstrekken, overweegt de rechtbank dat zij het niet onaanvaardbaar acht dat verweerder in dit geval, gelet op de omvang van het verzoek en de werkbelasting die gepaard gaat met het lichten van de dossiers, het kopiëren, anonimiseren en verzenden van de betreffende documenten, en mede gelet op artikel 7 van de Wob, aan eisers verzoek is tegemoet gekomen door het verstrekken van genoemde overzichten. Verweerder heeft de ingeschatte tijdsbesteding, gelet op de opgesomde en in kaart gebrachte werkzaamheden, voldoende aannemelijk gemaakt. Het enkele feit dat de Regiopolitie Zeeland tot een andere tijdsbesteding komt, zoals eiser ter zitting heeft gesteld, doet hieraan niet af. De rechtbank acht de wijze van gegevensverstrekking in de vorm van een overzicht op zichzelf aanvaardbaar. 11. Daarentegen kan het standpunt van verweerder dat aan het bezwaar van eiser volledig is tegemoet gekomen door het verstrekken van de overzichten met de informatie zoals hiervoor onder rechtsoverweging 4 vermeld, niet worden gevolgd. Eiser heeft immers op 15 april 2007 verzocht om afschriften van alle verloven en afwijzingen en daarbij aangegeven welke gegevens wat hem betreft onleesbaar gemaakt kunnen worden en welke gegevens voor zijn onderzoek van belang zijn. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder laatstgenoemde gegevens ten onrechte als limitatieve opsomming aangemerkt. Voorop dient te worden gesteld dat afschriften van alle verloven en afwijzingen over 2006 werden verlangd. Het had op de weg van verweerder gelegen te onderzoeken welke informatie uit die verloven en afwijzingen in de overzichten diende te worden opgenomen en verweerder kon daarbij niet volstaan met het verschaffen van de gegevens welke blijkens het verzoek van 15 april 2007 in ieder geval van belang waren voor eisers onderzoek. De toezegging van verweerder dat desgevraagd formats van een wapenverlof en een weigering van een verlof worden verstrekt is evenmin voldoende. Gelet hierop heeft verweerder ten onrechte met een beroep op artikel 7:3, aanhef en sub d, van de Awb afgezien van het horen van eiser. 12. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit zal worden vernietigd wegens strijd met het bepaalde in de artikelen 7:2 en 7:3, aanhef en sub d, van de Awb. Aan hetgeen overigens is aangevoerd komt de rechtbank niet meer toe. Verweerder zal worden opgedragen een nieuw besluit op bezwaar te nemen, met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen. Ter informatie van partijen overweegt de rechtbank dat verweerder alsdan tevens opnieuw dient te beslissen op het verzoek van eiser als bedoeld in artikel 7:15, tweede lid, van de Awb. 13. De rechtbank acht termen aanwezig verweerder te veroordelen in de door eiser in beroep gemaakte proceskosten. Deze kosten zijn met inachtneming van het Besluit proceskosten bestuursrecht en de daarbij behorende bijlage begroot op in totaal € 644,00 voor kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand: • 1 punt voor het indienen van een (aanvullend) beroepschrift; • 1 punt voor het verschijnen ter zitting; • waarde per punt € 322,00 • wegingsfactor 1. 14. Tevens zal de rechtbank bepalen dat de regiopolitie Brabant Zuid-Oost aan eiser het door hem gestorte griffierecht ten bedrage van € 143,00 dient te vergoeden. Beslissing De rechtbank, - verklaart het beroep gegrond; - vernietigt het bestreden besluit; - bepaalt dat verweerder een nieuw besluit dient te nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen; - bepaalt dat de regiopolitie Brabant Zuid-Oost aan eiser het door hem gestorte griffierecht dient te vergoeden ten bedrage van € 143,00; - veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten vastgesteld op € 644,00; - wijst de regiopolitie Brabant Zuid-Oost aan als de rechtspersoon die de proceskosten dient te vergoeden. Aldus gedaan door mr. L.C. Michon als rechter in tegenwoordigheid van mr. F.A.M.C. Hermans als griffier en in het openbaar uitgesproken op 25 april 2008.