Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD0703

Datum uitspraak2008-04-29
Datum gepubliceerd2008-04-29
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers700514-07
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte heeft stelselmatig een aantal overvallen gepleegd, waarbij hij met geweld heeft gedreigd, terwijl hij zich bovendien nog schuldig heeft gemaakt aan een overval met geweld. Verdachte is al eerder voor soortgelijke feiten veroordeeld tot aanmerkelijke vrijheidsstraffen, laatstelijk op 9 maart 2004 tot een gevangenisstraf van vijf jaren. In februari 2007 is hij, naar eigen zeggen, weer op vrije voeten gekomen. Hij wordt veroordeeld tot 7 jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest en hij dient aan 3 benadeelde partijen de schade te vergoeden.


Uitspraak

RECHTBANK ALMELO Parketnummer: 700514-07. STRAFVONNIS Uitspraak: 29 april 2008. De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen: H. B, geboren te (plaats), op (datum), zonder bekende woon- of verblijfplaats, thans verblijvende in het huis van bewaring te Almelo, terechtstaande ter zake de vordering nader omschrijving tenlastelegging dat: 1. hij op of omstreeks 12 mei 2007 te Almelo met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen drie althans een of meerdere portemonnee(s) met inhoud (bestaande uit o.a. telkens een hoeveelheid geld) en/of een plastic tas en/of een hoeveelheid (papier)geld (uit de kassalade), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Cafetaria (bedrijf 1) en/of (slachtoffer 1), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen (slachtoffer 1) en/of (slachtoffer 2), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte (nadat de kassalade door (slachtoffer 1) geopend werd) een koel/vries-installatie wegschoof en/of zich (aldus) toegang verschafte tot de ruimte achter de balie en/of een mes, althans een op een mesgelijkend voorwerp, (uit zijn jaszak) tevoorschijn haalde en/of dat mes/voorwerp in zijn (rechter)hand hield en/of dat mes/voorwerp op die (slachtoffer 1) richtte (op een afstand van ongeveer 1,5 meter) en/of op die (slachtoffer 1) inliep en/of daarbij die (slachtoffer 1) en/of die (slachtoffer 2) toevoegde: "stil zijn" en/of "pak geld, geld" en/of "Meekomen, geld, geld", althans woorden van dergelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of met dat mes/voorwerp gericht (recht) op die (slachtoffer 1) en/of (slachtoffer 2) recht afliep en/of met dat mes/voorwerp (kleine) stekende bewegingen maakte in de richting van die (slachtoffer 1) en (slachtoffer 2) (waardoor die (slachtoffer 1) en/of die (slachtoffer 2) achteruit moesten lopen om niet geraakt te worden); 2. hij op of omstreeks 21 november 2007 te Almelo met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (uit de kassalade) een hoeveelheid (papier- en/of munt)geld (ten bedrage van in totaal ongeveer 450 Euro) en/of een geldkistje, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Cafetaria (bedrijf 2) en/of (slachtoffer 3) en/of (slachtoffer 4), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen (slachtoffer 3), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte (nadat hij zich - met een sjaal voor zijn gezicht- naar de kassa had begeven) een mes althans een op een mes gelijkend voorwerp ten overstaan van die (slachtoffer 3) (in zijn rechterhand) heeft vastgehouden en/of (met harde stem) die (slachtoffer 3) heeft toegevoegd: "maak de kassa open" en/of daarbij dat mes/voorwerp (dreigend) in de richting van die (slachtoffer 3) heeft gehouden/gewezen en/of die (slachtoffer 3) heeft toegeroepen: "geef mij een plastic tas", althans woorden van dergelijke (dreigende) aard en/of strekking ; 3. hij op of omstreeks 25 november 2007 te Almelo met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (uit de kassalade) heeft weggenomen een hoeveelheid (papier en/of munt)geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Snackbar (bedrijf 3) (adres te Almelo), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen (slachtoffer 5), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte (nadat die zich - met een sjaal voor zijn gezicht tot over zijn neus- begeven had naar de keukendeur in die snackbar) ten overstaan van die (slachtoffer 5) een mes(je) althans een op een mes(je) gelijkend voorwerp (in zijn rechterhand) heeft vastgehouden/getoond en/of die (slachtoffer 5) heeft toegevoegd: "pak je telefoon, pak je portemonnee", althans woorden van dergelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of (vervolgens) die (slachtoffer 5) (dreigend) te kennen heeft gegeven dat zij zich naar de kassa moest begeven (waarop die (slachtoffer 5) de kassalade voor verdachte heeft geopend) en/of die (slachtoffer 5) (dreigend) te kennen heeft gegeven dat zij een (plastic) tas moest pakken; 4. hij op of omstreeks 28 november 2007 te Almelo met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (uit de kassalade) heeft weggenomen een aantal briefjes van 20 euro en/of een briefje van 50 euro, in elk geval een hoeveelheid geld en/of een (plastic) tas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (bedrijf 4), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen (slachtoffer 6) en/of (slachtoffer 7), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte die (slachtoffer 6) een vuist voor het gezicht heeft gehouden en/of die (slachtoffer 6) en/of die (slachtoffer 7) heeft toegevoegd: "Kassa open nu" en/of een (zak)mes, althans een op een mes gelijkend voorwerp heeft opengeklapt en/of daarmee in de richting is gelopen van die (slachtoffer 6) en/of de punt van dat mes/voorwerp in de richting van de keel en/of (dicht) bij de keel van (zowel) die (slachtoffer 6) en/of (als) die (slachtoffer 7) heeft gebracht en/of die briefjes van 20 euro en dat van 50 euro uit de kassa heeft gepakt en/of die (plastic) tas uit de handen van die (slachtoffer 6) (met kracht) heeft weggetrokken; en/of hij (vervolgens) op of omstreeks 28 november 2007 te Almelo met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld (slachtoffer 6) en/of (slachtoffer 7) heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid (papier- en/of munt)geld en/of een bakje en/of een tasje, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (bedrijf 4), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte die (slachtoffer 6) een vuist voor het gezicht heeft gehouden en/of die (slachtoffer 6) en/of die (slachtoffer 7) heeft toegevoegd: 'Kassa open nu' en/of 'dat geld ook hier, in dat bakje' en/of "doe het geld in een plastic tas", althans woorden van dergelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of een (zak)mes, althans een op een mesgelijkend voorwerp heeft opengeklapt en/of daarmee in de richting is gelopen van die (slachtoffer 6) en/of de punt van dat mes/voorwerp in de richting van de keel en/of (dicht) bij de keel van die (slachtoffer 6) en/of die (slachtoffer 7) heeft gebracht en/of dat mes/voorwerp (vervolgens) steeds in zijn (rechter)hand heeft gehouden ten overstaan van die (slachtoffer 6) en/of (slachtoffer 7) en/of met dat mes/voorwerp heeft gewezen/gemanipuleerd in die richting van die (slachtoffer 7); 5. hij op of omstreeks 29 november 2007 te Almelo ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld (slachtoffer 8) te dwingen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Snackbar (bedrijf 5) en/of (slachtoffer 8) en/of (slachtoffer 9), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, (met een sjaal voor zijn mond) een stelling met wieltjes aan de kant heeft geschoven en/of (zich aldus toegang verschaft hebbende) zich achter de toonbank in die snackbar heeft begeven en/of ten overstaan van die (slachtoffer 8) een (keuken)mes althans een op een mes gelijkend voorwerp (in zijn rechterhand) heeft vastgehouden/getoond en/of die (slachtoffer 8) heeft toegeroepen/toegevoegd: "Geef me geld, geef me kassageld", althans woorden van dergelijke (dreigende) aard en/of strekking, en/of (meermalen) met dat mes/voorwerp stekende bewegingen heeft gemaakt in de richting van die (slachtoffer 8) (waarop die (slachtoffer 8) achteruit moest lopen om niet geraakt te worden door dat mes/voorwerp) en/of (vervolgens) dreigend is komen aflopen in de richting van die (slachtoffer 8), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 6. hij op of omstreeks 29 november 2007 te Almelo, op de Rosa Luxemburgstraat, in elk geval op de openbare weg, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld (slachtoffer 10) heeft gedwongen tot de afgifte van een (hand)tas met inhoud (waaronder een telefoon, beurs met geld en/of bankpas(sen) en/of rijbewijs en/of een huissleutel en/of diverse andere goederen), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (slachtoffer 10), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte (onverhoeds en met kracht) aan de tas van die (slachtoffer 10) heeft getrokken/gerukt en/of (meermalen) (zowel)ten overstaan van die (slachtoffer 10) en/of (als) ten overstaan van (slachtoffer 11) (een) (dreigende) beweging(en) heeft gemaakt met zijn hand naar de binnenzak van zijn jas alsof hij een mes althans 'iets' wilde pakken (waarop die (slachtoffer 10) haar tas naar de verdachte heeft toegegooid); Gezien de stukken; Gelet op het onderzoek ter terechtzitting; Gehoord de vordering van de officier van justitie; Gelet op de verdediging door en namens verdachte gevoerd; De rechtbank heeft de in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd, in de bewezenverklaring. Verdachte wordt daardoor in zijn verdediging niet geschaad. De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte sub 4 in de 2e plaats (de afpersing) is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken. Met name is niet bewezen dat enig goed aan verdachte is afgegeven. De rechtbank is door de inhoud van wettige bewijsmiddelen – die in de gevallen waarin de wet aanvulling van dit (verkorte) vonnis met de bewijsmiddelen vereist, in een aan dit vonnis te hechten bijlage zullen worden opgenomen – waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het sub 1 tot en met sub 6 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: 1. hij op 12 mei 2007 te Almelo met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen drie portemonnees met inhoud (bestaande uit een hoeveelheid geld) en een plastic tas en een hoeveelheid papiergeld uit de kassalade, toebehorende aan Cafetaria (bedrijf 1) en/of (slachtoffer 1), welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen (slachtoffer 1) en (slachtoffer 2), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte (nadat de kassalade door (slachtoffer 1) geopend werd) een koel/vries-installatie wegschoof en zich aldus toegang verschafte tot de ruimte achter de balie en een mes uit zijn jaszak tevoorschijn haalde en dat mes in zijn rechterhand hield en dat mes op die (slachtoffer 1) richtte (op een afstand van ongeveer 1,5 meter) en op die (slachtoffer 1) inliep en daarbij die (slachtoffer 1) en/of die (slachtoffer 2) toevoegde: "stil zijn" en "pak geld, geld" en "meekomen, geld, geld" en met dat mes gericht op die (slachtoffer 1) en (slachtoffer 2) recht afliep en met dat mes stekende bewegingen maakte in de richting van die (slachtoffer 1) en (slachtoffer 2); 2. hij op 21 november 2007 te Almelo met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (uit de kassalade) een hoeveelheid geld (ten bedrage van in totaal ongeveer 450 Euro) en een een geldkistje, toebehorende aan Cafetaria (bedrijf 2) en/of (slachtoffer 3) en/of (slachtoffer 4), welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen (slachtoffer 3), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte (nadat hij zich - met een sjaal voor zijn gezicht- naar de kassa had begeven) een mes ten overstaan van die (slachtoffer 3) (in zijn rechterhand) heeft vastgehouden en die (slachtoffer 3) heeft toegevoegd: "maak de kassa open" en daarbij dat mes dreigend in de richting van die (slachtoffer 3) heeft gehouden en die (slachtoffer 3) heeft toegeroepen: "geef mij een plastic tas"; 3. hij op 25 november 2007 te Almelo met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit de kassalade heeft weggenomen een hoeveelheid geld, toebehorende aan Snackbar (bedrijf 3) (adres te Almelo), welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen (slachtoffer 5), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte (nadat die zich - met een sjaal voor zijn gezicht tot over zijn neus- begeven had naar de keukendeur in die snackbar) ten overstaan van die (slachtoffer 5) een mes heeft vastgehouden en die (slachtoffer 5) heeft toegevoegd: "pak je telefoon, pak je portemonnee" en vervolgens die (slachtoffer 5) dreigend te kennen heeft gegeven dat zij zich naar de kassa moest begeven (waarop die (slachtoffer 5) de kassalade voor verdachte heeft geopend) en die (slachtoffer 5) dreigend te kennen heeft gegeven dat zij een plastic tas moest pakken; 4. hij op 28 november 2007 te Almelo met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit de kassalade heeft weggenomen een aantal briefjes van 20 euro en een briefje van 50 euro en een plastic tas, toebehorende aan (bedrijf 4), welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen (slachtoffer 6) en (slachtoffer 7), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte die (slachtoffer 6) een vuist voor het gezicht heeft gehouden en die (slachtoffer 6) en die (slachtoffer 7) heeft toegevoegd: "Kassa open nu" en een zakmes heeft opengeklapt en daarmee in de richting is gelopen van die (slachtoffer 6) en de punt van dat mes in de richting van de keel van zowel die (slachtoffer 6) en die (slachtoffer 7) heeft gebracht en die briefjes van 20 euro en dat van 50 euro uit de kassa heeft gepakt en die plastic tas uit de handen van die (slachtoffer 6) heeft weggetrokken; 5. hij op 29 november 2007 te Almelo ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld (slachtoffer 8) te dwingen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, toebehorende aan Snackbar (bedrijf 5) en/of (slachtoffer 8) en/of (slachtoffer 9), (met een sjaal voor zijn mond) een stelling met wieltjes aan de kant heeft geschoven en zich aldus toegang verschaft hebbende zich achter de toonbank in die snackbar heeft begeven en ten overstaan van die (slachtoffer 8) een keukenmes in zijn rechterhand heeft vastgehouden en die (slachtoffer 8) heeft toegeroepen: "Geef me geld, geef me kassageld" en meermalen met dat mes stekende bewegingen heeft gemaakt in de richting van die (slachtoffer 8) (waarop die (slachtoffer 8) achteruit moest lopen om niet geraakt te worden door dat mes) en vervolgens dreigend is komen aflopen in de richting van die (slachtoffer 8), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 6. hij op 29 november 2007 te Almelo, op de Rosa Luxemburgstraat, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld (slachtoffer 10) heeft gedwongen tot de afgifte van een handtas met inhoud (waaronder een telefoon, beurs met geld en bankpassen en rijbewijs en een huissleutel en andere goederen), toebehorende aan (slachtoffer 10), welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte onverhoeds en met kracht aan de tas van die (slachtoffer 10) heeft getrokken en ten overstaan van die (slachtoffer 10) en ten overstaan van (slachtoffer 11) een dreigende beweging heeft gemaakt met zijn hand naar de binnenzak van zijn jas alsof hij een mes althans 'iets' wilde pakken, waarop die (slachtoffer 10) haar tas naar de verdachte heeft toegegooid; Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het tenlastegelegde feit, waarop deze inhoud in het bijzonder betrekking heeft. De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken. Het bewezen verklaarde levert op: wat betreft sub 1, sub 2, sub 3 en sub 4 in de 1e plaats telkens het misdrijf: "Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken", strafbaar gesteld bij artikel 312 juncto artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht; wat betreft sub 5 het misdrijf: "Poging tot afpersing", strafbaar gesteld bij artikel 317 juncto artikel 45 van het Wetboek van Strafrecht; en wat betreft sub 6 het misdrijf: “Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg”, strafbaar gesteld bij artikel 317 juncto artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht; De rechtbank heeft met betrekking tot sub 3 nog overwogen: Bij dit feit heeft de aangever (slachtoffer 5), verdachte gedeeltelijk herkend van foto’s (“ik denk dat het nummer 4 is”). De werkwijze van de dader bij deze overval is in grote lijnen gelijk aan de onder 1, 2, 4 en 5 bewezen verklaarde feiten. Bij die feiten valt op dat de dader met een fiets naar en van de plaats delict gaat, ter plaatse een plastic tas opeist en een mes hanteert ter bedreiging van het personeel. Verdachte is ter terechtzitting geconfronteerd met waarnemingen van verbalisanten, zoals het door verdachte fietsen op een zwarte omafiets op 6 mei 2007 (6 dagen vóór feit 1), zijn ongeschoren uiterlijk en het dragen van een rode jas (trainingsjack) met blauwe mouwen, het aantreffen van een petje met het opschrift “NY” in de fietstassen van de fiets waarop hij rijdt en de verklaring van (naam getuige) dat er nog een jas bij hem, (naam getuige), hangt die, volgens die (naam getuige), toebehoort aan verdachte. Verdachte ontkent ter terechtzitting alles. Zo verklaart hij dat de waarnemingen van de politiemensen onjuist zijn, hij nooit een omafiets heeft gehad, geen rode jas of traningsjas met blauwe mouwen heeft gehad, terwijl de politie ook geen petje kan hebben aangetroffen in de fietstas van zijn fiets. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte dienaangaande leugenachtig verklaard, kennelijk met het doel de waarheid te bemantelen. De rechtbank zal die leugenachtige verklaring bij appèl in de bijlage als bewijsmiddel (onder de streep) opnemen. Die leugenachtige verklaring zal de rechtbank mede bezigen tot het bewijs van de tenlastegelegde feiten. Het bovenstaande brengt met zich mee, in onderling verband en samenhang bezien, dat ook feit 3 naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend is bewezen. De verdachte is strafbaar, aangezien niet is gebleken van een zijn strafbaarheid uitsluitende omstandigheid. De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, ter zake de feiten1 tot en met 6 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 (negen) jaren onvoorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest en met toewijzing van de civiele vorderingen van (slachtoffer 1), (slachtoffer 6) en (slachtoffer 7) tot telkens € 1.000,= en telkens met oplegging van de zogenaamde Terwee-maatregel en met verbeurdverklaring van de sjaal, onttrekking aan het verkeer van het zakmes en het basepijpje en teruggave aan verdachte van het geld (€ 15,=) en een abonnement. De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf en maatregelen behoren te worden opgelegd, zoals deze hierna zullen worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen: Verdachte heeft stelselmatig een aantal overvallen gepleegd, waarbij hij met geweld heeft gedreigd, terwijl hij zich bovendien nog schuldig heeft gemaakt aan een overval met geweld. Het is algemeen bekend dat dergelijke feiten kunnen leiden tot vaak langdurige nadelige psychische gevolgen voor de slachtoffers. Verdachte heeft aldus getoond geen enkel respect te hebben voor de lichamelijke en geestelijke integriteit van personen, dan wel voor hun bezittingen. Bovendien veroorzaken dergelijke feiten gevoelens van angst, onrust en onveiligheid in de maatschappij. Verdachte is reeds eerder ter zake soortgelijke feiten als de onderhavige veroordeeld tot aanmerkelijke vrijheidsstraffen, te weten laatstelijk op 9 maart 2004 tot een gevangenisstraf van vijf jaren. In februari 2007 is hij, naar eigen zeggen, weer op vrije voeten gekomen. Gelet op de ernst van de feiten en ter norminprenting en normhandhaving, en gelet op de zeer speciale en forse recidive van verdachte, is naar het oordeel van de rechtbank, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend. De rechtbank overweegt verder dat de onder verdachte inbeslaggenomen sjaal en het mes vatbaar zijn voor verbeurdverklaring, aangezien deze voorwerpen aan verdachte toebehoren en met behulp waarvan onder meer het feit sub 2 is begaan. Bij de verbeurdverklaring heeft de rechtbank op de voet van artikel 24 van het Wetboek van Strafrecht rekening gehouden met de draagkracht van verdachte. Civiele vorderingen: De rechtbank overweegt dat (naam bedrijf, slachtoffer 12), gevestigd te Almelo en (slachtoffer 13), wonende te Wierden zich als benadeelde partijen in het strafproces hebben gevoegd. Beide benadeelde partijen moeten niet–ontvankelijk worden verklaard in hun vordering, nu de feiten waarop die vorderingen zijn gebaseerd niet aan verdachte zijn tenlastegelegd. De rechtbank overweegt verder, dat (slachtoffer 1), ter zake van feit 1 en (slachtoffer 6) en (slachtoffer 7), beiden ter zake van feit 4, zich via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier ter terechtzitting als benadeelde partij hebben gevoegd in het strafproces, en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering telkens opgave hebben gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van respectievelijk € 1.000,= (slachtoffer 1), -als voorschot - € 1.575,= (slachtoffer 6) en – als voorschot - € 1.575,= (slachtoffer 7) en telkens bestaande uit de post smartengeld en telkens te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de pleegdatum. Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze - door verdachte betwiste - vorderingen van de benadeelde partijen telkens geheel gegrond, aangezien op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partijen door de bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade is toegebracht. De schade bedraagt de gevorderde bedragen, zodat de vorderingen toewijsbaar zijn. De rechtbank zal hierbij telkens de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, aangezien de verdachte jegens de slachtoffers naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door feit 1 (slachtoffer 1) en door feit 4 (slachtoffer 6) en (slachtoffer 7) is toegebracht. De na te melden straf en maatregel zijn gegrond, behalve op voormelde artikelen, op de artikelen 10, 24, 27, 33, 33a, 36b, 36c, 36f en 57 van het Wetboek van Strafrecht. R E C H T D O E N D E: Verklaart niet bewezen wat aan verdachte sub 4 in de 2e plaats is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij. Verklaart bewezen, dat het sub 1, 2, 3, 4 in de 1e plaats, 5 en 6 tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan. Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld. Verklaart verdachte strafbaar. Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot een gevangenisstraf voor de tijd van zeven (7) jaren. Beveelt dat de tijd, die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht. Verklaart verbeurd de inbeslaggenomen sjaal en het inbeslaggenomen mes. Veroordeelt verdachte, ter zake van het bewezen feit 1 tot betaling aan de benadeelde partij (slachtoffer 1) te Almelo, van een bedrag groot: € 1.000,= te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 mei 2007. Veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering. Legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit 1 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag groot € 1.000,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 mei 2007 ten behoeve van de benadeelde (slachtoffer 1), voornoemd, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 20 dagen zal worden toegepast. Verstaat dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen. Veroordeelt verdachte, ter zake van het bewezen feit 4 tot betaling aan de benadeelde partijen (slachtoffer 6) te Apeldoorn en (slachtoffer 7) te Enschede, van een bedrag, telkens groot: € 1.575,= (telkens bij wijze van voorschot) en telkens te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 november 2007. Veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door deze beide benadeelde partijen gemaakt, tot op heden telkens begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invorderingen. Legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit 4 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag telkens groot € 1.575,= en telkens te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 november 2007 ten behoeve van de benadeelden (slachtoffer 6) en (slachtoffer 7), beiden voornoemd, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat telkens vervangende hechtenis voor de tijd van 31 dagen zal worden toegepast. Verstaat dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoelde bedragen daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partijen het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partijen het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen. Bepaalt dat voornoemde benadeelde partijen: (slachtoffer 12 en slachtoffer 13) niet-ontvankelijk zijn in hun vordering, en dat de benadeelde partijen de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen. Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij; Gelast de teruggave van de volgende inbeslaggenomen voorwerpen, te weten: het geld (€ 15,=), een basepijpje en een bescheid, te weten een abonnement, aan verdachte. Aldus gewezen door mr. Bordenga, voorzitter, mr. Vermeulen en mr. Lunenborg, rechters, in tegenwoordigheid van Feijer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 29 april 2008.